NIEUWE GO ESS CHE COURANT.
Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland.
Ho. 42.
Dingsdag 2 Jnnij 1^74.
]V egende Jaargang.
j Middclbnrg y6 Jq
t>« Vlissingen A6.20
Let Wel!
w
V
Roosendaal.-.V—P 52if 9.20P12, P—P 4.50G
j Wouw 9,80 12,13
Bergen op Zoom ill ®»43 12,35
I Woensdrccht...., ?5J 9,52 12,45
1'Rilland
•g IKrabbendijko
g |Kruiningen.
Jjjj /•Vlake
\Biezelinge
"g (Goes
I's H. Arendakerke
g Arncmuiden......
2,15 4,20 6,30 8,82
2,25 4,30 6,40 8,45
Vlissiügen ...V.6,40S 8,50P12,20G3,10P5.40P 6,—P 9,25
12,31
12,41
9,28 12,54
9,43 1,19
,20 5,49 6,10 9,85 g
Hiddelbnrg ...y «jj
Arnemniden.;,'... 7,
'a H. Arend'skerke 7,14
Goesi........ 7,21 9,52 1,40
Biezclinge..\7,32 10,8 1,55
•Vlnke7,39 10,15 2,4
Krniningen 7,44 10,22 2,13
Krabbendyke...„. 7,58 10,32 2,29
'Rilland7,59 10,38 2,36
Siiaaadfwbtrrr..: 8,-12' 10,53 2,57
Bergen op Zoom 8,20 13,6 3,24
•Aan deze halten wordt alléén gestopt, wanneer Wouw8,31 11,17 8,89
daar.reizigers worden ppgenomcn of uitgelaten. Roosendaal....Af 8,40 11,26 3,50
Deze Courant verschijnt, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandag* en Donderdag* avond*. Prijs "P .kwartaal i 0,85. fr. p. post f\,Afzonderlijke Noromeri 5 ct.
Prys der Advertentien 10 ct. per regel, groote letters en vignetten nair plaatsruimte.' Geboorte-, huwelijks-, en doodberigtenvan 15 regels 50 cent.
Alle Stukken. de redactie betreffende, gelieve men minstens één dag vóór de nitgave franco toe te /.enden aan den Uitgever A.C. DE JOHGE SJz. te Goes.
-Inzending der Advertentien tot des namiddags 3 are.
5,59-
8,13;
6,22
6 36
6*44
6'50
7'—
7'6
7'21
7-84
7.45
7.55
Binnenlandsche AdTertentien, waaryan de,
plaatsing driemaal wordt opgegeven,
-worden slechts tweemaal in Tekening
gebragt. .j
GEMEENTE-BESTUUR
Inspectie van de Verlofgangers der
IVational© Militie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
gezien bet besluifvau dón heer. Commissaris des Konings
,in de provincie Zeeland, van den 6 Mei 1874 A no. 1916/1
3de afaeeling. (Prov. blad no. 54), brengen ter kennis van
degenen die het aangaat!
dat de inspectio vaada-Werlofgangers-der-Natioualfr-Militie
op Znturdag- <len 13 J unïj aanstaande, dés
Toormjddpgs ten 10J-, ure, zal plaats hebben in de Wandelkcrk,
^-binnen deze gemeente, waartoo do verlofgangers zich zullen
verzamelen voor bet raadhuis.
En worden mitsdien allo 'verlofgangers, welke zich in dezo
gemeente bevinden, bchoorende tot de ligtingen van 1870,
1871, 1872 en 1873, dio voor den' 1 April 11, in het genot
van onbepaald verlof zjjn geBteld. en niet op den 20 Mei fof
den 20 JuniJ van dit jaar op nieuw, in werkelijke dienst zijn
of worden omroepen,en wat do ligting 1873 betreft, die vóór
den 21 Mei onbepaald vorlof hebben erlangd, ten ernstigste'aan
gemaand tot eone stipte opvolging der oude rstaande bepalingen.
1. Do verlofganger uieldt zich binnen 30 dagen na den
_^--dag, waatopj'hejn do verlofpas is uitgereikt, bij den .bur
gemeester zijne^J.woonplaats aan, ten oindo deze zijn ver
lofpas voor gezien tcckené. (Art. 133.)....--
2. Do vprlofgangcr dio zich in ceno andere gemeente gaat
vestigen, geeft daarvan kennis aanden burgemeester zijner
woonplaats. Binnen dertig,dagon na den dag, waarop hij
komt in do gemcento „.waarin hij zich vestigt, meldt hij
zich bij don burgemeester dier gemeente aan, ten einde
deze zijn verlofpas voor gezien teekenc. (Art. 134.)
3. Do vcrlofgaügèr van dó militio te land, mag zich, zonder
toestemming van den minister van^oorlog, niet danger
dan gedurende vier weken buiten 's lands begeven.
(Art. 136.)
4. Do verlofganger, dio art. "133, 134 en 13G niet naleeft,
wordt in werkelijke dienst geroepen en gedurende 3
maanden gehouden. (Art. 137.)
5. Do verlofganger van de militie .te land, die bij openbare
kennisgeving is opgeroepen oin door den militie-com
missaris to wordou onderzocht,, verschijnt bij dat ondor-
zoek in uniform gekleed, cn voorzien /van dc kleeding
en uitrustingstukken, hem bij, zijn vertrek met ver
lof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas
(Art. 138, 139 en 140.)
6. Do verlofganger van do militie te land is aan do militaire
regtspleging en tucht onderworpen, ouder anderen gedur
rondo den tijd, dien het onderzoek voorden 'inilitio-
comrnissaris duurt, en in hot algemeen, wanneer hij in
uniform gekleed is. (Art. 180.)
7. Behoudons het bepaalde bij art. 130, kan een arrest van
twee tot zes dagen, te ondergaan in do naastbij gelegen
provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of
arrest, door den militio-commissaris worden opgelegd aan
den verlofgaDgor,
1. die zonder geldige reden niet hij het onderzoek
verschijnt.;
2.*dio daarbij verschenen zyudo, zonder geldigo reden
niet voorzien is van dc bij art. 140 vermelde voor
werpen;
3. wiens kleoding- en uitrustingstukken bij het onderzoek
niet in voldoenden staat worden bevonden;
4. dio kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander bo-
hoorondc, als do z(jnc vertoont. (Art. 141.)
8. Onverminderd do straf, in het voorgaande artikel vermeld
Ï3 do verlofganger vorpligt, op' den daurtoo door den
inilitio-commissnris te bepalen tijd en plaats cu op do in
art. 140 voorgeschrovou wijze, voor hom'to verschijnen
om te wórdon onderzocht. (Art. 143.)
9. Do verlofganger, die zich hij herhaling schuldig raaakt
aan he,t ioit, sub 4 art. 141 bodoeld, of niot overeen
komstig art. 143 voor den militie-commissaris vorsehijut
of, aldaar vorsohenen zijndo in bet geval vérkeort, snb
2 en 3 van art. 141 vormeld, wordt ouder do wapenen
geroepen en van 8—0 maanden gchoudon (Art. 144.)
10. Do vorlofgangor, dio niet voldoet aan eone oproeping voor
do wcrkolijko dienst, wordt als deserteur behandold
(Art. 145.)
11. Elk, die voorde militio is ingeschreven en iéder die
daarbij is ingelyfd, kBn overeenkomstig de daaromtrent
bestaande voorschriften, tot een vrijwillige verbindtenis,
voor den tijd van zes jaren of langer worden toegelaten
bij de zeemagt, het korps mariniers hieronder begrepen,
bij het leger hier te laiide of„hij het krijgsvolk in 's rijks
overzee8cbe bezittingen; plaatsvervangers echter niet bij
de zeemagtof het korps mariniers, gedurende het eerste
jaar van hunnen diensttijd. (Art. 9 en. 74.)
12. Aan de bij de militie' to land ingelijfden, die verlangen
na .volbragteu oefeningstyd minstens zes maanden onder
de wapenen te Ijlijven of te komen, zonder zich als vrij
williger te" verbinden, wordt zulks vergund. (Art. 126.)
Goêb, den 30 Mei 1874..
Burgemeester en Wethouders 'voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Vertrek der Landmail naar Oost-Indië.
Via Marseille, 4 Jnnij.
Via Triest, 9
Via Brindisi, 11
Via Brindisie en Marseille per trein van 5.58
's avonds. Via Triest van 9,52 'smorgens.
UITBREIDING VAN HET KIESREGT.
Dezer dagen werd het nader voorloopig ver
slag bekend over het wetsvoorstel tot verlaging
van den census en daardoor tot uitbreiding van het
kiesregt. Onze lezers zullen zich herinneren Hoe
de minister Geertsema bij de Troonrede, in Sep
tember 1871'vnitgesproken, het uitzigt opende
op een spoedig :in te dienen wetsvoorstel daartoe.
Hoe dit echter lang op zich deed wachten, en
daarna, hoofdzakelijk door de «liberalen» die
bevreesd schijnen, dat de natie weer in de gele
genheid gesteld wordt zich meer algemeen uit
te spreken op de lange baan werd gescho
ven, onder de leus van de noodzakelijkheid van
een nader onderzoek der vermoedelijke gevolgen.
Vergeefs was het dat voorspeld werd, dat dit
onderzoek niet veel zou uitwerken; het moest
toch geschieden. Het is geschied, en te
vens geschiedde wat verwacht was; het gè-
wenschte licht werd niet ontstoken. Zoo althans
meldde het nader voorloopig verslag. Daarom
bleef de meerderheid der leden die aan het sec
tie-onderzoek deelnamen ongunstig voor het wets
ontwerp gestemd, eh konden hoogstens mede
gaan met een schipperings-voorstel dat men van
weerszijde wat gaf en nam, en bepaalde, ^dat de
census voor die districten, waar zij thans hooger
was, tot f 28^ verminderd, werd.
Mr. Geertsema blijft echter aan zijn voorstel
vasthouden. Of hij hiermede wil blijven staan
öf vallen, dan wel of'hij door geene concessie
te doen, het te zekerder wil doen ver-werpen,
nu zijne' geestverwanten hem waarschuwen, datr-
het niet in hun belang is, dat de natie zich meer
kan uitspreken, móet de tijd leeren.
Maar dit komt onsreeds nu waarschjjnljjk
voor, dat de tegenstanders van de uitbreiding
van het kiesregt in de beweerde onvoldoendheid
der overgelegde negen staten, een middel zul
len zoeken om het gevreesde ontwerp, hetzjj te
doen vallen, hetzij nog verder op de lange baan
to schuiven.
En deze; beide uitkomsten zouden wjj betreu
ren. Welke de gevolgen der uitbreiding zouden
zijn, verklaren wij niet to kunnen voorzien. Of
zjj in het voor- of nadeel zullen werken van de
door ons voorgestane rigting, kunnen wij niet
berekenen. Maar welke de gevolgen ook mogen
zijn, wy zouden in. elk geval de voorgestelde
uitbreiding van het kiesregt wenschen.
Zooals de toestand in de laatste jaren is, kan
zij niet blijven. Niet één der rigtingen heeft
eene voldoende meerderheid om met de noodige
kracht het bewind te kunnen voeren. Daarin
moet verandering komen. Het is toch niét te
ontkennen, dat Nederland zich op een keerpunt
bevindt, dat er voor ons vaderland een gewig-
tig, een voor zijne verdere toekomst beslissend
tijdstip is aangebroken. En toch bij de steëds
voortdurende onbeslistheid aan welke zijde eene
voldoende meerderheid zich zal vormen, bljjft
even onbeslist welken weg men zal inslaan.
Onder zulke omstandigheden is het hoogst
wenschelyk, ja onmisbaar, dat de natie zoo vrij,
zoo algemeen mogeljjk in de gelegenheid gesteld
worde zich duidelijk uit te spreken, welken weg
zij wenscht ingeslagen te zien. Zoodanige dui
delijke uitspraak werd bij de verkiezingen in de
laatste jaren niet verkregen, en schynt bij de be
staande regeling van het kiesregt onbereikbaar.
Elke verkiezing mogt hier öf daar eene locale
wijziging aanbrengen, den algèmeenen toestand
liet zij dezelfde. Eh toch; nog eens, die toestand
kan niet blijven.
Maar roept men, met zekere vrees uit: welke
kiezers zullen dan die gewenschte uitspraak moe
ten doen? Zijn het niet juist minder ontwik
kelden?
Men zij gerust daarop. Bij die stille burgers
in,den lande, die door de verlaging van den census
kiesregt zoaden verkrijgen, treft men vaak heel
wat meer ontwikkeling en tevens vaak meer ware
belangstelling, dan menigeen die minder met hen
bekend is' zou veronderstellen, ja vaak meer dan
-bij de tegenwoordige kiezers, vooral bij de zoo-
danigen die door hun wegblijven van de stembus
toonen. hoe weinig belang voor en begrip Van
den toestand zij hebben.
In elk geval moet men van het tegenwoor
dig ministerie verwachten, dat het de voorge
stelde uitbreiding in behandéling zal brengen.
Reeds zóó lang geleden, ;heeft het de wensche-
ïijkheid van die uitbreiding uitgesproken, dat het
hoog tijd wordt de zaak te laten besliseem Het
geldt hier eene zoo gewigtige vraag dat het niét
aangaat ook hierin eigen overtuiging te laten
varen, omdat de meerderheid er anders
over denkt.
BINNENLAND.
Goes, i Junjj. 1874.
Bij de op Donderdag 11. plaats gehad hebbende
jaarlijksche poldervergade^ing van de Breede Wate
ring bewesten Yerseké, viel don heèr Q. H. Kake-
beeke het zeldzaam voorregt ten deel zijne vijjtigste
rekeningals Ontvanger-Griffier van dat waterschap
te doen. Gedurende dat tjjdvak ^arön rniin'4 niil-
lioenen -door hem ten hehoévo Van dat» waterschap
ontvangen en uitgegeven. 'Hoogst opmerkelijk was
daarbij hot verschijnsel, dat de geachte jubilaris, toen
hjj zijne betrekking aanvaarddena aftrek van de
buitengewone uitgaven -in kas aanwezig vond, eon
batig slot van /;26.185 en dat, na zjjno BOjarigo
betrekking met juist dat zelfde batig; slot van
'-iwifl. |.|p