NIEUWE lOËSSCHËlilRlNÏ. Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveiand. v Hoofdelijke Omslag. a t t Bijvoegsel, behoorende bij No. 73 van Dinsdag 19 September 1876. - GEMEENTE-BESTUUR. 'De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 13 Juni 1876 ie de volgende V3S.05.DB1T:. ITO- ,op db hebbing .van ben HOÖFDELIJKEN OMSLAG m DE GEMEENTE GOES. Art. 1. Te beginnen 'met 1877 wordt in de Goes een Hoofdelijke Omslag geheven tot ee van hoogstens 28O00,— in het jaar, onverminderd hoog stens 5% voor het bedrag van het suppletoir kohier. Art. 2. De belasting wordt geheven van allen, die geacht worden een jaarlyksch zuiver inkomen te hebben van/200, - ot meer, met inachtneming der voorschriften van art. 6 der wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad no. 79)—-art. 245 der Gemeentewet Art. 3. De heffing geschiedt naar het zuiver inko men der belastingschuldigen, tot bepaling waarvan de regels gelden, in de artt; 4, 5 en 6 dezer Verordening, gesteld. Art. 4. - Als voordeel komt bjj de bepaling van het zuiver inkomen in aanmerking al hetgeen in geld of in vruchten (eigen gebruik daaronder begrepen) genoten wordt, uit: a. eigendom of bezit van onroerende goederen, van daarmede gelijkgestelde zakelyke rechten en van roe rende goederen; b. pensioenen, wachtgelden, lyfrenten, uitkeeringen uit weduwenfondsen, levensverzekeringen en dergelyke; c. uitkeeringen door wie ook verstrekt; d. industrie, handel, bedryf, arbeid en onderneming; e ambten, bedieningen en betrekkingen; f. toelagen, vübonden aan tydely*e bedieningen ot commissiën en verder nit alles, wat nit anderen hoofde wordt genoten. Art. 5. Als nadeel daarentegen worden de volgende uitgavén in rekening gebracht: a. alle onderhoudskosten van gebouwde eigendom men; b. de hiervoor te betalen assurantie-penningen; c. de grond- en polderlasten, op de vaste goederen drukkende d.de daarop gevestigde renten en uitkeeringen; le. de interessen van kapitalen, onverschillig of die al dan niet onder verband zijn opgenomen f. de nitkeeringen, aan wie ook verstrekt; ff. de buiseljjke omstandigheden, welke den belas-, tingschuldige bizonder drukken; h. de bijdragen in het pensioenfonds, die ambtenaren, krachtens wettelijke verordeningen, moeten storten; i. bureau-, reis- en verblijfkosten, voor zooverre die begrepen zijn in de bezoldiging uit ambten en bedienin gen, en deze naar hare bruto-opbrengst als voordeel in rekening zijn gebracht. Art. 6. Het verschil tusschen de som van al hetgeen als voordeel in rekening gebracht is, en het bedrag der uitgaven, die als nadeel in aanmerking komen, wordt geacht het zuiver inkomen te vertegenwoordigen. Art. 1.De belastingschuldigen worden, naarmate van hun, overeenkomstig het vorig artikel berekend belast baar inkomen, in ce op de volgende tabel voorkomende klassen geplaatst. - Hun aanslag wordt naar het middelcyter van iedere klasse berekend, en wel door van dat ci-fer zooveel pro cent te heffen als jaarhjk.-, na dat het aantal belas tingschuldigen in de. verschillende klassen bekend is door den Gemeenteraad zal worden vastgesteld. De heffing geschiedt in de verhouding door het "in kolom 3 der bovengenoemde tabel vermelde cijfer aan- 24 25 26 27 28 Vermoedelijk inkomen. - 4701 - 5401 - 6201 - 7101 - 8001 - 9001 - 10001 - 5400 - 6200 - 7100 - 8000 - 9000 - 10000 - 12000 ï1' «v. -Sfc fl. Vermoedelijk inkomen. Verhoudings- getal. 1 Van 200 tot 225 2 u 226 - 250 3 J a - '251 a - 300 4 a - 301 - 350 5 a 351 - 450 6 .li - 451 - 550 7 .- 551 - 650 8 u 651 - 800 9 - n 801 - 950 10 951 u - 1100 11 n - 1101 - 1300 12 1301 - 15.00 13 1501 - 17110 14 - 1701 - 2000 15 2001 - 2300 16 2301 - 2700 17 - 2701 - 3100 18 o 3101 3600 19 »- 3604 - 410O 20 a - 4101 - 4700 1 W, ï't 2 2'/, 2'/. 3 - 3';/ 3V=. 3i/« 4 4 4»/, 4 /i ?v a,js - 12001 - 15000 - 15001 - 20000 - 20001 - en meer voorts van iedere vijfduizend gulden meer inkomen steeds naar het zelfde verhondingscyfer. als by de 30ste klasse is aangegeven. Art. 8. Het inkomen is, voor zoover het bestaat uit revenuen, bedoeld in art. 4 sub a, b en c, voor het geheele bedragen voor zoover het wordt genoten uit inkomsten, in hetzelfde artikel sub. d, eonf gijftberad, voor drie vierden belastbaar. Zjjnde op deze verordening de vereischte goedkeuring verkregen bjj Koninkljjk Besluit van 10 Augustus 1876 No. 27, terwyl de invordering der belasting moet ge schieden volgens de door den gemeenteraad in de ver gaderingen van den 9/13 Juni 1876 vastgestelde VERORDENING ob de INVORDERING VAN DEN HOOFDELDKEN OMSLAG in db GEMEENTE GOE8. Art, l. Aan ieder, die vermoed wordt belasfa'ngplich- ti~ te.zjjn, wordt vóór den 31 'Januari-van elk jaar, vanwege Burgemeester en Wethouders, een aangiftebil- jet uitgereikt, dat naar een door dit College vast te stellen" model ingericht is, en waarop de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 én 8 der verordening op de heffing van Ren "Hoofdeijjken Omslag in de gemeente Goes, en de arti kelen 3, 4,'.5, 6, 7, 16 efa 17 der yerordening op de' invordering van genoemde belasting zijn afgedrukt. Art. 2. Op het in 't vorig artikel bedoelde biljet worden de volgende vragen ter beantwoooding voorge steld: 1°. Bedraagt uw belastbaar inkomen, berekend over eenkomstig de bepalingen der artikelen 4, 5. 6 van da verordening op de heffing, meer of minder dan ƒ200? 2°. Zoo ja; in welke der by artikel 7 der verorde ning op de heffing gestelde klassen behoort gy geplaatst te worden? 3°. Hoeveel meerderjarige kinderen of andere -perso nen. eigen inkomsten hebbende, wonen by u in ,en welke zyn hunne namen en voornamen? Art. 3. Het biljet wordt tusschen den 8sten en den 14den dag na de bezorging afgehaald.' Indien dit,.op den 14en dag niet geschied is, zijn de belastiog-plichtigen gehouden hun biljet binnen vier da- gen daarnater secretarie te fug te bezorgen. Art. 4. Dè. belasting-plichtigen, die op 31 Januari geen aangiftbiljet hebben ontvangen, zyn verplicht dit binnen vier dagen na dit tijdstip ter secretarie afte halen. Zy zyn, bijaldien hun biljet tusschoD den 8n en l4n dag na de verkryging niet wordt afgehaald, gehouden, over eenkomstig de bepaling, vervat in de laatste zinsnede van het vorig artikel, te handelen Art. 5. Voor. personen, die niet kunnen schrijven, kan de invulling kosteloos geschieden by ophaling der biljetten door don hiermede belasten beambte; in de gevallen,, bedoeld bij de beide vorige artikels, door den Secretaris of Griffier, en kan de onderteeke- ning geschieden door èen kennelijk merkteeken, door den aangever eigenhandig te stellen in tegenwoordigheid van twee getuigen, die zulks door hunne onderteeke- ning bevestigen. Art. 6. Ten opzichte van het inkomen van den min derjarige, van den onder-cuvateele-gesfcelde, of van hem, over wiens goederen een bewindvoerder is aangesteld of van de gehuwde vrouw, die inkomsten heeft, buiten de huwelijksgemeenschap vallende, worden de in arti kel 2 gestelde vragen geacht te zijn gericht tot den vader of voogd; den curator, den bewindvoerder of echtgenoot. - Art. 7.. De belasting-plichtigen, die de beide eerste vragen, vermeld-in artikel 2 dezer verordening, niet of onvoldoende beantwoorden, werden geacht ambtshalven aanslag te verlangen. Art. 8: Vóór 1 April van elk jaar wordt door Bur-. gemeester en Wethouders het-kohier voor den oinslag ontworpen, met inachtneming der regels, gesteld by de artikels 9 en 10 dezer verordening. Art. 9. De belasting-plichtigen, die aangifte van de klasse, in welke zy geplaatst moeten worden, gedaan hebben, -worden daarin door Burgemeester en Wethou ders gebracht, indien de aangifte vermoed wordt juist te zyu. Zy, wier aangifte daarentegen onjuist voorkomt, alsmede zy,. die door do niet of niet voldoende beantwoording der gestelde vragen te kennen gegeven hebben, dat zy ver langen' door het dageljjksch bestuur te worden geschat, worden door Burgemeester en Wethouders ambtshalve op het kohier gebrachl. - By iederen aanslag, hetzjj na gedane 'aangifte, het zy ambtshalve, wordt gelet, behajve op de bepaling vUn de artikels 4 en, 3 der verordening op de heffing, op den uiterlyken stand, de levenswijze en de verteringen j der belastingschuldigen en op den aard en den omvang der bedrjj ven of neringen. Art. 10. De belasting plicbiigen, die aangifte hebben gedaan, worden niet ambtshalve aangeslagen, zonder in de gelegenheid gesteld te zijn, -hunne aangifte toete- lichten. Art. 11. Burgemeester en Wethouders geven aan do belastingplichtigen, die, na eigen aangifte, ambtshalve worden aangeslagen, hiervan kennis vóór het Kohier overeenkomstig artikel 264 der gemeentewet ter Secretarie ter visie wordt gelegd. Art. .12. Op de door Burgemeester en Wethouders voorloqpig vastgestelde en ter visie gelegde Kohieren wordt vermeld, welke aanslagen naar eigen, aangifte welke ambtshalve zyn geschied. Art- 13. Indien bij den gemeenteraad bezwaar ontstaat om belastingplichtigen voor hét door Burgemeester en Wethouders voorloopig vastgesteld bedrag aan te slaan, zullen die belastingplichtigen worden opgeroepen voor eeue, alsdan nader door en uit den Raad te benoemen Commissie van drie leden te verachynen, teneinde omtrent dien-aanslag te worden gehoord en zal daarna op het rapport dierCommissie door den Raad worden beslist. Art. 14. Nadat het kohier van Gedeputeerde Staten is .terug, ontvangen, wordt het door Burgemeester en Wethouders in handen van - den Gemeente-Ontvanger gesteld ter invordering... Deze ambtenaar geeft den spoedigste aan iederen be- iastingschuldige kennis van hét bedrag van zyn aanslag by een kosteloos uit te reiken biljet, ingericht overeenkom stig eendoor Burgemeester en Wethouders voor teschryven model. Art. 15. De aanslagen worden by tiende gedeelten, waarvan het eerste verschynt 1 Maart en elk volgend óp den eersten van iedere maand, ingevorderd,, met dien verstande, dat in de maand waarin het kohier in handen van den ontvanger wordt gesteld, de reeds verschenen termynen dadelyk invorderbaar zyn. De kosten van het zegel der quitantie worden casu quo met den eersten termyn betaald. De betaling geschiedt ten kantore van den Gemeente ontvanger, met uitzondering der aanslagen in de klassen .door Burgemeester en Wethouders te-bepalen; wanneer zy, indien dit door de betrokken belasting-plichtigen verlangd wordt, van 1 Mei in wekêlyksche of maandelyk- sche termynen aan de woningen der belasting-plichtigen vanwege den Gemeente-ontvanger zullen worden opge haald. Art. 16. Aan personen, die in den lóóp des jaars hun hoofdverbljjf in de gemeente vestigen of "aldaar langer dan drie maanden verblijf houdeir, wordt binnen eene maand, nadat zij belastihg-plichtig worden, het aangiftebiljet, bedoeld in artikel 1 en 2, uitgereikt. By gebreke daarvan zyn- zij verplicht dit ter Secre tarie aan te vragen. De bepalingen der artikels 3, 4 laatste alinea, 5 en 6 zyn ook hier van toepassing. Art. 17. De in het vorig artikel bedoelde belasting plichtigen worden op Suppietoire Kohieren gebracht. De opmaking en vaststelling dezer kohieren geschiedt overeenkomstig de in artikels 9, 10, 11 en 13 gegéveu voorschriften. Art. 18. De aanslagen op Suppietoire Kohieren wor den ingevorderd in zoo vele termijnen, als et na de maand, waarin de afkondiging der Kohieren plaats vindt, nog- maanden in het jaar overblyven. Loopen de aanslagen slechts voor een kwartaal, of over een klei ner tijdperk, dan moeten zy in eens-betaald warden. Art. 19, De aanslagen van personen, die op het Ko hier zyn gebracht, en géene driemaanden in de gemeente verbleven, worden als oninbaar beschouwd en op. de staten van onwaarde gebracht, ten' ware de huisgezin nen dier personen in de gemeente gevestigd bljjven, in welk. geval de aanslag door de hoofden van de huis gezinnen moet worden gekweten. Aan de belastingschuldigen, die' de gemeente metter- woon verlaten, of die slechts een gedeelte van het jaar daarin hoofdverblijf of verblijf gehad- hebben, of aldaar vertoefd hebben, zal, na gedane aangifte» teruggave of kwjjtscheldiug worden verleend van zooveel twaalfde gedeelten hunner aanslagen, als er maanden van het ïaar, nadat zy de gemeente verlaten hebben, zullen ver- loopen zijn, bijaldien hunne huisgezinnen-niet in de'ge meente gevestigd blijven. Art. 20. Deze verordening treedt in werking op den eersten Januari. 1877. En ia hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 9 September 1876. Burgemeester én Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. HOOFDELIJKE OMSLAG. BURGEMEESTER cu WETHOUDERS van GOES brengén ter openbare kennis, dat de Raad in zyne vergado-.. ring van' gisteravond heeft vastgesteld het su'pplotoir Kohier

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1876 | | pagina 5