Dingsdng 4 Ja
Nieuwsblad voor Tholea,
Deze Courant verschijnt, uitgezonderd opChristelijke feestdagen, des
Maandags en Donderdags avonds.
Prij» kwartaal ƒ1,fr. p. post/1,30. Afzonderliike Noimncrs.&ct.
Pfijs dcr Advertentien 10 ct.
regels 50 cent.
Alle Stukken de redactie betreffende, .gelieve.men minstens één dag vóór: de t
Inzending der AdvertcAtien
Correspondent voor DnitscJilandhaasenstein VOGlee, Annouceri-Bureau voor Hai
BS~-
SCHEIDING VAN KERK ES STAAT.
Réeds'geruimen tijd was het opschrift dezer
beschouwing eene geliefkoosde leus voor velen.
Een groote stap daartoe; was, na het bekende
Koninklijk Besluit van 9 February 1866, waar
wij later op terugkomen, de opheffing <ler De
partementen yari Eeredien^t, door hej; tegen
woordig ministerie 'in het zon;'~y*fc=eces der
Staten-rGeneraal van 1868.
Z'ooals men weet werd dit ministerie reeds'
kort na' zijn optreden naaf-^deszélfs meening
gevraagd over het al of niet instandhouden
die/ Departementen. 'i
Op 13 Junij 1868 verklaarde mr. van Boese,
..nadat niet minder dan zeven leden der Tweede
Kamer, zijn voornemen om die Departementen
op -te heffen hadden afgekeurd Het ie beter
die dis^cussie .TeaxQBer^ .to^.dQgbeb^d
van devolgende Staatsbegroóting, als wanneer
>er misschien meer grond zal wezen om door
eene stemming van hgt gevoelen der Kamer te
>doen blijken.....
,En toch, ofschoon men na zoodanige verkla
ring moest verwachten, dat vóór den tijd nadr
welken mr. ,van Bosse de beslissing geren^-
voijeerd hadgeehe afdoende maatregel zou
genomed worden, toch Werden de beidb^De-
partementen vóór dien tijd opgeheven. r-~
Natuurlijk dat deze -handelwijze, deze plaat
sing voor eene afgedane zaak" bij "de beraad
slagingen over de begrooting voor 1869 "sterke
afkeuring ondervond. Bij die afkeuring moest
het echter blijven, want nu de Departementen
waren opgeheven, waren de Kamers ook buiten
gelijkheid >om döor steitimiug van hpn-gevoe-
>len te doen blijken" over de weiïschelijkheid
dier opheffing,
Daarom werd dit jaariin die opheffing berusl
en men bepaalde zich het' denkbeeld te bespr*
ken om de afzonderlijke afdeelingen, die in de
plaats der opgeheven Departementen waren gé-
treden, tot één te vereenigen.
De opheffing der Departementen hebben wij
betreurd, omdat wij de godsdienstige belangen
gewigtig genoeg achten, om haar eene plaats
en eene eigene stem toe te kennen in de raad
zaal der Kroon; omdat wij uit de bepalingen
der Grondwet op verre na die onverschilligheid
omtrent die belangen niet zien, die velen er
zoo gaarne in lezen.
Evenwel wordt het bestaan „dezer Departe
menten d«or'de Grondwet niet geboden en nu
de zaker ef ntnaal gaan als tegenwoordig, ..nu
bet tegenwoordig ministerie in tegenstelling
mét het vorige de belangen der beide gods
dienstige hoofdrigtingen niet van genoeg belatig
ac5t' om elk haar eigen stem te hebben in
het ^ministerienu de
gen als bijzaak wordt
hij dit, dan weder bij
naarmate het verschillen
waar de betrokken minis!
ten wij het wenscHelgk
zoogmin mogelijk inede
wij fyenschen-4at.de inme:
bepale tot die onderwerp*
ging onmisbaar is. "AI
de belangen dér godsdi
niet belangrijk genoeg
'hoofdzaak, beschouwd te
meëning genoegzaam in
danige geringschatting* v
te wachten heeft.
Maar tot welke onder
moét, ihefts het oog dp
fleren, die de Staat vró
noilien, defftnanciêfo^ ban
de Staat moet ook voortd
blij ven uitoefen De
er geen veld'Worde opp
in strijd met de goede
in...Rusland b. v. de ui
idêrOfenninkten'^ie'
reu offerden."
In de gegeïpne bjn
wij dus de inmënging
ondeiAvorpefr'bëperHrNf
-afdeeling ter behandel:
verschillende gezindten
Eéne afdeeling ter behan
aangelegenheden, terwijl
op de gewone-wijze doe
worden uitgeoefend.
Deze wensch, ze were
de leden der Tweede B
de Protestantsche ledé
Catbolijke leden er ziel
verschil van zienswijze
ders dier beide hoofdri^
begrijpelijk.' Na de
heeft het Catbolijke T£e
vrijheid in hare kerkel
beheer der Catbolijke B
als wat het geestelijke 1
de hooge geestelijkheid,
met eenig 'ministerie. j(
nienging der Regering
Gëlieel anders is hét
genootschap. Dit is,
zjjher goederen als dal
gen betreft, invyerschill