14 November 1851 in de Belgische kamer me dedeelde, toen hij wees op de gevolg en, die de in 1882 ondernomen herziening ran het Wet boek van Strafregt in Frankrijk gehad had. (f) Tengevolge dier herziening kon de Jnry in Frankrijk:, door het aannemen van verzachtende omstandigheden" de oplegging der doodstraf voorkomen: Toen deze bepaling begon te "wer ken klommen de moorden tot ken ongewoon aantal. Hierdoor moesten er meerdereter dood veroordeeld worden. Verschillende dezer mis dadigers vraagden toen om gratie en verklaarden daarbij, gemeend te hebben (zooals ook bleek ten platte lande verspreid te zijn) dat de doodstraj niet voorwaardelijk maar geheel was afgeschaft en: dat zij zeker geen bloed zouden vergo ten hebben, zoo zij deswegens beter ingelicht waren geweest. Voegt men hierbij dat in eenige kleinere Sta- tenids Hessen-Darmstadt, het vroegere Toscane, en. het canton Freiburg de doodstraf weer moest worden ingevoerd, nadat zij eerst -was afgeschaft, dan gelooven wij met gerustheid te mógen 'beweren, dat de ondervinding geleerd heeft, dat de doodstraf niet kan worden afgeschaft zonder gevaar, dat het aantal moorden in groote mate toe. zal nemen. Daarom werd dan ook elke poging sedert in Frankrijk, Engeland, Belgie, Zweden en Beijeren aangewend om tot die afschaffing te geraken, verijdeld. Onzes inziens ligt het dan ook in den aard der zaak, dat de afschaffing der doodstraf meerdere moorden ten gevolge moet hebben. Na zoodanige afschaffing toch zou diefstal en moord beide vaak met tuchthuis" gestraft worden. Natuurlijk dus, dat de misdadiger, die eenmaal een diefstal gepleegd heeft, er ligter toe besluit den bestolene, die hem aan de jus titie zou kunnen békend maken, te vermóór den Wanneer hjj ook bij dien moord dezelfde soort van straf „krggt, zij het dan ook een paar jaren meerdan wanneer hp gevaar liep voor dien moord eene veel zwaardere straf, de dood straf, te zullen ondergaan. Wjj gelooven toch met Montesquieu dat in die landen waar dief- >stal en moord met' dezelfde straf bedreigd worden, men altijd vermoordt; de dooden, >zegt men, vertellen niets meer." Nu zal men ons welligt tegenwerpen, die toestand bestaat ook nu reeds bij ons. Ook volgens onze tegenwoordige, strafwet wordt de dood bedreigd- tegen diefstaldoor meer dan één persoon, bgv nacht, in een bewoond huis, gepleegd door personen met wapenen voorzien, indien zy van die wapenen hebben gebruik gemaakt of zelfs er mede gedreigd.Hét is waar. Maar daarom zóuden wij juist wenschén, dat de doodstraf niet langer bedreigd werd tegen zoodanige diefstallen. Wij verdedigen niet de doodstraf voor alle gevallen waar zij in ons Strafwetboek bedreigd, is» Integendeel wij zouden ze op minder misdaden bedreigd willen zien. Maar dat het behoud er van voor dézwaarste misdaden onmisbaar is, gelooven. wij mét het bovenstaande voldoende bewezen te hebben. 4P - i In onze volgende beschouwing hopen wij, nog een paar andere tegen dat*behoud aangevoerde bezwaren te wederleggen. (f) Anndc» Parlemeatairea, Session do, 1851—1852. Chöro- bre des Représentant» pig. 4.8. ft) Ook te vinden Thenit 188#. bi. 1S4. ,Dan» lea pavs oé lapeiuo dos voleurs et "des «ssasins est la wême, on assassine toujour», les inorls, y, dit-on, art. 43? Code Pénal, is door deTweede Kamer met 28 tegen 24 stemmen verworpen. Door de verzending van het aznend.' Fokker, op deloterywet naar de af deelingen, is de behandeling van dit ontwerp uitgesteld. Het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk V met f 100,000 voor de haven te Harlingen is ingekomen. - In de Zitting der Tweede Kamer van Maandag 14 Maart zijn in de eerste plaats de beraadslagingen over het wetsontwerp tot verandering der grens tusschen Dordrecht en Dubbeldam voortgezetwaarvan de behandeling op laatstleden Zaturdag niet i afgeloopen. Op heden voerden daarover het woord de heeren Bichon van IJselmonde, Fokker, Uoin- bach, van Kuyk, Blussé van Oud-jAlblas en de Mi nister van Binnenlandscbe Zaken. Na de goedkeuring der onderscheiden artikelen en der beweegredenen werd het wets-ontwerp met 35 tegen 17 stemmen aangenomen. Daarnakwamen in behandeling: lo". Bet wetsontwerp tot afschaffing van de tentoonstelling en van de. lijfstraf (géesselen) in de gevallen waarin déze straffen nog zijn bedreigd. Bij de algemeene beraadslaging beantwoordde de Minister van Justitie de in het eindverslag voorkomende aanmerkingen. Op het eenig artikel, luidende.: »De straf van openlijke tentoonstellingen op een schavot," bedreigd hij art. 3 der wet van 12 December 1817 'Staatsblad no. 33,) en de lijfstraf" (geesseling,) bedreigd bij de -art. 5, 7 en 33 der wet van 26 January 1815 Staatsblad no. 7,) wor den afgeschaft," stelde de heer Sandberg een amendement' voor strekkende om het artikel aldus te lezen »De straf van openlijke tentoonstelling op een schavot, en de lijfstraf (geesseling) worden afgeschaft al de gevallen waarin zij nog zijn bedreigd." Hierover hebben het woord gevoerd de Heeren Sandberg, van Eek, van Zinnicq Bergman en Heems kerk Az., en is dit gewijzigd ontwerp met 39 tegen 16 stemmen aangenomen. BINNENLAND. Goes, 17' Maart 1870. De Eersto Kamer is bijeengeroepen tegen Dings- dag 22 Maart. Een uitvoerig verslag is uitgebragfc over het' wets ontwerp, houdende de voorwaarden, waarop aan calamiteuse polders in de provincie Zeeland uit's Rijks schatkist subsidie kan worden verleend. De overgroote meerderheid in de seetien stemde toe, dat de tusschenkómst van den Rijkswetgever leze zaak noodig is geworden. Het Rijksbelang is bij deze zaak, uithoofde zoowel van het belïïpg der werken, als van het subsidie betrokken en-"§ is geen bezwaar, ,dat de wetgever de voorwaarden stelle, waaronder dat subsidie uit 's Rijks, seliatkilt zal worden verleend. - X De groote meerderheid achtte ook de noodzake lijkheid der voorgedragen afscheiding van do zorg voor zeewering en oeververdediging van die voor de uitwendigebelangen der calamiteuse polders, voldingend bewezen. 1 Vrij algemeen was men ook n oordeel,., dat al- leen die polders, welke helan rebben miteuae polders, met bijdra^r moetend belast blij ven. 'Er heerschto echter groot wfrschil van ge- vo'èlen omtrent de vraag, welke^pmders als belang hebbenden moéten worden a:jjdgomorkt en over bet cijfer dor bydfage.- Hieromtrent blijkt van geen gevoelen der meerderde,i Door den heer Fokkeri^^^ybij het verslag eene pota gevoegd, waarin hij,^mp^jbsgzwaren mededeelt 1) tegen de voorgestelt^^MwdW besturen (rijks- en polderbesturen) voor~B®\bobeck der zeewering on oeververdediging, en voorX^at yder inwendige belangenen 2) togen dé vóorgeltcWe regeling der subsidiön van'de aangrenzende poldert?.-^ (Noordstar. In bet Dagblad van Zuid-Holland leest men het »In de Kamer loopt een gerucht.; Fransen van de Putte na de aanneming door de Eerste Kamer van de agrarische wet gouverneur-generaal om de wettoetépassèn. »MirandolIe minister van koloniën, om hem een handje te helpen. »Oprigting van eene nieuwe Indische Handels- en GrondTcre diet-Bank- >En de "Waal? »Hij wordt, gelijk van Soest en om dezelfde reden, op stal gezet. De machine zal Hebben uit gediend." Hot Handelsblad is ontevreden omdat sommige conservatieve organen <leh uitslag ^er stemming over de agrarische wet "toeschrijven aan partijzucht. Dat is ook. eene geheelleelijke beschuldiging, 'tis maar jammer dat er zooveel grond voor is, zóóveel grond dat het dwaasheid wordt aan de waarheid er van te twijfelen. Het prestige der Tweede Kamer gaat zóó verlo ren, meent het Handelsblad, en dat zoude schuld zijn der conservatieven, die, den jongeling" moes ten sparen,, en Absalom zachtkens behandelen. 't Is de gewone valsche moraal die het Han delsblad weder verkondigt. »Niet hij,die misdoet, is schuldig, maar hij is schuldig die .durft bewe ren dat piisdaan is." Dergelijke moraal is zeer in 't voordcel der schul digen, dat is waar, en past volkomen in de theorie welke boeven in bescherming neemt tegen eerlijke lieden. N. A. C. Op het wetsontwerp nopens de vreemde loterijen is door den heer Fokker een amendement voorge steld^ strekkende rom dezó geheele wet in te trek ken, behalve de bepaling nopens het verbod van loterjjen, waarvan de voorwaarden en- de^trekking' niet publiek worden gemaakt. - Onder het opschrift »glad ijs" wijdt de N. Amh. Cour. van 11 Maart jl. een eerste artikel aan eene beschouwing over liet dagblad »het Noorden Voor eenigen tijd werd op de plaatsen >waar znlks te doen gebruikelijk, is," een biljet- aange plakt, aan welks Hoofd eene gravure prijkte, die een ijsveld voorstelt. Op dat ijsveld liggen eenige letters, die te zamen de woorden»Het Noorden" vormen,op den voorgrond is open water en op den achtergrond schittert het noorden licht.. Die prent trok de aandacht van het.; publiek dat ervoor bleef stilstaan en de aankondiging las van een uitgever, die zijne courant Het Noorden" gebeeten, aan het publiek aanbeval. Het Noorden" had reeds eenigen tijd in het noorden van het land bestaan, en schijnt daar nog al succes gehad te hebben. Thans had de uitge ver besloten; de plaats der uitgave van zijn blad naar Amsterdam over. te brengen. 3 Over die affiches èri over het blad. zelf ïb* sedert' veel geschreven, en zoo wij er niet eerder^de pen over opgevat hebben, dan is het omdat we eerst taaiere, meer belangrijke zaken moesten behande len, dan eene beschouwing leveren over een dag- blad, of over dagblad-politieken toch, zonder dat wij ons juist veel bezig houden met» Het Noor den" zelf, gelooven we onzen lezers geen ondienst te doen, wanneer we naar 'dat blad aanleiding nemen, om over de jongste verschijning op politiek gebied hier te lande te spreken. -*»Het Noorden" is de groote courant van de ge avanceerd liberale rigting; ze is de consequentie van de leerstellingen sedert jaren' door de liberale partij den volke verkondigd. De prent boven haar affiche kan "tot zinnebeeld dienen van wat,»Het Noorden" en dio liberalen wier gevoelen dat blad uitdrukt, welke men al vast Noormannen" is gaan noemen, bedoelen. Op het gladde ys van hét li beralisme zijn zij al langzamerhand verder, en ver der afgezakt van het konde libérale licht, tot daar, waar men van het ijs gevaar loopt te glijden en te raken in de bijt, tot daar, waar ze go- heel en ak zullen- breken met hot tof; nu toe gehuldigde liberalisme, en tot de onherbergzame zee der roode-republiek afzakken. Wat thans geschied is, het opstaan eener partij uit de liberalen, die consequent de stellingen tracht door i'e dryven in' daden, wolke de liberale partij slechts beperkt-doordreef, was reeds lang te voren voorspeld 'deze gevolgen kondén niet uitblijven. De mensch blijft niet stilstaan, 'er is bij hem voor-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1870 | | pagina 2