No. 99. Diiigsdag 16 December 1873. Achtste Jaargang. tr. I Roosendaal. Wouw 1 Bergen op Zoom I. Woensdrecht [•Rilland.... lKrabbendijke jKrainingcn....... /♦yiakc iBiezeUnge... I 9.43 12,35 S'3 9,52 12,45 f? 10,7 1. •?§„-10,13 1,6 10,23 1,16 ?SsS. 10,28 1,21 "10,39 1,33 10.49 1,42 I'sH. Arcndskcrke 8,8 10,57 1,50,^ I Arnemuiden...... 8,21 11,12 2,5 A -8,27 11,18 2,11 ,3pddelfeurg..1y(j)10 8>30 11(2l 2,15 Vlissingen A 6,20 8,40 n,80 2,25 Dexo Courant verschijnt, uitgezonderd op Christelijke Prijs dér Advert'entien 10 ct. per regel. Arnemuiden7, 'sH.'Arendakerkc 7,14 9,43 Goes7,21 9,52 Biezelinge..,.7,32 10,8 ♦Vlnke...7,39 10,15 Kruiningen 7,44 10,22 Krabbundjjke7,53 10,32 ♦Rilland........... 7,50 10 38 "Wocbsdrccht...... 8,12 10„53 Bergen on Zoom 8,20 11,6 '5,24 5,27 - 5,84 5,49 5.58 - 6,13 - 6,21 - 0,27 T- 6,37 - 6,43 - 6.59 - 7,12 - 7,23 7,32 - Afzonderlijk® Nommert 5 et. regels 50 cent. s. .1,56 2; 5 2,14 2.30 2,37 2,59 3.31 48 Alle Stokten de redactiebetreffende, gelieve men minster^ één Mag' Voor ,dèhiigafc fra'jïói» toe te'enden a-m den Uitgever A. c. de jonge sjz. te Goes. Inzending «fie r A dvectentien-tot.dea-namiddagfe".3 nre^L____ GEMEENTEBESTUUR PEBSONELE BELASTING. DB -BURGEMEESTER van GOES brengt bij dezo ter lrennis van een ieder, die bet aan gaat, dat het kohier no. 4 van het PERSONEEL voor deze gemeente, over het dieustjaar 1873--1874 op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belasting binnen deze gemeente. Goes, 13 December 1873. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAÜBEEN." AANBESTEDIM. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen op Zaturdag dm 11 December 187J, des namid dags ten één ure, ten raitdhuize aanbesteden Het onderhoud der plantsoenen van de Gemeente, gedurende het Jaar 1874. Het bestek ligt van heden af ter inzage óp de Se cretarie der Gemeente. Goes, don 13 December 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P.. BLAAUBEKN. De Secretaris, H A R'llM A N. IP T K U IJEIV. Vertrek der Landmail naar Oost-tndië. Per Stoomvaart Maatschappij Nodorland Stoomschip -Conrad por lhatsfcen trein van 5,58 •dón 17 •December. Via Brindisi, den 20 Decombor. DE VERWERPING VAR DE BEGROOTING VOOR MARINE. In ons vorig nummer konden wij nog opne men het telegrafisch berigt der verwerping van de Bogröoting voor Marine. Tijd en ruimte ont brak ons om toon reeds de groote beteekenis van die verwerping, to doen uitkomen. Groote beteekenis; in tweederlei opzigt. Voor eerst dat het *ccn bewys to meer is, hoe het tegenwoordig ministerie, hoe gaarne het zich ge dwee houdt en handelt, niet naar eigen overtui ging, maar naar den wensch der «meerderheid* van do Tweede lvamer, toch volgens do meening dor meerderheid niet in staat is zij no taak te vol brengen. Reeds vroeger wezen wy er herhaaldolyk opn - maar by de drogrodenon, waarmodo do «liberale* bladon, als blinde mdedigers van elk ministerio, dat zich don naam van «liberaal* toeeigent do mindor nadenkendo lozors trachten zand in do oogon to strooyon, achten wy hot niet x>vor- bodig or nogmaals op to wyzonwelko oigonlyk de taak was, dio .het tegenwoordig ministerie to vervullen bad. Als ojivolgor on in do stappen trodondo, van do beide laatste «liberale* minis- toriön, bleef Voor bot togenwoordigo in do oor- sté plaats to zorgen voor datgene,, wat do boido vorigo niet by magte waren goweosUtot stand to brongon do vorbotoring van ons delensiowczon. Dat not z\juo kruclitou te bovon ging om dat dofonsiowozon te land in c>rdo to brongon, blook door bot niot slagou daarin van don Graaf van Stirum] dio' daarom zyn ontslag nam, Eu nu is hot juist by dezelfde aangologon- Uoid tor zoo, dat dit ministerie woor niot op do boogto van zyno taak blook. Dó hoofdroden toch w^arom .de. Tweede.Kamer.de^giywting. van den 113'nis ter van Marine, .verwierp, ^wag,; oprdat het by hefc uitbreken, van "den oorlog., toet',jUicbin. geble ken was, in welken treurigen toestand onze oorlogs vloot zich bevond. 'Reeds*' toen, vrees de heer Nierstrasz daarop; hy waarschuwde voor de treu rige, maar niet te ontkennen, waarheid, en daar om werden hem fan «liberale* zijde aUè móge lijke insinuation naar het hoofd geslingerd. Men yerweet hem gebrek aan vaderlandsliefde enz. En nunu heèft de onderyinding onloo chenbaar geleerd hoe zyne waarschuwingen maar al te gegrond waren. Van onze schepen bicken vele naauwelyks zee te kunnen bouwenonze tuighuizen waren ledig. En dat onder een ministerie dat als eerste taak op zich genomen hadonsdefensiewezen te verbeteren! Te verbeteren; terwijl, nu de tegenwoordige minister reeds vijf jaren aan liet bewind is, het nu blijkt volgens het eenparig gevoelen der des kundigen, in de Kamer, dat. het er nog nooit zoo bedroevend met onze zeemagt beeft uitgezien. Om alles nu weer behoorlijk in orde to krij gen, wat in de laatste jaren is verwaarloosd, zul len natuurlyk weer millioenen op eens noodig zijn, daargelaten nog de tijd die verstryken moet eer wij met ons defensiewezen te water weer op de hoogte zullen zyn, waarop wy waren vóórdat de drie laatste «liberale**- mi-nisteriën optraden. 't Is waar, de^heer Brocx liet de gepantserde schepen voltooymr dio door zijn voorganger reeds ontworpen waren, maar ter verdediging van onze koloniën, onze vlag, onzen handel, deed hy, vol gensbet eenparig gevoelen der deskundigen, niets Maar niet alleen blijkt uit de verwerping der bogrootiug voor Marine, dat het tegenwoordig mi nisterio niet in staat is te volbrengen, wat het als eerste pligt op zich genomen haddie ver werping beeft eene verder strekkende beteekenis. Zóojüs wij zeiden, was het verval onzer oorlogs vloot eorst zoo duidelijk gebleken, by bet ont staan van den oorlog met Atcbin. Ofschoon die oorlog volgens verklaring" yan den lieer O. van Rees, in zyne qualiteit van oud-Raad van Indië, reeds jaren to voorzion was geweest, moesten som mige onmisbaar gebleken vaartuigen, o.' a. de stoombarkassen, voor dien oorlog nog gobouwd worden, toen de tyding van onze eerste neder laag hier te lande reeds ontsteltenis had versproid. Waarlijk uit dit staaltje kan meu'kion boo treu-, rig hot met onzo vloot in Indiö gesteld was. Maar dit is waarlyk ook een staaltje van de- onnadonkondhoid waarmodo die'gohoelo oorlog bo- gonnon is. Het valt niet moor to ontkennon, hoe bot bostaan onzer koloniën en daardoor in hooge mato ons oigon volksbestaan van don uitslag van dien oorlog afhangt. En nu vragen wy in gomoodo, ofmenmagvor- onderstollon dat do minister van Koloniën, alvo rens hy zyne goedkouring gaf aan do oorlogsvor- klaring waarvoor by niet kon ontkennon (Jat by mot bot ministerie-on niemand anders vor^ antwoordelyk is zich niot eerst tot zyn arabt- genóot van Marino zal gewond hebboii, om van hom to weten ovor wolko zeotongt Nederland to bosobikkon bad? Maar dan vragen wü ook welk dArdeol uittesproken over don minister, aio bokond njyet den treurigen toestand van onze vloot in Indië, toch den oorlog verklaarde? Welk oordeel? Ka bet vonnis door de Tweede Kamer uitge sproken over den minister ;van Marine, den heer Brocxbehoeft men niet langer te vragen welke het consequent óórdeel, dier zelfde Kamer moet zijn over de geheele gedragslijn van het ministeriè in den oorlog tegen Atchin. Duidelijk bljjkt hier uit dat, wanneer de Kamer.zich nog Weerhield om een - afkeurend oordeel óver dien gedragslijn uit te spreken, dit alléén was om eten reeds zoo moeije- ken toestand waarin wy daardoor geraakt zyn, nog niet meer te bemoeyelijken. En men Vergete hierby niet, dat, was de minister van Marine ver- antwoordelyk voorde extra-schepen van hier naar Atchin gezonden, de minister van Koloniën de heer Fransen van de Putte verantwoordelijk is voorden hulpeloozen toestand van het Indische exkader. „Die verantwoordelykheid van den-lieer Putte was dan ook de krachtigste' verdediging voor den heer lh ocx. De veroordeeling van den toestand, waarin onze oorlogsvloot zich bevond by het uitbreken van den oorlog,, is tevens eené veroordeeling van dien oor log op een tijdstip dat de vloot in zulk een toestand was. Daarom treft die verwerping van de begrooting van Marine, zedelyk liet geheele ministerie. Of het zich 'echter ook nu zal gedragen naar het gevoelen der «meerderheid*? Dat het zich schikt naar die «meerderheid* om te kunnen blijven, is reeds herhaaldelijk gebleken. Of liet dit ook zal doen om plaats te maken-.Voor een meer krachtig, meer voor zijn taak berekend ministerie, zal do tyd moeten leeren. BINNENLAND. Góes, 15 Deeerobcr 1873. Na brocilvoorige besprokiug en daarna intrek king van een amondotnont. voorgesteld door den heer van Waasenaer Catwijckluidende r «De Kamer van oordeel.dat do bepaling van do 3do alinea van urt. 194 dor grondwet niot mot zich brengt, dat bij do oprigting van openbare scholen, ingovolgo do bopalingen van art. 17 der wet op bef lager Ondorwys, goon rokoning zon moeten worden gohoudon met bjjzondei'o acbolon, die gobool of godoeltif^k aan de beboofto van het Óebuolondorwij8 voldoen, gaat over tot'de orde van don mag.» En na verwerping van do twee amendemen ten,, oen tot uitbreiding der boataando Rjjks-kweek scholen voor «onderwyzorB en oen tot stichting bo vendien van twee nieuwe kweekscholen, heeft do Tweede Kamer, in hare zitting van -Woensdag, do begroeting vofflp BinnonlandBoho zaken', mot 5^' togen 14 stommen aangonomon. Vóór dio stem ming ochter bad do hoor Schimmelpenninck van der Oije geconstateerd, en ofschoon niot namens dan tboh zokor mot instemming vau vele andore lo den, dat hjj, alloon berustende in. do oyforè vóór do begroeting zou stemmen, zonder daarom die voorstoraming bosohouvird te willen zien, als eon bowys van vortrouwon in hot politiok beleid'van don Minister, vooral wat do onderwijs aangolör don botrqf. Oe Gooaaobo «vfgovnardigdo mr. *Sbap«i«n4 was wegens voortduroiido ongoBteldhoid niqt togon- woordig.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1873 | | pagina 1