idea, het verscheldea van mr. Bl&aabeen her-
zijne rede eindigen, met de verklaring, dat
ininaal een monument op dienB graf mocht
n gesticht, d&arop de spreuk der ouden ge-
kon staan»Hp heeft zich verdienstelijk
akt jegens zgno Vaderstad."
wgl het zangerkoor inviel met het schoone
Ivollo lied van Lindpaintner Atis Grabe, wer- j
loor twee meisjes, sierlgk in bet wit met een
jerp over den schouder gekleed, de strikken j
iet omhulsel van het monument weggetrok-
n prijkte dit, beschenen door de herfstzon,
zijn eenvoud, die zoo uitnemend met bet ka-
r van den overledene in overeenstemming is.
is een plaat van wit marmer, waarop een tcm-
j gebeeldhouwd in bet midden waarvan het,
irguldo letters gevatte opschrift zich bevindt:
Hu
heeft zicu verdienstelijk gemaakt
jegens
zijne VaUEBSTAD.
DE BURGERIJ VAN GOES,
t staat op een voetstuk van arduin aaa bet
einde van bet grat, waarop een zerk ligt, met
woorden
Hier rust
mr. Martin us Pieter Blaaubeen
Burgemeester van Goes
Gebored" 20 Januari 1798
Gestorven 1 Juni 1879.
ebt «m lieflei jjk ruischte over den akker der
n bet lied, waarvan wg hier eene vrije ver
geren
^I)«n Mcmcbenrriend die trouw en eerlijk,
De» leveni plichten iteed» volbracht.
Zijn onze kiMgfiedereu gewijd
Wint hem verxwolg den nicht de» dood»,
SJecbU wenig« dagen zijn voorbijgegaan
Toen hij nog in onzen kring itoad;
Voor eenwig zy'n oog geiloter,
Dit, liefde biedend, liefde vond.
Wij *'>en, met tranen in de oogen,
»et lichaam geborgen in het gril-
Berrijd tweeft de gee»t tot eeuwig geluk
h'itr het Engelenkoor omhoog.
O. iluitaer .zacht!
bet eindigen van bet gezang nam de heer
der Bilt La Mottbe op nieuw het woord, en
zich nu tot de familie, aan wie hg bet rr.onu-
overdroeg, mot beleefd verzoek het wel te
aanvaarden als een blgk van toegenegen-
burgerij voor haren, ofschoon dan op hoo-
eeftjjd, nog te vroeg ontslapen burgervader,
jndigde met eene ontboezeming van zgn ei-
ivoel voor den vriend zjjnnr jeugd, met wie
r dan dertig'jaar had gewerkt en veel lief
ook veel leed had' gedeeld, terwgl hg ten
de verklaring, aflegde dat mr. Blaaubeen
t hij had gewrocht, steeds zou bljjven voort-
als een man van groote verdiensten jegens
vaderstad.
beer G. P. Blaaubeen betuigde nu, uit een vol
~d, zgnen dank en dien van zgne familie
de oer, zijnen^ overleden vader bewezen. Hg
fet zeggen, wat er in dat gemoed omging»
weder stonden bij de groeve die zoo kort
a het laatste overblijfsel van den dierbaren
r, maar thans omringd door eene burgerij,
en burgervader een gedenkteeken had op-
t, dat getuigde van baar liefde en van hare
teljjkheïd.' Nimmer zonden de leden der fa-
vergeten, boe lief de burgerij van GoeB dén
Je no/bad, eQ al vertoefden zij niet meer in
midden, in hun bart zou het 'mot onuitwis-
letterén gegrift staan. Uit naam van de leden
familie aanvaardde hg het gedenkteeken, met
achtigo verzekering, dat zij het in eere zullen
i niet alloon, maar het ook aan hunne kin-
zullen overdragen, wanneer zjj naar andere
sten mochten worden opgeroepen. Ook aan
-mité werd «en woord van dank gebracht voor
bemOBiingen en het geluk gewenscht met den
n uitslag zgner pogingen. Evenzoo werd een
van erkentelijkheid gesproken tot het Zan-
oor voor do uitvoering, van het zoo schoone
d. En ten 6lotte werden alle aanwezigen
oepen, dat de familie Blaaubeen steeds met
weemoedig0 vreugde aan dezen plechtigen dag
lijven denken.
p getroffen verlieten allen daarop de laatste
laats eene manB, wiens eeuwig streven is ge-
de gemeente, aan wier hoofd bij! meer dan
ren stond, in bloei en welvaart te doen toe-
en die zich daardoor een gedenkteeken had
.btj duurzamer en onvergankelijker, dan dat,
c thans zgne groeve versiert.
bet graf was 'een sierlijken en uitnemend
kten ijzeren krans nedergelegd, geschonken
Mevr. Van Hennskeler, dochter van den over-
-, terwijl des morgens bg den burgemeester
legram was onlvangon van Vrouwe Douairière
Ljjnden, uit Middelburg, waarin deze weduwe
den vroegoron Commissaris des Konings in
Zeeland hare instemming moten deelneming" IQ de
plechtigheid van den dag betuigde.
Gemeenteraad van Goes.
De Gemeenteraad hield j). Donderdagavond eene
openbare vergadering, onddr bet presidium va» dhr.
burgemeester, die door allo leden en den secretaris
werd bijgewoond. -
Na goedkeuring der notulen van de vorige.ver-
gadering werd gelezen een voorstel van Burgemees
ter en Wethouders betrekkelijk de vervulling^ der
vacature van een looraar aan de Meisjesschool; voor
Middelbaar Onderwijs, ontstaan door bet eervofont-
slag van dr. Jansen. Dit voorstel bad de strekking
lo om hen te machtigen eene tgdelgke verandering
te brengen in do regeling der lesBen in de natanr-
en wiskundige wetenschappen aan de Meisjessobool
an Burgeravondschool, en wel, dhr. Werner tfl^qnfe-
lasten van het onderwijs in de wiskunde aai de
Burgeravondschool en hem op te dragetf? het
onderwijs Id de natunrlgho historie (plant- en dier-
knndo) aan de meisjesschool; 2o dien leeraarvoor
zijn meerdere werkzaamheden eene toelage van^lOO
'ajaars te verleen en3o over te gaan tot dej. be
noeming van een leeraar in de wiskundige weten
schappen aan do Meisjes- en Burgeravondschool,
waartoe' werd aanbevolen dhr. G. Boodenbnroh^tnet
bepaling dat die benoeming zal zgn voorloopig .voor
een jaar. i.i,"
De beide eerste punten werden zonder beraad
slaging, met algemeene stemmen aangenomen,^ en
daarna met algemeene stemmen dhr. RoodeubnrcH
benoemd. Dhrn. Massee en mr De Jonge van
Ellemeet hebben daarbij geadviseerd als stetflop-
nemers.
De vergadering is daarna gesloten. -t -
STATEN'-GENEBAAL.
Onder dagteekening van den 18 Augustus b^eft
de atgetroden Min. t. Binnenl. Zaken, de Heer
Kappegne, aan de Tweede Kamer toegezonden een
rfota van inlichtingen op het adres van C.--P. ife»
telerkamp te Amsterdam, betreffende het ter.; visie
liggen van do kohieren der plaatselgfce directejbe-.
las tingen.
»In dat stuk leest men de artt. 264, 265 en n66
der Gemeentewetr'egelen de procedure voorde aardla
gen in de plaatselijke directe belastingen. B. en W„ pa-
ken een voorloopig kohier op. Zij, die daarop als aaiKe-
slagenen voorkomen, kunnen,achten zg zich bezwaard,
doleeren bg den Baad. Van de inlichtingen-ran
den Raad valt beroep op God. Staten. Geert po
king is ontvankelijk dan van hem, die door B,jhn
W. of door den Raad is aangeslagen en opkamt
tegen zijn eigen aanslag. Dit i* bg de behatöe-
ling der gemeentewet stellig uitgemaakt, de
geschreven ter visie ligging der ontvangene of.&of
den Raad vastgestelde kohieren die {den terffgn
loopen voor de indiening der bezwaarschriften ,e-
steld en Btrekt om een ieder, die er belang. S§
heeft" te weten of bg aangeslagen is en._ voor-: Cs'
veel de gelegenheid te openen, zich hieromt it
te vergewissen".
>Adressant wil, dat men onder een ieder niet i' ar
belanghebbende, maar ieder belangstellende zal ver$J a
en dit wel op grond van het beginsel van opent-, -
beid. Hot komt den Minister voor, dat dis ni^ 7 -
ging berust op eene handtastelijke petitie prmcipiO
den wetgever een ongerijmdheid in den mond 1
«De uitlegging door adress. verdedigd, leidt tij a
ongerijmdheid, dat de wetgever de openbaarma
niet heeft voorgeschreven waar hg wèl en daare J
gen wol heeft bevolen, waar zg in dat st-elsol niet| I
moeten zgn verordend. Het publiek toch
belang hebben do aanslagen to kennen, waarna^ m 1
belasting~geheveh wordt. Het kohier, door Ge -i
Staten'executoir verklaard, ligt evenwel niet tör «""Lj
Wel daarentegen bet voorloopig kohier, door Haf.
W. vastgesteld, niettegenstaande dit slechts een «aa
werp is, dat niets besliBt en voor algebeele wgzïi®
door den Raad en door Gedep. Staten vatbaar
«Er kan dus, naar do meening van den (afgetrekj
Minister geen redelijke twijfel zijn, dat de ter vy
legging in de artt. 264 eo 265 der gemeentewet AN
volen, moot beschouwd worden als een formal x\Jt'
ten behoeve van een ieder die belang heeft. W&j t
ring van inzage aan een bloot belangstellende^ or
daardoor in zgn recht van verdediging als belast
schuldige niet verkort wordt, schgnt hem noch
de wet noch met het algemeen belang in strgd», tred
In bet Regeeringsantwoord op het afdeeling«wj.
slag dgf Tweede Kamer over het aanhangig v^
ontwerp betrekkelijk de Amsterdamsche Kal
maatscbappg leest men het volgende: ^sKïf
Sedert, de indiening Yan het wetsontwerp"#^
gegrond vermoeden ontstaan, dat do Maatschapj.
tiantieel niet bij machte zal zjjn in het onderl:
der werken te blijvon voorzien. Aan do aam
houders is in bun algemeene vergadering var™ ur
Mei 1879 door de directie mededeeling godaanj
Jong
bet door baar aan de Regering geopperd voorstel,
om op billijke voorwaarden al hare werken met
al bare baten en lasten aan den Staat over te
doen.
»De Ministers van Waterstaat on Finantiön heb
ben bet dien ten gevolge noodig geoordeeld om
oen onderzoek in te stellen, dat nog niet is af-
geloopen.
Mocht de noodzakelijkheid blgken, dan zal een
nader voorstel aan de Staten-Generaal hiervan het
gevolg moeten zgn. Intusschen i6 het noodig, ook
op grond van de in het Voorloopig Verslag go-
maakte bedenkingen, dat omtrent het wettig be
staan der Maatschappij geen twijfel kan zgn.
>Om tegemoet te komen aan do vrees, dat oen
definitief uitstel tot 31 Decét^gS? 1880 nadeel voor
de belangen van den handel of van de werken zou
kunnen doen ontstaan, is de termijn voor de vol
tooiing van de werken in do wet van 1 Mei 1880
beperkt, met bevoegdheid aan den Koning om dien
termijn uiterlijk tot 31 December 1880 te verlen
gen. Dit kan noodig worden indien een voorstel
voor een schikking met de "Kanaalmaatschappij aan
do Stat en-Generaal mocht kunnen worden aange
boden en de beslissing daarop, zoo als waarschijn
lijk het geval zal zgn, niet vóór 1 Mei 1880 mocht
zgn gevolgd."
Het eergister door de Regeering aan do Tweede
Kamer medegedeeld besluit tot intrekking van bet
wetsontwerp voor koetelooze overmaking van spaar
penningen door tasscbenkomst der postergen is ge
grond op de overweging: dat de behoefte aan ge
legenheid om, door tasscbenkomst van de postergen,
spaarpenningen aan en van bizondere spaarbanken
over te maken, ophoudt te beBtaan, zoodra de Staat
zelf als beheerder eener spaarbank optreedt, die,
gelet op de vele plaatsen, waarin gelegenheid zal
zgn daarin gelden te beleggen en daaruit gelden
terug te nemen, onder elks bereik zal zgn gebracht.
Voor kostelooze overmaking van gelden ten be
hoeve van particuliere spaarbanken en portvrije ver
zending van brieven en verdere stukken, <iie tot
overmaking betrekking hebbende,bestaat in, ver
band met de oprichting eener Rjjksspaarbank voor
bet gebeele land,geen voldoende grond.
Daarenboven is te vreezen, dat indien do kanto
ren der posterijen hun tusschenkomst zullen moeten
vefleenen niet allen ten behoeve van de postspaar
bank, maar ook voor de particuliere spaarbanken,
zulks in de practjjk tot allerlei moeijelgkheden en
"bezwaren zou aanleiding geven.
Aan het verslag van bet door de Commissie van
inspectie over de Koninklijke Militaire Academie
aan Z. M. den Koning ingediend rapport, is het
volgende door ons ontleend.
De sterkte van het corps kadetten bedroeg 214
hoofden waaronder 12 kadet-sergeanten en 25 kadet-
korporaals; die van de bij de inrichting gedetacheerde
onderofficieren en minderen 122 man.
Het goede militaire voorkomen der kadetten, de
zorg die aan hunne kleeding en uitrusting was be
steed en de nauwkeurigheid en vaardigheid waar
mode zoowel bij de inspectie als bij de later ge
houden infanterie-exercitiSn de verschillende bewe
gingen werden uitgevoerd, maakten op de com
missie een zeer gnnstigen Indruk. Een en ander
gotoigde dat de militaire opvoeding der kadetten
zeer ter harte wordt genomen.
Het gedrag der kadetten i6 in 't algemeen zeer
goed, zelfs uitmuntend te noemen. Bjj het nazien
van de strafregisters is 't gebleken, dat men weinig
straffen heeft behoeven op te leggen en dan nog
slechts, op een enkele uitzondering na, voor kleine
vergrijpen.
De gezondheidstoestand is zeer bevredigend. Tij
dens het bezoek der commissie werden 7 kadetten
in de ziekeninrichting der Academie verpleegd.
De voeding van de kadetten is voldoende en goed.
De oordeelkundige wijze waai op deze is geregeld
en de orde en netheid, die in de keuken en in de
bewaarplaatsen der levensmiddelen heersebten, ga
ven de Commissie de overtuiging dat de officieren
die onder bet toezicht van den Gouverneur met
de zorg van de voeding waren belast, bun taak
met nauwlettendheid vervulden. -
Hoewel de resultaten van het onderwijs volgens
de wet van 1877 nog niet volledig beoordeeld kun
nen worden, meent de commissie toch voorloopig
het oordeel^, te mogen uitspreken dat de richting
van bet onderwijs goed is.
In het eerste studiejaar (en ook dit jaar viel
zulks op te merken) ondervinden enkele kadetten I
moeielijkheden om de studiën to volgen, hetgeen
hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan bet
onfleiwijs, vóór de toelating aan do Akadeinio ge
noten. Het is dan ook onzeker of die kadetten
in het overgangsexamen voor bet tweede studie
jaar zullen slagen. - Overigens doen do driomaan-
dolijksoho lijsten, de aanleg, de vlijt en de vordo-
ringen der kadetten voordurende, zoer bovredigende
uitkomsten kennen. Bij het eindexamen der ka
detten van bel 4e studitgaar hebben drie hunner
niet aan de gestelde eiscbon voldaan, zoodat dezen
den cursus van dat studiejaar andermaal moeten
volgen.
Bij het van 28 Mei tot 14 Juni afgenomen eind
examen van de 2o luit. der artillerie en genie,
gedetacheerd bij de applicatiescbool, beeft I twi - )q
luit. der artillerie en 3 tweede luitenants der guuie
niet aan het examen voldaan, zoodat ^ij den r(?i«ls
doorlopen cursus nogmaals moeten bywooetf.
Ten slotte verklaart de Commissie dat de in
spectie op haar een zeer gunstigen indruk beeft
gemaakt. Zij heeft de overtuiging verkregen, dat
dc Gouverneur en de eerste officieren zich op zeer
oordeelkundige wijze van bun zwaro taak kwijten,
terwgl alle officieren en burgerbeambten zich, vol
gens de verklaring van den Gouverneur, beijveren
om op de beste wijze tot het belang dor inrichting
mede to werken. Onder de kadetten beersebt
een goede kameraadschappelijke geest, die echter
de militaire discipline volstrekt niet uit 't oog doet
verliezen.
De Commissie aarzelt dan ook niet, als hare
overtuiging uit te spreken dat de Kon. Milit. Aka-
demie onder leiding van haren Gouverneur, ten
volle aan bare gewichtige bestemming beantwoordt.
PER TELEGRAAF.
's Gravenbage, 29 September 1879.
Tweede Kamer. Heden zgn ingekomen do sup-
plotoire begrooting van justitie over 1879 en het
Koninklijk besluit betrekkelijk het verlof van pro
fessor Modderman.
BLITENLANDSCH OVERZICHT.
Dat Engeland verblijd en bedroefd is" door den
loop der omstandigheden, is zeer verklaarbaar. Ce-
tawayo is in Kaapstad of wordt er elk ©ogenblik
verwacht. Keurige kamers heeft men voor hem in
gereedheid gebracht in de citadel, en alles wat ge
riefelijk is wordt niet gespaard otu den gewezen
koning het leven gemakkelijk te maken. Of bij
echter er zgn schik in zal hebben 'i Die vraag zul
len wg maar niet beantwoorden. Een koning die zoo
uit bet volle genot en besef zgner vrijheid in ge
vangenis, al is bet dan wat meer rijk en gemak
kelijk, overgebracht wordt, zal wel van overgang
Weten te spreken.
Generaal Wolseley kan nu aan zijne nieuwe or
ganisatie beginnen. Hg is reeds te Utrecht aange
komen en al de Zoeloe-opperhoofden hebben zich
onderworpen.
Maar toestaan do zaken in Afghanistan? Ineen
woord slecht. De cholera heerscht onder de troepen
en nog veel moeite hebben zij bovendien om door
den Kbyberpas te geraken. Zeer veel heerscht de
cholera nog wel Diet, docb de vrees wettigt zich dat
die verslindende ziekte zich allengs meer zal uit
breiden.
De Rumeënsche Regeering heeft bij de kamers der
Mogendheden een wetsontwerp ingediend betreffen
de bepalingen van veranderingen in de Grondwet,
omtrent de naturalisatie der joden. Volgens dat ont
werp zouden zij d*e in Ramenie geboren waren en
eenig handwerk uitoefenden, na 10 jaren daar ge
woond te hebben bet burgerrecht verkrijgen. Zon
der op geloofsbelijdenis meer te zien geldt deze bepa
ling voor allen. Nu is het nog wel de vraag of de
Mogendheden deze bescbeidene tegemoetkoming der
joden wenschen, zuilen goedkeuren doch eeff Ru-
meen die kennis heeft van de zaken, verklaarde dat
slechts eene geleidelijke vervulling daarvan kan
plaats vinden, want anders zouden do grondbezittin
gen van inboorlingen spoedig allen in handen der Jo
den vervallen. Zij mogen zich overa.1 vestigen behalve
aan de Dobrndscha. Menjdenkt dat van de 400000
Joden ei^fWtot de uitverkorenen zullen bebooren.
Weder schgnt eene nadere oplossing der Turksch-
Grieksctle grensregeling te wachten te zijnalthans
de troepen, die zich aan beide zijden der grenzen
hadden opgehoopt, hebben bevel ontvangen terug
te trekken.
Aan het bezoek van Prins Bismarck aan den nieuw
benoemden* Oostenrijkscben kanselier, hecht de Eu-
ropeesche pers in het algemeen, en de Russische en l
Duitscbe in het bizonder veel gewicht. Men spreekt
reeds van ontwapening der staande legers in Duitsch-
land en Oostenrijk terwijl die landen ook zouden be- 1
proeven andere Rijken tot diezelfde daad te brengen.
Wij voor ons gelooven echter dit niet, want Prins i
Bismarck, den »ijzeron staatsman-», zal maar zoo licht
niet die prachtige en flinke legers naar huis laten
trekken. Veel te dikwijls reedB 'heeft bij zijn doel I
bereikt met deze legers. En do oude, aebtenswaar- j
digo keizer? Zou bij, die in Straatsburg met zulk j
oen oog van welgevallen die prachtige korpsen min-
schouwde, die kalm laten uiteen gaan. Maar is het j
nu in de oogen der Regeer ing van Duitscbland eii Oos-
tenrijk klaar geworden, dat ontwapening voor landen
tot een zegen zou kunnen zijn, dan is het te hopen,