No. 28, Vrijdag 9 Julij 1869. Vierde Nieuwsblad wqqt Tholen, Zuid- e» Noord-Beveland. Deze Courant vcrschijut, uitgezonderd op Christelijke feestdagen, des Maandag» en Donderdags avond». Prys Jnrartaaï f\%fr. j>. post/1,30. Afzonderlijke Nommcrs 5 ct. Prijs der Advertentien 10 'et. per régel, grootc letters en signetten naar plaatsruimte. Geboorte-, bdwèlijks- én dooclberigten van 1—5 regels 50 cent. SPOORWEG BOES - ROOSENDAAL. 9,30 l,*0,5*55 V.Roósènd. 8,45 11,45 9,39" 1,49 6,5 Wonw 8,55.11,55 9,52 2,2 6,18 Bergen-op-Z, 9,10' 12,11 10,3 2,13'6,81 Woensdrecht 9,20'32,22 10,10 2,20 6,85 Rilland 0,35 10,26 2,85 6,54 Krabbéndyke 9,42 10,42; 2,5:9 ,7,1.0 Kruiningen 9,53 10,54 S.~ 7,19 Bieselinge 10,8 1,10 6,5 »J>! H,8- 8;ÏO 7j0 Goes A. 10,20 1,20 '6,15 10,! 12,45 12,56 1,10 i;r 8,80 8,40 8,56 9,7 9^3 9,80 9,'41 5 Alle Stukken de redactie betreffende, gelieve men minstens, dén-dag InzOTding {der Advertehtien töt des nairaiddags -j i;rt BEK EKD MAK 1 N G BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, roepen bp deze op Jacobus Johannes Bakker, loteling der ligting van 1866 om zich op Vrijdag den 16 dezer des voormiddags te 10 ure te bevinden op de Koopmans-beurs te MIDDELBURG, voorzien van alle door hem van het korps medegebragte Heeding en, equipement stukken alsmede van zyn zakboekje en verlofpas, zullende- hp bp niet verschpning op deze na- inspectie de gevolgen aan zich zeiven te wpteh hebben. Goes, 3 Julp 1.869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBÈEN. De Secretaris, HARTMAN. DE AFSCMTISG DER 0CTR00UEN In de zitting der Tweede Kamer van 22 Junij werd, met orergroote meerderheid aan genomen het voorstel der Regering, om na 1 Januari]* 1870 geene octrooijen voor nieuwe uitvindingen meer te verleenen. Meesterlijk werd r dat ontwerp bestreden door mr. Heems kerk Az., die onzes inziens op onwederlegbare gronden, het onbillijke, wij zouden bijna zeggen, bet xyederregtelijke van bet ontwerp aantoonde. Wij kunnen dan ook niet ontveinzen, dat wij bet besluit der Tweede Kamer betreuren, en wij vreezen dat, wordt bet ontwerp ook in de Eerste kamer, aangenomen, de wrange vruchten er van zich niet zullen laten wachten. Elke onbillijkheid toch, al verschuilt zij zich achter den vorm eener wet, zal ongetwijfeld hare nood lottige gevolgen na zich slepenen wij aarzelen niet de afschaffing der octrooijen, eene grove onbillijkheid te noemen. Deze instelling toch dagteekent reeds van lang vervlogen tijden. Sedert lange jaren er kende men het -regt, dat iemand die eene uit vinding deed, ook zelfs meer dan anderen er de' voordeelcn van behoorde te trekken. Daarom kon zoodanig' uitvinder, wanneer hij het vroeg, van de Regering een octrooi verkrijgen, waar door bij het regt kreeg, zijne uitvinding bij uitsluiting te exploiteren. Nu zal het wel "overtollig zijn de billijkheid van dit beginsel uiteen te zetten. Men denke slechts aan den nijveren industrieel, die jaren lang zijne studie maakt, die zijn kapitaal op offert aan het. vooruitzigt om een werktuig uit te vinden, dat, in werking gebragt, eene nieuwe bron van volksbestaan zal doen geboren -worden. Men denke aan den onvermoeiden schei kundige, die jaren lang zich onverpoosde proef nemingen moet getroosten, om het raadsel op te lossen, aan welks ontknooping de bloei en ontwikkeling van eene geheele tak van nij verheid te danken zal zijn. Wordt de maatschappij nu door zulk eene uitvinding grootelijks gebaat, is het dan niet billijk, dat hij, die ze deed, dat hij, zonder-wien de maatschappij het voordeel der uitvinding niet zou genietenen de eerste plaats er de' vruchten van trekt - Bij alle omwentelingen en schokken, die de staatkundige toestand van Europa onderging, werd dat regt van den uitvinder dan ook ge ëerbiedigd. Zelfs door de revolutie van 1789. Ook werd bei; gehuldigd door de constitutie van Noord-Amerika, die: zoo dikwyls als een mo del van liberaliteit wordt aangehaald. Yoor zoo ver ons bekend is, wordt bet pptróoj-stel- sel alleen nog in Zwitserland en Turkije niet gehuldigd. Wel verhieven zich nu en dan ook in andere landen stemmen-tegen de octrooyen, maar niet ééne Regering waagde bet nog de afschaffing door te drijven. Aan Nedetiand zal, in dit opzigt, eerlang de eer moeten wor den toegekend, zich bet eerst op de hoogte der ontwikkeling van Turkye geplaatst ie hebben. Maar, zal men weïligt vragen, er «zullen dan toch ook gegronde redenen zijn waarom men tot zoodanigen stap besloot Ja, er werden althans redenen voor aangevoerd of ze echter gegrond waren zullen wij aan het oordeel onzer lezers overlaten. De meest algemeen gedeelde gri efjiegën den tegenwoordigen toestand was voorzeker, dat de wet, die thans het regt van octrooi regelt, niet goed is, ja voegden sommigen er bij er kon geene goede octrooi-wet zijn. De bewering, dat nu de tegenwoordige wet niet voldoende is, bet octrooi-stelsel maar ge heel moet worden opgeruimd, is, al werd ze ook geopperd door het recalcitrante kamerlid de Bruijn Kopsby na niet der moeite waard te bestrijden. Of moet, nu onze strafwet wat vrij algemeen erkend wordt veel te wenscben overlaat, ^die wet geheel worden afgeschaft, zonderer eene andere voor in de plaats te stel len? Of had mr. v. Bossetoen hy onlangs eenige door Graaf Schimmelpenninck voorgestelde ver beteringen in de wet op de successie verder digde, liever moeten voorstellen, die wet op de successie, omdat zy bare leemten bleek te heb ben, maar geheel op te beffen En dat eene goede octrooi-wet ondenkbaar zou zijn, mr. Heemskerk Az. wedersprak dit op de zegevierendste wijze, door de toezegging, dat, kwam de afschaffing nu niet tot stand, hy zelf in September een ontwerp zou indienen, met het doel om de leemten in de tegenwoor dige wet aan te vullen. Maar, zeide men, dat verleenen van oótrooyen geeft aanleiding tot vele processen. Mr. Heems kerk Az. echter, dio reeds vroeger een-uitmun tend betoog over bet octrooi-stelsel 'schrééf, toonde nu 'aan, dat in de 50 jaren, dat de tegenwoordige öctrooi-wet-van kracht: is, er niét meer dan twee processen uit waren voortge komen, en vruchteloos sommeerde hy mr. de Bruyn Kops om er een enkel meer op te noemen. Er werd echter nog een bezwaar tegen bet octrooi-stelsel geopperd. De eigenlijke uitvinder, zeide men, geniet gewoonlijk zelf niet de vruchten zijner uitvinding, maar zeer dikwijls een ander, die er zich van meestoï maakt. Wanneer 3e/ ondervinding hoewel het ons niet bekend is --;- dit. heeft ïeeren zien, dan zouden zoodanige uitvinders het zich zelf te wyteu hébben,/ dppr hunne nalatigheid.om zelf octrooi te yrageA; Had den zy voor hun regt gewaakt, het ware bun niet ontnomen. De mogelijkheid bestaat, ging mén voort, dat twee personen tegelijk dezelfde uitvinding doen, en wanneer nu een van hen/bctrooi hééft aan gevraagd, .dan beeft de andere niet&r jugr zyne uit vi nding. DergeHjir^eval behoort zeker onder de mogelijkheden.xüiaar even zeker tot de uit zonderingen. ,-DaarYOor kon dé wet,de noödige maatregelen nemen, b. v. döör~"te bepalen, dat wanneer dit werkelyk blykt, beiden hetzelfde regt zullen hebben. Toen door de voorstanders van het behoud der octrooijen er op gewezen werd, dat, wanneer bij afschaffing der octrooijen een ieder voortaan het regt zou hebben, zich door toepassing van de uitvinding van een ander zyn voordeel té doen, men zich daardoor straffelooskön ver rijken ten koste van een ander, antwoordde mr. v. Routen erkennende dat de weder legging door mr. de Bruin Kops van de ar gumenten van mr. Heemskerk Az. tamelyk op pervlakkig was, of, zooals hy zich uitdrukte »nog eenige aanvulling behoefde" dat de namaker van eenig nieuw uitgevonden werktuig, in plaats van zich ten koste van een andpr te verrijken, integendeel zoodanige werktuigen goedkooper zón leveren. Hy voegde er .zelfs bij dat door octrooi juist daar beloond werd, waar geen arbeid is. Dat de gebruiker zoodanige nieuw uitgevon den werktuigen, by concurrentie van hamakers met den uitvinder, goedkooper zullen kunnen verkrygen, lijdt geen twijfel. Maar kan men dan ontkennen, dat die namakers zich verrij ken ten koste van den uitvinder Onhoeih^n zij dezen niet de voordeelen zyner uitvinding Heeft het dien uitvinder dan geen arbeid g^io^t, om tot die uitvinding te geraken Klaarblykelyk gevoelde mr. v. Routen do zwakheid van zijn argument. Hy voegde er dan ook by: al trekt de uitvinder d$n "ook .zelf geen voordeel van zyno uitvinding, mag

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1869 | | pagina 1