Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland UIT DIJKWEL. No. 49. Dinsdag 27 Juni 1*76. Elfde Jaargang. _V Xt leeraressen en leeraren verplicht zynztck te houden, behoudens beroep op de Commissie van toezicht, Art. 18: 'i De directrice: is, onder toezicht dér "Commissie, belast met he,t beheer der scholen, zij draagt zorg, zoowel door bijwoning der.lessen, als door andere gepaste middelen, dat het onderwijs geregeld en overeenkomstig de voorschrif ten-gegeven worde. Art. 19. Zij heeft het algemeen toezicht övei het gebouw, de scboolmenbelen, verzamelingen, werkplaatsen en andere hulp middelen voor het onderwijs. Aankóopen óf bestellingen geschieden op dg wijze door Bur- gemeéster en Wethouders voorteschrijven. Art. 20. De directrice belegt vergaderingen van de lee- raressen en leeraren zoo dikwyls zij dat noodig [acht of bet door minstens drie hunner verlangd wordt. Art. 21. Zij zendt, in overeenstemming met de leerares- sen en leeraren driemaal 'sjaars aan onders of voogden het oordeel der leeraressen en leeraren over het gedrag, de naarstig heid en de vorderingen der leerlingen :in ieder vak afzonder lijk. Art. 22. Zij zendt ieder jaar in Februari aan de Com missie van toezicht een beredeneerd verslag van den "toestand van bet onderwijs gedurende het afgeloopen jaar. De leerares- scn en leeraren verschaffen baar daartoe de noodigc bouw stoffen. Art. 23. -Wanneer de Directrice zich langer dan een dag verwijdert of door ziek te verhinderd wordt les tc geven, ver wittigt zij de Commissie van toezicht. Voor eene afwezigheid van meer dan drie dagen behoeft zij 'hare vergunning. Art. 24. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de directrice -wordt hare betrekking tijdelijk waargenomen door een der leeraressen door de commissie van toezicht tel-, kens bij den aanvang van den cursus* aantewijzen. Bij iedere verhindering om hare betrekking waartenemen verwittigt do directrice de wanrnemendé leerares. 4. Van de Leerlingen. Art, 25. Niemand wordt als leerling tot de lessen toe gelaten, dan na door de Commissie van toezicht le zijn inge schreven. Art. 26. Voor den aanvang van lederen Cursus wordt ge legenheid gegeveld tot het'afleggen van een examen waaruit blijkt of zij dié de school wcnschcn te bezoeken, de kun digheden bezitten, vereischt om het onderwijs met vrucht te kunnen bijwonen. -V Tegen den afloop van eiken Cnrsas wordt in elke klasse" examen gehouden. Art.' 27, .In buitengewone gevallen-kunnen ook leerlingen gedurende den Cursus worden toegelaten, in overleg met do directrice en inet vergunning der Commissie van toezicht. Art. 28. Meisjes, den ouderdom van 14 jaren bereikt heb bende en niet wenschende het gehecleonderwijs aan de school to volgen, kunnen zonder examen tot bet bijwonen van enkele lessen worden toegelaten. Art. 29. Alles wat betrekking heeft op den omvang, en de verdere voorwaarden der examens, 'do inwendige orde der school, het jjelooncn en straffen der leerlingen en de wijze waarop hare verordeningen beoordeeld worden, wordt bij huis houdelijk reglement door de directrice, onder goedkeuring der Commissie van toezicht bepaald. Art. 30. Leerlingen van onverbeterlijk wangedrag of wier tegenwoordigheid op de school nadeelig- is voor de andere leerlingen, kunnen door de Commissie van toezicht, in overleg ■met de directrice van de school, worden verwijderd. Zijnde deze verordening aau Z. E, den Minister van Bin- uenlandsche Zaken in afschrift "medegedeeld. En is hiervan afkondigiüg geschied, vaar het behoort, den 17 Juni 1876. Dc Burgemeester en "Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. «Do Secretaris, HA R.TM AN. MINISTERIE VANBINNEKLANDSCHEZAKEM- De pauze was onder aangenaam gesprek met vrien den, en het gebruik van eenige ververBching, ei- genlgk al te spoedig voorbg, toen de, heer J. L. vttn Hasselt, zendeling te Mansinam op spreekplaats no. 2, gereed stond, om de verzamelde schare toe te spreken. Het was een onderwerp, gekozen uit eigen levenservaring: de zending op Nieuw-G'utnea. Treffend waren de bizonderheden uit het leven der bewoners van die afgelegen streek enbet deed ons goed, dat ons volk ook eens kon vernemen, wat de vredeboden, die den onbescbaafden wilden het Evangelie willen brengen, te verduren hebben. Gerust mocht dan ook de spreker opwekken tot ruime bijdragen voor de zending. Veel is er nog noodig, voor het zal zijn op de geheele aarde een kudde en een herder 'en de groote hefboom om iets goeds tot stand te brengen, kan ook in de zen dingszaak niet gemist worden. Minder (wij moeten eerlijk zijn) dan de heer Van Hasselt met zijn eenvoudig en hari»ljjk woord, dat uit het gemoed gekomen, bestemd scheen om in het gemoed ,1(te grgpen, beviel de beerRromet van Amsterdam, die te gelgkërtgd op spreekplaats no. .3 hot woord voerde eii tót" onderwerp bai Opwek king, eene vereischte tn de Kerk y van Christus. De spreker vergeve het ons, wanneer wij rond voor ons gevoelen uitkomen, maar bet was voor^ velen, die hem boorden, alsof bij in het geheel niet had gedacht, over wat hij; zeggen zou. Alle logica werd gemist, terwijl zijne* bewegelijkheid niet weinig bij droeg om de meening te versterken) alsof bij slechts ten doel had eene causerie te houden. Eenvoudig heid is het kenmerk van het waremaar die een voudigheid heeft ook hare grenzen, en mag vooral niet in platheid ontaarden. Het was, alsof de heer Bromet 'een zekere minachting voor zjjn ge hoor aan den dag legdealthans zijne redenering was tusschenbeide, verre van wat men in taalkun digen zin gekuischt noemt, en ieder ander opschrift zou als onderwerp voor het door hem gesprókene hebben kunnen dienen. Een weinig later trad de heer W. baron van Doorn van Westcapelle, op spreekplaats no. 1 voor en schetste In eenige beelden het leven en den strijd van den Christenmaar verzuimde ook niet te wij zen op de overwinning, die zijn deel zal zijn, op de kroone, die aan het einde der bane is opge hangen. Het .spijt ons, dat wg geen ruimer schets van deze toespraak kunnen geven. Zij verdiende zulks ten* volle. Ds. P. Alocton, van Ophemert, had voor zijne toespraak op spreekplaats no. 2 tot onderwerp ge kozen de Christelijke jongelingsvereenigingen en schetste haar ontstaan, hare werking en hare vruchten. Dat hot niet aan opwekking ontbrak, om deel te ne men aan die vereenigingen -of haar althans te sten- non, zullen wij wel niet behoeven te vermelden. Als ,een tegenhanger van den heer van Hasselt stond te 3 ure op spreekplaats no. 3 de heer <7. Alhers, zendeling te Tjiandjoer en .sprak over do' Preanger-zending. Dat de behandeling van dit onderwerp meer nog dan eenig ander, waar het eene streek'gold, die ons meer van nabij raakt, met belangstelling werd gevolgd, zal'ieder begrgY pen, en hier en daar werd dan' ook een traan in het oog opgemerkt, als de spreker de groote be hoefte, zoowel in lichamolgkenals in géestelgken zin, van menschen waaronder hg werkzaam .is, schetste. Mocht zijn wensch verhooring vinden en weldra meerdere arbeiders ook in dit gedeelte van den Wijngaard des Heeren, worden uitgestooten. Hoe meer zich tot de zending voelen aangetrokken, hoe meerderen, met het. woord Gods gewapend, PROVINCIE ZEELAND. Aanbesteding. Op Vrjjdag, 7 Juli 1876, des voormiddags te 10 uren, zal, ondei nadere goedkeuring, door den Com missaris des Rollings in de provincie Zeeland, of, bjj zgne afwezigheid, door een der leden van de Gedepu teerde Staten, en in bjjzgn van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het lie district, aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur te Middelburg/worden aanbesteed Het maken Tan een gebouw tot woningen Toor den hnlpsluismeester en voor drie sluisknechten nabij de schutsluis te Veere. Deze aanbesteding zal geschieden by enkele inschrjj - ving, volgens 434 der Algeineene Voorschriften. Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, aan dat- van het. Provinciaal Bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kos ten, te bekomen by den boekhandelaar M. Nijhokf, Raamstraat no. 49 ie 's Gravenhage, én door zijne tus- Bebenkpmst in de voornaamste gemeenten des Rjjks. Op 1 en "3 Juli 1876 wordt de noodige aanwyzing op de plaats gedaanvoorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bjj den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Middelburg en bjj den Ingenieur van den Water staat te Wissingen. Voor den Minister, De Secretaris-Generaal HÜBRECHT. VERORDENING, regelende het Middelbaar Onderwijs voor Meisjes. Vervolg. Art. 11. De leeraressen en leeraren bekloeden geene open bare of bizondere betrekkingen en geren geen privaatlessen, zonder vergunning van-Burgemeester en Wethouders die vooraf de Commissie van toezicht hooren. Deze vergunning wordt niet verleend, indien het geven van privaat lessen tot nadeel strekt, hetzij van het onderwijs óp de School, hetzij van ha ren bloei-. Art. 12. De leeraressen en leeraren gedragen, zich in za ken de schooltucht of de inwendige huishouding der school betreffende -naar de beslissing der .directrice behoudens beroep ~op.de commissie van toezicht. Art. 13. De zorg voor de verzamelingen, hulpihiddelea en werkplaatsen welke'bij sommige'vakkeu van onderwijs dienen, is onder toezicht van de directrice, opgedragen aan de leerares sen of leeraren met dat onderwijs belast. Ingeval dezelfde hulpmiddelen door nicer dan eca leerares of leeraar bjj het onderwijs gebruikt worden,beslist de Di rectrice wie met de zorg daarvoor belast znl zijn; Art. 14. De leeraressen en leeraren doen aan dè direc trice, zoo dikwijls zij het noodig oordeelt, schriftelijk verslag van den toestand van het hun opgedragen onderwijs, van de verordeniugen en het gedrag der leerlingen en van den toestand der aan hunne zorg toévertrouwde verzamelingen of werkplaat sen. Zij geven haar alle door «haar verlangde inlichtingen -hnn onderwijs betreffende. Zij doen naa r de voorstellen die zij in het belang van het onderwijs en van de scholen wenscheHjk achten. Zy wpnen de vergaderingen hij, waartoe zij door haar wor den opgeroepen. Art. 15. Een leerares of leeraar door ongesteldheid of an dere dringende redrn verhinderd onderwijs te geven, verwit tigt onverwijld de directrice. Om geene andere reden mag het'ondcrwjjs zonder vergun ning van de Directrice worden nagelaten. Art. '16. Voor de afwezigheid van eon leerares of Icoraar gedurende langer dan een weck, wordt het verlof) van du Com missie van toezicht, door tusschenkomst van de directrice to vragen vereischt.' Art. 17. Bij ontstentenis van een leerares of leeraar ge durende langer dan eene week worden de volgens het pro gramma aan haar of hom opgedragen lesuren, zooveel doenlijk door de andere leeraressen of leeraren vervuld. Do directrice maakt daarvan eene regeling op, waaraau d0 ZWEMPLAATS. DE BURGEMEESTER van GOES, brengt in herinne-t ring, dat, ingevolge art. 39 der verordening op de straten, stegen, wandelingen enz. door hem als plaats om te baden of te zwemmen is aangewezen.- de haven van af de blauwe steenen trapjes tot aan degrens der gemeente, even voorbij het zoogenaamde Hoofd en dat het baden of zwemmen elders verboden is op straffe bjj voormelde verordening bepaald. Goes, den 24 Jnni 1876. De Buvgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. ït

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1876 | | pagina 1