Daarom juichen wij het toe, dat het ministe
rie, de nationale militie heeft te wapen geroe
pen, om op alle gebeurlijkheden bereid te zgn,
die onze neutraliteit zou kannen in gevaar bren
gen. Het* is waar, zoodanige maatregel heeft
eenschaduwzijde. Vooral bjj den aanstaanden
oogst tan de landbouw zoo moegelijk de nij
vere handen missen. Maar wie zon eigenbe
langzuchtig genoeg zijn, die klagt te durven
uiten, waar het de vrijheid en onafhankelijk
heid van Nederland kan gelden.
Neen, waar dit ter sprake komt,; moeten alle
bijzondere belangen zwggen, en al moge men
de oorzaken betreuren, die zoo veel duizenden
aan den arbeid onttrekt, thans mag slechts
één wensch, één gevoel; de ware Nederlanders
beheerschen: het zij'ne bij te brengen tot het
behoud van Nederland. Geen offer mag daar
toe te groot zijn. De donkere wolken die zich
ook boven Nederland 'zamenpakken, mogen ons
echter niét ontmoedigen. Weé dengene, die waar
hètrgevaar dreigt, aan zich zeiven wanhoopt.
Neeö, thans dreigt nog slechts het gevaar, maar
raogt bet meer en meer naderen, mogten de ram
pen des oorlogs, wat God verhoede, ook over
Nederland worden uitgestort, mogt zijn zelf
standig beslaan bedreigd worden, dan verwach
ten wij, dat wel verre dat het "^aderlandsche
har.t zou klagen over hetgeen tot behoud van
Nederland gevorderd wordt, de Nederlanders in
tegendeel zaHen toonen, dat hun het hart nog
op de regte plaats zit. Dan verwachten wij dat?
mogt de Koning zijne onderdanen tot verdedi
ging van Land en Vorst te wapen roepen, niet
alleen zjj die verpHgt zijn op te' komen, naar
de wapons zullen grijpen, maar. dat dan alle
Nederlanders, die de wapenen kunnen torschen,
gehoor zöllen geven aan dien wapenkreet, en
Nederland 'zich als één man zal scharen om de
geliefde banier, van Oranje, die Neerlands zo
nen zoo vaak ter overwinning vbeirde. Dan ver
wachten wg, dat-de Nederlanders zullen toonen,
nog niét vergeten te zgn, hoe onze voorvaders
voorde vrijheid van Nederland'leden en streden;
dat zy dié opofferingen van goéd en bloed, die
die voorouders zich daarvoor getroostten, waardig
zijni door, zoo noodig, hun voorbeeld te volgen.-
Ofsohoon dat gevaar elkeu dag kan komen,
Op het oogenblik waar wg dit schrgven, bestaat
het gelukkig nog niet. Daarom willeb wg nog
een enkel woord zoggen, over de oorzaak, en de
vermoedelijke gevolgen van dezen reuzenstrijd.
De oorzaak zal men weliigt vragen, maar
die is aan ieder bekenddat is omdat Frank-
rgk niet wilde, dulden, dat de Spanjaarden eon
neef van den koning van Pruissen, Prins Leo
pold van Bohensollern op den troon plaatsten.
Het is waar, dit is de oorzaak; maar waarom
wpa dit een reden voor Frankrijk, om aulk een
reuzenstrijd te doen ontbranden
Hot is onzen lezorshekend, hoe Pruissen inl 806,
na vooraf in stilte een verbond van vriendschap
gesloten te hebben mot Italic— hoever do begin
selen voorgestaan door koning Wilhelm van
Pruissen, ook verschilden van den gcd rags] jjnd oor
Victor Eminanuöl van ItuliC, gevolgd Oosten-'
rijk vóór bot zich ton oorlog kon bereiden, tot
don oorlog noodzaukto. Het is ook bekend hoe
Oostenrijk, van twep konten besprongen, de
Italianen in het zUidon voor zich uitdreef, dooli
door bot talmen der zoogenaamde Zuid-Duitsoho
ötatpnop wier hulp bij gerekend had, in
hot noorden door Pruissen geslageu werd, 011
beo Pruissen hiervan gobruik maakte, om aom-
migo landen geheelte verovoron, andere, als 't
ware, aan rich cijnsbaar to maken.
i)e*o groot® uitbreiding der magfc van Pruissen,
deed dikwijls de vrees koesteren, dat het zich
nog meer zou willen uitbreiden, en tevens de
vraag rijzén of Frankrijk wel in staat zou zgn
dit ie. beletten.
prankrgk, dat tot nog toe een steeds alles
overschaduwende» invloed op den gang der Eu-
ropesche aangelegenheden gehad hadVooral
de overmoed van Pruissen, dat in den zwijmel-
roes der.overwinning, toen Frankrijk.in 1866
dreigde tussclifei^bpide te zullen komen, zelfs het
«over Weenen naar Parijs» deed hooren, deed
voorzien, dat hef den eenen of anderen dag tot
eene botsing tusschen die rjjken zou komen,
waaruit moest blijken wie de eerste mogendheid
van Europa zou zgnPruissen of Frankrijk.
Was dit toen reeds .twijfelachtig,, natuurlijk
dat de invloed yah* Pruissen op Europa, wel
vermeerderen, in aar zeker niet verminderen zou,
wanneer een Pruissischë Prins den troon van
Spanje heklom. Dan toch liep Frankrijk bg een
eventuëlen oorlog met Pruissen altgd gevaar,
door den neef van den Pruissischen koning, in'
den rug te worden aangevallen. Die mogelijk
heid wilde Frankrijk voorkomen; en dit gevoegd
bij den onhoudbaren toestand van gewapenden
vrede, «waardoor jaarljjks» zoo vele honderden mil-
lioenen voor oorlogsuitgaven noodig maakte, "en
waaraan men weliigt een einde wilde maken
schijnt Frankrijk te hebben doen besluiten, den
teerling te werpen.
Het vroeg daarom zekerheid van den Koning
van Pruissen, dat dit gevaar nimmer zou ont
staan, doordat hij aan zgn neef Leopold, in zgne
toèstemming tot. het aanvaarden Van de kroon
van Spanje, geen zedelijken steun daartoe zou
schenken. Stemde de Koning van Pruissen hierin
toe, nadat hg eenmaal die toestemming reeds ge
geven had, dan zon hieruit blijken, dat het zich
niet opgewassen gevoelde tegen Frankrijk,, en
zou dit laatste Rylc daardoor zgn oud prestige
hernemen, zonder dat het bloed kostte. Weiger
de echter de Koning van Pruissen aan het ver
zoek van Frankrgk te voldoen, dan bleek hieruit
dat Pruissen zich opgewassen gevoelde, tegen
Frankrijk, en dan zouden de wapenen moeten
beslissen, wié Van hen,'de meeste invloed zou
verdienen, op den gang der zaken in Europa.
Dit kon toch niet blijken zoolang beide den bo
ventoon wilden blijven voeren. Voor twee heer-
sehers scheen in Europa geen plaats.
Ziedaar de toed ragt van zaken, die naar onze
meening den tegènwoordigen oorlog deed uit
breken.
Want men weet hoe de Koning van Pruissen
zich^hield, Na eerst,'de vraag aan hem gedaan,
door zijn nee/ Leopold te hebben doen beant
woorden, door diens bedanken voor do verdere
candidatnur, ,liefc lig den Fransclien gezant, toen
dezo op een antwoord'van hem zelf,aandrong
door een adjudant zeggencdat hg hem niets
meer te zeggen had.» Met andere woordenGg
kunt vertrekken.
Hierbij bepaalde dé Koning van Pruissen zich
echter niet, innnr gaf volgens tie inododeelin-
gon van het Frunsoli ministerie bovendien
aan de Pruissisohe en vreemde diplomatio ken
nis:
1°, dat werkelijk zulk een belcodigend ant
woord aan den Franschun gezant was gegoven.
2°. dut hij weigerde zgn neef Leopold aan
zjjn |at over te laten, en
8°. dat hg dezon in plaats van do vrgheid to
weigeren, deze zelfs nogmaals uitdrukkelijk gaf
om don Spnunsohen troon te aanvaarden.
BINNENLAND.
Gors, 18 Julij 1870.
Zaterdag hebben do commissarissen des Koningn
per telegraaf aanschrijving gekregen om de ge
meente-besturen kennis te geven, dat de miliciens
der ligtïngen 1866, 1867, 1868 en 1869 onmiddelgk
opgeroepen- moeten wordendie voor de provincie
Zeeland moeten uiterlijk Woensdag 20 dezer op de
standplaats van hun korps aanwezig zijn.
In verhandhiermede is de Tweede, Kamer tegen
Dingsdag 19 Julij, des middags ten 1 ure bijeen
geroepen; art. 184 der Girondwet toch zegt «Inge
val van oorlog of andere buitengewone omstandig
heden, kan de Koning de militie te land, hetzij ge
heel, hetzjj ten deele, buitengewoon bijeenroepen.-
Terzelfder tijd roept de Koning de Staten-Generaal
bjjeen, opdat eene wet het zamenblijven der militie,
zoo veel noodig, bepale.»
Gisteren zijn van Middelburg vertrokken de staf
en vier compagnien van het 3de regiment infante
rie, twee naar Brielle en twee naar Hellevoetsluis.
De Rotterdamsche stoomboot is gerequireerd om in
de eerste plaats deze troepen naar Hellevoetsluis te
brengen, alvorens naar Rotterdam te varen.
De Staats-courant van Zaturdag meldt het vol-
gondo
«Bij de ernstige verwikkelingen tusschen twee
bevriende, naburige Mogendheden, heeft 'sKonings
regering aan de verschillende Kabinetten doen we
ten, "dat zij, mogt een oorlog uitbreken, besloten
heeft eene strikte neutraliteit aan te nemen en te
handhaven.»
De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp omtrent
de calamiteuse polders in Zeeland aangenomen.
De korpskommandanten van allo regimenten heb
ben order ontvangen zich znarschvaardig te houden,
daar de troepen hoogst waarschijnlijk 'de grenzen
zullen bezetten tot handhaving van 's Lands on
zijdigheid. De tweede Kamer zal spoedig bijeen
komen tot het verleenen van credieten.
Door den kommandant der dienstdoende schutte
rij is van den Commissaris des Konings aanschrij
ving ontvangen, om de schutters to oefenen in den
wapenhandel, on wel voornamelijk diegenen die on
gehuwd zjjn en weduwnaars zonder kinderen, waarbij
tevens hot berigt gevoegd wordt out hen to voor
zien van achterlaadgeworon.
Tot 20 Julij e. k. liggen nog aan hot bureau dozor
Courant lyston van hot nationaal göschenk aan
prinses Maria der Nederlanden, tor beschikking.
Ook kunnen nog aanvragen en inzondingen ge
schieden bjj do Hoeren tnr. P. H. Saaymans Vader
to Bie^linge, J. W. Vador te Cortgone Jen den Se
cretaris M. L. Seybol to Wostkerke (Tholen).
Mot sympathie bobben wjj vornomon, dat do
heoron inr. P. J. F, van Voorts Vader alhior on
F. van, der 'Lilt to Kapollo, besloten hobbon, zioh
aan te sluiten by liet Sehorpsohuttoi's-eoi-pB der
Utrochtscho weerbaarheid, waarvan zjj doel uitma
ken met hot dool óm zoo noodig, zioh tor beschikking
to stellon tot verdediging van ;het bedroigdo vader
land,
Dit vadorlandsliovend voorbeeld door dezo wak
kere mannen, nit den aanzienlijken stand gogovotv,
zal, wjj houden or .ons overtuigd van, de ware geest
drift zoo b{j milicions als schutters, moer on moor
doon ontbrandon, Mogt liet wannoor do nood mogt
klimmon door volon gevolgd worden. Zoo moot hot
ook zjjn. Wannoor hot vaderland in govaor is,
moet rjjk en arm, do handen ineen slaan.
Eoro ana hen, dio zulk oen waardig voorboold
govon 1
's Hage, 10 Juljj (10 uur.) Het goruoht, als
zoude Pruissen aangeboden bobben 40,000 man tor
onzer beschikking to «tollen tot bewaking dor gren
zen, Wjjkt ongegrond.
't «rnvenhttge. 10 Juljj. Noor wjj vornomon bo
nt uot het voornemen, niet het oog op do gowigti-
g» fc|jdHoa»«landigheden, aan Z, K. H« den Prin»
i