E MESSffllIlIEMl
Nieuwsblad voor Thölen, Zuid- en Noord-Beveland.
Dinsdag 27 April 1880.
Vijftiende Jaargang.
Koosend. V.
Wouw
Berg. op Z,
Woe «i gd r.
'Rilland
Krabbend.
I ICrtiiningen
*Vlakc
I Biezelinge
Goes
I '9 H. A rends.
Arnemiiid
Middelb..
Vliss. stad.
hav.
7,44 "8.45 10,ft) 1,— 3,5 7,8 7,57 8,45
7,54 *9,11 3 0,5(5 1,10
8,10 9,25 11,7 1,21 3,27 7,25
11,16 1,30
11.29 1,43 3,50
11,35 1,49 3,57
11,45 l,h\) 4.14
11,50 2,4 4,20
12,— 2,15 4,32
12,10 2,24 4,43 8,6
12,18 2,32 4,53
12,32 2,47 5,9
7,25 8,40
6,12,32 2,30 5,30 7,25
6,12 7,34 8,50 12,44 2,41 6,42 7,37
6,20 12,51 2,48 5,50 7,44 *5
6.36 1,5 3,2 6,6 7,69 g
6.47 9.» 1 1,14 3,11 6,17 8,8 1
7,— \25 3,19 6,30 8,19 g
7,8 2 9,26 1,32 3 26 6,38 8,26 g
7,14 .S - 1,40 3,33 6,44 8,35 o
7,25 1,50 3,43 6,55 8,45
7,32 1.56 3,49 7,2 8,51
7,47 2,9 '4,2 7.17 9,4
7,5 8,2 9,57 2,22 4,15 7,32 9,18
7,19 8,14 2,33 7,46 9,31
7,30 8,25 8,45 10,11 2,42 4,30 7,57 9,41 s e
Deze Courant vcrschiiut, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandags en Donderdags aoonds. Prijs p. kw. f 0,85. fr. p. post f 1.Afz. Nonimers f 0,05.
Prij9 der Advertentien 10 ct p. regel, groote letters en vignetten naar plaatsruimte, Geboorte-, ouwelijks- en doodberichten van 15 regels 50 ct,
Advertenticn kunnen op den dag der uitgave niet later, dan out half twaalf uur des voormiddags tvordeu aangenomen.
Alle Stukken de, redactie betreffende gelieve men minstens één dag voor de uitgave franco ton te zenden aan de Uitgeefster Wed. A. C. de Jo.vge, te Goes.
8,24
8,37
8,43
8,53
8;58
9,7
9,18
9,26
9,41
9,52
10,2
Vliss. hav.
stad.
Midd'elb.
Arnemuid
'sil.A rends.
Goes
Biezelinge
«Vlake
lvruiningcr.
Krabbend!
•Rilland
.Woensdr.
12,41 2,56 5,208,35 9,6 10,50 BergopZ.
12,50 3,5 D~ "J'1 Aan deze halten wordt alléén gestopt, wanneer Wouw-
5,30 8,45 J,15 daar reizigers worden opgenomen of uitgelaten. Roosend.A.
8,55
912
9,21
9,35
9,41
9,51
9,56
10,7
10,18
10,26
10,41
GEMEENTE-BESTUUR
Personeele belasting en Patentrecht.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen, naar aanleiding der circulaire van den heer
Commissaris des Konings in Zeeland, dd. 31 Maart
1880 A no. 1269/1, le afd. (Prov. blad uo. 36) Ier
opeubare kennis;
dat de aanvang van liet bescbrijvingswerk voor de
Personeele belasting en van het Patentrecht,
dienstjaar 18801881, bepaald is op Vrijdag den 7
Mei 1880;
dat de inschrijvingsbiljetlen voor de personeele bc-
kstiug zullen worden opgehaald deu aohlsteu dag na
de uitgifte, doch in geen geval voor den 15 Mei;
dat wegens elk opgehaald besebrij rings biljet een
bewijs van ontvang zal" worden afgegeven
dat door niemand dergenen, die eb biljetten uit
reiken en ophalen, voor de invulling der verklaring
van de belastingschuldigen eeuige belasting gevorderd
zal mogen worden
dat bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (St. bi.
no. 59) van de personeele belasting is vrijgesteld„de
cenige vrouwelijke bediende, overigens naar de eerste,
derde eti vierde klasse belastbaar, in dienst van den
belastingplichtige, welke geen andere bedienden houdt?*
en vier oi' meer eigen of aangehuwde kinderen, kinds
kinderen of pupillen bij~zich heeft inwonen, die op
den 1 Mei des jaars, waarover dc belasting loopt,
jonger dan een en twintig jaren zijn" -
«lal bij »it. 7 der wet de twee eerste paragrafen der
wet vaii 29 Maart 1833 (St. bl. uo. 4) zoodanig zijn
gewijzigd, dat hg, die na den 15 Mei een perceel in
gebruik neemt, voor dit perceel de belasting naar dc
vier eerste grondslagen verschuldigd ia voor den tijd
van het dior.9t.jaar, die dan nog overblijft, terwijl
aan hem, die ecu perceel geheel verlaat, Ontheffing
wordt verleend
dat, "om als tegenscbatter van de zijde der belas
tingschuldigen le dienen, ingeval van herziening van
bet na.(gegeven bedrag van de huurwaarde of bet
aantal tlcurcu en vensters of haardsteden, door Bur
gemeester cu Wethouders zjju benoemd de volgende
pcrsoiion
Willem dc BcNlc, itdrlaan dc Itruljnc,
Willem Frcdcrlk vnn lllet cu Willem
dei» Hoer Hz.
dat de aangifte of verklaringen ter verkrijging van
patent zullen tvordeu uiigcgevco van deu 7don tot en
met den i üden Mei on bohooreu ingezameld te zijn
deu 3lat«u dier maand
dal hij de beschrijving valt op le merken
lo. Ten aanzien der pitcQtplichtigon, in do eerste
25 tabellen der wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad
no, 34) omschreven
dat, mei uitzondering van do pntcntplichtigo slijters,
tappers, kroeghouders cu hofliehuishoudcrs, die niet
ut de gewone boschrijving 'zullen worden begrepen,
maar uau welker huizen, zoodra mogelijk nu den
ingang van hol dienstjaar, zonder de gewone bcschry-
yinS «f te wachten, oen declaratoir zal bezorgd worden,
hetwelk na verloop van drie dagen zal wordtin afge-
himlil, onwelke verplicht zijn dadelijk de helft vart
bunnen aanslag te voldoen, waarna hot palent op
vertoon ,|cr quitnntio, nlsutodo van het bewijs, dat
desnegens verschuldigde over het voorgaande'jaar
p".volle aangezuiverd in, Ier secretarie onmiddellijk
z«l zijn
"u- fon nnueion der eigenaar, vaste huurder», ot
mulcr® unto gebruikers van binnenvaartuigen, dut zal
moeten worden gehandeld overeenkomstig de resolutie
van den Minister van Financiën van 20 April 1852
no. 162 (Pfov. blad no.'57 van dal jaar:) En wordt
voor dezen de gelegenheid tot het doen der aangifte
opengesteld van 6 Mei 1879 bij het gemeentebestuur
der plaats, alwaar de belasting verschuldigd ïb, onder
overlegging van een aanslagbiljet daartoe bij dio
besturen verkrijgbaar.
3o. Ten aanzien van de kramers
dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hunner
aanvrage om patent op te geven de onderscheidene
goederen, welke zij voornemens zijn te koop aan te
bieden. Zoomede de wijze, op welke zij huri beroep
uitoefencu, naar aanleiding der onderscheidingen bij
1 der 7de tabel, gevoegd by de wel van den 16
Juni 1832 (Staatsblad no 30), alsmede dc gezamenlijke
inkoopswaardc der door hen te koop aangeboden wor
dende goederen, zullende dien onverminderd door de
palentplichtigèn, dio hunne goederen in de herborgen
of bergplaatsen, huizen en andere gebouwen van derden
uitstallen, opgave moeten geschieden van den tijd der
during van hun verblijf in de gemeente, cu door ben,
die hunne waren in openbare veilingen, buiten hunne
winkels, bij koopen van doorgaans beneden de f 26
ied«r, doen verkoopen, van dien der te houden ver-
kooping, terwijl, zoo zij de wijze van dien verkoop
veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen ol
don duur des verblijfs of der te houdeae verkooping
vcrlcugen, zij daarvan op deu voet van art. 13 der
wet van den 21 Mei,1819 en op de boete, bij art. 37
bepaald, aangifte zullen doen in de gemeente, alwaar
zij zich bevinden; èö;Zoodanig aanvullingsrecht vol
doen, als van hen by werkelijkheid toegenomen be
lastbaarheid zoude kunnen worden gevorderd.
4o. En eindelijk, dat dc bedoelde kramers, benevcDo
de debitanten van loterij-briefjes, krachtens het Kon.
besluit van den I? October 1820 (Staatsblad no. 22),
op de boete vau 1 en 2, van art. 32 der wet van
den 21 Mei 1819 bepaald, verplicht zijn steeds hun
patent met zich te voeren.
dat de sluiting vaii do registers der palentplichti
gèn zal geschieden den 16den Juni aanstaande;
dat liet werk dor zetters behoort le zijn afgeloopon
vóór den 25stcn Juni daaraanvolgende;
on eindclyk, dat de ingezetenon, die zich roet hunnen
aanslag in de personeele belasting of het patentrecht
bezwaard achten, verplicht zijn bij huune bezwaarschrif
ten over Ie leggen een duplicaat van hnu aanslag
biljet tegen betaling van 5 cents bij den rijksontvanger
verkrijgbaar gesteld.
Goes, den 24 April 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
Dc Secretaris,
IIAHTMA N.
O AG E LEG 13 A.
De beraadslagingen (lor luidste dagen in do
Tweede Ktuner konten zeer ongelogen voor de
roiito-beliisting. Reeds do interpellatie van den
•heer Al een, over hetgeen hot ministerie dacht
to doorr voor hot iu stand honden van don
nieuwen Rottordiunschen waterweg. Wjj zeggen
tot instandhoudingwant daargestold is bij
roods. Hot is alloóu tor instandhouding, tor
voorkoming tint hij weer aanslibt, dat het
eigeubelangzuohtig Rotterdam, weer gedurende
eecige jaren, eenige miUioenen wil bestemd
zien.
Gaat dat zoo maar aan? Moet daarvoor de
natie de laatste gulden uit den zak geperst
worden? Dat de nieuwe waterweg een levens
kwestie voor Rotterdam is, niemand zal het
tegenspreken. Maar zeer zeker niet voor de
natienu zoowel Amsterdam als Vlissingen Van
uitnemende scheepvaartwerken voorzien zijn.
De handel zal er niet door lijden indien
de heeren Rotterdamsche kooplieden er slechts
toe konden besluiten, de stad hunner voorliefde
te verwisselen, met andere, waar voorhanden
is, wat zij te. Rotterdam wilden hebben, doch
wat de praktijk leert, dat daar nooit zal tot
stand komen.
Want ofschoon de interpellatie Mees tot
geen ander practisch nut geleid heeft, zij heelt
althans difc opnieuw leer en. zien, dat de nieuwe
waterweg, zoodra hjj aan zijn lot wordt over
gelaten zoolang er geen miliioenen 's jaars
tót onderhoud blijven besteed worden, door de
natuur weer onbruikbaar gemaakt wordt. De
Rotterdamsche waterweg doet onwillekeurig
aan het bekende »vat der Danaïden" denken,
met dit onderscheid dat, terwijl het daar goldt
oen vat waar geen bodem in was, met water
te vullen, zoodat het er weer even spoedig uitliep
als Let er in werd gegoten, het hier te doen
is om liet zand te halen uit een kanaal, waar
met elk getij weer evenveel door de zee wordt
ingebracht, als er door de machines is uitge
haald
Eonu zal ieder vragen gaat het aan om
zulk een »óbjet do lnxo" te houden, wanneer
do geldnood zoo hoog geklommenis, dat cone
Initiating moet voorgesteld worden, zoo hatelijk
als ceno rentebelasting
Waarlijk dio motio kwam voor de rontebe-
bwting zeer ongelegen. Maar niet tuinder on
gelegen de beraadslaging over do wijziging der
suiker-accijns.
Do accijns word voorgesteld en door don
minister Vissering verdedigd hoofdzakelijk op
grond van botoorido kwade trouw hjj, on kwade
pratijken aangówoud door do belastingschuldi
gen om die belasting te ontduiken
En dat die kwade trouw, dio kwade prnktjj-
kon bestaan, werd door deu heer Mees bevestigd.
Welnu, wanneer die kwade trouw niet te
ontkennon valt, wat is dan to verwachten van
do rontobolnsting die geheel gegrond is op, wier
uitvoerbaarheid staat of valt mot do goede trouw
der belastingschuldigen
Of meent inr, Vissering toch, dat zjj dio voor
geono kwade praktijken terugdeinzen om eono
aiuloro belasting te ontduiken, alleen uit zui-