fUIWI MIM1I
Ho. 70.
Vrijdag 14 October 1870.
Vijfde Jaargang.
Mieuwsblad -worn TlhoSeja, Steld*. ©sa Moord-BevelasML
Deze Courant verschijnt," uitgezonderd op Christelyke ïeestdagen, des
Maandags en Donderdags avonds. 7
Prijs y kwartaal .fr. p. post/l,30. Afzonderlijke Nommers 5 ct.
Prijs der Advettentieu 10 ct. per regel, groote letters en vignetten
oa*c plaatsruimte. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten ran 1-—5
regels 50 cent.
V. Goes 6,23 1;28 6,18
Biezelinge 6,31 1,89
Vlake 6,38 1,47
Kruining. 6,43 1,54
Krabbend. 6,53 2,7
RiUaad(*) 6,59 2,14 6,(54
Woensdr. 7,12 2,32 7,7
Berg.-op-Z 7,22 2,48 7,17
Wouw 7,32 3,1 7,27
fiosend. A.7,40 3,10 7,35
SPOORWEG GOES - ROOSENDAAL
6,48
V Roosend. 8,55 4,40 8,30
Wouw 9,7 4,50 8,40
Betgen-op-Z. 9,23 5,3 8,58
Woensdrecht 9,36 5,18 9,3
9,53 5,26 9,16
10,1 5,82 9,22
10,14 5,42 9,82
10,20 5,47 9,87
10,29 5,54 9,44
10,39 6,2 9,52
Rilland
Krahbendijke
Kruiningen
Vlake
Biezelinge
Goes A. t ,v,v.
Ann deze huiten wordt alléén gestopt, wanneer daar reizigers wor-
°en op3enomen of uitgelatende reizigers zijn verpligt, vóór het vertrek
-. van den trein aan het yoora%aand station aan den conducteur kennis te ireven.
AJle Stukken de redactie betreffende. gelieve men minstens dén dag vóór de uitgave franco toe te zenden aan den Uitgever A C DE JONGE SJZ te Goes
Inzending der Advertentien tot des namiddags 3 ure.
anvubtestdüu en Abonnementen worden voor Duitachland, Oostenrijk, "en Zwitserland aangenomen door de HH. HAASENSTEIN VOGLER te Hamburg Lubeck
Frankfort a/M., Berljjo, Leipzig, Dresden, BiesIÜu, Kenien, StaUgsrtt, Weenen, Praag, St. Gallen Genèee en Lausanne
EE9IGE OPHEREfflGED HAAR AAHIQDKG
m DE TBOOHBEDE.
SLOT.
Het laatst wordt in de Troonrede de toe
stand der Koloniën beschouwd. «Ook daar is
zeer veel gunstigs niet té miskennen».
Zeer veel gunstigs niet. te miskennen; er
schijnt dus ook veel te zijn, wat minder gun
stig is.> Zoodanige beschrijving van den toe
stand, geeft ons althans den indruk, vau een
gevaarlijke kranke van wien men zegt «er zijn
«echter ook verschijnselen, die hoop geven op
«behoud», of ook wel van een schipbreukeling,
wiens toestand men nog niet geheel hopeloos
acht.
Zeer veel gunstigs niet te miskennen; eöne
vooral flaauwe schildering van den toestand,
wanneer men nagaat, dat die gegeven wordt bij
het openen van êen zittingjaar, terwijl in het
voorgaande de' nieuwe toekomst "geschapen is.
Eene omschrijving, die voorzeker weinig blijk
geeftv van het vertrouwen, dat men stelt, in de
gevolgen der in bet laatste" zittingjaar aange
nomen agrarische wetten, die men vóór de aan
neming zoo gaarne deed voorkomen als den
grondslag van toekomstige welvaart.
Maar dit voordeel hééft ten minste deze zin
snede, dat dbr. de Waal, den waren toestand
niet geheel verbloemt. Want waarlijk, wie, die
met opmerkzamen blik, den toestand, het ver
leden en de toekomst van ïndië nagaat, wie
zou den moed hebben, die toekomst met vol
komen vertrouwen te gemoet te gaan?
In onze vorige beschouwing merkten wij liet
reeds op, hoe de aanneming der agrarische wet,
teveü's de ondergang was van het cultuurstelsel.
En om de groote beteekenis hiervan te besef
fen, bedenke men hoe het cultuurstelsel steunde
op eene'verbeterde wijziging van het vroeger onder
de Oost-Indische Compagnie van kracht zijnde
hoofdbeginsel, dat de, belasting door de Indi
sche bevolking op te brengen, bestond in arbeid.
Dat daarentegen de agrarische wet hiermede
brekende, weder het gewijzigd, zoogenaamd meer
vrijzinnige stelsel van Sir Raffles in liet -begin
dezer eeuw, tot grondslag heeft.
-En welke gevolgen heeft nu dat stelsel der
Oost-Indische Compagnie, sinds gewijzigd onder
het cultuurstelsel, gehad voor den inlander?
Want men zal toch wel moeten toestemmen,
dat in de eerste plaats diens belang op den
voorgrond treedt. Dat van 1756180.0 men
geen enkele maal de toevlugt beeft behoeven te
nemen tot de wapenen, om onlusten te dempen.
Dat tijdens den oorlog van de Ncderlandsclie Re
publiek met Engeland, toen Java jnroii lang ver
stoken bleef van hulp uit het'moederland, geen
enkele poging deï inlanders tot verzet plaats1"
had. Dat onder de werking van het cultuur
stelsel de bevolking en individuele, welvaart in
ongekende mate toenam, zooals blijkt uit de
volgende welsprekende cijfers, in 1851, toen het
cultuurselsel meer en meer zijn invloed begon
te doen gevoelen en 1861, toen men het meer
en meer in discrediet begon te brengen.
1851. 1861.
Bevolking9.186.000. 12.030.000.
"Veestapel (Hoornvee) 1.991.593. 2.702.707.
Paarden 367.660. 457.344.
Akkergronden in bouw 1.815.075. 2,145.000.
Klapperboomen 9.922.392. 19.026.102.
Zoutverbruik(koyangs) 18.594. 26.102.
Invoer (waarde, buiten
de specie)"^ 38.379.167. 52.349.325
.Uitvoer72.184.418. 96.901.725.
Daarentegen leert de geschiedenis, dat van
het oogenblik af dat Vamdels van het stelsel
der Oost-Indisóhe Compagnie begon af te wij
ken, door de inlandsche hoofden, als ambtena
ren te beschouwen, maar vooral tóen Sir Raf
fles de belasting in arbeid veranderde in belas
ting in geld, de ontevredenheid onder, de Javanen
meer en meer., toenam, de inlandsche bevolking
meer en meer fin verzet kwam en eindelijk de
oorlog' met Diepö-Negoro het leven kostte aan
80.000 der onzen en 200.000 Javanen Maar
oolc leert de-geschiedenis, dat ónder het stelsel
Raffles, dat wij 11 u in gewijzigden vorm terug
krijgen, de Javaan vaak in een armoede ver
keerde, die hem noodzaakte zich met de wor
telen der hoornen te voeden.
En welke waren de gevolgen voor hét moe
derland dier "verschillende stelsels 'at' de Oost-
Indische Compagnie jaarlijks millioenen1 voordeel
genoot, even als van 18511861, niet minder
dan 302.173.496 in d? schatkist van het moe
derland vloeide, terwijl vóór de invoering van
het cultuurstelsel, de koloniën meer en meer een
lastpost voor Nederland waren geworden, en de
baten ook weder verminderden, naar mate het
cultuurstelsel ondermijnd werd., Waar van 1851
1861 Nederland eene jaarlijksehe bijdrage van
gemiddeld 30.200.000 genoot, voor 1871 slechts
op een overschot van ruim f 10.000.000 gere
kend wordt. Wanneer die nog maar niet te
hoog geraamd blijkt. Eene bijdrage die volgens
de verklaring van den minister zelf in de eerste
jaren nog zal verminderen
Ziedaar de sprekende cijfers, die de gevolgen
aantoonen, der «liberale» utopien voor de Ko
loniën. En ware de toestand der inlanders ver
beterd door de zoogenaamde «vrijzinnige» wij
zigingen, wij zouden gaaruo in die vefininderde
baten berusten, maar, zooals wij reeds zeiden,
de geschiedenis heeft reeds geleerd, dat die in
landers juist niet gebaat worden door die wij
zigingen.
Neemt men nu daarbij in aanmerking, hoe
elke post nieuwe tijdingen aanbrengt van bru
tale diefstallen, moorden en toenemende onmagt
van het gezag om de wanordelijkheden te voor
komen, dan moge er nog «veel gunstigs niet
te miskennen zijn» in de koloniale aangelegen
heden, maar niemand zal ontkennen, dat er
evenmin veel «ongunstigs» te miskennen is. En
waarlijk het geeft niet veel stof tot gerustheid
indien dhr. de Waalna de door hem inge
voerde wijzigingen, geen bemoedigender schilde
ring weet op te hangen.
In breede trekken hebben wij de in de Troon
rede voorkomende hoofdbesehouwingen nage?
gaan. De uitkomst er van is zeker niet be
moedigend. Zelfs een rnr. Baijs zal wel moeten
gaan toestemmen, dat de onheilspellende waar
schuwingen der constitutioueel-monarchaïen,
meer en meer blijken gegrond te zijn geweest-
Één gunstig vooruitzigt is daardoor echter
mogelijk géworden, dat namelijk eindelijk de
oogen der Nederlandsche kiezers mogen open-__
gaan, dat zij uit hunne onverantwoordelijke
laauwheid en onverschilligheid mogen worden
opgewekt, en eindelijk in het algemeen man
nen tot hunne vertegenwoordigers kiezen, die
het belang van Vaderland en Koning zullen
plaatsen boven schoonklinkende, doch bedrie-
geJijke theorien.
BINNENLAND.
Goes, 14 October.
To Harlingen zal door 19jarige .Nederlanders een
adres aan den Koning worden gezonden mot ver-_
zoek dat Z. M. het regt oorlog te vorklaren over-
govo aan do Staten-Gencraal. Zo geloovon waar
schijnlijk, dat or dan goon gevaar, voor oorlog zijn.
zoudo.
Dio jongelui: zouden wel doen, wat geschiedenis
to leeren, to beginnen mét die des vaderlands.
Dergelijko adresson zelf zijn tainolijk heleedigondo
verschijnsolon van den moor eh moer doordringen
den revolutio-war-gcest, want zo zeggen met andere
woordenWij hebben ineer vertrouwen op de af
gevaardigden dan op Uwe Majesteit, wy zijn van
oordeel dat Uwe Majesteit in staat zoude zijn, tegen
hot belang des lands in, om to voldoen aan Uw
goedvindon, buiten noodzaak om de onafhankelijk
heid dos lands en veiligheid voor personen on goe
deren te handhaven, don oorlog to verklareniets
wat wo niét ondorstollon van onze afgevaardigden»
Dergeljjk'oon adres zegt indirect:
Sire 1
Woob zoo good do koninklijko waardigheid in dit
land af to schaffen, on aan dé Staton-Genoraal hot