f
Nieuwsblad voor Tholes,
regten onder zekpl
dié bepttllngeifaan
adder* «onder
jemragen. Zoo
jVo. 96.
Zesde Jaargang.
Dingsdag la December 1871.
Deie Courant rv»chijnt, nitfrezonderd op Christelijke feestdagen, des
Maandag» en Donderdags avond»,
frij» "p kwartaal f 0,85.fr. p. post/1,Afzonderlijke Nommers. 5 et.
V Prij» der Advertentien 10 ct. regel, groote letters en vignetten
«aar plaatsruimte Geboorte-, huwelijks- en doodberigten vaa 1—5
regels 50 cèot.
redactie betrefftode^geHéyé tten; mJhsfari£iWiil
::rr r,ï-
JtoVSKtrastnar én Abonnesknten wórden voor -DmtBéhland, Ooatexii^k énVBWaèöanf ^a
J:|;Franfcfbrt a/M., Berlijn, Leipzig, Dresden.. Breslau, Keoleni
TW';
v. Goes 8,S* ,1.
Biezelinge 6,31 1>!
Vlake
Kruin ina. 0,48^ -1; 54 V d.86
KribBentL tjmmüm*
Billmdp) «S*
WOOTMK 7,1» VMS W
Berg.-op-Z 7,82 3,48 7,17
Woo. W 7,27.
BeauL i.JM t.lO '7,88
n A.
*fe0ÖVendi^5ft 4,40 .8,8Q i
Wonw 9,7 4,50 .8,ie
Bénpn-ap-Z.; 9;2S5,8 0,58
Woensdrecbt 9(85 ,6,1,8
Rilland f) >,58 5# 9,16.
Krabbendflka- lOil W
Krniningeh: - .10,14' tSrAT
Vfike 10,20 .5®
Biezelinge - 10,29 5,54 9,44
Goes A. 10,89 8,2 :p&es
wordtalléingestopt, wanneerdstrreilfgew-zror,
Joitgelaten j htérei*%é*»z^Ter|d^t,
'm if* tftJewïSu
M HH HAASEtïSTEIN' VOOhbB, te HamlretgïiJ^),,
Ratel; St. Gallen, Genève-err-Lausanne. 'r
BEKENDMAKINGEN
in liet ge meente-bestuur,
- Certificaten van Oorsprong. \l
ytfRGEÏIEESTBR en WETHOUDERS van GOES
ï&epenhp desède handelaren op, diebet voornemen hebben
goederen voor Nederlandsch-IndiS te vervaardigen ófte be-
perken, omin dër.loöp dezer maand tergepaeerite-aecretarie
'•óbriftel^k optegeven: hnanen naam en voornaam of wel
die der firma, waaronder hun handel gedreven, wordt en
de artikelen die vervaardigd of bewerkt worden, ten einde
geplaatst te vgprden op de Ijjet, die daarvan, ingevolge
Kon. Besluit van"1 Dec. 1865 (Staatsblad no. 181) moet
worden opgemaakt, om bij vervending Van goederen CER-
TIFICA TJCN VAN OORSPRONG te kunnen afgeven.
Goea, den 9 December 1871.
1 Burgemeester en Wethouders voornoemd,.
M. P BLAAUBEEN.
v -'v De Secretaris,.
HARTMAN.
{•ostk R %jïï ïg r\T
Vertrek der brievenmaal naar Oost Indiö.
Via-Triest Ift Deeembèr per eersten trein haar
Rozendaal.
Via Brindifti 15 December per laatsten trein naar
Sozettdaal.
voor de ^ktgk iit den oorlog, en eveneens zal
ieder maeteh instemmen, - dat zoodanige regeling
alleen kan beoordeeld worden door deskundigen,
die door ondervinding volkomen op de boogt»;
van de prakfcjjk zgn. En hu vragen wg, kan i
zoodanig beschouwd worden, eene vergadéring^
80 leden, waarvan slechts vier. of vjjf vol
doende op de oboögte der krijgskundigeaange
legenheden -^geacht kannen worden
Zou men dab; daardoor geen gevaar loopen al-
léngs een dergp.lgk treurigen toestand te zien
herleven, als toen onder de vroegere Staten-
Generaal van uit den Haag de bewegingen van
het leger fe velde wilden besturen.
Daarom heeft de grondwet dan ook bg artikel
58 bet oppergezag over zee-en landmagt onber
porkb opgedragen aan den Koning. Wg zeggen
onbeperkt, wa\t. zoo als wg reeds meermalen
opmerkten, worden door de grondwet sommige
EEH LAATSTE BOLWEBK BEDREIGD,
Naar mate de radicale rigting in de Staten-
Generaal in sterkte toeharanaar mate de radi
cale leden dier vergadering, door herkiezingen',
door het groote gewigt niet beseffende kiezers
in hun streven werden gesterkt, om alle rnagt
die aan de Kroon toebehoorde, over te brengen
naar de tijdelijke meerderheid der Tweede Ka
mer naar maté daardoor en daarvoor de ware
«constitutionele zin», de trouwe handhaving der
grondwettelijke bepalingen begon te'wijken, naar
die mate werden al driester en driester, door
.eénige leden der Tweede Kamer de handen uit
gestoken naar een laatste regt der Kroon. Alles
willende regelen cbjj de wet», om het even of
de grondwet, die elk lid der Tweede Kamer on
der eede belooft te beipen. handhaven, zoodanige
regeling opdraagt aan den Koning alleen, was
het niet te verwonderen dat abengs de Kamer
zich de magfc zoa willen sham."tiger*bek de
inwendige regeling of orga#fts«tie van bet, leger,
'vast te stellen «bg de wet».
En toch zal ieder onpartijdig beoordeelaar,
bg slechts eehig nadenken, de ongegrondheid
daarvan mede toestemmen. De vreesselijke oor
log van 1870, tnsschen Dnitschland en Frankrijk,
heeft bet nog geleerd, hoe van eene degelijke,
doelmatige inrigting van het lpg"- r**r°k den
gèheelen uitslag kan en moet afhangen. Maar
ieder zal ook moeten toestómmen, dut nifc den
aard der zaak zulk eene rego'ing, wil zjj doel
treffend zjjn, geheel irigerigt moet worden voor de
particuliere toestonden waartoe zjj dienen moet,
ook in art. 58, hetwelk lnidt:
*L/e üoning heeft het oppergezag over zee-
en landmagt.»
«De militaire officieren wordén door hem be
noemd, zij worden door hem bevorderd, ontsla
gen of op pensioen gesteld, volgens de regels
bij de wet te bepalen.»
«De pensioenen worden door de wet geregeld.»
Waar dit artikel dus bepaalt dat aan den
Koning de bevordering, het ontslagen de pen
sionering der officieren, is opgedragen, doch al
leen volgens de bepa)ingen der wet, der wet
wkartoa de medewerking vereischt wordt der
Staten-Generaal, daar draagt het bet oppergezag
over zee- en landmagt zonder die beperking op
aan «den^ Koning».
Dat onder dat oppergezag uit den aard der
zaak is begrepen de inwendige regeling, de or
ganisatie van het leger, blijkt vooral uit de aan-
teekening van mr. Thorbeckk op de Grondwet
waar hg uitdrukkelijk zegtj dat aan «den Ko
ning» dos niet aan den Koning in overleg
met do Staten-Generaal toekomt«de inwen-
d'ge ^ge'ing tof organisatie en bestiering» der
strijdkrachten.
Wel is waar ziet die aanteekening van par.
Thorbecke op art. '58 der Grondwet van 1840,
doch bg die Grondwet werd hetzelfde bepaald
aangaande het iipjpergezag over zee-én landmagt
als bg arl. 58 der tegenwoordige Grondwet.-Met
uitzondering alleen dat in plaats van zeemagt
gebezigd werd het;woord «vloten» en in plaats
landmagt «legers», wat toch wel hétzqlfde zc^-
zijn. Art. 58 der Grondwet van 1840 luidde
toch «De Konig heeft het oppergezag ove* de
«vloten en legers». Dat is gehoel gebleven bg
de bepaling onzer tegenwTOrdig# J
wgl daarentegen. de verdere bepaling-
vroeger art. 58 over benoeming en
l •feeii' ieder mogt dns na zoodanige^
verklaring vkn mr. Thorbecke, yerondei^t^^e
dat althans door een ministerie.waarvamJ^ he^.
hoofd was, dat regt tot z^fetanaige^ inwen<|^é,
regelipg van het leger doodden Koning zou ggf
eerbiedigd worden. In die oVeriniging wertt meni
versterkt, toen de ininister van; Oorlpgv uit d^|.;
kabinet Thorbecke,de Keer
nog, deagevraagff verklaarde, dat hg eene lègiaftr.
organisatie bg .de wet, d. i; dèor de Kame^ p»»
grondwettig achtte, en men^lKé,,.yan
te wachten had, en toeh mr. .fhorèeclcè, dain^t
weersprekende, daardoor te-kennen gaf daarmede -
geheel in Te stemmeü.
De radicale leden der Kamerdachten er éch-
^orcr^-
hnnher wëlligt nog K"
ken op den titel van^ militaire spéciali^i^ö^
schoon dns welligt slechts een enkele hiaïöïé^
met voldoende kennis van zaken er oyerTköf
oordeeleu, meenden zg dat toqh niemand;
dan zg, niet-deskundigen,-een, zoo belangrgK^
en beslissende aangelegenheid konden régelen*
Daarom dwongen zg mr. Thorbecke tot de ver-;
klaring dat het ministerie was vóór eene leger'
organisatie bg de wet, niet door dén Koning.
Door aannéming van dit beginsel echter, o* i. -
zoo Ignregt in strgd met de bepaling der Grond
wet, werd een laatste regt van de Kroon prijs
gegeven; zou een laatste, wel sinds lang be
stormd, doch nog steeds verdedigd bolwerk .der
Koninklijke magt in Nederland, worden, prpsy
gegeven. v',
Maar dat bolwerk, het is nog niet vëptójfesr,
hoe fel ook besprongen. De Üeré"krggga^^ -
thans minister van norlog, de ;hee^-ENGiJtyA*pKv- -.v.
kan niet besluiten dien post aan 'Jbepi
trouwd, over te geven. Dan liever den mihistflfcf
riëlen dood! Eenmaal bad hg als zgrie ovM%^-
tuiging uitgesproken, dat het regt tot legeror-
ganisatie alleen aan den Koning toekwam, met
die overtuiging wilde hg ministerieel leven ot
sterven. Daarom verklaarde hg in de zit|a]>g
der Tweede Kamer, van 7 December 1871, dat
hg bleef bg zgne overtaiging ëenmaal aitgespro-
ken, dat ^de Kamer van hem. geen voorsteltot
legeroégamsatie te wachten had. Niet dut hg
uit overgling die uitspraak herhaalde, verre; van
daar. Op verzoek Tan den ministerraad had bg
nbgmaalsf naauwkéarig overwogen of hg. welligt
vroeger eene onjuiste opvatting had/gehad van
de bepaling der Grondwet, enofhij geenpnio-
gelgkhoidzag, om aan do radicale meerdorkpid