UU HObj ü.n UVUOUV I "J iJ flaauvrde liefde yoór My en Mijn Koninklijk Hnis. God heeft ons gemeenschappelijk werken met rijken ze gen gekroond. Is er-één-tijdperl^in- de geschiedenisvan -ons Vaderland, dat op meer ontwikkeling, meer vooruitgang, grooter vrij heid in elke rigting, grooter welvaart en bloei kan bogen, dan dat, waarop wij heden terugzien besehaafdè "volken inneemt, met eere te handhaven. AmstMam, 12 Mei 1874. DB lATIOIfALE FEESTVIEEUfGr. Waar' woor.den en waar plaats te vinden om zelfs met groote trekken eene algemeene beschrijving te geven der op Mei gehóuden feestviering? In alle.plaatsen, van het geheele land doelde elk mede in de algemeene feestvreugde en toonde dit door uiterlijken tooi. Want, zooula meestal', viel ook vooral op 12 Mei zoo sprekend in het oog, dat het feest een nationaal feest was. ".Niet alleen de meer gegoeden,J ook de minder met goederen bedeelden, zelfs de arme.bragt het zijne toe om zijne geest driftvolle deelneming te toonen. Aandoenljjk was het vaak te zien, hoe in elke stad menig' daglopiier kennolijk gespaard had om aan bet zil veren feest van Nederland en Oranje deelte nemen. Maar -waar wij om alles te beschrijven te kort schieten, wenden onze oogen zich het eerst naar s'Rijks hoofdstad* waar Willem III zich met zijn vorstelyk gezin en bloedverwanten bevond. Was Hij met de Zijnen reedB Maandag II Mei door de jubelende bevolking met zijne vrougde- eh welkomstgroeten ingehaald, de 'aanvang der plegtigheid van112 Mei, toen des morgens ten 8 uur de groote militaire reveille, door drie muziek korpsen vereenigd op den Dam,-werd .uitgevoerd, vond reeds tiendui zenden feestgenooten daar vereenigd, tusschen welke door z.icb de Koning mot de Zijnen, onder het vrolijk Wilhelmusliedzich begeeft naar de •Westerkerk. Daar hield ds.ffasebroelceme rede, -:naar aanleiding van Romeinen 18. «Eeystelijk dank ik mijnen God». Ten 10 ure vorkondigde de fanfaren de aankomst des Koning in de prachtige gcdécorcerde Nieuwe kerk, waar hot eerste gedeelte der cantate van. J. J. L, ten Kateop muziek gobragt doör dhr. Joh, Verhuist werd uitgevoerd en daarna aan Koning gubragt werden de adressen van de Eerste Kamer, bij monde van den heer J. Fransen van.de Puïte van de Tweede Kamer door den voorzitter mr. Dullert. j De Koning antwoordde «Mijne Heeren, leden der Eersteen Tweede Kamer van dü Staten- «Generaal «Diep gefoerd ben ik door de woorden die bot Nederlandscbevolk door «Uwen mond tot Mij. heoft gesproken. Aan de liefde en trouw My en «Mijn Huis zoo ondubbelzinnig gebleken, wenscli ik te beantwoorden door «een ernstig streven om den. bloei en den voorspoed van óns .aller dier- «baar vaderland te bevorderen', j «De Almagtigo God geve mij daartoe Zijne onmisbare hulpo.én schenke. «aan Nederland Zijnen besten zegen.» Nadat de burgemeester van Amsterdam' daarna den Koning! de huldo gebragt bad, van de ingezetenen der Hoofdstad, boden do Coóimissaris- sen des Konigs, uit de verschillende Provinciën de adressen dior gewes ten aan. Aangezien-de Coirimissaris des Konings in Zeeland, mv. II. W, Graaf van Lijnden, verhindert was zelfs dé&r tegenwoordig te zijn, omdat hjj den Czaar aller Russen te Vlissingen zou verwelkomen,; werd dit voor Zeeland, gedaan door mr. J. C. R. van der. Bilt, lid van Guileputeevdo Staten. Toen rigtte de commissie voor het nationaal geschenk, bj; monde van baren voorzitter, zich tot Zi M. en bood hem hot cadeau dor natie aan, benevens eóne opgave der namen yan de ruim 900 gemeenten, wier be volking daartoe had bijgedragen. Diep geroerd bedankte de Koning vdor het hem aangeboden geschenk. De gift, aan zijne hand toevertrouwd, wenschto hij te besteden tot. hand having oener parel aan Neérlands kroon, de weldadigheid. Aap het fodds voóï de gewapende dienst ten behoeve van de' invaliden van -de land- en zeemagt in Nederland én Indië, tot nut der dapperen, die hun leven voor Nederland hadden veil gehad en in den strijd verminkt ^aren'ge- worden, wilde Z. M. de opbrengst van dit fonds bestemmen. Luide en herhaalde toejuichingen en fanfares verhieven zich na de medodeelihg vafi deze koninklijke beslissing. Nadat eindelijk ook het tweede gedeelte der feestcantate was uitge voerd, begaf het Vorstelijk gezin zich naav het Paleis, om d.èn Keizer van Rusland te ontvangen. De Koning en de Prinsen (behalve Prins Hendrik, die den Keizer tof Venlo was te gomoet gereisd) giDgén'den Hoogen Gast tot het Station van den Rjjnspoor te gemoet. Acht minuten over één uur hield de Keizerlijke trein stil en stap te Keizer Alexander, onder het spelen van bet Russische Volkslied door de'muziek dor Huzaren uit Haarlem, uit den trein, waar de vorsten el kander hartoljjk omarmden en in open rijtuig te middep van een es kadron huzaren naar het Paleis reden. Behoeft het 'melding dat de Hoogo Gast, die op zulke openljjke wij ze, zij no deelneming toonde in ons Nationaal feest, luide word toege juicht? Met den Koning en de Prinsen vertoonde de Keizer zich op het balcön, to'éri de prachtige optogt daar langs trok. Gélukkig dat juist toen oéne tusschenpozing was tusschen de kletterende regenbuien, die ook.boven Amsterdam losburstten. Ten vier uren deed de Koning met do Prinsen den Keizer, die inmid dels bad deel genomen aan een dejeuner, weder uitgeleide naar het station, van waar bij, verder begeleid door den PrinS yan Oranje en Prins Hendrik, naar Vlissingen vertrok. Na het prachtige diner, dat van 6} tot 9f uur duurde, zou dé schitte rende illuminatie vanals 't ware geheel de stad, plaatB hebben.' Hot storm-, en regenachtige weder verhinderde echter dit te doen. Enkele partiële illuminatiën werden ontstoken, de publieke echter niet. Inmiddels was door een 440 tal weeskinderen van da verschillende godsdienstige gezindten een «aubade» voor het Paleis gebmgt. Aller- liofst zongen' zij de daartoe bestemde liederen, onder begeleiding van de uiuziek van het 7e regiment infanterie; van het kindergeschenk in gips afgebeeld don Koning aangeboden; en als de geschenken van de officie ren dor schutterij, uit de vorschillendo Provinciën, bestaande in een zil veren schotel in klassieken stijt en -zeven palm in doorsnede; in artï et amicitice hut huldeblijk der schilders, bestaande in tal van miniatuUv- schildflrjjun enz.,-en had eene harddraverij plaats. Wanneer men ziet welke plaats reeds het aanstippen van al die plog- tighedon voreisebt, zullen onze lezers-begrijpen dat het ;niet mogelyk is daarvan eeno volledige beschrjjving te géven. Genoeg dat' alles, zoover bet ongunstige weder zulks niet verhinderde, in de beste orde afliep, en

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1874 | | pagina 3