voor ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 2;3. Zaterdag* 5 Maart (892. le jaargang*.
Postkantoor Breskens.
FEUILLETON.
23 De holle hoorn
A B f) N N K M B N T S P R IJ S
Tor o maanden 18 ets; franco per post -15 ets.
Abonnementen «orden aangenomen bij Boekhan
delaren, Brievengaarders en bij de Agenten A. J.
Corxelis, te Breskens, J. Tak Jr. te Schoondijke.
A D V F, li T K X T K P R M S
Van 1 tot en met 4 regels 25 ets.; elke regel
meer 5 ets. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend. Advertentiën worden ingewacht
tot Vrijdagnamiddag 3 uur bij den Uitgever.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Groede.
Opgaaf van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden over de le belli der maand Februari,
18!»2.
Van het hulpkantoor Groede
aan L de Kramer te Millwaukee.
Van bet hulpkantoor Nieuirrtiet
aan M. de Smit te New-York.
Van het hulpkantoor SchouHilijkn
aan de Wed. J. Menk te New-Y'ork.
aan IV Bniggeman
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Aan het postkantoor Bretketn en de, daaron
der ressorteerende, hulpkantoren werd geduren
de de maand Februari ingelegd 2790.09; te
rugbetaald f 485.12.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boek
je draagt het nummer 1341.
POUTILIi OVERZICHT,
Bij liet feestmaal van de Provinciale Staten
van Brandenburg heeft Keizer Wilhelm weer op
zijn eigenaardige wijze het woord gevoerd. Uit
gaande. van de gewoonte, die er bestaat om alle
Regeeringsdaden te beoordeel™ en te bedillen,
stelde hij de vraag of 't niet beter zou zijn, dat
zij, die liet «iet de tegenwoordige toestanden niet
eens zijn, maar eenvoudig heengingen. Dan
waren zij geholpen en der Regeering was een
groote dienst bewezen.
„Tot groote dingen zijn wij nog bestemd", zoo
vervolgde de keizer na aangespoord te hebben
tot vertrouwen op God, „en heerlijke dagen voer
ik u nog tegemoet."
Die nil niet willen, kunnen heengaan en zij,
die blijven mogen dan alle daden der Regeering
goedkeuren.
Sommige bladen hebben over het gesproken
voord des Keizers hun oordeel geveld. Men
NOVELLE VAN
A. PALM.
(S i, o t).
„Ik wil u vergeven," zeide hij, „en moge
Gods barmhartigheid uw leven sparenmaar
onder mijne oogen zult gij niet meer leven. Gij
zijt de zoon van mijn broederdoch gij hebt
het leven verstoord van het meisje, dat mij eene
dierbare, nalatenschap was, waarvan ik voor Gods
Techterstocl rekenschap zal moeten afleggen. Leef
en genees, maar verdwijn dan uit mijne oogen.
Mocht gij u in uw verder leven beter gedragen
en door oen oprecht berouw Gods genade voor
uwe zond.en verwerven 1 Mijn testament zal ik
niet veranderen het geld, dat ik eenmaal voor
u bestemd heb, zult gij ontvangen, wanneer mij
ne oogen gesloten zullen zijn en God lccre mij
vergeten, wat gij mij en de mijnen aangedaan
hebt"
Robert stierf dien kerstnacht niet.
herinnert aan art. 27 van de Grondwet, dat
aan iederen Pruis het recht geeft in woord,
schrift, druk en "beeld zijn gevoelen te kennen
te geven.
Werd aan de Keizerlijke uitnoodiging aan de
lieden om maar heen te gaan, w anneer 't hun
in Duitschland niet bevalt, gehoor gegeven, dan
zou de allerkleinste helft de.r burgerij blijven,
want de groote meerderheid is misnoegd. En
aangezien, zoo merkt een ander blad op, de ge
zindheid der Regeering in den loop der laatste
tijden zoo dikw ijls is veranderd, zou er ten slot
te niemand in 't land blijven, dan de lui, die
er geen eigen meening op nahouden.
Het Bert. 1)U. berekent, dat wanneer volgens
den uitgedrukten wensch des Keizers, alle kie
zers die in de laatste jaren tegen de Regeering
stemden, met vrouwen en kinderen het land
verlaten, ongeveer 25 uiilliocn inwoners Duitsch
land zouden verlaten.
In de hoofdstad Berlijn, hebben oproerige be
wegingen plaats gehad van tamelijk ernstig™
aard.
Bij liet uiteengaan van een arbeiders-verga
dering, kwam het herhaaldelijk tot botsingen met
de politie, daar de menigte zich niet spoedig
genoeg verspreidde.
Troepjes werkeloozen verzamelden zich en maak
ten zich schuldig aan vernielen en leegplunde
ren van slagers- en bakkerswinkels. Ook een
goedkoope bazar en enkele tapperijen moesten
het ontgelden. Met de blanke sabel joeg een
sterke politiemacht den troep uiteen.
Een sociaul-dcuiocratisch blad heeft een op
roeping gedaan aan de Berlijnsehe werklieden,
en in Y bijzonder aan zijn partijgenooten om
zich van ruuioerniakerij en vernieling van een
anders eigendommen te onthouden, daar dit
geen middelen zijn, om aan den algemeen heer-
schenden nood een einde te maken.
Niet alleen echter in Duitschland, ook in
Hongarije zijn vee.1 ontevredenen. Zij zelfs, die
Mijnheer YVerneck en zijne dochter keerden
na de noodige besprekingen met Arno Von
Palilen naar Allenhof terug. De gasten had
den hem weliswaar vermist, maar ik had zoo
goed mogelijk hunne afwezigheid verontschul
digd en de gebeurtenissen van dezen nacht wer
den eerst later hekend.
VII.
Terwijl op Kerstmorgen de klokken luidden,
verscheen tot algemeeue verbazing Arno Von
Pahlen op het landgoed. Iedereen kende er de
vijandschap, die er bestond tusschen hem en
den landheer, hoewel de oorzaak minder be
kend wasmaar aller harten jubelden op het
zien van den jongen, in den geheelen omtrek
zoo zeer beminden man. Irmgard scheen in
den laatsten nacht weder jaren jonger geworden
te zijn.
YVelk eene welkomst werd den nieuwen gast
bereid Toen ik hem naast Irmgard zag staan,
geloofde ik nooit schooner paar gezien te heb
ben.
Geen wonder, dat zij hem bemindemaar
wel verwonderde het mij, dat op hem ooit de
minste schaduw van verdenking, had kunnen
vrienden zijn van 't Ministerie, heffen klaaglie
deren aan. Men ziet in, dat de nieuwe regce-
ringspartij volstrekt geen waarborg levert voor
een geregelden loop der Staatkundige moeilijk
heden.
En ook de bladen der oppositie-partij verwij
ten den Minister-president, dat hij zijn plicht
heeft verzaakt, door na te laten de aandacht
der Kroon tc vestigen op de uitkomst der jong
ste verkiezing™, die een geheel nieuwe stroo
ming van meeningen had aangewezen.
In Engeland dreigt w eer een groote werksta
king onder de mijnwerkers. Daar de steenko-
lenprijs steeds daalt, zullen ook de loonen ver
minderen. Tengevolge daarvan znllen de mijn
werkers ten getale van 200.000 den arbeid sta
ken. In de kolendistricten van het Noorden
en 't Midden van Engeland, van Schotland en
Noordelijk YVales willen de mijnwerkers acht
dagen lang den arbeid staken, in de hoop, dat
door een kunstinatigen kolennood de prijzen
weer stijgen zullen.
Op een bijeenkomst van de mijnwerkers van
Yorksohire, Noordelijk Wales enz. werd ook be
slist, dat zij in de aangekondigde loonsverlaging
van Vit °/o geen genoegen nemen. Waarschijn
lijk zal hun getal met de anderen samen geno
men 300.000 man bedragen.
Niet zonder zorg zien de kolenhandelaars dit
alles aan. De Londensche gasmaatschappijen,
die hun kolen-voorraad uit Durham trekken en
w el drie a vier millioenen tonnen jaarlijks, zul
len van dit besluit ernstige gevolgen ondervin
den.
In de groote steden wekken de groote scha
ren w erkeloozen medelijden op. In Weenen b.v.
worden brooduitdeelingen gehouden ten behoe
ve der arbeiders, die geen werk en dus geen
brood hebben. In een der koffiehuizen werden
twintig duizend hrooden uitgedeeld. Trouwen
met zuigelingen op den arm, die drie uren had
den gewacht, moesten onverrichterzake terugkee-
vallen.
Yoor mij is deze kerstdag de schoonste her
innering uit mijn leven, en wanneer ik aan hem
denk, dan klopt mijn hart sneller van de rein
ste vreugde.
Nadat het vroolijke feestmaal geëindigd was,
en de gasten zich verwijderd of ter ruste bege
ven hadden, riep mijnheer YVerneck Arno en zijne
dochter tot zich.
„Ga met mij mede, Bertha," zeide Irmgard
„gij hebt mijn verdriet gedeeld, nu moet gij ook
deel nemen aan mijne vreugde."
Ik vergezelde haar en mijnheer Werneck glim
lachte, toen hij mij zag.
„Lieve Bertha," zeide hij, „wees gij mij eene
dochter, wanneer ik de mijne verlies."
Maar Irmgard wierp zich aan zijn hals.
„Gij zult mij niet verliezen, papa," riep zij
uit.
„Ik zal Allenhof niet verlaten.
„Luister eens zeide de landheer haar. „Dit
is de vijfentwintigste, eigenlijk reeds de zesen
twintigste December, en wilt gij eigenares van
Allenhof blijven, dan moet gij nog voor den ze
venden Januari huwen."
Daarop wendde hij zich tot Arno en zeide