En inderdaad, of dc gemeente, dan wel of bet
Jlyk betaalt, of bet Kijk direct betaalt dnD wel of do
gemeente bet geld slechts voorschiet om bet von bet
Rijk terug to ontvangen, dat is op zich rclf eene
oiscuec kwestie. Dp beer Kappeyno vau do Coppcllo
beeft het juist gezegd o, die kwestie is 7.00 een
voudig! in beide gevallen zijn bet de belastingschul
digen die bet gelag zullen te betalen hebben 1 Dit
wisten de leden vau deze Vergadering ook wel, al
werd bet bun niet door een Minister medegedeeld.
TJit een financioel oogpunt is de nitkeering aan de
gemeenten, volgens art. 45 van de nieuwe wet op
bet onderwijs, niet do hoofdzaak. Maar wat wel dc
hoofdzaak is, dot is dit: of aan bet gchoelc Nedcr-
lnndscbo volk, aan liberalen en niet liberalen, aan
revolutionairen cu nuti-revolutionairen, dc nieuwe
schoolwet eene janrlijkscbe meerdero uitgaaf van 6
tnilliocu gulden waard ia.
Do vraag ia thans aan de orde. Dc heer Kappeyne
Van de Coppello beeft, bij de verdediging van de
Wet op bet lager onderwijs, gezegd „waar de Kamer
reede hare goodkeuring verleend heeft aan de bepa
lingen waaruit die meerdere kosten voortvloeien is,
dankt mij, de vraag, boe wy de middelen zullen
vinden orn de uitgaven te dekkeD die wy hebben
goedgekeurd, eene oisnuae vraag." Mij dunkt, dat die
vraag niet alleen niet oiseus is, maar dat zy gewoon
üjk beantwoord wordt, telkens wanneer een of ander
Ontwerp aan de orde is. Wanneer de Minisler_.van
Justitie ons een nieuw gevangenisstelsel voorstelt, dan
wordt in de afdeelingen de vraag gedaan wat zullen
al die cellen kosten? ook daarvan zal ons oordeel
over het geheele ontwerp afhangen. Wanneer wij te
beoordeelen hebben of wij de uitgaven zullen toestaan
voor kanalen, dan vragen wijwal die kanalen zullen
kosten, en wanneer wij bet Ryk verdedigen willen,
vragen wij wederom wat zal het kosten en van bet
antwoord op die vraag wordt onze stem afhaokelyk
gemaakt. Waarom zonden wij daD du by de invoering
rsn de nieuwe wet op het lager onderwys niet even
eens de vraag mogen stellen of datgene, wat gij,
liberalen eene verbetering noemt, inderdaad zes millioen
's jaars waard is P
Nu heeft wel de beer Kappeyne van de Coppello
bij de verdediging van evengenoem.de wet gezegd (in
tyne rede var den 12den Juli 1878) dat die vraag
niet behoefde gedaan te worden, want dat de Grondwet
ons die uitgaven oplegt, en dat bij deze zaak de
algemeene belangen betrokken zijn, maar het spreekt
van zelf dat dit ook bij alle andere wetsontwerpen
die ons worden aangeboden bet geval is.
Ik zie dan ook volstrekt niet in waarom wij nu
juist bij de behandeling van dit onderwerp niet zonden
mogen vragen naar de kosten die de invoering der
Schoolwet na zich zal slepen. Die vraag is wel eene
zeer burgerlijke, oud-HoUnudsche vraag wellicht, maar
zij blijft toch altijd aan de orde omdat wij haar dage
lijks moeten" oplossen. Wanneer ik mijne kinderen
opvoed, vraag ik ook naar de kosten en regel dan
naar de vermoedelijke uitgaaf de opvoeding zelve. De
tering zet ik naar de nering. Waarom mogen wij nn
niet hetzelfde vragen, waar bet geldt het onderwys
van liet geheele Nederlsndsche volle
Ik kan mij voorstellen dat de liberale partij,
uit vrees voor diezelfde school, waarvoor reeds in
1848 de tegenstanders van de vrye school beangst
warpngedreven voorts door de bladen hunner rich
ting, die zelfs niet veroorloven om in deze Kamer
ernstig de vraag te bespreken of er dan inderdaad
geen gewetensbezwaren bestaan, nog niet tevreden
Zal zijn en ten volle gerust, voor dat, bijvoorbeeld,
voor elke tien kinderen van het volk een afzonderlijk
onderwyzer zal zijn benoemd, of dat door aanbie
ding van groote tractementen de betrekkingen van
inspecteur, van schoolopziener en van onderwijzer
zoo begeerlijk zullen gemaakt zijn, dat al die predi
kanten, die tbans min of meer gebrek aan werk be
ginnen te krijgen, zullen,* verlangen over te gaan naar
een ander arbeidsveld, naar dat veld, alwaar bet volk i
opgevoed wordtde lagere school. Ik kan mij dit
voorstellen, maar zullen wij, zelfs wanneer dit geschiedt,
niet vragen wat zal dat kosten Moeten wij ons
maar altijd met de phrase tevreden stellenvoor het
onderwijs kan niet te veel worden uitgegeven
Men beeft san de overzijde herbaalde malen geklaagd,
dat 'wij van onzen kant telkens weder de bezwaren
oprakelen, die wij tegen de bestaande organisatie var.
bel openbaar lager onderwys hebben, maar ditmaal
althans is die klacht, dunkt rpy, geheel ongegrond
ditmaal is bet do schuld van dc libernlo bccren 7«lven
dat wij genoodzaakt zjjn om wederom terug tc komen
op die reeds aangenomen wol regelende bet lager
onderwys. Gij toch, Mijno Hccren, hebt geweigerd
om bij do behandeling van die wet de vrnag te be
handelen, hoeveel dc uitvoering van die wet zou
kostenmen is daarover losweg been gesprongen, men
heeft dat punt niet ernstig willen behandelen. Nu
oobtér tlaan wij voor dc vraag, die men destijds liecfl
willen uitstellen, maar die toch eenmaal moest opge
lost worden. Men beeft eene verrassing voor ons
willen bewaren, maar nu die eindelijk gekomen is
I moeten wy toch vragen, welken indruk dio verassing
op ons gemaakt heelt en welken zy maken zal op bel
geheele Nederlnndscbo volk, dat plotseling voor eene
hoogcre uitgaaf van zes millioen gulden 's jaars zal
slaan. Het is toch, wanneer ik dcu Minister vau
Biunculandscbe Zaken goed bob begrepen, ccno ver
meerdering van zes millioen gulden die ons waoht
want op bet oogenblik wordt reeds van Rijkswege
ruim twee millioen gulden ten behoeve van bet lager
onderwys uitgegereu en die som zal binnen weinige
jaren, nanr de Minister ons belooft, tot acht millioen
klimmen
Nooit zal ik peigeren roede te werken tot vast
stelling van dc algemeene landsbegrootingen, waartoe
ik volgens de Grondwet verplicht beu maar juist
daarom zal ik des te strenger eiken post, aan mijn
oordeel onderworpen, nagaan, en dien, als zij te boo<
is, verwerpen.
Hier staan wij voor de vraag: wilt gy de onder
wijswet, gelijk zij daar ligt, met de uitgaven die er
naast liggen Ik beschouw die beide zaken in verband
en stel dus dc vraagIs bet goede, dat u door deze
wet op het lager onderwijs gegeven wordt, die uit
gaven waard
Het bestuur der Unie, „de School met den Bijbel
heeft met het oog op 17 Augustus, de volgende cir
culaire verspreid
Het is immers alom in den lande bekend, wat de
dagteckening van 17 Augustus beduidt, en wat de
beweegreden is, om juist op dien dag of in die week
door heel het land eene collecte te houden voor onze
scho'en
Zie, ten jare 1878 op dienzelfden dag van 17 Aug.,
beeft de Minister Kappeyne van de Coppcllo den
droeven moed gehad, om de Scherpe Resolutie te
contrasigneeren, waarmee hij iet zijnerzijds op den
ondergang der vrije Christelijke School bad aangelegd.
Jaren vooruit bad hij het aangekondigdbij zou
den te^ensWad, die van ons uitging, (als hij maar
eenmaal minister was) wel weten te breken.
Hij zou „de vlieg wel dooddrukken, die heel zijn
kostelijke apothekcrszalve bedierf!'*
„De minderheden", dat was zijn machtwoord, „de
minderheden moesten dan maar onderdrukt vvorden.»
Daartegen nu is onzerzijds rusteloos, langs alle we
gen, met alle -middelen, eenpariglijk, bij vorst en volk
geprotesteerd.
We hebben het grievende en smadelijke van dit
tyrannenwoord betoogd in woord en schrift.
We hebben in vlugschrift en memorie de deugde
lijkheid van ons goed en heilig recht op onwraakbare
gronden bewezen.
We hebben in en buiten de Kamer onzen tegen
stander eerst gesmeekt, toen gewaarschuwd, eindelijk
bezworen, dat bij van zoo omaderlandscb, zoo onedel,
zoo vrijbeiddoodeud opzet wilde aflaten.
En toen hij eindelijk, meer spottend dan meenens,
de vraag stelde„maar hoe bel dan te schikken
is in den brecde onzerzijds aangetoond, hoe het reeds
nu tijdelijk en voorloopig kon geschikt worden, en
hoe bet veel beter nog, door herziening onzer grond
wet, op voet van recht en billijkheden te regelen
ware. Maar niets ba3lte. Kappeyne ging door, en ach
ter hem volgde de breede stroom van inspecteurs, en
opzieners, en meesters en ondermeesters, en journalis
ten en Kamerleden, onder commando van de Kerdij-
ken en Moensen, maar aldoor roepende, cn ons tergend
in het aangezicht: „dat men met ons eigen geld onze
scholen zou ruïneeren i
En toen liep eindelijk de beker zelfs voor den
zachtmoedigste over
En toen is eindelijk ons anders trage volk opgestaan 1
uit zijn ruste, en "heeft al wat den Christus nog lief
heeft in den lande zich arm ïd arm geschaard, en met
mannen wilskracht het woord gesproken: „Dat nooit!",
i Hoe het belet kou worden, wist men niet.
Maar dat het zou belet worden, stond vast -voor
ieders overtuiging.
Er sprak in dat opstaan van heel het Christelijk
Nederland uit zijn ruste een ontembare wil, een boo^e
cm»l, ccn heilige bede, een onwrikbaar geloof, dot
God van den hemel helpen zou I
Een begin alzoo van betere dingen.
Nog iels van ccn sneeuwvlok, bet is zoo, maar ccti
sneeuwvlok die straks lawine worden zou, cn in haar
vaart onweerstaanbaar muchlig zou blijken, om de
partij-tyrannie te verpletteren.
Dat 'was het tcckcncn vnn bet „Smeekschrift" voor
twee. jaren Ui alle dorpen eti steden van ons goede land.
Pal wal hel gaan naar den Koning op bet Loo,
met den grijzen Elout als onzen pleitbezorger f
Dat was het eoamlczon van het corps onzer drie-
maal honderdduizend, die voor liet eerst onzen school- 1
tyrannen schrik aanjoegen.
Dat was het uitgangspunt van hel koninklijke woord f'
„liet gddt het heil onzer kinderen en de toekoms J
van ons Nederland 1" j:
En toen desniettemin Kappeyne den arren moed, ja
den overmoed had, otn, tegen dat alles in, desniette
genstaande den 17 Aug. den Koning lot uitvaardiging
van die schandelijke Wet, in constitiUioneclcD zin te
noodzaken;
En tc noodzaken, na indiening van een rapport, dat
tot het eind onzer historie een hoon zal blijven voor
al wat eerbiedwaardig is, cn ccn monument dient to
bcctcn der meest trotschc boovanrdij
Toen, ja, toen hebben onze mannen, in Gods kracht,
den moed gegrepen, om zich op dien hoon met het
ccnige wapen tc wreken, dat den Christen geoorloofd
is, t. w. met het besluit om daden der liefde te doen.
Had Kappeyne op ons historieblad dien 17den
Augustus door zijn ellendig contraseign geschandvlekt,
wij zouden dien 17cn Augustus weten te wijden
en tc heiligen.
En daarom besloot al wat den toon geeft in onze
kringen, om, tot op het jaar dat dc verlossing onzer
scholen aanbreekt, door heel het land dien 17den
van Augustusmaand gaven tc vragen en gareu aan
tc brengen voor den bloei van dc scholen die cr staan
en voor den bouw van de scholen die er komen moeten I
Ge weet het: dc eerste collecte beeft ruitn twee en
veertig duizend gulden opgebracht.
Broeders het is thans voor de tweede male, dat
die 17e Augustus nadert.
Laat ons dan nu ook trouw aan onze belofte
wezen, eu elk op onzen post en in den kring onzer
roeping dat woord der cere gestand doen.
De groote collecte van 17 Aug. moet een collecte
zijn voor „Scholen met den Bijbel
Een collecte dus in elk dorp eri in ..elke stad, waar
een „School met den Bijbel" bestaat, ten behoeve van
het fonds van die school.
In elk dorp cn in elke stad, waar men zulk een
school wenecht of bezig is te bouwen, voor het fonds
van die plaatselijke school.
In plaatsen, waar de Vereeniging voor Christelijk
Nationaal Schoolonderwijs of Gereformeerd Schoolon-
wijs afdeelingen heeft, voor de Vereenigingen of ook
voor andere schoolfondsen, al naar gelang de gevers
zeiven dat verlangen.
En in dorpen en Eteden, waar nog niets is, collec-
teere men voor „de Unie", om het door haar te laten
verdeeleo.
Een collecte alzoo over bet gansche land, op een
dag, als een vrijwillige offerandemaar een collecte
zonder eenigen dwang of verbinding of centralisatie
alleen onder deze twee bedingen
lo. dat de opbrengst aan die vrije scholen ten
goede kome, waar de Bijbel in eere is; cn 2o. dat
men opgave doe van de opbrengst aan den Secretaris
van „de Unie."
De tijd is kort.
Over twee weken reeds Augustus.
En daarom rept, haast u, broeders; verzamelt uwe
gelederen, ordent uwe krachten
Wat men doet, moet goed gedaan.
Hel gaat om den bloei onzer scholen.
IJ et Bestuur der Unie,
Juk. Mk. P. J. Ex/jut van Soeterwocde,
te 's Gravenhage, Eere-Voor:.
Jiir. Mr. A. F. de Savobnin Lobman', te
's Hertogenbosch, Foor:.
j. Voorhoeve H-.Cz. (Westersingel 77) te
Rotterdam, Benninrpn.
Dr. A. Kuiter, te Amsterdam.
Docent M. Noordtzij, te Kampen.
Mr, B. Ij. J. Baron de Geer van Jutpbaas
te Utrecht.
IV. Hovy, ie Amsterdam.
Dr. a. w. Bronsveld, te Utrecht.
Ds. II. Piekson, te Zetten.
Dr. J. A. Gertb van Wijk, te 's Hage.
Ds. H. Beuker, te Amsterdam.
Ds. A. van Toorenexberc.en, te Groningen.
W. 31. Oppedjjk, te IJlst.
R. Dekksen, (Zwaanshals 45) te Rotterdam,
Secretarie.
De verkiezing voor een lid der Tweede Kamer
te Amsterdam, in plaats van den heer Van Henkelom
is bepaald op -3 Augustus.
De erfgenamsn van den heer L. Rosenthal, in
[668 t
bcro
wrrkcu
aangebo»
tea 'cu
vertrek k
worde c
terwijl
moet dr
I)c bi
werken,
in J)*™
museum
in twee
libibliogri
S Voor
"ïy-ootc a;
omi
-J als een
den gele
er ran bi,
Vi
•tatcn g
afgeloop*
led cd te
der niet
terdaz
1 -Ier
Heille
komt.
In
Nationaa
voorscbo
nieuwe
Dat voo
van geld
de opric
de». Dit doe
gestö?ndec!ei