Tiet is «ene bekende waarheid, dat de jeugd
van onzen tijd niet meer kan spelen. Het zou
mij te ver voeren, de oorzaken daarvan op te
sporen. Met het feit zelf dienen w e rekening te
houden en ook, dat de gymnastiek op de L. S.
zal kunnen dienen, om de jeugd wederom het
uenot van een vroolijk spel te leercn verschaf
ten. Daardoor wordt de onderwijzer als 't ware
de man, om haar weer goed, aangenaam en zon
der woestheid te leeren spelen. Maar daarom
ook meen ik voor de keuze der speleu, als
voor eene zaak van groot belang, nu uwe aan
dacht te mogen vragen.
Welke spelen zijn voor het beoogde doel het
meest geschikt? Ziedaar ccne vraag, die niet
zoo gemakkelijk te beantwoorden is. De spelen
bij het gymnastiekonderwijs in gebruik, zij mo
gen in de gymnastieklessen uitstekend aan het
doel beantwoorden en met opgewektheid gespeeld
worden, eene uitzondering is het, als die spelen
bij de jeugd burgerrecht verkrijgen. Ook van
dit verschijnsel kunnen we hier de oorzaken niet
■opsporen. Genoeg is het, dat van de groote
massa spelen, die in de gymnastiekschool wor
den geleerd, slechts enkele zich op de speelplaats
als de leerlingen in vrijheid zijn, vertooncn.
liet gaat er mee als met den volkszang. Hoe
lang wordt er op school al niet gezongen en
toch, hoeveel moeite men zich al getroost heeft,
de volkszang gaat weinig vooruit. De school
liedjes blijven in den regel schoolliedjes; zij
brengen het dikwerf niet verder, zij schijnen te
veel onder den invloed der schoollucht te staan.
Zal dat met de spelen, nu zij meer zullen be
oefend worden, ook blij vend het geval zijn? Nie
mand, die niet om verschillende redenen het te
gendeel wenscht, die vertrouw ik, niet gaarne
meehelpt oin de zaak op een beteren weg te
helpen.
Aan welke eischen een spel moet voldoen om
in den smaak te vallen, is niet a priori te zeg-
geu. Er zijn zoovele factoren, waarmee reke
ning gehouden moet worden. Het beste zal w el
zijn, de jeugd zelve te raadplegen. Daartoe be-
studeere men de spelen, die bij ons gebruikelijk
zijn of w aren. Vele zijn helaas in't vergeetboek
geraakt, en onder die moeten toch uitmuntende
geweest zijn, hoe is het anders te verklaren, dat
zoovele jeugdige geslachten eeuwen achter el
kaar zich daarmee kostelijk vermaakten en daar
bij aan hun lichaam de zoo noodige beweging
verschaften? Doch al zijn ze in't vergeetboek
geraakt, verloren zijn ze nog niet. In verschil
lende streken van ons land leven ze nog bij de
jeugd en het volk in de herinnering voort, ja
w orden bij tijd en wijle zelfs nog gespeeld. Kon
den al die spelen, misschien ontdaan van 't ru
we, in eere worden hersteld, dan ware er mis
schien veel gewonnen. In ieder geval, zij zou
den bij het uitdenken van nieuwe spelen koste
lijke aanwijzingen kunnen geven.
Deze gedachte heeft bij den ondergeteekende
het plan doen ontstaan, die Oud-Hollandsche
spelen aan de vergetelheid te ontrukken, een veel
omvattende arbeid, die zonder de medewerking
van velen niet. tot een goed einde is te brengen.
Daarom richt hij tot allen, die met de jeugd
en het volk in betrekking staan, het dringend
verzoek, hem bij dien ardeid behulpzaam te zijn
en in 't bijzonder noodigt hij alle gymnastiek-
En zou ik deze geheimen ooit leereu kennen?
Den volgenden morgen was het weder helder
en droog, en daar de vorst aanhield, sloeg mijn
heer TVerneck eene sledevaart voor. Toen wij
na eene tocht van een paar uren in het naaste
stadje aangekomen waren, deelde de koetsier den
landheer mede, dat wij niet langs den gewonen
weg konden terugkeeren, daar een der bruggen
hersteld werd.
//Ik moet Rauenstein langs, mijnheer," zeide
hij-
„Doe het dan, als het niet anders kan," be
val Werneck hem op strengen toonen tot mij
ne groote verbazing hulde hij zich met een ge
baar van toornige onderwerping stevig in zijn
mantel en sloot de oogen.
Nooit had ik zijn gelaat zoo somber gezien
en toen ik naar Irmgard keek, zag ik hoe bleek
zij was en hoe zij over haar geheele lichaam
beefde. Niemand van ons sprak een woord.
Wij reden zwijgend door eene schoone, schilder
achtige streek. Plotseling bemerkte ik op eene
verhevendheid een bekoorlijk gelegen, deftig ka
steel. Ik uitte een kreet van bewonderiug.
(Hordt vervolgd.)
onderwijzers, hoofden van scholen, onderwijzers
en allen, die belangstellen in de lichamelijke
ontwikkeling van de jeugd en het volk, beleefd
uit in hunne omgeving onderzoek te doen naar
de nog in gebruik zijnde of de nog niet geheel
vergeten spelen, naar de regels, w elke die spelen
beheerschen enz
Zou men dan zoo vriendelijk willen zijn hein de
resultaten van dat onderzoek mede te deelcn,dan
zou bij het gezondene, met hetgeen hij reeds
verzameld heeft, behoorlijk gerangschikt, tot een
werkje kunnen vereenigen, dat honderdvoudige
vrucht voor de jeugd en het volk zou kunnen
opleveren. Met vereende kracht ware dan iets
goeds tot stand te brengen, terw ijl de netto op
brengst kon besteed w orden voor het een of an
der doel, aan het onderwijs of de onderwijzers
niet vreemd.
Erkentelijk voor de verleende hulp, is hij ook
voornemens bij ieder spel den naam der toezen
ders te vermelden, tevens als aanwijzing van de
streek, waar het spel nog bekend of ill gebruik
is.
In de hoop, bij u denzclfden bereidwilligen
steun te vinden, als hem bij het onderzoek naar
bijzonderheden over hem bij name bekende spelen
reeds ten deel viel, teekent hij zich met de meeste
hoogachting,
Uw diensltc. dititaar,
L. D. Labbuiitk,
Gymn. Oud. a/d R. K. S. v. O.
Maastricht, Nov.
OKOEDE, 20 .November 1X91.
J.l. Dinsdag namiddag had in de consistorie
kamer der Ned Herv. kerk alhier eene verga
dering plaats van leden en begunstigers der at-
deeling „Zeeuwsch—Vlaanderen" van het »Ne-
derlandsch Bijbelgenootschap," welke werd bij
gewoond door 6 leden en 3 begunstigers.
De Voorzitter, de heer ds. C. P. van Eeghen
van Aardenburg opende de bijeenkomst met ge
bed de secretaris de heer ds. D. Errgeres van
Groede, las de notulen der vorige vergadering
voor, terw ijl de Penningmeester de heer ds. W.
II. 11. Dijkman van Breskens rekening en ver
antwoording van het afgeloopen boekjaar deed.
Tot candidaat voor ondervoorzitter van het
Hoofdbestuur, werd met algemeene stemmen be
noemd, de heer Prof. P. D. Chantepie de la
Saussaye, te Amsterdam.
Als bestuurslid werd herbenoemd de heer J.
B. Been alhier.
Als plaats voor de volgende bijeenkomst werd
aangewezen de gemeente Zuidzande, en zoo al
daar, daartoe geen gelegenheid mocht zijn, de
gemeente Sluis.
Verder werd een drietal van predikanten op
gemaakt, waaruit door het Bestuur een spreker
in die bijeenkomst, zal worden aangezocht, tot
het vervullen der spreekbeurt.
Eindelijk werd nog besloten, om, zoo moge
lijk in Oostelijk Zeeuwsch—Vlaanderen eene 011-
der-afdeeling te stichten.
De vergadering werd daarna met dankgebed
gesloten, door Ds. J. Ossewaarde, van Sluis.
Des avonds te 5 ure, had in de kerk dier
gemeente de openbare vergadering plaats, waar
bij vele belangstellenden, ook uit de omliggende
gemeenten tegenwoordig waren, en waarin als
voorganger optrad genoemden ds. Ossewaarde.
Spr. had tot tekst gekozen Hand. 8 28 en
schetste de totstandkoming, het doel en den
bloei van het Nederlandsch Bijbelgenootschap,
wees verder op de enorme kosten die dat ge
nootschap zich moest getroosten en wekte ten
slotte allen op, om zooveel mogelijk hunnen
financieëlen en moreelen steun te verleenen.
Aan de gisteren gehouden verkiezing van
3 leden in het college van Notabelen der Ned.
Herv. gem. alhier, namen 16 kiezers deel.
Daarvan verkregen de heeren J. Verhage, (af
tredend lid) 14, A. de Witte (aftr. lid) 14, A.
Leenhouts 14 en J. J. Aalbregtse 2 stemmen,
zoodat de drie eerstgenoemden zijn gekozen.
-Gisterenavond gaf de Zangvereeniging, on
der de zinspreuk 0. E. G. alhier, hare 13e open
bare uitvoering, in het logement de Drie Ko
ningen". Als een eerste bewijs van de sympa
thie, die deze vereeniging ondervindt, kan wel
de talrijke opkomst van het publiek, waaronder
verscheidenen uit omliggende gemeenten, ge
noemd worden.
Het rijk aan nummers voorziene programma,
de revue te laten passeeren, ligt niet op onzen
weg, laten wij daarvan zeggen, dat de voordrach
ten van eenige zangstukken, èn door de leden
der Zangvereeniging, èn door de leerlingen van
den Zangcursus, èn door een drietal jonge da
mes, op onberispelijke wijze werden uitgevoerd.
De directeur der vereeniging, de heer A. J.
Brakman Jz., heeft door deze uitvoering weder
eer van zijn werk. Door zijne ijverige en on
vermoeide doch niet minder moeitevolle pogin
gen, is hij er weder in geslaagd een flink pu
bliek iets goede en degelijke voor te leggen.
Het luid applaus kon niet alleen als getuige
van de voldoening van het publiek gekenmerkt
worden, maar ook zag men er een spoorslag,
eene opwekking in, om op den ingeslagen weg
voort te gaan, en zich verder te w ijden aan de
beoefening der edele toonkunst.
Bij den dank van den heer Hammaeher, voor
zitter der vereeniging, voor het genotvolle ons
verschaft, sluiten wij ons geheel aan. Wij roe
pen der vereeniging een hartelijk „tot weerziens"
toe.
Het muziekgezelschap Eendracht, maakt macht.
heeft hare leuze niet beschaamd. Die vereeni
ging, evenzeer het troetelkind van den heer
Brakman, heeft getoond, het publiek de nutti
ge en aangename zijde te laten zien van de
macht verkregen door eendracht en die door ha
re welwillende medewerking niet weinig heeft
bijgedragen om het genotvolle van dien avond
te verhoogen.
Als slotnummer van ons verslag willen we de
twee opgevoerde tooneelstukjes, hoewel niet op
volgend, noemen.
Het eerste wat we daarvan te hooren en
vooral te zien kregen was Scquah, of de won—
derdocter zoo we hem met die naam mogen be
stempelen. Aanschouwelijk werd ons, door een
viertal jonge heeren voorgesteld, hoe Sequah
met zijne patiënten handelt en waarlijk door die
opvoering konden we ons eene voorstelling ma
ken van hetgeen we vaak in de couranten over
genoemden heer lezen. De jeugdige dillettanteu
hadden eer van hun werk, terwijl het luid ap
plaus van het publiek voor hen een volkomen
bewijs was aan het genoegen van de aanwezigen
te hebben voldaan.
Joost Uilenspiegel, het 18e of laatste nummer
van het programma, bracht meermaleu de lach
spieren van 't publiek in beweging. De geheele
uitvoering echter droeg de sporen van eene nauw
keurige bestudeering der rollen niet alleen, maar
ook van juisten tact om den hoorders te boeien.
Ook hen een welgemeend «tot weerziens"!
De heer J. B. Schoo bracht ten slotte nog
hulde aan den ijverigen directeur en kapelmees
ter, den heer Brakman, voor zijnen onverpoos
den ijver op het gebied der toonkunst. Een
luid applaus volgde hierop als instemming met
het gesprokene.
Een geanimeerd bal voor danslustigen besloot
dezen genotvollen avond.
Bij de te Amsterdam gehouden examens
tot het verkrijgen van een diploma voor 3e stuur
man bij de Groote vaart aan boord van Koop
vaardijschepen, slaagde o. m. de heer W. Krol
van Groede oud-leerling van de inrichting voor
onderwijs van den lieer J. B. Schoo, alhier.
Zuidzande. 20 Nov. Gisteravond (19 Nov.)
waren belangstellenden ten tweeden male opge
roepen ter bespreking van het plan tot oprich
ten eener bewaarschool. De heer P. J. de V....
deelde, zijne bevinding mede omtrent een be
zoek door hem gebracht aan de bewaarschool te
Aardenburg eu van de inlichtingen door hem
ingewonnen omtrent die te Groede. Hij ver
klaarde de inrichting van die te A. en legde
uit wat en op welke wijze daar werd onder
wezen verder ging hij na de kosten van stich
ting en onderhoud van die te Groede.
De Heer de V.... werd door een paar Heeren
krachtig gesteund en aangemoedigd op den inge
slagen weg voort te gaan; het publiek betoonde
door applaus zijne instemming met het plan van
de V.... Deze deelde nog mede, dat men den
ingezetenen eene lijst ter inteekening zal aanbie
den, waarna verdere maatregelen zullen genomen
worden.
Schonndijke. Ds. C. Steketee te Veere, heeft
bedankt voor het beroep naar de Chr. ger. gem.
alhier.
De Unie-Collecte bedroeg dit jaar te Nieuw-
vliet met Cadzand (evangelisatielokaal) ƒ13,65.
Hieronder zijn begrepen 2,60 en een gift van