NIEUWE GOESSCHE COURANT.
Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland.
No. 7.
Vrijdag 23 Januari 1880.
Vijltiende Jaargang.
RooscntLA
Wouw
Berg. op Z,
Woensdr.
•Rilland
Krablxjnd.
I Kruiningen.
•Vlakc
I Biczolinge
Goes
's rlArends.
Arncmuid
Middel b.
V liss. stad.10,2
hay.
7,44 8.45 10,46 1,— 3,5 7,8 7,57 8,45
7,54 9,11 10,56 1,10
8,10 9,25 11,7 1,21 3,27 7,25
Vliss. liav.
stad.
Middel b.
Arneinuid
'sH.Arends.
Goes
Biezelinge
•Vlakc
Kruiningen
Krabbend.
•Rilland
'Woensdr.
BergopZ. -
12,50 3,5 Q"~" *_Aan deze halten wordt aliéóngestopt, wanneer Wouw ~r~ -
5,30 8,45 9,15 ,<faar reizigers worden opgenomen of uitgelaten. Hoosend.A. 7,30 8,25 8,45 10,11 2,42 4,30 7,57 9,41
Deze Courant verschijnt, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandags en Donderdags avonds. Prijs p..kw. f 0,85. fr. p. poet f 1.AIz. Hommers-f0,05.
Prijs der Aifvertcntien 10 ct p. regel, groote letters en vignetten naar plaatsruimte, Geboorte-, huwelijks-en doodberichten van 15 regels 50 ct,
Advertentren kunnen op den dag der uitgave niet later dan om half twaalf uur des voormiddags worden aangenomen.
Alle Stukken de redactie betreffende gelieve men minstens één dag voor de uitgave franco toe te zenden aan de Uitgeefeter Wed. A. C. de Jonge, te Goes.
8,24
8.37
8,43
8,53
8,58
0,7
9,18
9.26
9,41
9.52
11,16 1,30
11.29 1,43 3,50
11.35 1.49 3,57
11,45 1,59 4,14
11,50 2,4 4,20
12,— 2,15 4,32 10,7
12,10 2,24 4,43 8,6 10,18
12^8 2,32 4,53 10,26
12,32 2,47 5,9 10,41
12,41 2,56 5,20 8.35 9,6 10,50
7,5
7,1°
7,25 8,40 3
6,— 12,32 -2,30 5,30 7,25
6,12 7,34 8,50 12,44 2,41 6,42 7,37 g 5"
6,20 *12,51 2,48 5,50 7,4*** sJ
6.36 1,5 3,2 6,0 7,59 f
0,i4- T,14 3Al 6,17 8,8 l
3,25 8,19 6,30 8,19 gS
9,26 1,32 3.26 6,38 8,26 S
1,40 :<,33 6,44 8,35.3"
1,50 3,43 6 55 8,45 51
1,56 3,49 7,2 8,51
2,9 4,2 7,17 9,4
2,22 4,15 7,32 9,18
2,33 7,46 9,31
-6.47 F-
r,r a
7.14
7,25
7,32
7,47
9,57
8,14
GEMEENTE-BESTUUR.
KweeKelinge.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ten openbare Tcennis, dat aan bewaar-klasse
van de school dèr le klasse benoodigd is een Ktoce-
■kclinge van 14 a 17 jaar oud.
Zy, die voor eene benoeming wenschen in aanmer
king te komen, vervoegen zich bij den heer A. R.
Breetvelt, hoofdonderwijzer dier school.
Goes, den 19 Januari 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DB WITT HAMER.
De Secretarie,
HARTMAN.
ÖOE3, den 22 Januari 1880.
Reeds dadelijk na het lezen van de zoo uitnemende
redevoering van den heer Makkay in de Tweede
Kamer over het onderwijs uilgesproken, kwam de
wensch bij ons op haar in ons blad over te nemen.
De uitgebreidheid er van maakte ons dit echter niet
veel mogelijk. Maar al kunnen wy haar dan "ook niet
geheel opnemen, toch meenen wij onze lezers een
dienst te doen, door hen bekend te maken met dat
gedeelte waarin de beer Mackay zoo oDwederlegbaar
aantoonde, hoe het door nar. Six uitgesproken groot
vertrouwen in de cbristelyk-godsdienstige richting van
den onderwijzersstand als zoodanig, ten eenemale
ongegrond ia.
Vooropzettend hoe moeielijk het is vooi de voor
standers der Christelijke Bchool getuigen op te roepen
die voor hunne tegenstanders afdoende zyn, door dat
"wanneer die getuige ook een voorstander van het
Christelijk onderwys is, men hem van partijdigheid
althans van eenzijdigheid beschuldigt, verklaart rar.
Mackay zich te willen bepalen tot verklaringen, die
als afkomstig van erkende voorvechters der staatscbool
door dezeniet kunnen gewraakt worden.
Erkennend dat ook hier vooral oudere onderwijzers
aan de staatsschool bekend zijn, aan wien hg de
opvoeding zyner kinderen zou durven toevertrouwen,
vervolgt mr. Mackay
Ik wenscb van mijne zyde nu ook andere getuigen
te doen hooren. In de eerste plaats de verklaring van
een man, die wellicht niet door den Ministsr, moge
lijk door den geachten afgevaardigde uit Hnailem als
getuige zal gewraakt worden, ceu vau ouze groote
mannen, professor van Oasterzee, die onlangs te Ba
zel. ter gelegenheid van de Evangelische Alliantie,
verslag gevende., va» dpn toestand van het onderwijs
hier te lande, gezegd heeft„De Staatsschool heet
neutraal, maar was hel in de werkelijkheid wel nim->.<
hier zoo weinig als thans. Het blijkt toch telkens,
hoe op vele volksscholen eene ware propaganda ge
dreven wordt van een. schaamteloos ongeloof, dat de
jeugd reeds vroegtijdig leert mol kerk, gebed' en bij-
bol tc spotten."
Maar die. getuige, hoe geloofwaardig ook voor de
meeaten, zal .misschien gewraakt worden iloor vlo li
berale parlij en daarom wil ik er nog een bijbrengen,
die «iel door haar nöch door den. geacbtcn'-afgo-
vaardigdc uit Haarlem zal kunnen gewraakt worden.
Die getuige' js de moderne predikant van Mnancn,
die reeds in 1875 schreef, en sedert zal het or niet
op verbeterd zijn -
'n Het is bekend genoog dal onder do nnnkomendo
hulpouderwijiors, hoe langer hoe meer worden aan
getroffen, die Zich sieren met het hiodrkDcd dor open-
hare vernohtiug van allen godsdionst. llier een' kwas^
terig heertje, dat sijn uiterste bost doet door allorloi
bewegingen aan de gemeente-te toon-m, dat domine's
preelp»voor hem niets te beteekenen heeft, terwijl hg
Jnhet voopietsersbankje dient, te blijven ziften, omdat
hij-voor een keer, - wat wel eejis meer het geval is,
a- raison van 50 cents, de taak van den voorzanger
vervult. Ginds een dito exemplaar, dat de kerk alleen
bezoekt, als hg zijne gaven} op het orgel kan doen
hooren. Elders minder ploertige verschijnselen, maar
al te zeer geneigd om als néoéwijws theologantjcs. van
het „ongeloof* dienst- te doec in allerlei kringen,
waar'zij nuttiger werkzaam konden zijn:*
Gaat het mijne medeleden als mg, dan komen ons
dit lezende een of meer persopen voor den geest, wier
portret wy duidelijk in deze beschrijving meenen te
herkennen. Indien dit ware geschreven door een ortho
dox predikant, dan zon als, verzachtende', omstan
digheid gepleit worden dat men bet dien menschen
niet al te kwalijk kan nemén dat zij zich vervelen
terwijl zy gedwongen' zya de verkondiging by te
wonen van allerlei ongerijmde stellingen en oudwijf-
scbe fabelen. Maar het is hjer een verkondiger der
nieuwe leer die spreekt, een man die op de hoogte
is der wetenschap," en deze, is het die het noodig oor
deelt zulk fceri streng oordeel uit te spreken. En dat
treft niet dezen of genen persoon, maar raakt den
stand in het algemeen. Men treft ze „hoe langer hoe
meer" aan,, zegt hij het is daarbij geen onbekende
zaak, .maar eene zaak die iedereen kent, die van pu
blieke notorieteit is, geheel ia overeenstemming met
het oordeel van professor vanOosterzee. Deze Minis
ter van Binnenlandsche Zaken -heeft daar echter niets
rap opgemerkt in, zijne, ambtelijke loopbaan.
Dat tevens een groot deel der openbare onderwij
zers de behulpzame .nhnd biedt aan de verspreiding
der moderne kerkelijke ideeën onder dé jeugd, kan
niet weersproken worden dit feit is, zou ik bijna
zeggen nog vangrooter publieke notcrietëit.
Ik herinner er aan hoe eonigeu tijd geleden in
eene vergadering te Amsterdam gehouden, waarvan
ik het verslag heb gelezen iu do Nieuwe Rotterdam-
sobe Courant, eene vergadering van modernen, de
opmerking- werd gemaakt dat het 'misschien voor de
modernen gevaarlijk was om hunne kinderen te sturen
naar een orthohox predikant ter catechisatie, omdat
zij dan wellicht te veel gewonnen zonden worden voor.
de 'orthodoxie. Neen,' werd er geautwoord, vreest
daarvoor niet, daar zorgt de openbare, school wel
voor; deze 'maakt wel dat het geloof wordt gedood.
Ik neem deze gelegenheid waar om hier tevens te
doen opmerken hoe weifug vruobt de liberalen zelf
verwachten van één uur godsdienstonderwijs per
week, hoewel zg' het ons willen doen voorkomen dat
daardoor al ónze bezwaren tegen de openbare school
zijn weerlegd, Dat de openbare school medewerkt tot
en do hand biedt aan de verspreiding van moderne-
begrippen, kan blijken uit'hetgeen het weekblad de
Vrgbeid, geredigeerd door moderne predikanten, zegt
in een van zijne'laatste noramers„Wij ziju er innig
van overtuigd, dat voor de handhaving en voortplan
ting van- liet. liberale beginsel op godsdienstig gebied
van de 'openbare school het meest heil te wachten is,
en zien dus in haar 'en in allen die voor haar iu de
bres springen, medestrijders voor do zaak, die tros
boven alles ter harto gaat."
Het wo'dt wijders door de modernen erkend dat
dc onderwijzers de personen zyn, die met succes de
modcrne loW op de openbare school verkondigen.
In cone toespraak, die -cénigo jaren geleden ge
houden is in do hoofdstad van liet gewest, waar do
tegenwoordige Minister van Bihnenlandaobo Zakeii
gedurende cenigo jnren zulk eene eervolle betrekking
heeft bekleed, ward door ;èen zeer modern predikant
aan zijne 'gemeenteleden op het hart gedrukt om toch
vooral te zorgen - dat de kinderen van jongs af aan
goed bekend"' werden met de moderne begrippen. Die
rede 'meende de spreker te moeten opdragen aan een
hem persoonlijk onbekenden mab, die hg alleen, uit
zijne geschriften had leertakkennen, een ooderwyzer en
directeur eenër normaalsohbo! in een der noordelyke ge
westen des Rijks. In die' opdracht wordt gezegd, dat
hij deze toespraak aan dien' onderwijzer opdraagt,
;al8 erkenning voor de gewichtige diensten, die deze
in zïjnfl betrekking als ooderwgzer en directeur cjjf
normaalschool aan de moderne richting had b'ewezeD,
En dit is geen wonder, want die onderwijzer komt
zeer rond voor zijne richting uit. Nog onlangs deed
hij dit een werkje dat waarschijtilyk ook wel aan het
Ministerie-wan Binnenlandsche Zaken zal zyn toege
zonden, getiteld„De aard en de roeping van de
volksschool." Daarin geeft hy ie kennen, wat volgens
hem aan een onderwijzer moet worden onderwezen.
Hy zegt daar dat men jeagdige onderwijzers vooral
op edele fignren in de geschiedenis moet wijzen^ en
verder: „Voor alles treedt hier b'èt evenbeeld"Vpn
Jezus op "'den voorgrond.'""Hij, de onovortroffen^'wpe
van raeusohelyke groQtbeid voor alle Volken en tijden,
moet den jongen onderwijzer in de volheid zyner
liefde, wijsheid en kracht voor den geest treden, en
in verderen leeftijd zijn .leven, denken èn werken eene
heiligende richting en kraoht geven.
„De onderwijzer moet een godsdienstig man zyn,
maar niet de man, die van de beschouwing mag uit
gaan, dat de mengch van natnnr bedorven en bcos
is, geneigd tot alle kwaad en ongeschikt tot eenig
goed. - ,v. *A
Na vraag ik in gemoedeis dat jie Neutraliteit,
die betracht moet worden, en kan men vaïi ons vor
deren, dat wy, die aan eene andere waarheid gehecht
zijn, onze jongelieden naar zulk een onderwijzer zen
den om dat te leeren P
Ik ding orerigena niets af op het karakter van dien
persoon uit zijne geschriften tooh blijkt dat hij een
man is, die het roet het onderwys goed meent.
Waar dus .de'Minister er zich ^op beroept, dat hij
in zijne ambtelijke Joopbaan -niets dergelijks heeft
waargeuomen, moet ik van mijne zijde tot de con-
olusie komen, Ast hy tengevolge van zyne drukke
bezigheden niet in staat is geweest om met een groot
getal van die onderwijzers kennis te maken. In het
gewest, waar de Minister geweest is .en dat hij üog
niet lang geleden verlaten heeft, had hij waarschijn
lijk kennis kunnen maken roet onderwijzers, die niet
beantwoordden aan bet ideaal, dat hy zich gemaakt
heeft.
In eene op eene onderwijzersverconiging in do
provincie Zeeland gehouden toespraak wordt ouder
anderen gezegd, dat er veel overdrijving en leugens
in tien Bijbel gevonden wordenterwijl de spreker
verder tot de conclusie komt, dat de wetenschappelijk
gevormde man dus in de cerate plaats de ouder
wijzer zich geheel möet scharen aan do zijde van
den giooten Darwin.
Om éon Btaallje te geven van do kiesohheid, van de
tccre gevoelens die de onderwijzers in de provinoia
bezielen, wil ik Blecbts een zeer klein gedeelfo uit
dien toespraak' voorlezen. .De spreker geeft do be-
schryving-van eene begrafenis en eindigt met deze
woordenNu nog een enkel woord van troost tot de
achtergeblevenen gesproken, nog eenige algbmeonplnat-
sën over zalig afsterven, vertrouwen iu den Heer,
blijden hemel, gelukkig wederzien, vrijgekoohten iu
Christus, en de comcdie is afgespeeld."