NIEUWE 60ESSCHE COURANT. Nieuwsblad voor Tholen, Zuid- en Noord-Beveland. Ho.-3. Dingsdag 11 January 1870, Vijfde Jaargang, Deie Courant verschijnt, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Masndags en Donderdags avonds. E^js T kwartaal/l,—fr. p. post/1,80. Afzonderlijke Nommers 5 ct. jPrijs der Advertentien 10 ct. per regel, groote letters cn vignetten ngar plaatsruimte Geboorte-, huwelyks- en doodberigten van 1—5 J regels 50 cent. SPOORWEG GOES ROOSENDAAL 1.25 6,15 I v,Roosend. 9,- 1,37 6,23 Y Wouw o; ,12 Beratn^op-Zi 0,27 Woenadrecht 9,40 Rilland 9,58 Krahbendijke 10,7 Kruiningen 10,21 Biezelinge 10,37 Goes A. 10,47 5,3 5.18 42- 8,67. 9,10 9,28 9,86 9,50 10.5 10,15 if Alle Stukken de redactie betreffende, gelieve men minstens één dag vjSór de uitgave franco toe te zenden aan den Uitgever A.tf. DB JÖHGE BJz. te Goes. I Inzending der Advèrtentïen tot des namiddags 3 ure. f Correspondent voor DnitscklandEAA8ENBTEIK&VOQLER, Annouceu-Bureau voor Hamburg, Frankfort a/Jh, Berlijn, Leipzig, Weenen, Ftntg&rtt, Bazel, Zn rich, Geneve. LOSSE 0PEERKI1GEN. j j Bij de behandeling der Begrooting voor Bin-. nenlandsche zaken, kwam dit jaar het eerst ter Sprake de uitbreiding van het kiesregt. Zou die uitbreiding zich moeten bepalen tot de ver- mindering der census d. i. der som die men Ban belastingen moet betalen om kiezer te kunnen zijn Zou men die uitbreiding moe ten daarsteilen door de bepaling dat die Neder- lander, die door den rangen den stand dien zij in- pemen, moeten geacht worden de noodige_kennis en oordeel te hebben, tegen eene mindere cen sus, bevoegdheid tot het kiezen toe te kennen, dan aan hen die zoodaDigen rang en stand niet innemen Zou men b. t. bepalen dat gepro moveerde personenofficieren, ambtenaren, het regt tot kiezen zouden hebben, zoodra zij slechts 7 belasting- betalen,onverschillig waar zjj. (J wónen, terwijl zij thans in Amsterdam f 1G0, in 's Hage f100 enz. moeten betalen Of zou jmen die uitbreiding van het stemregt zoover moeten uitstrekken, dat zelfs de grenzen daar door bij de Grondwet aangegeven, moeten over schreden worden, zoodat eene Grondwetherzie- ning noodig wordt Zou een algemeen stemregt nuttig kunnen geacht worden? Al deze vragen werden schoon slechts ter loops aangeroerd, zonder tot eenig resultaat te leiden, behalve dat men bet algemeen eens was, dat uitbreiding van het kiesregt noodig was. Op zich zelf is dit echter reeds van groot ge- wigt. Is herziening der Kieswet waarlijk noodig, kan men niet beweróh dat de kiesbevoegdheid zooals zij thans geregeldN is, voldoende is om uit den uitslag der verkiezingen in waarheid de zienswijze der natie te Ieeren kennen, dan moet die herziening ook tot stand komen en van kracht worden vóór de verkiezingen van 1871. Dan is het onverantwoordelijk om eene kieswet ook bij eene volgende verkiezing van kracht --te laten, ofschoon men moet erkennen, dat_ hare werking niet goed is. Neemt men echter in aanmerking hoeveel tijd men in Nederland Doodig heeft, om eene. wet van ingrijpende strekking daar te stellen, dan is er geen tijd te verliezen voor de indiening der door allen gewenschte wijziging. .Komt deze toch niet tot stand in dit zittingjaar, d.i. vóór September, dan is het met het voor- uitzigt der begrooting voor 1871 —.te voorzien, dat zij ook niet vóór Jung 1871 tot stand komt; tenzij ter elfder ure, onmiddeljjk voorde verkiezing- Dit laatste zouden wij niet wen- schelijk, niet raadzaam achten. Tegen de ver kiezingen toch van 1871 zullen de gemoederen genoeg in beweging' gebragt worden, dat er zulk een hulpmiddel niet behoeft bij te komen. En toch schjjnt mr. Fock nog zeer onbeslist althans hp wilde geen tjjd bepalen, tegen welken men het voorstel tot wijziging van' Hem kan verwachten. Alleen verklaarde hjj dat zijn voor stel niet afhankelijk zou worden gemaakt van de afschaffing der patentwet, ofschoon mr. van Bosse liet had doen voorkomen alsof het daar wél afhankelijk van was. Behalve over de wenscbelijkbeid der wijziging zelve, waren de sprekers het ook daarover vrij wel eehs, dat eer algemeen stemregt, behalve dat daartoe eene Grondwetsherziening vereischt werd, niet wenseb^lgk was. r En 'toch gei o oven wij dat éen algemeen stemregt de eenige wijze is om de ware inrigten der natie te Ieeren kennen. Maar dan ook eene verkiezing met trap pen, geene regtstreeksche. Bij regtstreeksche verkiezing zou een algemeen stemregt de mis leiding der meer eenvoudige kiezers^,die .wjj de laatste malen toch feeds op zoo groote schaal in prahtjjk gebragt zagen, nog meer in de hand werken. Daarentegen zal de stille burger zeer goed weten aan welke mannen uit zijne naaste omgeving hij genoegzaam vertrouwen kan schen ken om de beslissende keuze tc doen. Het is waar, tot zoodanige wijziging zou eeBe Grondwetsherziening noodig rijn, maar ofschoon wij allezins der bezwaren beseffen, die hieraan verbonden zijn, gelooven wij Jat dit geen be zwaar mag zijn, waarop eene verbetering, die in. het belang van het Vaderland is, moet af stuiten. OolTcfe"ondervinding die men tot nog toe had opgedaan der werking van da onder mr. Thorbecke tot stand gekomene regt ling van het staatstoezigt op de uitoefening der geneeskunst kwam ter. sprake. Die ondervinding meende men dat reeds grond gaf te vermoeden, dai de vrees reeds vroeger geuit, als zou die'regeling ten ge volge hebben,dat het platte land meer en meer van geneeskundigen zou ontbloot raken, maar al te zeer bewaarheid zal worden. Sedert 18Ö5 toch zijn er in Nederland reeds 37 geneeskundigen- minder. Nu moge dit getal van 37 op zich-zelf voor zeker niet onrustbarend zijn, zoo mag men daarbij echter niet over het hoofd zien, dat waar de bevolking steeds; toeneemt en met haar. ook de sollicitanten" en bekleeders van alle betrek kingen, het reeds vreemd zou zijn, óm nog niet te 'zéggen onrustbarend voor de toekomst, in dien het aantal geneeskundigen hetzelfde bleef. Neemt men nu' daarbij in aanmerking, dat zoodanige wet natuurlijk eerst langzamerhand, maar allengs zoo meer haar invloed doet gevoe len, dan meende men dat dit verschijnsel reeds nu zorg- haart voor de toekomst. Maar neen, zeide het liberaal kamerlid, dr. Rombacher moeten vooral niet te veel genees kundigen zijn, want dan zonden zij geen vol doend bestaan kunnen vinden. Daarom moes ten er eigenlijk nog minder zijnMaar is dat nn in waarheid liberaal om in deze te vragen, wat eischt het belang der geneeskun digen? Zal men niet veeleer moeten toestem men, dat in de eerste' plaats voor het belang der bevolking moet worden gewaakt? De be volking is toch niet in het belang der genees kundigen, maar omgekeerd. Bovendien gelooven wij dat zelfs bij overvloed van geneeskundigen, de waarlijk «knappe» nooit beangst zullen be hoeven te zjjn voor een goed gestaan. Nog naïver was het antwoord van mr. Fock, die nog eerst, wil afwachtenwat de ondervin ding verder leertKarakteristiek was daarop bet antwoord van mr; du Marchie van Voorthuijsen »als de"Begering wil wachten, zij die genees- kundige hulp behoeven, kunnen niet wachten. Op dat wachten, kan bjj ernstige gevallen eene zware straf, de doodstraf staan. En als wij »nu de doodstraf willen afschaffen voor de misdadigers, dan kunnen wij er toch hen die onschuldig zijn niet mede bedreigen." Wachten Wel zekervooral niet den put dempen vóór het kalf verdronken is Eindelijk werd door dr. Idzerda. aan mr. Fock opgemerkt dat de vergunning door hem aan den te Cleef wonenden geneeskundige, Arntz, verleend, om in Nederland de geneeskunst uifc- teoefenen waar wij reeds eenige maanden geleden de aandacht op vestigden >in strijd »was met de letter en den geest van de Wet/' En in dit oordeel berustte mr. Fock. Zoo iets had men aan een., conservatief minister moeten kunnen ten laste leggen Dan had men wat gehoordGelukkig echter, voor mr. Fock, heet hij liberaal. BINNENLAND. Goes, 9 Januarij 1870. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wets ontwerp tot regeling der schutterijen. Daarbij wordt aangenomen dat alle mannelijke ingezetenen tot de dienst bjj de schutterijen verpligt zijn van htm 25ste tot hun 39stè jaar. Hiervan zijn vrijgesteldgehuwdenen weduwe- naars met een of meer kinderen. De sterkte der Schutterijen gaat in tijd van vrede het getal van 3 eh in tijden van gevaar en oorlog dat van 6 man voor elke honderd mannelijke inwoners in elke gemeente niet te hoven. Wanneer in tijd. van vrede dit getal zon over schreden worden, gaan zooveel dergenen, die het langst gediend hebben tot de reserve over, als noo dig is, om de sterkte tot dit getal terug te brengen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1870 | | pagina 1