NIEUWE fiOESSCHE Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland. S LET WEL!!! RIJKS-WATERSTAAT. i No. 31. Dingsdag 21 A pril 1874. Negende Jaar^ana;, 2o -g? Roosendaal.... Wouw 1 Bergen op Zoom 15 f Woensdreclita i'Rillands "Ê5" iKnbbeadijke JKruiningea •Vlake Biezelinge P 9.20P 12, P 9,36 12,13 '«II. Arendskerke I Arnemuiden".,,... 3ilddelbarg...yö v Yliasingon A6,2o 9,43 9,52 o-S?' 10,7 I|| „-10,13 *ac2 10,23 °2 5 S 10,28 2=1 10,39 6, 10.49 8,8 10,57 8.21 11,12 8.27 11,18 8,30 U,21 8,40 11 80 12,35 12,45 1. 1,0 1,16 1,21 1,33 1,42 1,50 4.50G 5,8 5,50 6,7 6,27 6,40 6,58 7.4 7,22 7,39 7,52 8,17 8,25 8,35 8,50' Middelburg ...y J-Jjj Araemtnden...... 7, 'slï. Arcudskcrkc 7,14 VliSBingen ...V 6,40S 8.50P12.20G 3,1 OP 5.15 p 9.25P--,— 12,31 9,21 .12,41 9,28 12,54 9,43 3,20 9,44 9,49 10. 10,8 10,16 10,29 v 2,11 8,25 10,35. ^rr - Bergen op Zoom 8.20 11,6 2,15 4,20 8,35 20,36. 'Aan deze halten wordt all«6nj:csfccrpt,wanneer W.,nw.„;8,31 11,17 2,25 4,30 8,50' 10,45 daar ïeiziger» wordeu opgenoioïf. t uitïélnteni K008Cnda«l....A 8,40 11,26 Deze Conranï v.vacbijnt, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandags eo Donderdag* avonds. Prijs k wan aai '0,85. fr. p, post/li—. Afzonderlijke Nommer» 5 ct. Prijs der Advertentien 10 ct. per regel, groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Geboorte-, hnweh.iks- cn doodbengten van 1 5 regels 50 cent. Alle Stukken de redactie betreffende, gelieve men minstens één dag vóór de .uitgave franco toe ié/.enden aan den Uitgever A. c. DE JOïïge sjz. te Goes. Inzending der Advertentien tot des namiddags 3 ure.. 5,24 5,27 5,34 5.49 5.58 0,13 6,21 6,27 6,37 6,43 6.59 7,12 7,23 7,32 - - l Binnenlandsehc Advertentien, waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven, worden sleclits tweemaal in rekening gebragt. MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. PltOVLNCIE ZEELAND. -A. au besteding-. Op Vrijdag 1 Mei 1871, des voormiddngs ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den Commis saris des Konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de Gedeputeerde- Staten, en in bijzijn van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in hel 11 do' district, aau liet gebouw van het Provinciaal Bestuur te Middelburg,, worden aaubesteod: Het maken van eeuige buitengewone werken aan de haven te Breskens. Deze aanbesteding zul geschieden bij enkele inschrij ving, volgens -KM dor Algemeene Voorschriften. Het bestek ligt ter lezing, aan hetgebouw van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, iu\n dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijuoff, Raam straat no. 49 te 's Gravonhagc, en door zijne tussehen- komst in de voornaamste gemeenten des Rijks. Op 25 eu 27 April 1874 wordt de noodige aanwijzing op de plaats gedaan-, voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen by den Hoofdingenieur van den Water staat te Middelburg, eu bij den Ingenieur van den. Wa terstaat te Sluis. VGravenhage, 1'April 1874. Voor don Minister, De Secretaris-Generaal, HdJ BfiEC H T. POSXB IS BJ K M'. Vertrek der Landmail naar Oost-Indië. Via Marseille, 24 April. Via Triest, 28 Via Brindisi, 30 WIE HAAIT, BETAAIT. Ouder bovenstaandeu titel zond do hoor X. ff. de lieer in ons vorig nummer oono beschouwing in, om aan to toonen hoe onze opmerking over luit to Rotterdam opgerigto Schoolfonds niet door hem ge deeld wevddat hot door ons voorgestane beginsel, dat oolc op bot onderwijs toepasselijk is, «dat wie do lusten heeft, ook de lasten kobbe,» onjuist is. .Het beginsel onjuist, dat alleen ami lien die on- of minvermogend zijn, kosteloos of tegen-minder school geld onderwijs mag gegeven worden, doch van hen die kunnen betalen, oen schoolgeld moot geheven worden, evonredig aan do uitgaven dio het ondor- wijs vordert. Zeer zeker althans bij het meer dan gewoon lager onderwijs. Bij do beperkte ruimte die ons ton dienste staat, is het niet mogelijk den goachten schrijver op den voet te volgen en moeten wij ons bepalen tot do hoofdpunten, «Het is in het belang dor gehecle maatschappij* zegt dhr. d. B. «dat er goed onderwijs gegeven, worde».... Daartoe-is er stnatstoezigt op liet on derwijs daarom behoorden ook de kosten er van ge-, dragon te worden door den Staat. Niemand zal dio eerste stolling ontkennen. Iodor zal toestemmen dat het voor de maatschappij, voor don Staat van het hoogste belang is, dat er good, degelijk onderwijs, gegeven worde. Maar daar gelaten dat, zooals de strijd.onzer dagen aantoont, de zienswijzen vair 'uiteen loópen, wat men door goed onderwijs te verstaan hebbe, gaat het niet op daar uit de gevolgtrekking te maken; dat daarom de staat hét onderwijs moet betalen. - Wio to veel be wijst de geachte schrijver zal het ons toestem men bewijst niets. Waar zou het heen, indien do staat do kosten moest- dragen van alles waarbij de geheele maatschappij belang heeft, van spoorwe gen b.v., of van telegraafdienst, enz., en niet degenen, •die er gebruik van maken? Maar al wilde hij voor het onderwijs eene uitzondering maken en dit als iets zoo bijzonders, van zoo uitsluitend belang voor do maatschappij beschouwen, dat de staat bij uit zondering hiervoor in de eerste plaats de kosten moést dragen, dan. moet men ook consequent zijn, en willen dat dan ook de staat de kosten drage van al het onderwijs, waarbij bij belang heeft. Dan ook de kosten van het vrije, het christelijk onder wijs. Want -wij achten den beer de Beer te onpar tijdig, dan dat bij zou willen beweren, dat*do maat schappij alken bij het staatsonderwijs .belang heeft. En wil do hoer d. 11. ook dit, dan naderen wij een grooten stap tot elkander en komen 'wij tót dezelf de slotsom, namelijk dat de stnat beide rigtingen op het gebied van onderwijs met éóne maat moet me ten, aan beide gelijke, regten en gelijke tegemoet komingen moet- toekennen. Aan beide dezelfde of aan geen van beide hulp ^bieden. Want komt men alleen de ééno rigting te geuioet, dan verongelijkt men do andere, die dezelfde regten en aanspraken heeft. Aan beide dezelfde of aan geen van beide hnlp. En toch awiiden wij niet wenschen, dat do staat zich geheel belastte met liet onderwijs en daardoor mot de opvoeding van het opkomend geslacht. Ook bij liet- onderwijs wonsphen wij den regel gehuldigd, dat do staat zich niet mag mengen in datgene, wat aan do particuliere veerkracht .kan worden over gelaten. Eerst waar déze te kort schiet, begint de roeping van don staat. Het ouderwijs zouden wij dus wènschcn als regel overgelaten aan de particuliere veerkracht, on als een direct gevolg daarvan tegen een schoolgeld, in even redigheid met do onkosten die het noodig maakt. Alleen aan hen die niet kunnen betalen kome men te gemoet. Want men vergete niet wat de' hoer N- O. Ptersoa zoo juist in het Julij-nummer van de Gids 1872 opmerkte, «kosteloos onderwijs van staats- «wego is niets anders dan gedeeltelijke opvoeding der .«kindoren voor staatsrekening, dus eeno bedee- «ling».(bliulz: 5Ij. Men strekke die niet vorder uit dan noodzakelijk is; men geve die bodeéling niet aan hen dip haar knnnen'misson. Vooral niet om dat 'men daardoor anderen, die het vaak heel wat moeijelijkor valt een evonredig schoolgeld to beta len, dubbel belastvooral niet wanneer men daar door het onderwijs voor hen die het christelijke wèn schcn, nagenoeg onmogelijk maakt, ofschoon de staat ook bij dit onderwijs evenveel, volgens onze over tuiging, zelfs veel, moer belang hoeft. Maar al streed hetgeen dhr.d.B. zoo wenschelijk acht niet mot doze algotnvuno bezwaren, on niet met do billijkheid- ten opzigto van hen die uit gernoods over tuiging do voorkeur moeten ge,ven aan do christolijko school, onze wettelijke bepalingen verbieden het. Do Grondwet roods belooft en wil vrijheid van on derwijs. Vrijheid nu is ondenkbaar zondor gelijk heid. En die golijklieid bestaat niet, wanneer'hot staatsonderwijs bevoordeeld, het vrije onderwijs on- dordrukt wordt, wauneor bij het openhaar on derwijs do stint het schoolgeld botaalt, doch het vrije onderwijs laat betalen; geheel, uitsluitend be talen door hen die or gebruik van makenzelfs door gehool. onvermogonden. - Ook de gemeentewet - wil even als de schoolwet - dat als regel de kosten van het onderwijs gedragen zullen worden, door hen die er het genot van heb ben. Alleen de min- en onvermogenden worden daar in "te gemoet gekomen. En nu moge het waar zijn, dat zooals de heer de Beer er op wijst die on miskenbare bedoeling der wet, bij vele bij de mééste gemeentelijke verordeningen wordt miskend, dat een ministerie zelfs er geen privilegie in wil zien, wan neer ook het meer dan gewoon lager onderwijs voor niet kan gegeven worden, maar dit alles bewijst •niets tegen de kennelijke bedoeling der. wet, zooals die daghuldcr bij de beraadslagingen uitkwam. In tegondeel het zijn juist die miskenningen der be staande wetten, waar wij; en onze geestverwanten tegen opkomen en pi-otest. annteekenen,-omdat die verordeningen en ministeriële besluiten in strijd zijn met gemeente-, school- en grondwet. En .nu zal voorzeker de. geachte schrijver de eerste.zijn om te erkennen, dat geen dier wetten, door eene gemeente verordening of ministerieel, besluit van strekking verandert. Het bestaan, liet geduld worden zelfs van dien ontwettelijken toestand, maakt het onregt geen regt. Maar moeten minder gegoeden, al zijn zij met uitnemenden aanleg begaafd, dan verstoken blijven van goed, van meer dan gewoon onderwijs, dat zoo goed aan hen besteed zou zijn? Volstrekt niet; maar dat dan de voorstanders van het 'openbaar onder wijs doen, wat de voorstanders van het christelijk onderwijs doen, en. met daden, door het in de beurs tasten, het onderwijs steunen en verbreiden, waar mede zij zeggen zooveel op te hebben. Zooals- nu het School/amis to Rotterdam zal doen. Maar om dat meer dan gewoon lager onderwijs ook door de gemeente te laten betalen ten einde die ééne rig ting van onderwijs voor allen gemakkelijk te maken, gaat niet aan. Te minder nu de ondervinding leert hoo hij de tegenwoordige inrigting vooral van het middelbaar onderwijs, maar al te velen uit hun stand. \gerukt worden, zonder er boven verbeven te worden. Maar wat bedoelt gij doof «meer dan gewoon lager onderwijs», waar zijn de grenzen vraagt dhr. d. B.? •De wet toont het aan. Eindelijk, meent de schrijver, dat door algemeen .goed onderwijs de sïagboomen zullen wegvallen, die tusschcn do maatschappelijke standen bestaan. Daartoe moot, volgens hem, het onderwijs dienen. «Do gelijkheid zal op goede gronden steunende, de maatschappij nog verder vooruitbrengen,» Dit laatste stemmen wij volkomen'toe. Het is maar de vraag,wat men door «goede gronden» ver staat. - De gelijkheid steunende op christelijken grondslag zal, wij stemmen hot tóe, <!e maatschappij nog ver der brengen. De op het christendom steunende vrijheid moet het doel der ontwikkeling van ilo maat schappij zijn. Do «vrijheid, gelijkheid en brooder schap» op christeh/ken grondslag is ook Ons ideaal. Maar de vrijheid buiten het christendom is, zelfs voor hen die ze wenschen eene utopie, een onbereik baar, ideaal. Dhr. de Beer stemt dit toe, waar hij zegt: Autoriteit zal er blijven bestaan zoolang de wereld bestaat.» Zoolang «de eene mensoh ver standiger, vlugger, handiger, slimmer of beter is dan do andere.» Maar dan ook alleen dit soort van autoriteit. 'Of echter bij deze autoriteit geen vrees voor wan orde zou bestaan, betwijfelen wij. Neen, wij stollen prijs op, wjj houden aan het verschil van standen» van roeping, van werkkring, zooals het door den Almagtigon Wereldbestuurder is gestald; maar do autoriteit die louter steunt op «verstand, slimheid en handigheid», voort ten afgrond.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1874 | | pagina 1