voor ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 15.
Zaterdag 9 Januari 1892.
1' jaargang.
NIEUWSBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden 10 ets; franco per post 45 ets.
Abonnementen worden aangenomen bij Boekhan
delaren, Brievengaarders en bij de Agenten A. J.
Coknki.is, te Breskens, J. Tak Jr. te Schoondijke.
A1) V E R T E N T IE P R IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 ets.; elke regel
meer 5 ets. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend. Advertentiën worden ingewacht
tot Vrijdagnamiddag :J uur bij den Uitgever.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Gronde.
POLITIEK OVERZICHT.
De beer Carnot, president der Fransc.be Re
publiek, gaf in antwoord op de toespraak van
den Pauselijken nuntius, die hem geluk wenscb-
te bij de intrede van 1892, te kennen, dat dit
jaar een vruchtbaar jaar belooft te wezen, wijl
de Regeeringen zich nu zullen kunnen wijden
aan liet behartigen van de belangen van han
del en nijverheid. De Republiek toch, is, vol
gens zijn zeggen, vast besloten, een staatkunde
van vrede te volgen.
Ook Koning Umberto van Italië gaf bij een
dergelijke gelegenheid te kennen, dat de staat
kundige toestand van Europa alle reden geeft
om te veronderstellen, dat de vreedzame arbeid
der Regeering met kalmte zal kunnen worden
volbracht. Hij had de grootste verwachtingen
van de uitkomsten der nieuwe handelsverdragen.
En niettegenstaande al die betuigingen van
vrede, wordt sedert maanden aan de fabrieken
van Krtipp dag en nacht gewerkt aan de nieu
we kannonnen voor liet Duitsche en Oostenrijk-
sche leger. Dagelijks hebben te Keulen proef
nemingen met het nieuwe kanon plaats.
Do Franscbe Minister van Eeredienst heelt
den Bisschop van Carcassonne een gedeelte van
diens traetement ingehouden voor den tijd, dat
deze kerkvorst zonder de bij de wet gevorder
de toestemming der Regeering gevraagd te heb
ben, zich uit zijn diocesse heeft verwijderd en
aan den pelgrimstocht naar Rome heeft deelge
nomen.
Zwijgend onderging de Bisschop zijne straf
niet, want hij moet scherp geantwoord hebben,
dat hij altijd meer op eer dan op geld gesteld
is geweest.
Bij gelegenheid van de receptie aan 't Belgi-
herinnerde Leopold II aan de goede
ten van den overleden Prins Baude-
elde in 't licht hoe België van de op-
FEUILLETON.
Ie lwlle hoont
NOVELLE VAN
A. PALM.
tgeen ik zooal gehoord had, kon ik nog
list gevolg trekken en verwachte nu
ining de komst van Robert. De eerste
dien ik van hem kreeg, sprak te zijnen
Hij had eene slanke gestalte, eenc vlug-
dng en een aangenaam uiterlijk. Voor
hij spoedig zeer hartelijk,
gevoel mij als een gelukkige schoolknaap,
s met de vacantic overkomt, oom," zei-
„Wat hebt gij hier toch eene schoone
'g'"
rust echter eene schaduw op, Robert, die
voormurend mijn leven verduistert," hernam de
landheer.
Het gelaat van den jongen man nam eene ern
stige uitdrukking aan.
.Arme Valeska, riep hij weemoedig uit „Wat
was het toch verschrikkelijkEn hebt gij nog
geene enkele aanduiding, oom?"
richting des Rijks af zich zelf heeft kunnen re-
geeren zonder ooit de tusschenkomst van ande
re Mogendheden te hebben uitgelokt. Dit had
het te danken aan zijne goede grondwet.
Toch moest de Koning erkennen, dat een uit
breiding van het kiesrecht dringend noodig is.
Ook aan andere staatkundige hervormingen en
oeconomische belangen moest de aandacht wor
den gewijd.
Senator Graaf Terraris, de Italiaanschc Mi
nister van Minister van Justitie, tevens groot
zegelbewaarder, is ontslagen en vervangen door
den President-Minister Di Rudini.
Toch schijnt dit heengaan in vrede te geschie
den, want eerstgenoemde is reeds voorgedragen
als Minister van Staat.
Naar luid der berichten heeft Z. II. Leo
XIII de leiders der Katholieke partijen in Duitsch
land, Oostenrijk en België naar Rome ontbo
den om met hen te beraadslagen over het in
't leven roepen eener beweging door geheel Eu
ropa ten gunste van het herstel der wereldlij
ke macht van den Paus.
De Russische Czar schijnt maar niet te wil
len weten dat er hongersnood in zijn uitgestrtkt
rijk heerscht en dat de ellende verbazend groot
is. Hij heeft zelfs aan de officieren zijner gar
de niet willen toestaan een gedeelte van hun
traetement voor de noodlijdenden af te zonderen.
De treurige toestand mag volgens den Keizer
slechts heeten „gedeeltelijke mislukking van den
oogst" en de woorden „hongersnood" en „hon
ger" mogen voortaan in de bladen niet meer
gebezigd worden.
De levensmiddelen, die uit andere provin
ciën w orden opgezonden, worden op groote schaal
vervalscht. Het ziet er dus voor de onderda
nen al zeer donker uit.
In het kasteel van den Onder-Koning van
Ierland had dezer dagen een met moedwil ver
oorzaakte ontploffing plaats, waarvan de stoffen -
„O, ik weet, wie het deed," hernam de land
heer. „Maar spreek er niet meer over, Robert;
het is mij onverdragelijk er steeds aan herinnerd
te worden." -
NI ij scheen het toe, dat de jonge man al te
geneigd was om te gehoorzamen.
Wij brachten den eersten avond na zijne aan
komst zoo aangenaam mogelijk door. Den vol
genden morgen, terwijl de jonge officier Irmgard
bij het teekenen gadesloeg, zeide hij plotseling:
„Als gij er niets tegen hebt, nicht zou ik gaar
ne het graf van Valeska eens bezoeken. Hebt
gij en juffrouw Halm lust mede te gaan?"
„Ja, ik ben er toe bereid," hernam zij ern-
stig.
Wij gingen. De weg door het bosch was zeer
aangenaam. De zon was warm, honderden vo
gels zongen en kweelden tusschen de takken, en
het tapijt van wilde bloemen onder onze voeten
schitterde in volle pracht. Gedurende den ge-
heelen weg onderhield Robert zicb met Irmgard
over Valeska. Eenmaal bleef hij onder een groo-
ten boom staan.
„Zeg eens, nicht," sprak hij, „houdt oom Ar
no von Pahlen verdacht?"
„Hij beschuldigt hem op de onrechtvaardig
ste wijze," hernam zij, „en daarom heeft hij al-
schietkatoen - opgehoopt waren in een kelder.
Naar men vermoedt is het doel geweest dc zaal,
waarin de Raad van Ierland zitting houdt in
de lucht te doen vliegen, op 't oogenblik waar
in de Raad zou bijeenkomen.
M el werd een boven den kelder gelegen bu
reau vernield, maar daar allen afwezig waren, is
niemand gewond. Een streng onderzoek is inge
steld.
In Spanje heeft de Koningin-Regentes het
nieuwe tol tarief onderteekend. Vooral op den
alchohol zijn de rechten aanmerkelijk verhoogd.
I)e in de Stille Zuidzee gelegen Yuleanisehe
eilanden, waarop Spanje aanspraak maakt, zijn
door Japan in bezit genomen. Van die eilan
den en van de Philippijnen zullen nu Spaan-
sche schepen vertrekken om Spanje's aanspra
ken te doen gelden.
Aangaande het beleg en ontzet der stad Sa
na in Yemen (Arabië), welk beleg van Juli tot
October duurde, worden thans eeltige bijzonder
heden medegedeeld. De belegeraars waren op
roerige Arabieren en de Turken kwamen om de
stad te ontzetten. Bijna zonder ophouden werd
de stad beschoten en een vreeselijke hongers
nood hcerschte binnen de muren. Wie een
poging waagde tot ontvluchten, werden neus en
ooren afgesneden en vervolgens zonden de be
legeraars hem spiernaakt naar de stad terug.
De aanvoerder der opstandelingen (er waren
er 40.000), Mollah Salah, wilde de Joden, ten
getale van 60.000, uitroeien of hen bekeeren
tot den Islam.
Een Turksch leger verscheen tot ontzet der
belegerden den 10 Oct. en de opstand werd be
dwongen. Daar van beide zijden geen genade
gegeven werd, was de slachting vreeselijk.
Te Santos in Brazilië heerscht de gele koorts
zeer hevig en maakt tal van slachtoffers. De
oorzaak der ziekte moet volgens bericht van den
Britschen Consul gelegen zijn in den ongezon-
le verkeer tusschen ons verbroken. Ik houd hem
voor volkomen onschuldig."
„Ik ook," zeide Robert terstond. „Ik wed
om een millioen, dat Pahlen zoo iets niet kon
doen. Maar, Irmgard, wie zou dan de schul
dige kunnen zijn
Zij hief haar schoon gelaat ten hemel.
„God weet het," hernam zij uit den grond
des harten. „In een ander leven, zoo niet in
dit, zullen wij het te weten komen."
„Jawel, jawel," bevestigde Robert met ijver.
Wij kwamen op het kleine, stille kerkhof. In
een hoek, waar het gras het dichtst groeide, was
het graf van Valeska Bruhn onder een ouden
reusachtigen cypres; een eenvoudig, wit kruis
was er op geplaatst. Robert stond aan het graf
eenige minuten in diep stilzwijgen. Zijn gelaat
was bleek van ontroering. „Arme Valeska," zei
de hij deelnemend; „met al hare schoonheid,
haar vernuft, hare beminnenswaardige eigenschap
pen, is zij toch nog ongelukkig aan haar einde
gekomen."
Wij vertoefden nog eenigen tijd, en toen wij
heengingen nam Robert van het graf eenige gras
halmen mede.
„Ik w il djt. bewaren tot een aandenken," zei
de hij.