rende eeno langdurige conferentie met den. resident,
eene acte van atstand heeft geteekend-
>Ook kan men eeno bijzonder wijde strekking
toekennen aim hetgeen, zeker Regent uit Midden-
Java verhaalde omtrent zijn wedervaren aan het
Bof van Djocdjacarta.
LaagsöfiiOelen wegwas hg tot een. luisterrgk
feest genoodigd in kwaliteit van Regent; bij ver
scheen dienovereenkomstig in zijn officieel cos-
tuum;
>ïïet bleek toen dat hij was verwacht in het hof-
costuum ontbloot bovenlijf waardoor den hoo-
gen gastheer grooter hulde werd bewezen dan door
de aanwezigheid van een der hoofdambtenaren der
Indische Regering.
»Deze gast had door een en ander detnsscbenkomet
van den ceremoniemeester noodig alvorens hem
©ene behoorlijke zitplaats werd aangewezen eiVwerd
hem bjj die gelegenheid ongeveer het volgehae toe
gevoegd: *wij zien nu, dat wij niet langer u behoeven te
beschouwen als lid der keizerlijke familie.»
'Bij de,behandeling van deze teedere zaak mogen
wij ook niet verzuimen te herinneren, dat sedert
een aantal jaren de Indische Regering het aangaan
van een huwelijk heeft toegestaan tusschen leden
van de van oudsher vijandelijk tegen elkaar over
staande 'Üwoe souvereihe geslachten van Java.
»De onafhankelijke prins fakkoe alam d. i. den
magtigen Spijker in Djocdjacarta heeft een legioen
van ongeveer 600 man.
»Xog eene nagenoeg gelijke concessie als aan de
onafhankelijke prinsen op Java is gedaan, komt
voor Qp het naburig Madura.
»Na de opsomming van de aangewezen elementen
van gevaar, sluiten wij dit opstel door de herha
ling van de aan het hoofd daarvan geplaatste vraag
Kunnen wij de toeJcomst van Java met gerustheid te
>GaoNi>'°EK, 10. Jan. A. S. W Alt MOLTS.
BINNENLAND.
Goes, 24 Maart 2870.
Bij de beraadslagingen over de regeling van
het lager onderwijs -in Engeland, sprak de
minister For eter een oordeel nit over den toestand
daarvan in Nederland, dat wij wel der moeite
waard achten onzen lezers mede te doelen- In ant
woord op oen voorstel van den heer Dixon zeide
die minister:
»Ret achtbare lid voor Birmingham heeft, ter
ondersteuning van zijne stelling, den stand van za
ken in Nederland ter sprake gebragt,doch ik
houd het er voor, dat het achtbare lid daarvan
iiiet zëer goed op de hoogte is. Hoe het in Ne
derland ten opzigte van het lager-onderwijs gescha
pen staat, kan blijken uit het volgende schrijven,
hetwelk mg geworden is van de zijde van een
/Nederlander, die, op mijn verzoek, een onderzoek
te dezer zake heeft ingesteld. Hg is met vele
achtbare loden goed bekend, zeer goed op de hoogte
dor engelsche toestanden en liberale beginselen
toegedaan- »Het' lijdt geen twijfel (aldus schrijft
hg), dat, indien hier -te lande het algemeene.-stem-
regt. gold, het tegenwoordige stelsel van onderwgs
xtaauwelgks in stand zou kunnen blgven, en de
Bgbel, de catechismus en, in roomseh-katholieke
deelen des lands, de priesters zouden weder in de
scholen verschijnen. De groote onbillijkheid, dat
uitstékende gezindte-scholen niet door de schatkist
worden ondersteund, alleen omdat op dezelve de
godsdienst wordt onderwezen, wordt meer en meer
erkend door velen, die zeiven het seetarisch on
derwgs afkeuren. Nog onlangs heeft een der
aanvoerders van de radicale partij mij gezegd, dat
zich hg hem hoe langer hoe meer dé Jpeening
vestigde, dat* de gemeenten in de keus van een
stelsel van lager-onderwgs behooren te worden
vrijgelaten» en dat haar vergund behoort te wor
den, godsdienst op de scholen te doen onderwijzen,
overal waar zich eene meerderheid ten gunste van
zoodanig onderwgs Verklaart, 'met bepalingen echter,
■welke de minderheid beschermen- Gij ziet, dat
dit in allen deale overeenkomt met het stelsel,
't wélk gij voor Engeland hebt voorgesteld, j— eene
daad, waarmede ik u geluk wensch. Het lijdt geen
twgfel, ofihet aantal scholen, door Roomsch-Ka-
tholiéken en evangelisch-gezinden tegenover de
staatsscholen opgerigt, neemt hand over hand toe.
Men gevoelt, dat de staatsschool, waar geen gods-
dienst-ohderwgs gegeven wordt, niet slechts eene
gaping doet overblijven: maar daarenboven strekt
om de kinderen jegens de godsdienst volkomen
onverschillig te maken, of zelfe vijandig te stern-
mem daar zg de uren, buiten de school met gèes-
telden, doorgebragt, als verloren tijd beschouwen,
die geen nut aanbrengt voor het praktische- leven."
Debriefschrijver zegt, dat de plaatselijke twisten
ook door het thans geldende stelsel niet zijn
weggenomen, omdat men er thans over twist,
wie den onderwijzer zal aanstellen, en hij
Voegt er bij»Oas stelsel heeft nog een ander
gevaarlijk gevolg. Bij iedere algemeene verkiezing
namelijk verdeelt de onderwijskwestie de kiezers
zg wekt al de godsdienstige hartstogten op en
wakkert die aan, en zij verhindert, dat andere
kwestien behoorlijk worden ter harte genomen."
Ik zeg niet, dat deze meening afdoende is, doch
zij is de meening van een ooggetuige en verdient
de aandacht."
In de zitting der 2e kamer van jL
heeft do voorzitter mededeeling gedaan van de
rapporteurs over de wetsontwerpen.voor de ha
ven van HarJingen, tot regeling van de banken
van leening, en tot regeling der consulaire regtsmagt.
Daarna werden aangenomen de wetsontwerpen
tot onteigening ten behoeve van do aan te leggen
Noordzeehaven buiten de monding van het Noord
zeekanaal tot onteigening van perceelen voor den
bouw van - eene tweede schutsluis te Hans weert,
ter voltooijing van hét kanaal door Zuid-Beveland,
en tot bekrachtiging van credieten, door den gou
verneur-generaal van Nederlandsch Indiö geopend
boven de Indische begrootingen van 1868 en 1869.
Bij do- behandeling van dit laatste wetsontwerp
had een incident -plaats, dat op nieuw bewijst,
hoe het «zuiver liberale" kabinet, de discussie^.-duldt
en andersdenkenden durft bejegenen. De heer van
Sypestein betoogde, dat van de terugbetaling een er
voorgeschoten som ad f240,000 in het Indisch
Staatsblad niets was gebleken, hetgeen toch zou
moeten geschieden, ten einde er op officiöele wijze
van te doen blijken, anders dan in eene rekening
die misschien eerst over 8 jaren zal komen. Op
eens riep de minister van, koloniën uit<JcranJ:-
zinnig Doch do beer van Sypestein vervolgde
zijn betoog, na gezegd te hebben«de Minister
zegt, dat spr. krankzinnig is; dat is hij niet
hetgeen vergezeld ging van eene groote sensatie
in de kamer. Een weinig later zat de Minister
hardop te lagchen en spreker eindigde aldus
«Het is ernst, geene aardigheid.»
Als zoo de parlementair» waardigheid in 's lands
vergaderzaal moet "bewaard worden, dan weten wij
niet waar het heen moet.
De Kamer heeft vervolgens de beraadslaging
aangevangen over het wetsontwerp betreffende het
hooger beroep bij den raad van state op uitspra
ken. van Gedeputeerde Staten in^zake van 's rijks
directe belastingen.
In de zitting van de Tweede Kamer van Maan
dag 14 Maart heeft de afgevaardigde uit het kies
district Zierikzee, de heer J. J. van Kerkwijk, den
Minister van justitie om inlichtingen verzocht om
trent de gevangenzetting van eenige personen in
Zeeland, die wegens overtreding van het reglement
op het bevisschen der Schelde en Zeeuvrsche stroo-
meii tot gevangenisstraf en boete veroordeeld wa
ren, doch van de gevangenisstraf van den Koning
gratie gekregen hadden. Dit de antwoorden van
den minister is gebleken, dat dit ten gevolge van
een ook in zgn oog «onvergefelijk» verzuim van den
ambtenaar van het openbaar ministerie bij betkan-
tongeregt te Goes, die daarvoor dan ook door de
regering is teregtgewezen, gebeurd is; deze is
echter niet ontslagen, want «zoo officiéél als niet
officiéél kwamen van alle kanten berigten, dat hij
overigens een naauwkeurig en braaf ambtenaar is
van wien men niet kan begrijpen dat hij anders
dan uit onvoorzigtigheid zou - hebben gehandeld.
Bovendien heeft hij het bewijs geleverd dat de elf
personen, die wederregtelijkf hebbgn gevangen "ge
zeten, door hem volkomen tevreden gesteld zijn. De
regering heeft dus al gedaan wat zij kon.» (Z.C.)
WAT ZAL DE EERSTE KAMER DOEN
Is de verwerping of aanneming der «agrarische
wet» voor geheel Nederland eene kwestie van het
hoogste gewigt, in de Hoofdstad vooral wordt het
diep en algemeen gevoeld, dat ons staan of vallen
daarvan 'afhangt.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft 's
lands toekomst thans grootendeels in handen. Op-
haar zgn aller oogen gerigt.
Wij treden niet op nieuw in het fond der zaak,
zoo breedvoerig en dikwijls door ons besproken.
Bovendien, de krachtdadige en deugdelijk gemoti
veerde bestrgding, die het in alle opzigten veroor-
deelenswaardig ontwerp in de Tweede Kamer rond,
omvat alles.
De aanneming- van eene zoo gewigtïgo voordragt
met slechts vijf stemmen, gezwegen nog hoe die
meerderheid verkregen werd, men denke slechts
aan de niet te kwalificeren houding van den heer
Thorbecke, wettigt do vraag, of zulk eene meer
derheid dien naam wel verdient en het antwoord
zal ontkennend moeten, luiden, als men daarbij het
gehalte der personen en argumenten van voor- en
tegenstemmers met naauwgezetheid weegt.
«Wat zal de Eerste Kamer doen vraagt de
verontrustte bevolking der Hoofdstad, ten vólle be
wust van de onoverkomelijke nadoelen, die de aan
neming van het ontwerp voor Staat en Stad op
leveren zaL
Immers, de aanneming issociale revolutie in
In dié, met al hare onafzienbare gevolgen totaal
prijsgeven der baten, die het moederland, door
zware belastingen reeds zoozeer gedrukt, niet ont
beren kanprijsgeven tevens der indirecte baten,
de voornaamste bron van bestaan voor een groot
deel der bevolking
De «koloniale kwestie» wordt door de aanneming
van het ontwerp niet beslist. Integendeel, men
schept daardoor juist tallooze, ingewikkelde, nieuwe
kwestiénwant onvollediger, dubbelzinniger en
daarom gevaarlijker voordragt als deze, is er wel-
ligt nimmer gedaan. Alles hangt, na de aanneming,
op nieuw af van verorderingen, die nog in het duis
ter liggen.
Er wordt dus niets beBlist, maar daarentegen al
les roekeloos op het spel gezet.
Niet door eene wet als deze, die letterlijk alle
vereischten van eene goede wet mist, zal Indiö
voor Nederland behouden blgven. De minister zelf
heeft haar dan ook niet voldoende kunnen verde
digen, en de vraag«wat zal er van Moederland
en Kolonie worden, bij onverhoopte aanneming en
bekrachtiging van dit ontwerp?» niet beantwoord.
Het is echter in Indis en met Indiö, onder den
verlammenden, rampzaligen invloed van hen als
wier werk deze voordragt moet beschonwu worden,
reeds zoo ver gekomen, dat het antwoord voor
de hand ligt: Indiö zal terugzinken tot den ellen-
digen toestand, -waarin het voor veertig jaren ge
dompeld was, toen men het bij een «calamitensen
polder» vergeleek; Nederland zal ophouden eene
welvarende koloniale mogendheid te zijn, en zijne
bevolking moeten uitputten om eene ledige schat
kist te vnllen door hatelijke belastingen, te moeije-
lijker op te brengen, omdat een der voornaamste
bronnen van^ inkomst zal zijn opgedroogd.
De tijd van afwachten is voo^grj. Sehatkistbil-
letten, leeningen, tekorten...., wat jaren lang in
den lande niet gehoord werd, is thans reeds ver
nomen^
Zal de Eerste Kamer de houding des ministers
dulden, die laatdunkend ignoreert wat hij niet j
wederleggen kan of wil; die, men denke aan dé
suikerregeling, met de Kamers speelt, en er veel
eer op uit schijnt te zjjn'om bij verrassing te over/
winnen, dan door overtuigen te zegevieren,
de Eerste Kamer den genadeslag geven aan lm
en Nederland, of haar «tot hiertoe en niet ver
deruitspreken? Amst. C.
Eenigen tijd geleden deelden wij mede, dj.t
justitie huiszoeking had gedaan bij W., molenaar
te Wilhélminadorp, als zijnde deze verdacht van
gips te mengen onder do door hem afgeleverd wor
dende bloem. Naar wij uit goede bron vernemen
is die strafvervolging tegen hem gestaakt, omdat
bij een naauwkeurig onderzoek geen daadzaken deed
bekend worden, waaruit bleek dat genoemde mo
lenaar. zich daaraan zou hebben schuldig gemaakt.
Naar wij vernemen zullen morgen voor de arron-
dissementa-Regtbank alhier de pleidooi]en aanvangen,
omtrent de gehoudenheid der «Breede Watering»
tot het betalen van subsidie aan de calamiteuse-
polders- Men verwacht dat die pleidoogen, waar-