m
Achtste Jaargang
No. 36.
Dingsdag 6 Mei 1873.
IBM#™*
Afraenluidén,..fj
.-'•Heer Arpndikerko .7,14,
7,21
Btééeljnge
Vjfru inregen.
.Krahb^ndyke...,
ïd.
sebt..,
!ijp:Zoom.. 8j20
631
7,82
7;8fr.
7'Mi
7;58
-7,69
8,12
o Conrant.-vorschijnt, mtgexonderd: dp Ctarut&ftykéiémidatreB^Aefe'n?dal rö,$5,tr. "p. pbst/l,
Prjja deEfAdTnrtentien.lPctifper reg?U, groote letter» Bn.vighette&' naar plaalinrimté.„ Geboorte-, huwelijks-^ en.dóodbèritt«6 van
Alle Stikken de redactie betreffende,. gelieve ipen -minstens één dag yWr wfi¥^fé-l?anco toe te zenden dèftlJijfcgeyer
JbizBpding, ■dé>;Ad.Yèrténtieyi!d»tde8;naniiM^§vgf.iire«
-9,21
9;88
w
.9,52
10,8
10,15
10,22
iö;ftS
10»r88-
10„58
11,6
.11,17
—Jï
1,4
1$.
2,6-
2;40
aj*7 -r-.
8.10
8,45
M
i,«y
Aüondèriiiiè Nommeire 5 tti
1—-B regda 50 'cent.
A,C.DEJONpK.SJz. te Goes,
6,18
,82
6,42
$48
7,4
7,17
7,26
Bekendmakingen van hot, Gemeente-bestuur.
JA6TÜEGT. I
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van GOES
zullen op Zaturdag déri.ZV'Mei'di namtdd&gB tfjp-
een ure, in de groote zaal v.an het raadhuis,. pnbUejfc
en aan.de meestbiedenden, voor .vijf saisoenen, trachten
te verharen-
Hét UEGT tot de JAGT in deze ge-
gemeente oyér eene nitgesfeekheid
;jran 670 Hectaren, ingaande met
het openen der jagt in het Toepen
de jaar,
op de vöonVaardën die daarvan ter secretairie dezer ge
meente ter lezing, zullen liggen, van heden af tot -den
dag der verhuring.
Goes, den 3 Mei 1873.,
Burgeriieester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
JAGT en VISSCHEEIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen bjj deze ter kennis van de: belanghebbenden
in deze gemeente, dat de blanco verzoek-biljetten, om
aCten en vergunningen voor de JAGT EN VISSCHE-
BIJ, vermeld in art. 5. der wet van 13 Jong 18,57,
Staatsblad no 87) van heden af, tér gemeente-secretarie
costeloos verkrijgbaar zullen zjjn en' dat die verzoek
schriften behoorlijk ingevuld en geteeketidin den loop
dezer maand moeten worden ingediend bjj den burge
meester, ter opzending aan den heèr commissaris des
konings in-deze provincie.
Goes,'' den5 Mei 1Ö73.
Burgemeester'en Wethouders'voornoëmd,
M. P. BLAAUBEEN-
De Secretaris,
- B-A RTMAN.
POSTER IJ E Al.
Vertrek der T-nndmail naar Oost-Indië.
Via Marseille, den 9 Mei per laatste trein
naar Moozendaal.. V
EER POLITIEKE EXPEDITIE.
De beraadslagingen in de Tweede Kamer over
de oqrlogsverklaring aan Atchin, zijn, na drie-
daagsche debatten, gesloten. Ofschoon die be
raadslagingen eindigden zonder eene motie van
goed- of afkeuring, zonder verklaring van ver
der vertrouwen of wantrouwen in het beleid van
het ministerie, was. het oordeel, dat door de
meeste sprekers werd geuit, voor het ministerie
zedelijk doodend. Niet alleen werd er op ge
wezen, dat de verklaringen van den heer Fransen
van de Putte op 4 April «niet geheel juist wa
ren», maar kennelijk toonde de minister van
Koloniën het gevoel zjjner zwakheid, door met
de aan zgn geslacht eigene handigheid, die
questie eigenlijk van het juiste terrein af te bren
gen. Hierin ligt naar onze meening altyd een
sterk be wij 8 opgesloten, dal: men hót debat over;
de znak zelf niet aan durft.
Kennelijk wilde de henr van de Putte de questie
afleiden naar de vraag: was eene oorlogsverkla
ring wénscholjjk en noodig of niet? Maar dit
was thans niet de hoofdvraag. Thans gold het
vooralde.yyajag;r,wasyiënejporiogsyerklaring onder,
I de tegenwoordige Omstandighedenthans reeds te
verantwoorden. Was Nederland, op zulk een
.gewigtigen oörlog voldoende voorbëreid? Of
heeft Nederlandzich onbesuisd in een oorlog
gewikkeld 4
En dat hierin een groot verschil ligt, blijkt
hieruit, dat wij voor ops na kennisneming van
de gedrukte pófca van J den heer''van dé Putte
meenden, dat éène' oorlogsvérklaring-— wajineër
alles waar was, wafm.<he .i^ota stónd op
den duur niet hadt.kupnep uitblijven.. Maar
vóór alles, moest ^é^rlan^}yó:ór'. jlatzg die'deed,
genoeggewapend v'^n'.géyieèaiK-'- En dat is uït
de gehouden beraadslagingen gebleken, dat Het
niet was.
Daargelaten nog de vraag of de grieven dopt
den heer Fransen van de Putte tegen Atchin aan
gevoerd niét óverdreven waren. En hiervoor be
staat wel gegrond vermoeden. Door: den heer
van de Putte werd b. v. gewezen óp door-Atchiü
'gepleegdéii «mén'schenroof»
Menschenroof; dat is voorzekér wel een woord
waardoor onwillekeurig iemands bloed van yer-
önfcwaardigjpg aan het kooken raakt. [Wel* een
woord, geblikt om spoedig te doen geloovep aan
de «urgeritj^* van maatregelen tegen, znjk een
afschuwelijk feit- genomen. Maar nu bleek uit
de gehoudene debatten, dat de laatste menschen-
roof, waarvan bekend-was dat zij door Atchi-
bë'zeh gepleegdjs ,'^^s Tn, :T863'gëpTéégd' Wa9,
en daarom nu m 1873, d. i'. 10" jaren later,'een
oorlog te beginnen,' dat Is toch wel wat ver ge
zocht. Waarom heeft de heer van de Putte daar
voor niet bij zijn vorig ministerie'het zwaard aan
gegord Of liever latén aangorden. Toen was
dat feit ook reeds gepleegd.
Maar dit alles .daargelaten*, bleek bovendien
uit de gehoudene debatten, dat Nederland met
voldoende voorbereid Wasj' om zulk een oorlog
te beginnen. Evenmin als Frankrijk in 1870.
Wel trachtte de heer van de Putte het te doen
voorkomen alsof dit niet aan hem had gelegen,
want. dat hij meer soldaten had uitgezonden dan
anders het geval was, en dat hij bovendien bij'
zijn telegram, waarbjj hij aan den Gouverneur-
Generaal berigtte, dat een langer beraden ovqr
de. 'oorlogsverklaring «ongeraden» was, tevens j
gevoegd had het bev«l om toch eene groote zee- i
magt naar Atchin te .zenden, maar hoe fraai
dergelijke argumenten óogenschijnlijk klinken, in i
werkelijkheid beteekenen zjjvniets. j
Na de meóedeeling vati alles wat h^ daar- j
voor gedaan L'ad, wer3 dit daghelder aangeÉoónd j
$oor den heer Stieltjeswiens Wdevoeringlmen1
het best kan concentreren ih beide uitdruk- i
kingen door hem gedaan «>Vat de legèrsterkte»
- b4j het verklaren van dep oor)og t «aangaat
«was men in ïndië alzoo in den gewonen toestand
«Rr'aarin mendaar altijd .zijn' moét. ik zié ech-
«ter niet. dat.er iets gedaan iè, met hpt oog op
«een oorlog,' die joch, volgens het gèfuigeniq
«van den heer van Rees, 'die als gewezen Raad
van. Indië in dezen goed kon oordeejenv reeds
<een \paar jaren, te voorzien was.
Omtrént de krachtige (?j. houding (iji ^et
gram) van dén Jtéot Fransen van> dé Putte, vra&r-
bg bij den Gouvernénr-Generaal geltótte- ^kraeh-
tigé zéem^t'r naar Akchra zenden», merkte de
héér Stieltjes ^zéer te "rógt op^
«Men ként het Hóllahdsch spreekwoord, dat
«mén'Tèm een; vhïst' te 'thaken^éeh band móófc
«hebben. Zoo ook" moest men, óm ben zeemagt
«te kunnen zenden, dié h,ebbèti.' de minister
<vmt dap die er niét was- v
Kan men gro.oter bewijs verlangen, Voor de, op
zijn zachtst'uitgedrukt^ opberadenheid waarmëds
Nederland in dezen oorlog is gewikkeld,?
joch leid,den dp, beraadslagingen toi geep
'prgctisch respii-a»t. werden a(s..*t ware" ge
staakt, tot tgd .eu wgle," dat bet ministerie de. gq)-
den 'zal aanvragen, benoodigd, vóór--het voort
zetten van den oorlóg. In de hoop dat het minis
terie dan beter, bp dè hoogte zal-zijn van het yele
omtrent de éxpéditie :zèlve, waarvan '£$"éa"nog
mét pp 'de hóbgté was!
Wg voorzien eclitër dat zoodanige gelegenheid
zeer - slecht geschikt 'is,* om tót éène. juistê oor
deelvelling te geraken, over dé houding van het
ministerie. Eendeefs omdat wij geheel met den
heer de Roo van Alderwerelt instemipen d^t een
ontwerp, waarbij een cre.djët voor den oorlog
tegen Atcbin wordt gevraagd, door de Kamer
met algemeene stemmen zal worden aangenomen.
Wij merkten het toch reeds op, dat het minis
terie Nederland in een toestand heeft gebragt-,
waaruit het niet; terug, kan treden. Waardoor,
hét thans geldt het bestaan van Atchin of vafl
Nederland. Uit de stemming vóór zoodaüig
ontwerp kon dns hoegehaamd geen goedkéurrag
van de houding van het ministerie afgeleid wor-
den. •Wblui-:fT
Daarbij is de natie gedurende dien tgd meer
gewoon geraakt aap het denkbeeld van den ge
leden smaud, En, men weet het, ,yq|en raken
aan alles gewend.
Eindeljjk zullen dun de verkiezingen voor de
deur staaUi En de reeds gehoudene-debatten
hébben het bewezen; het is van zeer wéinige
«liberalen» te voorzien, dat zjj den möed zidllén
hebben ^y'ian Stieltjes en dé Roo oón &ldenóéreïtt
óm vóór dé vérkfezin'geh.' de wAarhdH té.kteliéh
boven het b'éthngf vaüri .'.hpt' lili^^lè. ittia^yne'l
Wij ondoraohrappen hier en verder.
BINNENLAND.
Gom, 5 Mei 1878. .i.
Na do gehoudene beraadsla^ngen over de expo-