NIEUWE GOESSCHE COURANT. Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland. No. bO. Vrijdag 28 Juni 1878. Dertiende aargaiig. JtoBGnd. V Won w I Berg. op 2»« I Woen*dr *Rillan<L... (Krabbend.. JKrniningea *VUke Bietelinge- j Goeg7,40 «'•H.Arendi 7,54 I Arnemnid. 8,8 f Middelb. 8,16 I Vli88.«tad 8,26 bav. 9,5 11.55 8,10 7,8 7,62 8,45 9.15 12.6 8,55 9,26 12.20 3,34 7,25 9.10 9.88 12,80 9,19 9.52 12.46 9,88 9.58 12,63 4,1 9,89 10,8 1,5 4,21 9,49 10,13 l.H 9.54 10,24 1.22 4.86 10,5 i0,84 1.83 4,47 8,6 9,45 10,16 10,42 1.41 10,24 10,59 1.58 10,41 11,10 2,7 5,20 8,85 9.1 10,15 10,62 11,19 2,15 10.25 11.— 5,30 8,45 9,10 VIi.86. »tad" 6,— Middelb. 6,12 Arnemnid. 6,20 'iH.Arend» 6,86 Goes..6,47 7,88 8,45 9,7 7.80 8.85 12.45 12,57 1.4 1,1» 1.29 1,40 1.47 1,57 2,7 2,18 2,27 2,40 9,50 8,50 10,5 8,13 3,87 4,27 8,45 1 9.7 9,22 I 9,301 2,52 4,40 8,1 4,50 BOOSeJldA daar retainer* worden opgenomen of ui teel* ten. Dcje Courant r»ncbijnt, nitgetonderd op Christelijke feeitdagen.de» Maandag» en Donderdag* avond*. Prij» kwartaal 0,85. fr. p. po»t 1,—AfxonderHike PrÖ* der Adrertentfen 10 et. per regel, groote letterden rigaetten naar plaataruimt^, Geboorte-, bnwelyk» en doodberichten ran 15 regel a 50 Alle 8ttikJteD de redactie betreffende, sreliev* men minstens één dee vóór de niteave franco te tezetme»1 a»n den Uitgever A.C. DE JONGE 5.40 5,52 6, 6,16 6,28 6.41 6,49 6,55 7.6 7,18 7,82 7,45 1,10 1 Nommera f 0,05. cent. sji. te Goes. B* 1 C3 so g Bij dit nummér behoort een Bijvo^teL ^G^EE^E^STuljR. openbare vergadering van DBN BAAD der GEMEENTE GOES, op Zaterdag den 29 Juni 1878, des namiddags te 3 uren. Goes, den 27 Juni 1878. De Secretaris. hartman. Punten van Behandeling t 1. Mededeelingen, ingekomen stukken. 2. Beaoemiog dei leden van de Commissie van toe zicht op de inrichtingen van Middelbaar Onderwas. 3. Ontwerp-verordeningen op de heffing en invorde ring der belasting op de staanplaatsen. 4. Af en Overschrijving op de begrooting van 1877 OEVEBDEEESSIE. Onlangs in de Vergadering der Provinciale Sta ten van Zeeland, bjj de behandeling van aanvragen van eenige polders in Noordbeveland om Calamiteu3 verklaard te worden, werd als in het voorbijgaan de vraag uitgesprokentot hoeverre een aan zee gelegen polder, genoodzaakt zon kunnen worden om verdedigingswerken ait te brengen. Er werd daarbij gewezen op de burgerlijke wet, waarbjj, als eigendom van den Staat, genoemd worden de stranden der zee, ja ook de oevers van bevaar bare rivieren; en ook op da Grondwet, waarbg het Hoofd van den Staat op zich neemt om het grond gebied te verdedigen en te bewaren. Men zou verder kunnen vragen: brengt deze ver- pligtin^ tofc bewaring van het grondgebied, das ook van de stranden, niet mede, dat de Staat ter be- waring/van zgn grondgebied, aan zijne stranden de noöllïge werken make, opdat de bedgkte landen, waarvan het Staats-strandgebied de niterste uit einden zgn, tegen het geweld der stroomingen be veiligd worden. Of zou de verdediging van het Staats-strandgebied m^ar eenvoudig aan den polder moeten worden opgedragen en overgelaten, of zou deze zelfs daartoe worden gedwongen? Zon men even zoo handelen, indien eene vijandelijke krijgs- magt de land-greozen kwam bedreigen, zou men dan maar aan de moest naburige stad of dorp, de verdediging overlaten, of zelfs daartoe dwingen Zou buitendien de Staat die de baten zijner stranden weet te nuttigen, gelijk .bij ook van het land een deel der opbrengsten, onder den naam van grondbelasting trekt, niet wederkeerig tot ver dediging van het een, zoowel als van het ander gehouden wezen Is het van een aan zee gelegen polder wel te vergen dat hij zijne verdediging verder dan zijnen dijk uifcstrekke? Mag de polder van wiens gronden aan het rijk schatting betaald wordt, gedwongen worden, om ten zijnen hostehet domein van den Staat te verdedigen, omdat deze - stranden voor zijnen zeedijk liggen Zon de wetgever van 1855 wal, diep genoeg in de zaak zijn doorgedrongen om bij de gegevens bevelen den grondslag dér billijkheid niet te ver laten? Bg de beraming van oeververdedigingswerken, is er meermalen verschil tusschen den waterstaat en de polders. Dit verBcbil loopt niet altjjd over de wijze van verdediging, maar wel over de kosten daarvan. De waterstaat gaat meestal alleen te rade met hetgene bij tot goede verdediging noodig acht; met de onkosten daarvan behoeft hjj zich niet in te laten; maar de polder heeft wel degelijk ook met den vermogenden factor zgner financiöele krachten te rekenen. v De Waterstaat beeft, bij de beraming van oever verdedigingswerken, ook mede eqnigszins het alge meen belang in het .oog; zgne iVerdedigingsplan- nen strekken zich dan ook uit tofc"behoad van meer dere uitgestrektheden, en dit ook zeer natuurlijk; maar de polder kan niet verder dan tot zelfebe- houd werkzaam zgn; meerdere uitbreiding is buiten zgn kring en buiten zgn financieel vermogen. Tot bestrijding der kosten van zeeweering aan den dijk, moge een polder in staat wezen, tegen die van onderzeesche oeververdedigingzinkwerken enz. is geen polder van 200 tot 400 bunders, zoo als in Zeeland veelal het geval is, bestand. Deze kosten zgn dadelijk zóó enorm, dat zij al spoedig de capitaalswaarden bereiken van den geheelen pol der, die dan slechts to kiezen heeft om zich totaal uit te putten of te vergaan I Zoo iets is geen regte toestand, en kan daarom door een wjjs wetgever niet worden geöischt, en daarom is het wenscbolijk dat, bjj herziening van dienaangaande bestaande wetten, meer gelet worde op de pligten, zoowei als op de regten van den staat, en dat ten aanzien van hetgene van de polders te vergen is, met de billijkheid worde rekening ge houden. V. Bovenstaande ontvingen wij van geachte rijde. Gaarne rni- men wij daarvoor de plaats in van ons hoofdartikel. VOLKSPETITIOfflEMEST. Maandag avond 24 Juni werd onder Presidium van den WelEerw. heer ds. D. de Pree, in de chris telijk school alhier, de uitgeschreven vergadering ge houden, die door p. m. 60 personen werd bijgewoond. Na psalmgezang opende ZEerw. dezelve met gebed, en zette het doel der samenkomst, uiteen. Aller eerst stelde de Voorzitter voor om .het bestaande adres in aansluiting van dat der Heeren Brummel- kamp c. 8., dat reeds met 187 handteekeningen was voorzien, te vernietigen, en dan te trachten o. m. in plaats daarvan ook diezelfde namen op het door het Hoofdcomité te Amsterdam ontworpen adres te krijgen. ZEerw. achtte laatstgenoemd adres doel matiger omdat le daarop het kinderental wordt aangegeven; 2e ouders, voogden en belangstellenden duidelij ker onderscboiden worden; waardoor het overzicht vergemakkelijkt en de sta tistiek zuiverder wordt. Wordt thans aan laatstgemeld adres ook om die reden de voorkeur gegeven, dan acht ZEerw. vernie tiging van het eerste noodzakelijk ten einde den gang van zaken niet immoreel te maken, onze kracht toch moet niet liggen in een groot aantal onder teekenaars, maar in God die ook deze zaak tot een hem -verheerlijkend einde kan doen nitloopen. Duidelijk toch, vervolgde spreker, wordt thans de strijd, tegen al wat christendom is, laangebonden, dezelfde strijd in 1878 reeds door de Redactie der Midddbxlrgsche Courant uitgesproken, en daartegen hebben wij slechts te getuigenwij hebben alleen den koning te zeggen dat ons de Bijbel, door onze vade ren met goed en bloed in eere gebracht, te dierbaar, van te groote waarde is, dan dat wij stilzwijgend kun nen gedoogen dat het gebruik van dien Bijbel ons op onze school onmogelijk zou worden gemaakt, wij hebben Z. M. te vragen zijne sanctie aan het wets ontwerp Kappeijne niet te willen verleenen. En dat moet geschieden door allen die het met de zaak Gods waarachtig ernst is bovendien moet het cijfer dier onderteekenaars zuiver zijn, wat niet het geval zou zgn wanneer tweemaal dezelfde namen op adressen van dezelfde strekking voorkomen. Op grond van uit Amsterdam bekomen inlichtingen, die werden voorgelezen, meenden sommigen het bestaande adres te kunnen behouden, zonder daardoor juist do zede lijke waarde aan het thans voorgestelde (al werd het ook door al die 187 weder get eekend) te benemen. Anderen mogen 'tzoo inzien, repliceerde de voorzit ter, maar ik heb geen vrijheid mijn stem daaraan te Ieenen. Zonder verdere, bedenking werd daartoe besloten om in aansluiting van bet Hoofdcomité te Amsterdam dat adres ter teekening aan te bieden. Ds, Huet meende dat het bewuste adres aan de Kamer moest worden gericht,' omdat de wet met medeweten des Koninga was ingediend; - ZEerw. noemde het adresseeren aan Z. M. eenvoudig het maken van een manifestatie. Reeds 20 jaar achtereen, antwoordde de voorzitter, is gebleken wat wij van onze Kamer hebben te wachten; naar het slaken van gewetensklachten wordt niet geluisterd, adressen die haar reeds vroe ger werden aangeboden vinden een spottend ont haal en zoo dat het geval niet is worden zij zonder er nota van te. nemen ter zijde gelegd. Zeer be wust zijn wg, vervolgde spreker, wanneer wjj de zaak uit een constitutioneel en parlementair oogpunt beschouwen, dat, wanneer de Koning, die onrecht matige handeling inziende, zgne sanctie weigerde, er zeker een ontbinding" èn van den ministerraad èn van de Kamer opvolgen zou; en al moest dan ook een volgende Kamer die zender twijfel van 't zelfde allooi zon zgn, hetzelfde lot ondergaan, zoodat een grondwetsherziening onvermijdelijk zou worden, daar hebben wij ons niet aan te storen, eerst dan toch zou de Onrechtvaardigheid van ons kiesstelsel en census in bet helderst licht komen. Neen wat er ook van kome! wg staan met God in rekening, en waar zgn naam en daarmöe onze teerste belaugen worden aangetast, hébben wij volle vrijmoedigheid, ja is het ons een dure roeping, tot dén troon des Konings met ons smeekschrift te na deren, en te vragen of het zgne Majesteit behage ons staatsburgeriijkreebt te willen handhaven. Nog mannelijker werd des voorzitters taal toen hg ver volgde: Wij stelden ons voor de toekomst aan sprakelijk; de ervaring toch leert ons dat een school Zonder Bijbel, den mensch tot het allesverdervend socialisme henenvoèrtde zaak is ons te heilig, in spanning van al onze krachten ia gebiedend nood zakelijk, om met Gods hulp te trachten in dit hachelijk tijdsgewricht het dreigend gevaar nog te Niettegenstaande allen daarmede reeds wel ken nis zullen hebben gemaakt, werd het adres dat ter teekening zou worden aangeboden, der verga dering voorgelezen, waarna werd besloten het be stuur der Christelijke school te machtigen nog eenige leden aan zich toe te voegen, ten einde als Comité ter regeling dezer zaak, handelend op te treden. Voornoemd Comité zou zich in verbinding hebben te stellen met personen ten platten laudó die zich ook daar de zaak aantrekken. De ver gadering sprak de wenschelijkheid ait zooveel doen lijk het adres eigenhandig ter teekening aan te bieden, ten einde bij eventuöele vragen de noodige inlichtingen te kunnen 'gevenvoor hen, die niet te bereiken zgn, zal het op de een of andere plaats -ter teekening worden gelegd, waar dan vooraf de noodige publicatie zal gedaan worden. Nog werd bepaald bij openbare bedestonden door het Comité uit te schrgven/ gezamenlijk Gods ze gen over onze pogingen, te vragen. De voprzitter eindigde deze samenkomst, met een krachtige aansporing tot het gebed. Met het adres hebben wij belgdenis af te leggen, ons geloof te belichamen; maardaafc ook onze binnenkamer bjj al dat .werken getuige zgn van menig gebod dat met verootmoedigde harten ten hoogen stgge, opdat het den Koning dor koningen behage, het hart van onzen Oranjetelg te njjgen, zgn naam nimmer tot zulk een ontwerp te leenen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1878 | | pagina 1