voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Een naM van Sii's val.
fo. 95.
Zaterdag 22 Juli 1893.
2e jaargang.
1b Houtvester van Hiklust
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
FEUILLETON.
Z I NI M ERMAN.
A
Nieuwsblad
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Jl. Maandag is door de liberale kiesver
eniging in het district Middelburg, aldaar
sne vergadering gehouden, tot het bespre-
,en van de laatste verkiezing van een lid
an de Eerste Kamer der Staten-Generaal
foor Zeeland.
In zijn inleidend woord sprak de voor-
itter, de heer Herman Snijders, dat het
loei dier bijeenkomst, niet is om na te plei
ten over hetgeen geschied isniet om te
lammeren en te weeklagen over een feit dat
niet ongedaan kan worden gemaakt; niet om
mze tegenstanders hard te vallen omdat zij
ie overwinning hebben behaald;
maar wel om na te gaan de beteekenis
tan het gebeurde voor onze partij;
om te protesteeren tegen de lauwheid en
iet gebrek aan activiteit bij eenige liberale
tfgevaardigden in onze Staten
om een waarschuwend woord te doen hoo-
ren vóór het geheel en al te laat is
egen een wijze van handelen van velen ou-
:er partijgenootentegen een takiiek die
ïog veel meer dan de kracht en de wijze
ran optreden onzer tegenstanders de li-
lerale partij verzwakt en verlamt.
Verder schetste spr. in breede trekken de
verkiezing zelve, om vervolgens er op te
rijzen, dat als lauwheid in de liberale par-
ij blijft heerschen;
als het besef niet verder doordringt dat
lartijdiscipline onmisbaar is;
als het bewustzijn niet bij meerderen ont-
5 raakt dat het belmoren tot die partij ook
,2
15.
Fi
NOVELLE VAN
Juist was Frans op den hoop hout ge
lommen, vanwaar men een beter overzicht
ld, n was de molenaar op het punt zich
verwijderen, toen een geroep van de berg-
elling beiden deed opzien. Ilolzegger hield
ijne hand boven de oogen.
i „Het is de houtvester. Hij komt zeker
og eens over de stammen spreken. Hola,
outvester, kom maar hierheen."
Frans verschoot een weinig van kleur, liet-
- een Holzegger, die geen gelaatkundige was,
ÏOktuurlijk niet bemerkte. Kort daarop trad
Mljï houtvester op Holzegger toe.
>0' //Goeden dag, houtvester," riep de mole-
Oaar hem toe. „Komt ge esns zien, of alles
ier in orde is?
„Ja. Ik was boven bij de houthakkers en
ernstige verplichtingen aan haar leden op
legt;
als de toewijding en de zelfopoffering bij
zoo velen blijven ontbreken
als, gelijk bij de twee laatste statenver
kiezingen is geschied, nu eens deze gro"p
dan weer die groep der partij uit louter
personialiteit zich van stemming ont
houdt, blanco stemt of zelfs den tegenstan
der steunt
dan zal de liberale zon geheel ten onder
gaan;
dan zal de partij ook haar roem overleven,
niet omdat haar beginselen zijn overwonnen
en ouhondbaar gebleken, maar omdat zij in
politickcn zelfmoord zal hebben gepleegd
Maar en ik vertrouw stellig dat zulks
het geval zal zijn.
als men alsnog weder „beginselen" boven
„personen" wil gaan stellen;
als men van onze tegenstanders leeren wil
en zich hun eerbied afdwingend besef van
partijdiscipline wil cigeu maken;
als men zich wil herinneren wat wij, libe
ralen, aan ons verleden schuldig zijn en
welk een schoone taak ook nog in de toe
komst als vernieuwde en verjongde partij
voor ons ter vervulling is weggelegd;
als wij bedenken dat, om met een groot
liberaal staatsman te spreken „alleen-'de be
ginselen ons kunnen redden" en dat die het
ook zullen doen, mits wij met warmte eu
zelfverloochening daarvoor strijden;
dan M. II. meen ik u te mogen toeroe
pen „desespereert niet"; ook de toekomst
behoort ons ondanks tijdelijken achteruitgang,
ondanks voorbijgaanden tegenspoed
kwam toevallig dezen weg langs. Hoeveel
stammen zijn er al beneden?"
„Zeven en dertig. Voor van middag ko
men we niet meer gereed. Hoe gaat liet
met juffrouw Tine en met uw zoon
„Dank u," bromde de houtvester en riep
den dashond terug, die met woelend kef
tegen den hoop hout opsprong wc are Frans
stond, het hoofd over het notitieboekje ge
bogen.
„Hier, Erdtnanstil." Onwillig gehoor
zaamde de hond, maar bleef toch steeds te
gen Frans brommen.
„Een flink beest," zeide Holzegger geheel
onschuldig „hij is echter wel een weinig bijt
achtig
„Niet tegen iedereen, hij heeft nog een
veisch spoor in den neus."
Den jongen molenaar schoot het bloed in
het gelaat. De scherpe blik van den hout
vester bemerkte zulks terstond.
„Ge moet eens goed op uwe knechts pas
sen," zeide hij beteekenisvol en somber. „Ik
heb van morgen het spoor van een wilddief
ontdekt; het leidt liicr naar het dal. Het
zou me spijten, molenaar, wanneer er een
van uw volk minder goed afkwam.
Hij deelde nog mede, dat hij deu heer
'1'h. van Uije Pietersc, afgevaardigde voor het
district Middelburg die te Wiesbaden ver
toeft, had gevraagd naar de redenen die hem
verhinderd hadden om ter vergadering van
dc Prov. Staten te zijn, ten einde aan de
vergadering der kiesvereenigiug dezelve te
kunnen mededeelen.
Daarop was door den heer van Uije Pie-
terse hel volgende geantwoord
Wiesbaden, 15 Juli 1893.
WelEdGeb. Heer!
Ga-une voldoe ik aan het billijk verlan
gen van het bestuur der liberale kiesveree-
niging „Eendracht maakt macht" om da re
denen te mogen weten, die mij verhinderd
hebben de vergadering der Staten bij te wo
nen, waarin de verkiezing zou plaats hebben
van een lid der Eerste kamer.
Die reden zijn, dat de buitonlandsehe reis,
welke ik mij had voorgesteld, bepaald was
om aan te vangen op Zondag 9 dezer en ik
tot mijn leedwezen daarin geen verandering
kon brengen, omdat mijn schoonzoon, te
's Graven liage, ons zou vergezelleu, en diens
verlof geen uitstel gedoogde.
De uitslag der verkiezingen vernam ik uit
de nieuwsbladen, die mij hier nagezonden
werden, en terwijl ik tot mijn spijt daaruit
bemerkte dat die voor Zeeland ongunstig was
uitgevallen, bemerkte ik tevens tot mijne
geruststelling, dat mijne afwezigheid er ds
oorzaak niet van is geweest, en dat, al ware
ik tegenwoordig geweest, de heer Six toch
slechts 18 stemmen zou bekomen hebbenen
„Maar dat is onmogelijk!" riep Holzegger
verschrikt uit, „voor mijne knechts sta ik
borg. Misschien is het wel een van de hout
hakkers geweest. Hebt ge ook iets gemerkt,
Frans?"
„Neen, vader,"
„Ge ziet het, houtvester. Zulk een boos-
wicht moet ook dadelijk houd het boek
niet zoo lang met den zeeren arm vast, mijn
jongen. Ge hebt voor vandaag ook genoeg
gedaan, het is twaalf uur."
„Heeft hij zijn arm bezeerd?" vraagde de
oude, terwijl hij Frans aankeek.
„Ja, en nog wel verrekt; is dat erg, hout
vester
„Hm, dat hangt or van af. Wanneer en
hoe is dat gebeurd?" vraagde Krantz zijn
voorhoofd fronsend.
„Ja, hoe toch, Frans? In de herberg,
niet?"
Frans knikte. „Gisteren op weg naar
huis," stotterde hij, „ik wilde ik had
„Haha, hoort ge het?' lachte Holzegger
vroolijk, „de jongen had wat te veel ge
bruikt. Dat is niet goed, Frans. Men kon
wel eens naar beneden tnimelon en
„In het geheel niet meer opstaan," vol
niet herkozei, zou geweest zijn.
Hoogachtend noem ik mij gaarne,
UEd. Dw. Dr.,
(get.) Th. VAN UIJE PIETERSE.
Dit schrijven werd met gelach en teeke
nen van afkeuring begroet.
Ingevolge een besluit van de meerderheid
van het bestuur, werd de volgende motie
voorgesteld
„De liberale kiesvereeniging „Eendracht
maakt Macht" te Middelburg,
betreurende dat de verkiezing van een
anti-liberaal lid der Eerste kamer voor Zee
land op II Juli jl. is mogelijk geneest, door
de tof dusver niet voldoende gemotiveerde
afwezigheid van eenige liberale leden der
Provinciale .Staten, waaiondcr een afgevuur
de voor het hoofdkiesdistrict Middelburg;
spreekt hare afkeuring over deze handel
wijze uit;
en besluit dat van de aanneming en den
inhoud dezer motie aan bedoelden afgevaar
digde voor het hoofdkiesdistrict Middelburg
mededecling zal n orden gedaan
hem daarbij de vraag stellende of hij van
raeening is, dat hij zijn mandaat ter beschik
king van de kiezers behoort te stellen."
Met daverend applaus werd deze motie
toegejuicht.
Het hierop volgend debat getuigde van
eenstemmigheid omtrent deze motie, alleen
verklaarden zich enkele stemmen voor het
splitsen der motie, met betrekking tot het slot
derzelvn, omdat het gevaarlijk werd geacht
den heer Van Uije Pieterse te dwingen heen
te gaan.
tooide de houtvester met somber gelaat.
„Onthoud dat, jonge man!"
„Ik hoop, dat hij daarvoor bewaard blijft;
zoo erg zal het toch niet dadelijk worden,
houtvester. Wij hebben ook eenmaal onze
streken uitgehaald, toen we nog zoo'n paar
jonge lianen waren, en wij leven nog en zijn
frisch en gezond. Maar het is al na twaal
ven; wilt ge mij de eer aandoeu, bij ons te
blijven (ten? Ge zijt welkom."
„Dank u," zeide Krantz kortaf. „Neem
het me niet kwalijk, ik heb geen tijd. Nog
eens, pas toch goed op, met betrekking tot
den wilddief." Hij wierp een wantrouwenden
blik op Frans, floot Erdman en ging zonder
groeten weg.
„Een merkwaardige knorrepot, altijd brom
merig als een dashond. Die maakt zichzel-
veu en anderen liet leven zuur," zeide Hol
zegger hoofdschuddend. „Men moet het niet
zoo presies met hem nemen, denkt gc ook
niet, Frans
J a, vader," antwoordde deze doodbedaard
en volgde toen in gedachten den molenaar
in de groote voorkamer, waar de verschil
lende dienstboden zich reeds om de lange
eikenhouten tafel begonnen te verzamelen.