voor ZEEUWSCH-VLA ANDEREN, No. 7. Zaterdag 14 November 1891. le jaargang» FEUILLETON. 7 De holle hoorn NIEUWSBLAD A EONNEM E N T S P R IJ S Per 3 maanden 40 ets; franco per post 45 ets. Abonnementen worden aangenomen bij Boekhan delaren, Brievengaarders en bij de Agenten A. J. Coknelis, te Breskens, J. Tak Jr. te Sehoondijke. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en toet 4 regels 25 ets.; elke regel meer 5 ets. Groote letters worden naar plaats ruimte berekend. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnamiddag 3 uur bij den Uitgever. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Gfoede. POLITIEK OVERZICHT. Het faillissement van het aanzienlijk bankiers huis Hirsehfeld en Wolff met een passief van 7 millioen tegenover een actief van hoogstens een paar ton heeft gansch Berlijn in rep en roer gebracht. Sinds 20 jaar reeds moet het hoofd der firma, Wolff, in moeilijkheden verkeerd heb ben. Ten einde raad riep hij de hulp in van een der grootste Berlijnsohe huizen; maar 1 millioen Mark, die men bijeen kon brengen, was onvoldoende aangezien er minstens 4 millioen noodig was. Het verderfelijke beursspel meet 3vel tot dit bankroet aanleiding hebben gegeven; niet minder dan vierhonderd duizend Mark had de oude Wolff elk jaar voor zijn weelderige le venswijze noodig, en hoog spelen was zijn lust en leven. Dat geheime dobbelen is een pest te Berlijn, waar tegen de strengste maatregelen niets vermogen. En wat het ergste is; waar de hoogere stand op die wijze voorgaat, daar Volgt de mindere man maar al te gaarne. Een tweede belangrijk faillissement, n. 1. van de Berliner Wechselbank, heeft de Duitsche hoofdstad in verslagenheid gebracht. Twee der bestuurders, de gebroeders Sommerfeld, hebben door zelfmoord een einde gemaakt aan hun le ven. Op de beurs daalden de koersen aanmer kelijk. Minder de overdreven weelderige levens wijze harer directeuren dan wel het gewekte wantrouwen en de moedeloosheid van 't publiek na het bekend worden van het eerstgenoemde faillissement moet als oorzaak van den val van dit huis aangemerkt worden. De aan de banken toevertrouwde gelden wor den overal opgevraagd en op die wijze kwam deze instelling en komen voortdurende nog vele firma's op dit oogenblik in de njjpendste geld verlegenheid. Vele aanzienlijke personen maar ook een aan tal kleine burgers komen er bij te kort. NOVELLE VAN A. PALM. Zij was Zoo met hare eigene gedachten be zig, dat ik niet tot haar sprak. Zij zat dieht bij het venster en hield hare oogen op het win terlandschap gevestigd. Van tijd tot tijd ontsnap te een zucht aan hare lippen. Zoo verliepen er twee uren, waarna er zachtjes op de deur geklopt werd. Irmgards kamenier kwam bin nen. „Freule," zeide zij, „de houtvester is buiten en verzoekt mijnheer te spreken in eene gwioh- tige zaak." Tot mijne verbazing werd Ifingards gelaat doodelijk bleek, „Zend hem hierheen, Marie," zeide zij zoo ongedwongen mogelijk. Eenige minuten later verscheen een jonge man in groenen jagersrok in de deur en maakte eene diepe buiging. Gij wilt mijnheer spreken," zeide zij. „Hij Te Berlijn hebben omstreeks duizend zetters en drukkers aan couranten den arbeid gestaakt. Met de geblevenen en hulp van buiten kunnen de dagbladen tocli nog geregeld verschijnen. Men verwacht echter een eenparige staking, waaraan 5 ii 0000 man zullen deelnenen. De heer Von Giers, Minister van Buitcnland- sche Zaken, in Rusland Zal toch naar Parijs gaan. Alvorens naar Rusland terug te keeren wil hij eenige ophelderingen geven aangaande, zijn bezoek aan 't Italiaanscllen Hof, aan welk bezoek in sommige kringen zulk eeA overdreven beteekenis is gehecht. Het Russisch Keizerlijk echtpaar is met zijn gasten behouden te Livadia aangekomen. In de noodlijdende streken van dit Uitgestrekte rijk neemt de ellende, door den hongersnood ver oorzaakt, steeds toe, De liefdadigheid openbaart zich allerwege en velen getroosten zich opoffe ringen van allerlei uard om de ongelukkigen te steunen. Toch maken enkelen een verkeerd gebruik van die hulp. Eert aantal provinciale overheden hebben in overweging geliomen, of het niet wen schelijk zou zijn in de geteisterde dorpen de herbergen te sluiten. Vele boeren toch, die on dersteuning ontvingen, willen hiet werken en geven al hun geld aan drank uit. De Gouverneur vart Simbirsk laat, om het oproer onder de hongerlijdende bevolking te smo ren, er duchtig met den knoet op slaan. Drie boeren bleven dood onder de 500 slagen, welke zij ontvingen. Voor pogingen tot hulp is men niet altijd even dankbaar, vooral niet als zij van Duitsche zijde komen. Sommige Russische bladen zeggen, dat zij geen hulji uit den vreemde noodig hebben; dat in Duitschland de nood even groot is als in Rus land, maar dat men dien tracht te bemantelen, terwijl Rusland oprecht genoeg is, zijn nood te bekennen. is op dit oogenblik ongesteld. Wees zoo goed mij de reden uwer komst mede te deelen." Zonder te antwoorden haalde hij een klein pakje te voorschijn, en nam er den armband uit, dien ik den votigen avond Irmgard had helpeil vastmaken. Ik wilde dit slechts afgeven, freule," zeide de man. „Vart morgen vfoeg had ik iets in het bosch te verrichten en vond hem daar. Ik dacht, dat hij van mijnheer was, omdat zijn por tret er in gevat is.'* Zij keerde zich om, opdat hij het blozen van haar bleek gelaat niet zou bemerken. Haar ge- heele lichaam beefde. Toen zij weer sprak, was hare stem veranderd, hoewel zij zich zooveel mogelijk inspande, om hare opgewondenheid te verbergen. Zij nam den armband aan. Ik zag, hoe hare hand daarbij beefde. „Ik ben u zeer dankbaar," zeidé zij. „De armband behoort'mij toe, en het zou mij zeer gespeten hebben, als ik hem niet wedergekre- gen had. Waar hebt gij hem gevonden?" „Aan den rand van het bosch," antwoordde de man. „Ik moet hem daar verloten hebben. Giste- Tcn ben ik er voorbijgegaan," zeide Irmgard. „Ik kan u niet genoeg danken! En zoudt gij Men Zou zeggen, dat de honger nog niet tot de steden is doorgedrongen. Ortdcrtusschen heeft men in de Steppen een groot aantal paarden gedood, om tot voedsel te dienen. In den omtrek van Voronesch lagen ongeveer 5000 paatdengeraamten. De huurkoetsiers te Turijn hebben den ar beid gestaakt. Zij geven voor dat de trams hen in hunne ontvangsten benadeélen en stellen den stouten eisch dat het rijden der tramwagens na 9 uur 's avonds zal verboden worden. Te Lanciano in de Abruzzen heeft het drie dagen aaneen zwaar gesneeuwd, tot groote scha de voor de landbouwers, daar de wijnoogst nog niet ten einde is. De algemeefie verbittering, welke in China tegen de vreemdelingen heerscht is nog verre van opgehouden. Hoe de CHineezen over de Europeanen den ken, blijkt uit de opruiende proclamatieën, wel ke nu en dan aangeplakt worden. Daarin wordt o. a. gezegd De vreemdelingen willen ons land vóór hun: nen handel opeüenmaar wij verzetten ons te: gen liet Schenden vnn ons grondgebied. Als de mannen van ieder district de wapens opna: meu, hébben wij in tien dagen de Europeesche zwijnen verjaagd. De vreemde duivels hebben de macht van het geld wij hebben de kracht van het aantal én wij kunnen gemakkelijk on ze vijanden verdelgen." 't Is ongetwijfeld kras se taal, waaruit heel wat haat spreekt. Door de jongste aardbeving in Japah op 28 Oct. j.l. zijn volgens opgave vart ambtswege, 6500 menschen gedood; *9000 gekwetst; 75,000 huizen zijn vernield terwijl er 1200 beschadigd werden. De President der Braziliaansche Republiek, die zich zelven tot Dictator bevorderd heeft, belooft in een manifesthandhaving van de grond wet, welke hij zelf in hoofdbeginsel geschonden mij nil nog eén dienst willen bewijzen?" „Wat ik kan, zal ik doen, freule," hernam de opzichter met eene buiging. „Indien mijn vader het hoorde, zou het hem misschien onaangenaam aandoen; hij zou kun nen gelooven, dat ik aan zijn geschenk niet bij zonder veel waarde hechtte. Wilt gij er het stilzwijgen over bewaren?" Zooals gij verlangt, freule! Ik zou er in geen geval over gesproken hebben." Toert zag ik, hoe zij uit haar werktasje een goudstuk nam en het hem overhandigde; hij nam het met weerzin aan. „Neem het gerust; den vinder komt zijn looit toe," zeide zij, „en vergeet uwe belofte niet." „Zeker niet, freule," verzekerde hij, en ver wijderde zich met eene beleefde buiging. Tot mij sprak zij niet en, beiden vermeden wij het elkander aan te zien. Ik wist, dat, wan neer zij den armband wezenlijk verloren had, zulks in den vorigen nacht moest geschied zijn. En wat had de dochter van den landheer om streeks dien tijd te doen aan den rand van het woud, alleen in de stilte en het huiveringwek kende van den winternacht? Nog geruimen tijd duurde ons stilzwijgen. Eindelijk zette zij zich naast mij neder, ert

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1891 | | pagina 1