Nadat een talrijke schare in de Maerlantskerk de feestrede had aangehoord, waarmede door Ds. Post, het feest als 't ware werd ingeleid, over de zoo toepasselijke woorden «Ik ben de Heere uw God die n uit Egyptenland, uit het dienst huis uitgeleid hebnadat de Utreclitsclie hoofd commissie en verdere genoodigden waren verwel komd, stroomde de menigte naar het havenhoofd, waar omstreeks twaalf uren het gelost wordend koninklijk saluut, de komst van Z. M. den Koning en Z. K. H. Prins. Alexander aankondigde. Groot was de geestdrift en daverend de hoerah's waarmede zij begroet en daarna begeleid werden naar het feestplein. Toen Z. M. op de voor hem bestemde tribnne had plaats genomen, hield de Leidsche hoogleeraar M. de Vries in bezielde taal, met de hem zoo eigene welsprekendheid de feestrede. Het doet ons leed dat plaatsgebrek ons verbiedt uit die rede een meer uitgebreid ge deelte, of liever nog haar geheel over te nemen. Na. eehekemachtige inleiding schetste hij de driahöófilbeÉeekenissen van het feest onze staat kundige bevrijding, onze vrijheid in maatschap pelijk^ en kerkelijk leven, onze vereeniging met Oranje. Hij wees; op den donkeren nacht die Nederland omgaf, tot dat de eerste dageraad van uitkomst begon te gloren, toen de watergeuzen, den Prinsenvlag zwaaijende naderden, en als in gedachte drie eeuwgetijden terugtredende, riep hij de dierbare driekleur het welkom toe «Wees gegroet, wees bigde gegroet Oranje-blanje-bleu, Wees welkom op dén vaderlandscben grond. Hij zegende den dag.der verlossing, die ook den grond slag was geweest voor de maatschappelijke en godsdienstige vrijheid, die sinds zoo welig getierd had op den vaderlandschen bodem. Maar hg wees ook hoe door de inneming van Brielle de „eerste band gelegd was die ïjle<jlerland en Oranje ver bond, een band die door de geschiedenis der drie sinds y^ytegen eeuwen sléchts naauwer was toe gesnoerd. Nadat de Koning door aandoening overstelpt, een kort maar warm woord had gesproken om zijn oyerkropi gemoed lucht te geven, werd de eerste steendoor Hetn gelegd. Nnanwelijks was het kanongebulder dat deze plegfcigheid vergezelde verdoofd en was de Koning onder fanfare? en het spelen én zingen van het Wieny Neerlands bloed, naar zijne tribune terug- geteerd of Dr. de Vrieshervatte zijn afgebroken réde, en schetqtede: beteekenis der stichtingen, waarvan de eerste steen was gelegd, als blijken van kunstzin en tnenschlievendheid. Daarna wendde hg zich nogmaals tot den Koning én her dacht toen nog eenmaal Willem den Zwjjger, aan wien .vpopal Nederland, onder Gods bestuur, „zjjne t Vfjjhéid te danken had- -" «Toen, gp»^~,zeide de feestredenaar «door tot móórden4sJood van een laaghartigen boos- Vibbt getroffen, stervende nederzeegt, toep vloot mog yan, uw y.eege lippen die roerende bede, die als ëen^hêilig woord in het hart van elk' Jfeder- lander gegrift.öitpajt:; «Heere ontferip U over,mg fieii qyep dit, arme. volk O, verheven piartelaar ïfo'H^e'^i^ft;'uwe.,bede verhoord. Hij heeft Zich ontfermd over tl, ontfermd over ,uw volk. U heeft Hg beweldadigd met de. hoogste gunsten, die ooit voor een sterveling kunnen weggelegd zgn. Hg heeft 'U gezégétid iil'. hét werk uwer Jhandenbóven uyr bidden en hopen heeft Hg dat werk voltooiden zie dat land waarvoor gg uw leven ten beste gaftft;'breögtu Hier zgne hulde als den GrondIeggér.zg hér vrghëid, als den Stich- iér vdd al'; bét goedé,'dat hét in den loop zijner geachiëdenis ko'ö 'raihi hééft genóten en nog beden ssöó b'vëM&dig geniet. '!l ÉÖp heeft u geloond 'mét al de liefde en ai de dankbadrbeid dezer natie, die nog drie eeuwen na uw dood, u vereerd als den Vader des vaderlands, en niet op zal houden u te vereeren, zoolang er Neerlandsch bloed in hare aderen vloeit. Hij heeft, eindelijk, u om straald met de gloriekroon van een roemruchtig nageslacht, dat uw werk, in nooden en gevaren, getrouw heeft gehandhaafd en «zal» big ven «handhaven»zoolang het wapenschild van Oranje niet is verbroken op het graf van den laatsten afstammeling De feestredenaar eindigde zgne indrukwekken- kende rede met een opwekkende bede tot allen, die hem hoorden of tot wien zijne woorden later zouden doordringen, óm op dit vaderlandsche feest de eendragt te hernieuwen die ónze rnagt is. «Verpanden wij onze mannentronw om naar het voorbeeld'van Willem van Oeanje en van ons edel voorgeslacht, al onze krachten en ver mogens, al de gaven aan ieder onzer verleend, aan het Vaderland te wijden. En-dan met die gezind heid in het hart en" als broeders de handen ineen geslagen, verheffen .wij het oog naar boven, en alters aandoeningen smelten zamen, in deze eéne, deze plegtige oud vaderlijke bede «God zij met ons.» Ja na. en inJengte der tijden zij God met ons! God zij met onzen Koning en zijn Huis. God zij met heel dit goede volk van Nederland Dat zij zoo Nadat de Koning zich met Prins Alexander naar de woning van den Burgemeester bad he geven, begon de feestelijke optogt, waarvan vooral de twee zegewagens de aandacht trokken. De eerste dezer, Nederland, door vier paarden ge trokken, werd gemend door de Nederlandsche Maagd. Toen zij voor de plaats gekomèn was, waar de Koning vertoefde, stond zij stil, en terwijl de jonge dames, voorstellende de Geniën van den Vrede een gouden'kroon plaatsten op de in die wagen aanwezige busten van den Koning en de Koningjn, werd dooy de JNederlandsehe Maagd aan den Wapenheraut van Nederland een laaüwerkrans overhandigd, om die aan den Koning aan te bieden. De tweede wagen stelde de Zeevaart voor. Is het noodig erbij te voegen, dat aan den daarop volgenden feestdiseli een' regt vaderland sche geest heerschtedat op verschillende plaat sen muzijkuitvoeringen plaats hadden, dat de stad 's avonds algem4en geïllitnuneerd werd, waar toe rijk en arm het zgne toébragt, en alles dien dag met een schitterend vuurwerk zoowel op den vasten bodem als óp Reoorlogschepen besloten werd Het is ons niet mogelijk uit te weiden over al de feesten te Amsterdam, !s Gravenhage, Haarlem en in zoo vele ^ndere steden gevierd. Ook te. Delft, waar 'de georgatiiseeïde optogt zich als in bedevaart begaf naar de nieuwe kérk, waar de stoffelijke overblijfselen Yan den vader des Vadprlands bewaard blijven. Rond de graftombe geschaard, werd door den heer Masthoff.eene rede uitgesproken, waarna door den heer J. Sóutendam een zilveren Kroon op hét praalgraf werd hedergelegd. Ofschoon door sommigen, om niette zeggen velen was voorgesteld ep door anderen gelooid, dat de inwoners van Góes" weinig belang stel den in de driehonderdjarige herinnering.aan het leggen van den hoeksteen Yan onze nationale yrgheid, bewees t de, dag van 1 April dit an ders. Wel was er binnen, deze gemeente geen sprake van uitgelaten vreugdebetoon, wel open baarde de feeëtvfeügde zich niet in openbare feeBten, zoo als in zoo vele andere steden van ons vaderland, maar toch moest ieder, die de talrgke schare, des. morgens door de met vlaggen overdekte dtraten, haar. bét tempelgebouw zag stroomen, opa getuige te zgn van da feestrede door dr. Vos te boaden, erkennen, dat ook hier in waarheid hartelijk belang werd gesteld in de feestelijke herinnering die men vierde. Belang stelling die zich allereerst openbaarde in be hoefte, om Hem, aaü wien Nederland zijne vele zegeningen te danken had, den»; dank toe te brengen. Belangstelling, die zich allereerst uitte in een godsdienstigen zin, vooral passend aan een feest als thans gevierd wierd. Eigenaardig uitte zich ook verder die feest vreugde. Na het eindigen der feestrede werd door de Diakenen der Hervormde Gemeente eene extra aitdeeling aan hunne armen gedaan van spek, brood eu turf, waartoe zij door de ruime giftenbij de doorben gehouden collecte waren in staat gesteld. Voor deze wijze van feestviering bleek dus gelukkig wel geestdrift te bestaan, ook die zich uitte in geldelijke bijdragen. Waren op de openbare school aan de kin deren toepasselijke geschiedboekjes uitgereikt, tegen drie uurtoonde het, zamenstroomen van zoo vele kinderen, naar het lokaal der Christelijke school, dat ook daar een feest bereid was en waarlijk bleek dat voor de juichende schooljeugd een groot feest te zijn. Dank zij de ijverige bemoeijmgeu der heeren, die zoo gaarne gehoor hadden gegeven aan de uifcnoodiging van den hoofdonderwijzer dier school, den heer Poolmeijer en diens hulponderwijzer, den^heer Snoep, om de kinderen dier school eene meer indrukwek kende herinnering te gevenf aan de groote beteekenis van het feest dat Nederland vierde. En haddon die heeren met instemming het doel van zulk een feest vernomen, niet minder bleek de sympathie te zgn bij de bestuurders dier school en de vele belangstellenden, die hunne instem ming ook ditmaal uitten door geldelijke bijdra gen. Zooveel £och was bijeen gebragtdat de nagenoeg 200 kinderen dier school niet alleen in het smaakvol versierde locaal onthaald kon den worden, maar. ieder hunner bij het naar huis gaan nog als aandenken kon worden mede gegeven, een exemplaar van de Xriy Kemink Zn. te Utrecht uitgekomen feestplaat vaii IJ. J. van 'Lummel, een toepasselijk gepchiedbóekje en een zoete koek. Ofschoon er geen bepaald feest voor «het volk» tot stand was gekomen, nam ook dit op passende wijze deel aan de feestvreugde. Jeugdigen zoo wel als volwassenen. Natuurlijk dat de nationale Oranjekleur de borst van velen versierde. Des avonds waren enkele huizqn en winkels geïllu mineerd en werden de weeskinderen feestelijk onthaald. BINNENLAND. Goes, 4 April 1872. Door den Minister van Finantiën is bepaald, dat op den lsten Julij o. k. en volgende dagen te 'sGra- vonhage examen zal worden, gehouden vóór de be trekking van landmeter, 8do klasse, bg het kadas ter. Voor de commissie tot afneming van dat examen zijn benoemd1) tot voorzittor de hoer A. Bevers, ingenieur-verificateur van het Kadaster bij het dep. van Finantiën; 2) tot leden, de heeren W. F. Bruinier, landmeter dei; 1ste klasse, E. Baren- broek en B. J. Hiddink, landmeter® dor 2de klas se, .0. E. Last, landm. der 2e kl. en .candidaat notaris, laatstgomeldo tevens tot secretaris. Eenige dagen geledeu namen wij het gerucht over uit het Vaderlandomtrent den ziekelgken toestand waarin i;dë 'kletter uit zijn kerker-zoö ^zgn teruggekeerd, en dien men toeschreef aan 'de.„Rehandeling, gedurepde zgn gevapgenschap ondergaan, Wg namen dit over, niet zoo zeer omdat wg dat zoo maar voetstoots nis waarheid'aan namen, muar omdat wig wenschten dat die zaak,

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1872 | | pagina 2