Binnenland. Hoofd der Republiek, doch dit is den tegenstanders der republiek, zoowel ter rechter- als ter linkerzijde volkomen onverschillig, het doel is enkel om de ver warring door deze beweging nog te vermeerderen en ook nog eeue presidents-crisis uit te lokken. Wordt het doel bereikt, waaraan eehter zeer weinig waarde wordt gehecht, dan zou in het voorjaar de republiek verjongd en gezuiverd van alle verkeerde elementen herrijzen en open staan voor allen, die eene meerderheid voor de republiek willen vestigen door enne vereeniging van de gematigde republikeinen met die leden der rechterzijde, die de republiek wil len erkennen. Ondanks die mooie noorden en voorstellingen vindt de poging oin Carnot's goeden naam aan te tasten, strenge afkeuring in de republiekeinsche pers. Met dat alles is het wenschelijk, de Panama-zaak zoo spoedig mogelijk te beëindigen. If. M. de Koningin bevond zich Zondagnamiddag tusschen 2 en 3 uur wederom op schaatsen op het ijs van het gereserveerd terrein achlcr het Huis ten Bosch, alwaar ook onderscheidene dames en hecren der hofhouding, ook hunne kinderen, reden. De Koningin maakte 1111 en dan aan de hand van de Regentes, die in een lichte ijsslede was gezeten, een tochtje langs de liaan. De wandelpailen langs en de brug tegenover den vijver waren bezaaid met toeschouwers. Begaan met het lot der kleine landbouwers, wier toestand bijna onhoudbaar is en voor wie in de toekomst bittere armoede voor de deur staat, benoemde de afdreling Culemborg van de „Geldersche Over- ijselsche Maatschappij van Landbouw" eene commissie om te overwegen, welke pogingen kunnen worden aangewend oin „iets man dien toestand te verbeteren of te veranderen'', en daarover rapport uit te bren- gen. Deze commissie overwoog, dat de zoogenaamde huurboer in deze bewogen tijden als de steunpilaar der maatschappij moet beschouwd worden en daarom in zijn bedrijf, zoo niet bescherming, dan toch zeker ontheffing van lasten verdiende te hebben, om in staat te blijven land te pachten. De hooge pachten der laatste jaren, de deels slechte oogsten, de grootc onkosten en vooral de zeer lage prijzen van verschillende producten en vee zijn oor zaak, dat het landbouwbedrijf niet meer winstgevend is, doch jaarlijks financieele offers vordert, en niet meer als een middel van bestaan kan worden aange merkt. Vooral werkt ook nog nadeelig op dezen toestand het z. g. voorschottenstelsel bij de bietencultuur en het betalen der groote onkosten bij de jaarlijksehe publieke verpachtingen. Verder doet de commissie uitkomen, dat bet voor schot der bicten in den winter tot bedrijfskapitaal dient, waarvan alles moet worden aangeschaft, zoodat in den oogastijd weinig meer daarvan te vinden is en de pacht nog betaald moet worden. Voor dc on kosten van verhuizing moet dan raad geschaft wor- te vertrekken. „Gij gaat ons reeds verlaten Waarom haast gij u zoo „Ik moet vóór het vertrek van de post nog een dringenden brief schrijven.» „Dat spijt me. Ik hoop, dat we elkaar spoedig weerzien. Ik zou liefst geen oogenblik verliezen, en zoo spoedig mogelijk met tcekenen beginnen." „U heeft slechts te bevelen." „Als bet u dan goed is, kunnen we reeds morgei er mede aanvangen." Eerst nadat Koert vertrokken was, gevoelde de graaf zich weder op zijn gemak an zocht opnieuw met zijne vooruame familie en het hooge gezelschap dat bij de vorstin v. Raudcnberg aan huis kwam, te schitteren. De gezantschapssecretaris zocht door zijne geestigheid indruk te maken en sprak van zijne voor uitzichten, terwijl de oude kapitein door zijne militaire houding en de bekrompen kamerheer door opsomming zijner overwinningen in wedrennen zooveel mogelijk indruk zochten te maken op de bezitster van railli- oencn. Eindelijk namen de heeren afscheid, het laatst de graaf met een bezwaard hart en ontstemd over de onverwachte concurrentie, naijverig op Koert en vooral boos over de valschheid van den met hein bevrienden gezantschapssecretaris, wien hij over zijne handelwijze rekenschap afvroeg, toen hij hem aan de table d'hote weder ontmoette. fWerdt vervolgd) den, hetzij door verpanden van hun goed of door verkoopen van koren en vee, dat dan voor weinig moet wordiei van de hand gezet. Na bovenstaande overwegingen kwam de afdeeling, overtuigd, dat er iets moet gedaan worden om de kleine landbouwer» te helpen, tot de conclusie zich bij gemotiveerd schrijven tot dc landeigenaren te wen den en dezen te verzoeken voorlaan de onkosten lij verpachtingen voor kunne rekening te vemen en niet meer dan de hnursom aan de pachters in rekening te brengen. Sedert geruiinfn tijd viel de Haagsche schouw burg niet een koninklijk bezoek ten deel. De laatste maal, dat de hoffuge door een lid onzer vorstelijke familie bezet werd, was, toon koning Willem 111, vóór zijn vertrek naar het Loo, van waar hij niet weder keerde, nog wel eens een voorstelling van het „Ned. Tooneel" niet zijn gemalin bijwoonde. Een lange reeks van jaren ligt tusschen het laatste vorstelijk bezoek aan de krnuschc opera en heden. Met veel genoegen vernam men dat, H. M. de Koningin-Regentes, na een iangdurigen rouw, in het begin vau dit jaar wederom op publieke vermakelijk heden zou verschijuen, eu het eerste bezoek gold Za terdagavond de Iransche Opera. In geen jaren was de zaal zoo ichittrrelld gegarneerd als heden avond bij de opvoering van Lohengrin. Niet door eene uit wendige decoratie alleen de vestibule tegenover den houldingang was in de hoeken met groen getooid, doch door de dames in groot en rijk toilet op dc eerste rangen, waarvan de rijen oen prnchtigen aan blik oplcvcrdeu tegen den achtergrond vau deftig go- kleede heeren. De zaal was eivol. Zooals was aangekondigd, nam 11. M. eerst na afloop vau het eerste bedrijf in de ilofloge op den vergul den zetel, door een koningskroon gedekt, plaats. Dc ledig gebleven plaats naast H. M. is bestemd voor onze Koningin, hare dochter. Aan de deur, die iu de Schouw burgstraat naar dc kouingsloge leidt, werd H. M. ontvangen door den directeur van den schouw burg, den heer Mertens. Aan beide zijden van de trap was «en allee van palmen en laurieren gerang schikt, eu in het salon achter de koninklijke loge waren mede versieringen van groen aangebracht. Op de tafel lag een bloemruiker, saamgesteld uit seringen, orchideëen, violen eu andere kostbare bloe men voor H. M., die zij echter niet naar de loge irn. De regentes heeft de rouwklecderen nog niet af gelegd, zoodat zij eeu geheel zwart toilet droeg. Bij het binnentreden der Koningin stond het pu bliek overal in de zaal op en even, nadat II. M. was gezeten, evenwel te laat om het gawenschte effect van verwelkoming te maken, liet het orkest het Wilhel mus hooren. Gedurende de uitvoering van dit nationale lied, waarbij de directeur Merteus met het gelaat naar de hooge bezoekster stond gekeerd, was de Koningin van haar zetel gerezen. Onmiddellijk daarna weer klonk de ouverture van het tweed» bedrijf. In het gevolg van II. M. werdan opgemerktde adjudant jhr. De Ranitz, de kamerheer jlir. Iloeufft, de ordonnance-officier, graaf Dumonceau, de groot meesteres baronesse van Hardonbroek eu de hofdame freule Kcngers. Behalve deze dames en heeren van den dienst, wat de loge voor het gevolg mede bezet door tal van leden van het Militaire Huis. De diplomaten-loge, recht tegenover het tooneel, was mede geheel gevuld, vooral door de dames van de leden der vreemde gezant schappen, allen in prachtige avondkleedij, met ver sierselen, fonkelende van diamanten, in het kapsel. Na het tweede bedrijf ontbood H. M. baronesse van Hardenbroek in haar loge, die gedurende het ver dere gedeelte der voorstelling naast H M. bleef plaat s nemen. Ten kwart voor elf uur, midden in de derde akte, bij het idyllische duo tusschen Elga eu Lohen grin, verliet H. M. de voorstelling, bij liet heengaan een buiging makend voor het publiek, dat zich we derom van zijn plaats verhiel'. Buiten bewees de militaire wacht bij het komen en het vertrek der vorstin de gebruikelijke eer. BRISK EA8, 20 Jainari 18»*. Vrijdagavond had in de bovenlokalen van de openbare School, alhier eene uitvoering plaats door de Kinder-Zangvereeniging, onder leiding van de heer A. F. Wisse. Er was een talrijk publiek aanwezig, dat de tan gehoore gebrachte stukjes met aandacht volgde en luide toejuiehte. Tusschen de pauze en na de uit- votring werd den kinderen eaue hartversterking ge schonken. - Op de Weslersclielde voor de haven van Ter Neuzen begint veel il rij lijs te komen. De provinci al booten op genoemd veer doen steeds dienst, al wordt de vaart eonigszins belemmerd. Men schrijft uit Biervliet aan de .1/. 67. Geene gemeente in ons gehcelc gewest is ongeluk kiger in hare ondernemingen dan do onze. Oin die bewering te staven, zullen wij ons tot het jongste twaalftal jaren bepalen. lil 1881 o. a. moest er eene benoeming plaats heb ben van burgemeester, wijl de beer Bckaar, die ook te I.Jzendijke, Hoofdplaat eu Waterlandkcrkjc die waar digheid bekleed had, wegens hoogeu leeftijd niet lan ger in aanmerking wenschte te komen. Het bestuur van atcrlandkerkje verzocht der re— geering den heer Bekaar Jr. tot burgemeester; uit Hoofdplaat gingen roepstemmen op tot de regeering met aanwijzing van den heer Van Sloten als burge meester en te Biervliet gaf men als zijn verlangen te kennen, dat men gaarne ecu burgervader, onverschillig wien ook, in zijn midden wilde zien. Alleen Biervliet werd teleurgesteld. Biervliet bleef gekoppeld aan IJ- zendijke. Een paar jaren later moest er uitvoering gegeven worden aan de schoolwet van '78. Beide schoolge bouwen waren totaal afgekeurd. Meer dan 40.000 gulden eischten de nieuwe schoolgebouwen cn de goede bedoelingen van ons bestuur, dat zooveel mogelijk met den bouw ingezetenen wilde bevoordcelen, leden andermaal schipbreuk. Tal van moeilijk lieden cn gel delijke verliezen waren de gevolgen. Toen het plan eener nieuwe bedijking in den Brak man tot uitvoering zou moeten kamen, trachtte men daarbij de aansluiting met het Belgische stoenwegnet te bewerkstelligen. Een geldelijk offer van ti h 7 duizend gulden wilde bet gemeentebestuur daarvoor beschikbaar stellen, en het geheele steeiiwegplan dreigt in duigen te vallen als de meerderheid der ingelanden van den C'larupoldor niet eeniga meerdere inschikke lijkheid betoont. Sedert 1 Sept. jl, is de betrekking van hoofd der school vacant. Deze kwestie is nug van te reeenten datum om daarover veel uit te weiden. Bovendien is zij hangende en acht ik het beter,»ook tegenover de daarbij betrok ken sollicitanten, te zwijgen. Naar men zegt zal er weldra eeu vergelijkend examen plaats hebben. Sluis. Dinsdagavond werd de jiiarlijksuhe algemceno vergadering van het muziekgezelschap „Apollo" in het gewone lokaal gehouden, waarbij aanwezig waren 44 leden. De rekening en verantwoording over het afgeloopen dienstjaar werd goedgekeurd in ontvang op f 287.28, in uitgaaf op 1 278.7D5 alzoo sluitende met een batig saldo van f 8.48' Vervolgens werd de begroot ing voor het loopende dienstjaar vastgesteld in ontvang en uitgaaf opl'25U.9g». Daarna werd overgegaan tot de verkieziag van een bestuur» lid in plaat» van Dhr. J. J. Versluijs, die het vorig jaar de betrekking voor 1 jaar had aange nomen. Uit gebracht werden 44 «temmen. Hiervan ver kregen de heeren J. J. Versluijs 39. en J. N. Metz 1 stem, 2 briefjes waren in blanco, en 2 van on waarde, zoodat da heer Versluijs tot bestuurslid i» herkozen, die zich de benoeming liet welgevallen. Ten alotte werd het bestuur opgedragen een con cent zamen ie stellen van «enige artikelen in het reglement, hetwelk de volgende vergadering in behan deling zal woiden genomen. De voorzitter dankte dc aanwezige leden voor hunne trouwe opkomst en sloot de vergadering Omtrent de ontdekking der daders van den moord te Waterland-Oudeman door de justitie vau Gent, meldt men: Om de daders tc vindon had men niet minder dan 32 mannen, die allen fluweslen broeken cn met spij kers beslagen schoenen droegen, gevangen genomen» daar de meid van den burgemeester, wiens knecht vermoord is, verklaard had, dat de dieven dergelijke kleedingstukken droegen. Al deze Heden werden door den rechter van instructie te Benhille gehoord, en moesten, in tegenwoordigheid van den bestolene en zijn meid, de door den dief en moordenaar in den bewusten nacht ges proken woorden herhalen. De meid meandc gedurende dat onderzoek de stem van een der gevangenen te herkennen. Het gevolg van dit on derzoek was dat een huiszoeking werd gedaan bij zekeren Martens, wonende aan den Landsdijk (Graeve Jansdijk) gemeente Basscvelde in België. Er werd echtar niets verdachts gevonden. Maar een zeer on schuldig voorw erp zou hier toch den dader aanwijzen. Op de hofstede van den burgemeester was naraeljjk gevonden een lederen broekriem, die waarschijnlijk door den dader tjjdens de worsteling met den ver-

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 2