NHVE 60ESSCK
Nieuwsblad voor Tbolen, Zuid- en Noord-Beveland.
i
1
H
No. 5.
Vrydag 16 Januarij 1874
Negende Jaargang.
I Roosendaal....V —P
Wouw
I Bergen op Zoom
1 Wocnsdrecht
1 'Rilland
lKrabbendijke.....
(Kruioingen
Vlakc
\Biezelinge
J Goes
I'sH. Arendskerko
f Arncmuidcn
A
Ylissïngen ...V 6.40S 8,50P12,20G3,10P5.15P 9.26P—
Middelburg ...y jj$j
9, 12,31
9,21 12,41
9,28 12,54
9,43 1,19
1,20
Arnemoiden7j
"s H. Arcudskerke 7,14
Goes......,......;. 7,21 9^52 1,40
Biczelinge.7,32 .10,8 1,56
♦Vlnke 17,39 10,15 2,5
Kruiningen 7,44 10,22 2,14
Krnbbendijke...... 7,53 10,32 2,SO
•Iliiland.7,59 10 38 2,37
Wocnsdrecbt...;.. 8,12 10„53 2,59
A u Aö a lx Bergen op Zoom 8,20 11,6 3,31
iUddelbnrg...y(j jq 8,30 xi,21 2,15 4,20 8,85 10,86 *Aan deze halten wordtkll^én gestópt, wanneer Wonw ,8,81 11,17 3,48
Vlissingen ...A6,'20 8,40 Xllso 2,25 4,30 8,50 1 0,45 daarreirigers worden opgenome.iv.f hItgèJnt'enr' iB^OseBdaiil-«.A 8,40 11,26 4,
Deze Conrant verschijnt, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandag* en Donderdag* avond*. Prijs kwartaal l <M*5jr. p. poBt/"l,—Afzonderlijke Nomihers 5 et.
Prijs der AdvertentienlO et., per regel, groote letters en vignetten-naar plaatsruimte. Geboorte-,, huwelijks-en doodberigten van 15 régels 50 cent.
Alle Stokken de redactie betredende, gelieve men minstens één dag voor. de uitgave franco toe te zenden a.:n dén Uitgever A.C.De JOSGK 8Jz. té Goes.,
Inzending der Advertentien tot des namiddags 3 ore.
5,24
5,27
5,34
5,49
5.58
6,13
6,21
6.27
6,37
6,43
6.59
7,12
7.28
7,82
9,35
GEMEENTEBESTUUR
Afstand van gemeentegrond
met
onttrekking aan de publieke dienst.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat door het Burgerlijk
Armbestuur bij den gemeenteraad is ingediend eene
aanvrage om afstand in erfpacht van de navolgende
gronden der gemeente:
De Ooèter Schans, de Kleine Schans en de
Schansdjjk van af den djjk naar Kattendqke
tot aan den weg naar de Zonstoof, de
punt grond vóór-den Koepel van de erven
van Voorst Vader en de langs die gronden
gelegen Brakke Vest, alles tezamen gedeelten
der kadastrale nummers 163, 199 en 325
van Sectie B, alsmede den grond onder de
arbeiderswoning en tuin Sectie B. no. 164
en 1657
'en dat aan de inwilliging vaü dat verzoek de verkla
ring zal moeten voorafgaan, dat die gronden enz. niet
meer. ter/openbare dienst bestemd zullen zijn.
Burgemeester en Wethouders noodigen diegenen uit,
welke bezwaren tegen die verklaringof dien afstand
mogten hebben, daarvan schriftelijk te'doen blijken aan
hun collegie, met opgave van redenen, vóór of op d'en
23 January aanstaande.
Goes, den 14 Januarij 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BbAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
P O S T K R IJ E ny.
De DIRECTEUR van het. POSTKANTOOR to
GOES, brengt ter kennis-van het ^publiek, dat de
Minister van. Finantien bij resolutie van 'den 9
Jannarij jl. no. 67 heeft bepaald, dat het Kantoor
voor. het publiek geopend zal zijn:
Op- Werkdagenvan dos morgens'9 tot des na
middags 21 uur, van dés namiddags 41 tot des
avonds 7 uur, en van des avonds 9 tot 10 'uur.
Op Zon- en Feestdagen: van des morgens 9 tot
des namiddags__<£ uur, en van des avonds 5 tot
7 uur.
En- dathet deponeren en uitbetalen van post
wissels en kwitantien uitsluitend zal plaatsvinden
op werkdagen: van 9 uur des morgens' tot des
namiddags 2j uur.
De Directeur voornoemd,-
VAN DER FBDTZ.
WAT IS WAARHEID?
Ter wille der onpartijdigheid hebben wij in
ons vorig nummer 'een gedeelte overgenomen uit
een brief door generaal van Sioicten, gerigt aan
den Sultan van Atchin, waarin hij de redenen.
~"mededeeltr die'tot den oorlog hebben aanleiding
gegeven. Jam met; dat die brief te gi'óot was,
om in het geheel door ons te worden opgenomen.
De voortdurende onveiligheid der handelsvloot
in de wateren van Atchin, de daar gepleegde
zee- en 'menschenroof, aaD al hetwelk Atchin geen
einde wilde maken1, ziedaar de redenen van den
oorlog volgens den genpraal van Swieten.
Is dat waarheid'Zijn dat de redenen die tot
de oorlogsverklaring aanleiding, gaven
Volgens den minister vau Knloniën niet. Deze
toch. verklaarde openlijk in de Kamer, toen hem
•naar die redenen gfevraagd werd, dat hij ze niet
xoistterwijl hij het later deed voorkomen, dat
die redóneh te zoeken ^aren in de handelingen
'der Atchinesche gezajden, die, troiiweloos en ver
raderlijk genoeg'waren geweest, om bij rriagtige
Staten steun en hulp te zoeken tégenover Ne
derland.
De minister van Koloniën vérklaarde niet
tegenstaande hij tot de oorlogsverklaring zijne
toestemming had gegeven -dat hij de redenen
die er aanleiding toe gaven, niet wist. Toen tóch
de heer Nierétrasz in de zitting van 4 April
1873, den minister van Koloniën geïnterpelleerd
had over de oorzaken die tot de; oorlogsverkla
ring geleid hadden, concentreerde hir. van Ree-
■nen het gewigfc van Het daaruit ontstane débat
in de volgende vraag: -
«Is de minister in de gelegenheid ons daar-
«omtrenfc in te lichten? In geval eenor ontken-
«ning zou ik daaruit móeten opmakeri, dat de
^g.mini8tef....zel'f.alleeii nog:kcnnk.jIVaagtvan de
«oorlogsverklaring, maar niet bekend j# met-de
«omstandigheden, die daartoe aanleiding' hebben
«gegeven.»
De heer Fj ansen van de Putte antwoordde daar
op «Het laatste wat de geacöte spreker zegt,
«is juist. Aan de. Regering ontbreken'nog ten
<eenemale.berigten, met' uitzondering van het
«zeer korte telegram, gisteren ontvangen.» (Bij
blad 13G6.) -
Ware clus^de door den generanbvan Svneten
opgegeven redenen in waarheid de juiste ge
weest, dan zouden die immers toen réods bij dèn
minister van Koloniën bekend zijn geweest. Dj.e
.zoogenaamde onveiligheid, zee- én menschenroof
dagi eekenen reeds van jaren, doch dit was toen
aan den minister niet als de oorzaak bekend.
Wel is wa:hs4ieeft de minister in zijne latere
.aan de Kamer gerigte nota, die de strekking had
om de volksvertegenwoordiging zoogenaamd in
te lichten over den toestand die de oorlogsver
klaring voorafging," ook gewezen op die onvei-
ligheicVzee- en menschenroof, maar ook in dit
stuk waren de daarop, betrekking hebbende fei
ten zeer Onvoldoende aangetoond. Zoo. onvol
doende zelfs, dat mr. Üajfmans iu de zitting van
22 April daaropvolgende, omtrent, do inlichtin
gen in die nota voorkómende verlriaardé«Wij
«weten niets, immers niet eens hoe wij aan dezen
«oorlog komen; en wij wetenalles, want wij
«wéten dat de oorlog uit is^en dat wij deerlijk
«geslagen zijn.» (Bijblad 1379.)
Heeft de minister daarna de onvolledigheid
omtrent de oorzaken van den oorlog aangevuld?
Integendeelby diezelfde beraadslaging op de
vraag van den heer van Zuijlen«welk ultimatum
aan Atchin gesteld was» antwoordde.hy zelfs
«Wij hebben tot nog toe niets dan telegraphi-
«sche berigten. Ik kan ook niets weten van wat
«in Atchin sedert 26 Maért gebeurd i8 danuit
«telegraphische berigten. In de ontvangen te
legrammen staat er dat aan Atchin oplielderin-
«gen gevraagd zijn over het .trouweloos gedrag der
xgezemtenAtchin heeft geweigerd daarom
trent inlichtingen te geven.
Daarop heeft de commissaris den oorlog ver
klaard. (Bijblad J399.)
Daarop; dus na weigering van inlichting om
Do redactie onderschrapt hier en vorder.
trent dat zoogenaamd trouweloos gedrag der ge
zanten; niet' wegens de onveiligheid, zee- en
menschenroof waarop nn de schuld gestoken
wordfcv V
Trouwens dit ,zou ook hoogst bezwaarlijk ge
weest zijn. De heer Nierstrasz toch constateerde
tóen «Ik zal niet spreken over de onderhande-
«lingén of over de wijze waarop de resident van
«Riouw en bet Opperbestuur zich hebben laten
«misleiden .door de rijksgrooten van Atchin.
a Dit is tot nog toe het eenige bekende motief tot den
«oorlog, en wanneer de Regering, spreekt van
«menschenroof, slavenhandel en wat dies meer
«zij, dan ontbreken iri de nota alle feiten om dit
zaan te- toonen. Het zou der Regering hoogst
«tnoeyelyk vallen eenig bewijs van menschenroof
«in 1863 en 1864 te leveren.» (Bijblad 1400.}.
En zoozeer was de minister van Koloniën over-
van .dejaistheid van het door. den heer
Nierstrakz geconsHteërdéj^aCTï^hiy't'de'heWt^""
woording van de verschillende sprekers daarna,
dit door den heer Nierstrasz gesprokene maar
liefst met stilzwijgen voorbijging, en hem alleen
antwoordde omtrent «de uitgezondene Beaumont-
geivereft», -(zie Bijblad 1413.)
Uit het op .Bijblad 1412 voorkomende, blijkt
dat de minister'toen weer om dat. zoogenaamde,
/trouweloos en - verraderlyk gedrag der Atchine
sche gezanten heendraaide om daaruit dén oor
log te wettigen, waar h'ij z'eïde «Zij gaf een ge-
«gronde red én om explicatie te vragen, en wan-
«neer, zóóals geschied is, opheldering omtrent
«dat gedrag-werd geweigerd, was reeds daarom
«alleen de oorlog volkomen geregtvaardigd.»
Men.ziet dus uit 'clit alles, dat bij den minister
Flansen van de Putte'andere redenen bestonden
tót de oorlogsverklaring dan die in de* brieven
van den generaal van Sioieten aan den Sultan
worden opgegeven.
Het- «trouweloos en' verraderlijk gedrag» der
gezanten van Atchiu, daarin.moest tam, volgens -
den heer Puttede aanleiding tot den oorlog ge
zocht en .gevonden worden.
Maar wat is er nü van die trouweloosheid en
dat .verraad. Hoogstens dit wanneer het na-
melrlc waar is dat dit door Atchinesche gezan
ten gedaan is, wat nog te betwijfelen valtdat
zij bij den Amerikaanschen gezant, hulp gezocht
hebben van Amerika tegen Nederland.
Dit is zeker niet prettig voor Nederland, even
min als voor den minister, - maar is dat voldoende
om een vrije natie den oorlog aan te doen, en
haar hare vrijheid te benémen? Is dat eenë
verantwoording voor het bloéd der hónderden,
wij kunnen nu reeds zéggen duizehden, die liu'n
leven op het slagveld of door ziekte, verloren, of
wel ten gevolge hunner wonden, levenslang onge
lukkig zyn géworden Is dat een veranWoor-
ding -voor de millioenen, welke, Nederland dien
ooriog bij tientallen zal kósten? Millioenen,.die
waren ze voor dien oorlog niet noodig geweest,
gebru^j, hadden kunnen worden, volgens beken
tenis wan dé Regeringzelf, om "Nederland, te
ontlasten van belastingen, waarmede het thans
bezwaard moét bly ven. 1
Wat zon Nederland doen; wat heeft het ha
vroegere eeuwen gedaan, wanneer het zijne onaf-
£,i*r