voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 82»
Zaterdag 22 April 1893.
2' jaargang.
feuilleton.
ög louivesteF van liklust.'
Nieuwsblad
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
A D V E R T E N TI E P RIJ S-
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIËLEMAN, te Bresken$>
liet Koninklijk bezoek «na de
hoofdstad.
Slot.
Tc hnlftien Vrijdag morgen reden It. H.
M. M. reeds uit] als altijd niettegenstaan
de het gore weer in een open rijtuig,
la Daumont" bespannen. Langsden aan
gegeven weg ging het tot aan de plantage,
waar de stoet plotseling zwenkte en stilhield
voor het Aquarium van »Artis".
Den vorigen avond te half elf was den
directeur meegedeeld, dat de vorstinnen waar
schijnlijk een officieus bezoek zouden breti-
gea aan de diergaarde.
£r waren dun ook zoo goed als geen leden
ia den tuin, zoodat de Koninginnen ditmaal
heel kalm de schoons verzameling konden
bezichtigen.
Dr. Herbert wachtte haar op en leidde
haar het eerst naar liet bassin der zeeleeuwen.
De vlugge dieren sprongen van de rots, plas»
ten neer in bet water, doken en kwamen
spoedig daarop een heel eind verder weer
boven.
Koningin Wilhelrmna scheen zich goed te
vermaken niet de logge zwemmers. Nn en
dan klapte zij in de handen om de beesten
te roepen, terwijl de Regentes zich onder
hield met den directeur eu den burgemeester.
Vtrvolgeus gingen de Koninginnen met
haar gevolg de broed-inriebting binnen, waar
dr. Herbert haar Cantelo's machine toon
de
fntusschen hadden de hofrijtuigen voor den
ingang vele leden uit de buurt naar Artis"
gelokt, om er de Koninginnen van nabij te
NOVELLE VAN
F r. ZI M M E R MAN.
De wilddief zou zich zeker bij het ver
schijnen van den jager niet laten zien, den
buit in den steek laten en de vlucht nemen.
Hem te verjagen was echter niet bet plan
van den jager. Hij moest hem tijd laten
den bok op te nemen om hem te herkennen.
Snel mat hij met zijne oogen. nogmaals den
afstandhet waren tenminste tweehonderd
en vijftig schreden, zoo ver reikte de kogel
van zijn geweer niet, dus nog minder cene
hagellading. De jager knarste met de tan-;
der., doch bewoog zich niet. Zijne zelfbe-
heersching was grooter dan de aandrang naar
oogenblikkelijke wraak.
Daar boven bewoog zich iets. De takken
van een struik werden uit elkander gebogen
an een gelaat werd zichtbaar, dat bespiedend
bewonderen. Een clubje dames en kinderen
volgde H. H. M. M. waar zij gingen, voort
durend met elkander pratend over de lief
talligheid van het jeugdige vorstinnetje. Ko
ningin Wilhe.lmina zag er dan ook werkelijk
alleraardigst uit in haar zeegroen kleedje van
gedauiasseerde zijde inet donkergroene tressen,
een witten strooien hoed op het lange blonde
baar eu een frisschen blos op baar blank
gezichtje, na den rit in de koele morgen
lucht. Ongekunsteld trippelde zij rond, re-
de nemend tegen de dieren, hen streelend over
den lial«, en hun stukjes brood toewerpend
uit een mandje, dat miss Saxton Winter had
meegenomen. Door de zaal van het nijl
paard en de antilopen, langs de bokken en
geiten, voorbij het hok van dc giraffe gin
gen 11. II. M. M. naar de galerij der wilde
dier-n. De groote leeuw werd uit den dom
mel opgeschrikt door een kluif, die de op
passer hein toewierp, en de kleine leeuwtjes
daarnaast sprongen over elkander heen, jan
kend door elkaar krioelend, teen een groot
stuk bloederig vleesch in hun hok werd ge
worpen. Koningin Wilhrlmina stond lang
stil voor de aardige kleine dieren, maar to:n
de directeur haar herinnerde 1.111 de ponneys,
waarmee zij zich het vorig jaar zoo had
vermaakt, wilde zij daar terstond heen
En op den weg langs de bisons, de kan
goeroes, de beren en de zebra's wierp zij bij
banden vol appeltjes, noten en brood in de
hokken, zoodat de mandjes, die twee jonge
oppassers II. M. nadroegen, spoedig leeg wa
ren.
Toen de Koningin in de verte haar lieve
lingen, de ponneys zag, liep zij er gauw heen.
den omtrek opnam. Toen verdween liet hoofd
en een man in de kleeding van een boscli-
arbeider of boer kwam te voorschijn, en over
zag nog eenmaal niet snellen blik het terrein.
Alles seheen veilig. Met eenige vlugge spron
gen bad hy de plaats, waar de doode bok
lag, bereikt, hem bij du pooten gepakt, met
eene geinakkelijlieid, die eene buitengewone
lichaamskracht verried, over de schouders ge
worpen en was, nog oer de jager van zijne
verbazing bekomen was, weer in het woud
verdwenen.
De jonge man uitte eene verwenscliing.
Zijn toorn niet meer meester, verliet hij ijlings
zijne schuilplaats en spoedde zielrden weide
grond over in de richting, die de wilddief
had ingeslagen. Boven zich hoorde hij het
in de struiken ritselen en kraken, eenige.
steenen rolden tot hem neder, toen hij de
helling bereikte van den tegenoverliggende
berg, die met pijnboomen begroeid, tamelijk
steil opliep. Daarheen was dus de vermetele
gevlucht, daarheen moest hij hem volgen.
De jager zette den liaan van zijn geweer in
rust, hing het over zijn rug en begon met
inspanning aller krachten de helling te be
klimmen. Als de wilddief ziuhzelven redden
i/Och wat een snoesjes, m«!" riep ze, terwijl
zij de manen der paardjes glad streek.
Miss, hebt u nog brood?"
En miss Winter kwam met 't, mandje vlak
voor dc tralie.s van h:t hok; toen één der
ponneys liet gebak rook, hapte het dier er
terstond naar, tot groot vermaak van Konin
gin Wilhrlmina, die lachend uitriep»Mn,
wat een manieren!"
Heel lang bleef zij bij haar ponneys en
tot afscheid kregen al de dieren een aai van
het kleine handje, en een klontje.
Toen hepen Ff. H. M. M. vluchtig hot,
Aquarium door, waarop zij den directeur bi
dankten voor zijn geleide. Dc Koningin
reed daarop inet miss Winter en freule V.
d. Poll. in het rijtuig h la Daumont bespan
nen, terug naar het Paleis, terwijl de Re
gentes met een hofdame in een ander rijtuig
plaa's nam en met, haar gevolg naar het Bur
geroekenhais aan de Linnaeusstraat reed.
Het bestuur der stichting ontving H. M
in de eenvoudig door de firma's Jansen
Corona versierde vestibule.
Daarop geleidde de directrice II. M. rond
door de uitstekend ingorichie model—verple
ging. Eerst bezichtigde zij de operatie-ka
mer en de vrije ziekenkamers, de kamers der
pleegzusters, haar eet- en zitkamer en ver
volgens de mannen-afdeeling. Op de helder
witte bedden lagen hier de zieken naast el
kander, onbewergelijk stil, de handen ge
vouwen op het dek, de ongeil half gesloten.
Maar zoodra dc Regentes in de zalen ver
scheen, kleurde een blos van geestdrift die
bleeke, magere gezichten, kwam er vuur in
die anders zoo doffe oogen, aan ieder bed
wilde, dan moest hij den reebok opgeven,
want zijn vervolger was behendig en vlug
ter been.
De vluchteling had bemerkt, dat iemand
hem achtervolgde; men hoorde, hoe hij zonder
voorzichtigheidsmaatregelen te nemen tegen
den berg opklauterde. Snelleren vaker rolden
de steenen neder op den vervolger, die, het
gevaar niet achtend, dat hem daardoor be
dreigde, zich voortspoedde. Hij wilde en
moest den niisdadigrr inhalen, Pluto, door
denzoll'den ijver bezield als zijn meester, liep
blaffend vooruit.
Daar kwatn in groote sprongen een steen
naar beneden. De jager bemerkte hem eerst,
toen hij dicht voor hem in zijn verpletteren
den val een jongen denneboom als een ver
dorden grashalm verbrak. Het gelukte hem
nog door een vluggen zijsprong do volle
zwaarte van den rotsblok, die hetn ongetwij
feld naar beneden zou geslingerd hebben te
ontwijken, maar de steen trof toch zijn voet
nog zoo hard, dat hij met een pijnlijken kreet
in elkaar zakte.
In het volgende oogenblik richtte zieh de
jager, tandenknarsend van wraaklust, op beid0
knieën op, nam z;jn geweer van den schou3fr
stond H. M. een oogenblik stil, voor iederett
zieke had zij een troostend wooïd en een
klein bouqnetje. Bevend van aandoening
prevelden dan die Zwakke verpleegden een
dank, en sommigen richtten zich op, otn hnU
Koningin na te zien, zoo ver zij konden.
Ook een officier van het Indische leger
lag er ziek en in 't bijzonder sprak H. M,
den militair aan, hem moed insprekend voor
de toekomst.
Treffend was, zoo lief al» ie Koningin-
Regentes zich onderhield met de kleine zie
ken op de Vinderzaal. Die aardige, ventjes,
die aantrekkelijke meisjes leefden geheel op,
wanneer de Koningin zoo vriendelijk met hen
sprak, en een mooi blond keïe.ltjc ïiep H. M.
terug om haar te bedanken voor de bloemen
Het jongentje stak de Regentes heel vrij
moedig zijn handje toe en de Regentes druk
te het hartelijk.
Ook de vrouuen-afdeehng wandelde II. M.
door en loon de mand met bloemen leeg
was, die een hofdame voor haar droeg, liet
de Regentes den mooien bouquet plunderen,
haar by den ingang geboden, om zoo geen
der zieken teleur te stellen.
De verpleegsters in hnn eenvoudige ka
toenen japonnen, met hooge schorten voor,
stonden alle voor de bedden harer afdeeling
en H. M. sprak de meesten dezer dames aan
om haar belanstelling te toonen in het lot
der kranken.
Een recht gevoelige beleefdheid had het
bestuur II. M. bewezen door in alle zalen
li poljo lelietjes van dalen te doe;i plaat
sen, in een rood-wit-en-blanwo cache pot.
Xadat de Regentes ook nog het consul-
en vuurde het af in dc richting, waarin hy
den vluchteling vermoedde. Tweemaal weer
klonk de echo van het schoteen bonend
gelach was het antwoord. Kogel en hagel
hadden hun doel gemist; de jager liet het
geweer op den grond vallen, sloeg zijne han
den in het korte gras, dat tusschen de stee-
n. u groeide, en steunde van pyn en mach-
tclooze woede. Zoo lag hij een geruimen
tijd. In het woud begon het intussehen le
vendig te worden. Op de Rimla-hoogte, dan
heuvelrug waarover de dief ontkomen was,
weerklonk het geluid van stemmen en vreo-
lijk gezang. Daarboven stonden de hutten
der houthakkers, die jaar in jaar uit in liet
boscli hun handwerk verrichtten, eu nu in
dit dan in dat gedeelte van Je landstreek in
korten tijd hunne half onderaardsche woningen
opsloegen. Lichte rookwolken zweefden over
de toppen der hoornen eu kondigden aan dat
de mannen bezig waren hun eenvoudig ont
bijt te bcreideu.
De jonge man stond op, nam den loop van
het geweer in den hapd en liet zich meer
afglijden naar het dal dan dat hij Jicp. Be
neden gekomen, trok hij zijne zware laars uit
en dompelde de» gekwetsten voel iiï 1» t ijs