nieuwsblad voor Tholën, Zuid- en Hoord-Beveland.
No. 87.
Vrijdag 11 November 1870.
Vijfde Jaargang.
Deze Courant verschijnt, «itgezonAeri op Christelijke feestdagen, des
Maandags en Donderdags avonds.
Prijs f kwartaal ƒ1,—. fr. p. post f 1*30. Afzonderlijke Nommers 5 ct.
Prijs der Advertentien 10 ct. per regel, grootc letters en vignetten
uaat,.plaatsruimte Geboorte-, huwelijks- en doodfaerigten Van 15
regels 50 cent.
SPGORWES, G9E$ - ROOSÉSDAAL.
V RooBend. 8,55 4,40 8,3(1
Wouw 9,7 4,50 8,40
Bergen-op-Z. - .9,23 5,8 8,53
'd-sr kis
V. Goes 6,23 1,23 6,18
Biezelinge 6,31 1,39 6,26
Vlakc 6,38 1,47 0,33
Krnining. 6,43 1,54 ;6,38
Krabbend.. 6,53 2,7 6,48
RiIIaniI(*) 6,59 2,14 6,54
AVoensdr. 7,12 2,32 7,7
Bers.-op-Z 7,22 2,48 7,17
IVouw 7,32 3,1 7,27 BiczcUagc
Kosend. A.7,40^ 3.10 7,35. Goes A.
Aan deze bulten wordt alleen gestopt, wanneer daar reizigerswor-
nen opSpaomca of uitgelatenlle'rerzfgers zijn VcrplTgt j vö5rTict •veitrde
van den trein aan het voorafgaand station aan den conducteur kennis te geven
9,36 5.13 9;;
3,53 5,26 9,12
Krabbendijfcc 10,1 6,82 9,22
Kruiningcu 10,14 5,42 9,37
10,20 5,47 9,84
10,29 5,54 9,42
10,39 6,2 9,5
Wocusdfecht
Uillaud
Vlake
Allo Stukken de redactie betreffende, gelieve men minstens e'du da<? vóór de uitgave franco toe te zenden aan den lutgevci1 A. C. de JONGE SJz. te Goes.
Inzending der Advertenticn totdes namiddags 3 nre. V TT - i
Advertenties en Abonnementen worden voor Dnitsclihuid, Oostenrijk en Zwitserland aangenomen door de HH. HAASENSTMN VOGLLK., te Hamburg, Lubeclc, -,
Frankfort Berlijn, Leipzig, Dresden. Breslau, Keulen, Stuttgartt, Weenen, Praag, Bazel, St. Gallen, Genève en Lausanne.
BE WARE TOESTAHD.
Niemand zal ons voorzeker van bevooroor
deelde Prtiïssenliefde beschuldigen. Integendeel
ofschoon ook wij bij bet begin van den tliuns
woedenden oorlog, niet blind waren voor. de
groote verantwoordelijkheid,die Frankrijk7 door
zijne bonding op zich nam, hebben wij toen
niet geaarzeld, onze grieven tegen, Pruissen even
eens uiteen te zetten. Wij verborgen liet niet
dat naar onze meening', de houding van Pruis-
sen, vooral in 1SG6, de kiem tot dezen oorlog
had gelegd. Wij gingen zelfs verder, en waar
een vrij algemeenc kreet van verontwaardiging
tegïu Nctpolèon opging', trachtten Avij aan te
tooiW, dat, inogthet voorwendsel voor deri oor
log ongezocht zjn, ieder opmerkzaam beschou
wer zon moeten erkennen, dat de geheele toe
stand van Frankrijk, wat binnen- en buiten-
landscho aariL/degenheden betreft, hetzij wat vroe
ger hetzij wat later, een oorloog moest doen
vreezen.
Pfsehoon dus niet blind voor de feilen van
Pruissen, komt ons echter onbegrijpelijk voor de
oordeelvellingen, die men dezer dagen over de oor
logvoerende partijen hoort uitspreken. Velen zijn
verontwaardigd over den zooals zij meenen
barbnarschen overmoed van Pruissen, dat zij
zich zelfs niet ontzagen liet bele'g voor Parijs
te slaan, ja er welligt niet voor zullen terug
deinzen, .die prachtige wereldstad te bombar
deren. óf wel, men kan geen v oorden vinden,,
sterk genoeg om zijne minachting uit te druk
ken, dat do zegevierende Pruissen, hun versla
gen, weerloozcn, diep vernederden vjjaud nog
dieper willen vernederen. Het gerucht, dat Pruis
sen als onmisbare voorwaarde van vrede stelt
afstand van den Elzas on Lotharingen, oordeelt
men als het oumiskenbaur bewijs van de diepst
verachtelijke hebzucht. Dat Pruissen nu nog
geen vrede maakt, krijt men uit nis de meest
onbarmhartige, meest onchristelijke handeling.
Wanneer men echter met bedaardheid den
waren toestand, de oorzaken en gevolgen na
gaat, dan zal men moeten toestemmen, dat zulke
oordeelvellingen alleen mogelijk zjju, wanneer
het gevoel het verstand geheel overhee'rsc.ht,
wanneer ons medeljjden tribui leert over ons'ge
voel voor ïegt en billjjkhoid. Neen, nog eens,
ofschoon wjj nimmer blind waren voor deJeilen
van Pruissen, on hot ook thans niut zjjn, ach
ten wjj die overdroven sympathie voor Frank-
rjjk.onhegrjjpoljjk.
1 Wat wil men tooh van Pruissen V Dat het,
hot door natuur- tn\ kunstschoon on vergel jj kis
ljjko' 'Parjjs zal sparen. Maar wip zjjn do oor
zaak, dat Puvjjs thans belegerd wordt Immers
de Frauschen zeif, die het door den aanleg van
forten en andere verdedigingswerken, tot eene
sterke., vesting verhieven. De Franschen, .{lie
reeds dadelijk hij de eerste tegenspoeden. Parijs
in een géduchteu staat vau tegenweer bragteii.
Hierdoor toonden zij immers zelf'te voorzien, te
verwachten, dat die schoone stad gevaar liep
van "waf "haar nu overkomt. En wanneer de
Pruissen nu doen juist hetgeen de Franschen
toonden zelf i,e verwachten, wat men dus moet
beschouwep, dat als 't ware in den aard der
zaak lag, mag men hen dan dit zoo ten kwa
de duiden.
Maar, zegt men, Frankrijk is nn diep genoeg
vernederd, Pruissen moest zich nu .grootmoedig
genoog toonen en den vrede aanbieden.
Sinds wanüeer is het echter geivoonto gewor
den, dat de overwinnaar genadé-smeekt van den
overwonnene Want hierop zou het gaan gelij
ken, indien Pruissen nogmaals pogingen tot vrede
aanwendde. Reeds tweemaal toch toonde het
zich bereid, ter verkrijging van vrede, een wa
penstilstand te sluiten en beide keeren op voor
Frankrijk niet onaannemelijke voorwaarden. De
eerste keer*%roeg het de overgave van Straats
burg en Toul, en dat die eisch niet overdreyen
was, blijkt daaruit, dat een paar dagen daarna
beide steden toch in hunne inagt vielen. Wel
trachtten de waarheidlievende republieks-mannen
in Frankrijk het te doen voorkomen, alsof
Pruissen ook du overgave van den Mont-Vale-
rien had geëischt, het sterkste fort bjj Parijs?
doch dit is gebleken eene grove onwaarheid te zijn.
De voorwaarden door Pruissen de tweede
keer gesteld zijn ons niet bekend. Maar zooveel
js zeker, vilat do Amerikaanschc generaal Bum-
side, die i)n het belang van Frankrjjk de wa
penstilstand trachtto tot stand te brengen, meen
de dat de .voorwaarden wél aannemelijk waren
vqor de Franschen.
En hu ten'.derdenmale Pruissen zich geneigd
toont, om over een wapenstilstand te onderhan-
delon, onder voorwaarde, dat Frankrijk, waar het
rut tweemaal hot aanbod van Pruissen verwierp,
zelf de voorwaarden opgeve, nu eischt het van
Pruissen het onmogcljjke. Naar raen'zegt, eischt
het Yoorloopig Bewind dut Parjjs zich, gedu
rende den wapenstilstand, van levensmiddelen zal
mogen voorzien. Niet alleen dat hot Pruissischo
legei; daardoor zich aeli z3e?veel moejjolyker hot
noodigo zou kunnen verschaften, maar hot zou
dan afstand moeten doen van het nu reeds be
haaldvoordooi, dat het Parjjs wolligt zonder
bloedvergieten, door het dreigend gebrek tot
overgave zal kunnèu noodzaken.
Voegt men nu hierbjj do onzinnige kroten,
die de Fralisehen zelfs hu nog aanheffen, als
«geen duim van ons grondgebied, «geen steen,
van onze vestingen,'» dan moet men verwach
ten, dut zij wel nooit te vreden zullen zijn, tenzij
Pruissen hen nederig vergiffenis vraagt, van zich
te hebben durven verdedigen.
Maar, vraagt men ook, is het'dan niet on-
menschelijk van Pruissen, dat het Frankrijk nu
nog dieper wil vernederen, van zijn hulpe-
loozen toestand gebruik wil maken, om het-te
noodzaken den Elzas en Lotharingen af te staan
Is dit weer niet een nieuw bewijs voor de on-
looclienbare annexatie-geest van Pruissen?
Zoo wij getoond hebben niét blind te'zijn voor
de feilen vau Pruissen, dan waren wij; dit zeker
het allerminst voor deszelfs annexatie-geest. Wa
ren de Pruissen thans als in 1866 zelf aanval
lers geweest, en voerden zij dan deh oorlog door,
•zoo als zij nu doen, ja dan zouden wij de eersten
zijn hunne houding te veroordeelen. Maar men
vergete ntet, dat de Franschen hen tot den te-"
genwoordigenoorlog hebben uitgetart. Dat
Frankrijk kennelijk met het doel om Pruissen.
een gedeelte van zijn gebied te ontnemen,
Duitsphlands zonen genoodzaakt heeft, het
zwaard aan te gorden, ter verdediging van eigen
haard en huis. Waar nu Frankrijk den kfrijj*"
begonkennelijk met het doel om Pruissen te
vernederen en het een gedeelte vdn zjjn grond
gebied te ontnemen, zou het dan niet onver
antwoordelijk zijn, indien Pruissen,:pu het krijgsr
geluk hem gunstig is, zich niet waarborgde tegen
eene nieuwe overrompeling vanJFrankrijk En is
hiertegen niet een der eenige afdoende rede
nen, dat het zelf bezit neemt der vestingen,
waaruit het vroeger steeds bedreigd werd,?
Neen, niet aan Pruissen maar aan Frankrijk
ligt de schuld van alles. Aan Frankrijk dé
schuld der gruwelen van dezen oorlog bjj aan
vang én voortzetting.Bij aanvang omdat het
zich ten koste van Pruissen heeft willen ver-
hoogeu. Bij voortzetting, omdat heb zich als
onzinnig houdt.
Toen do Fransche legers geslagen werden,
toen Frankrijka gcooten Mac-Mahon, zich zwaar
gowond moest overgeven, kreeg do monarchio
er de schuld van. De republiekeinen zouden
liet wel betor maken. En schoon ook hier de
uitkomst leert, dat de j>osto stuurlui weor aan
wal stonden, zjjn de ropubliokeinon to koppig
om te erkennon, dat zjj Frankrjjk nog oneindig
dieper doden zinken, dan zelfs een Napoleon
gedaan had. De oigenzinnigheid'bljjft hen voort
durend verblinden.
Ware de republiek niet uitgeroepen, wjj
twjjfelen niot' of do vrodo ware reeds ainta
long teruggekeerd. Maar juiat te erkennon
dat .do republiek niot alvermogend ia: dat