No. 26/sv. Yierde Nieuwsblad voor Tholén, Zuid- en Noord-Beveland. Deze Cocrtat ïewekijut, uitgezonderd op Christelijke feestdagen -- -Maandag» en Donderdags nrónds. fet^s. IcwKfwl lvr-.fr. P> posfc/l,S0. Afzonderlijke hommers 5'dl Pry's der Adrertentien 10et. per regel, groote^Jtters eu rignet$isi»_£ OBsr plastttruimte. 6eboorte-i huwelijks- doodberigten 'nai-\ regda '50' Al^e Stni^ep. de^fkiactie betreffende,' gelieve der Advertentie* tot des -H008EH0AAL Y. Goes 6,5 9,89 1.40 .5,95 Y.Roosend. 8,45 11,45 4,40.8,80 Y Biezelinge 6,14 9,89 1,49.6,5 Wouw 8,55 11,55;4,$0 Kruinine. $27 9,52 2,2. 6.18 Bèrgen-oj^lo.lÖ l2,tL-5,f"M* KnBbeiÜ. M8 10,3 8^8 6,81 WoensdrecEt 9,20 12,22;*;MW; i RilKnd 6,45 10,10 220 6,85 Bffland 9,8t! 12,80'E,68 $28 Woensdr. 7,— 10,26 2,85 6,54 Krabbendnke 9,42 12^15,40 9,5D Berg.-op-Z, 7,15 10,42 2,50 7.10 -Krum^gró Wonw 7,25 10,64 8,— 7,19 Biezelinge* 10,8 1JL0 «,5. 9*56, BooeendJu 7,85 11,5 8,10 7,80 Goes A. 10,20 Ï,8a\$lfcï0jk •V --'•■.rMVv?''' *t3 ■iTanoo toe Ce zenden mp den ^ttgeT^r.Ay^ li: 3- ure. yt u. s u d m a k i n e liet Gemeente-bestuur. ifaDDELBAAE ONDERWIJS. Büegemeestee en Wethoüdebs van GOES, maken bekend, dat de CotnmiBsie van toezigt op de Scholen voor Middelbaar Oaderwys in deze gemeente op WOENS DAG DEN 14 JULIJ1869, dea middags ten 12 ure, in haar lokaal by .de school eene zitting zal houden tot het insbhrijYen 'van jongelieden, die voor het leer jaar 1869—1870 als leerlingen op de Hoogere Bwfêérachoal ot Burger-avondschool wonschen te Worden toegelaten, waarby van de leerlingen, die buiten'de 'gemeente geboren en gevaccineerd zgn, de overlegging eéfler geboorte-akte en bevrys van onder gane inëntmg of natuurlyke kinderziekte zal worden gevorderd; - dat "voor al de ingeschrevenen een examen van toela- ','zal worden gehouden op Woensdag den 28 July 1869, des - voormiddags ten 9 ure, mede in het Ichoolgebouw, en datae tessenop de heide inrigtingen zullen aanvangen ^op Maandag aeh 13' September 1,869. Goeö, den 19 juny i869. r en Wethouders voornoemd, M.'P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. DE AGRABECHE WET. I. Hebben wij vroeger getracht den lezers onzer courant, omtrent de Koloniale kwestie onze denk beelden mede te deelen, wij, zullen thans eene poging wagen de onlangs ingediende wetsvoor stellen van dén Minister van Koloniën,wel eens agrarische wét genoemd in hou doel en strekking te verklaren.' De vraag wien eigenlijk de grond op Java toekomt, heeft aanléiding tot veel strijd gegeven. Bij artikel 62 van het Indisch Regerings-Re- glement was aan den Gouverneur-Generaal de magt gegeven, gronden niet bij de inlanders in gebruik, in huur uit te geven. Dit artikel liet de kwestie van den eigendom onaangeroerd, want niemand ontzegde aan den souverein het regt als wettig beheerder, woeste gronden tijdelijk in gebruik te geven. Hierdoor werd den particulieren gelegenheid aangeboden om gronden te ontginnen en daarop producten voor de Europesche markt te teelen. Tot nog toe leverde die industrie, niet zulke groote uitkomsten op als men oppervlakkig, en vooral zij die met Java onbekend zijn, daarvan zouden verwachtenen spoedig werd deeisch gehoord: gronden in huur te geven is -niet vol doende, men moet gronden in Erfpacht of nog liever in eigendom afstaan. Immers dan, zoo beweert men zal de eigenaar, het tot ontgin ning benoodigde kapitaal op hypotheek kunnen verkrijgen en tevens den grond minder uitputten. Onzes inziens zal dat alles niet veel baten, maar zal steeds het groote bezwaar voor alle particuliere ondernemingen op Java blijven be staan, namelijk gebrek aan werkkrachten, aan arbeiders. Alvorens wij echter dit punt nader beschou wen, -moet eerst de vraag beantwoord worden: heeft het gouvernement het regt den grond op Java, hetzg ïnerfpacht, hetzjj in eigendom aan niet-irdanders aftestaan?"Wjj aarzelen- niet-dat regt te ontkennen, en zie hier daarvoor de bewyzen Wij hebben Java niet veroverd doch, althans voor verreweg het grootste gedeelte, is het ons door de vroegere souvereinen afgestaan, en dat deze niet meer konden geven dan zy bezaten, zal wel door niemand betwijfeld worden. Ge lukkig voor den armen Javaan, dien men zeer liberaalvan zijn eigen grond wil berooven, bestaan er nog twee rjjken, door Inlandsche vorsten bestuurd, en nu heeft men eenvoudig te vragen, hoe. het d&ar in hun gebied met "het begrip van den ^Tondeigendom gesteld is, omdat in geheel Indië daaromtrent' dezelfde begrippen beerschen. Meermalen is door, bet Nederlandsch gouver nement en ook door particulieren bij den Kei zer van Solo en den Sultan van Djokdjokarta drin gend aanzoek gedaan om gronden van hun in eigendom te verkrijgen, doch hoe verleidelijk die verzoeken-pok waren ingekleed en hoeveel geld, waaraan één Javaanscb vorst steeds gebrek heeft, hun ook geboden werd, bet antwoord luidde altijd en immer: »het is buiten onze magt den grond af te staan, want zij behoort God en wjj mogen er alleen over beschikken ten behoeve der bevolking, zoo lang die hare verpligtingen jegens ons nakomt, heeft zjj daarop het gebruik- regt,gij kant huren, maar verder gaat onze magt niet." Toen onlangs de Nederlandsch In dische spoorweg-maatschappij grond noodig had voor het ahnleggen van den spoorweg, kon zij de gronden van de Inlandsche vorsten alleen krij gen, omdat het een werk van algemeen nut gold en onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat als te eeniger tijd de spoorweg verviel, de gronden aan de vorsten zouden worden teruggegeven. Dit denkbeeld .p ver den grondeigendom bestaat in alle OosterscKe landen', waar het Mahome- danisme heersebfc en is dan ook waarschijnlijk uit den Koran afgeleid. Dat vroeger door den Gouverneur-Generaal Daendels en door de Engelschen toen zij Java voor ons bewaarden op dat regt inbreuk is ge maakt, bewijst natuurlijk niets, want al wordt er honderd, en duizend maal onregt gepleegd, nimmer kan het daardoor regt worden. Het Nederlandsch gouvernement heeft dnsgeen regt, gronden op Java te vervreemden, doch al had het zulks dan npg zouden wjj er ons om reden van billijkheid en staatkunde ten sterkste tegen moeten verzotten. Van billijkheid fttadafc de bevolking van 'Java zich zeer sterk uitbreidt,, zoodat zjj in.de laatste 30 jaren meerdanver- dnbbeld is, waaruit nafcunrljjk volgt, daterhoe langer boe meer behoefte aan gronderi ontstaat, om door den inlander met voedingsmiddelen bebouwd te worden. Reeds nu zjjn er streken en vooral die, waar vroeger gronden wedèrreg- teljjk worden verkocht (o. a. Buitenzorg en Kle wang) waar de bevolking zoodanig is ingesloten, dat er gebrek aan velden is, geschikt voor den rjjstbouw. De kinderen kunnen niet meer in de nabyheid hunner ouders big ven wonen, maar moeten óf op de particuliere landen een stukje gronds zien te verkrijgen, waarvoor zy dan tevens bij den eigenaar moeten koTp^ arbeuLen, 6f naar andere streken verhuizen. Dit geeft na tuurlek reden tot groote ontevredenheid onder de inlandsche bevolking enzalï ten minste kan aanleiding tot onlnsten en oproer gej^'Wj^r^ vanRëgevoigêh vbor onsgezag lioogst gev^ïgïr kunnen worden. Ditzelfde verschijnsel deed zich in Algiers Voor en uit dezelfde oorzaak. Oók daar worden de Arabieren als ingesloten, door particuliere ondernemers, die gronden van het Fransche gouvernement hadden gekregen, waar door gebrek en hongersnood ontstond en dien ten gevolge ernstige opstanden.. Men - ia daar nu te iade geworden de gronden met -groote onkosten weder te onteigenen en aan de In landsche bevolking terug te geren. Dat deze vrees wat Java betreft niet ij dél is, zal men gemakkelijk inzien, wanneer men bedenkt dat Java 2400 geografische mylen groot is en 15 000 000 inwoners telt, terwijl Nederland op 600 o mijlen nog geen'3 600 000 zielen heeft, zoodat bjj de snellere toeneming, der bevolking van het eerste, dat eiland binnen weinige jaren even bevolkt zal zyn als ons vaderland. Verbiedt ons dus de billijkheid den Javaan zgn grond als onder de voeten tp ontrooven, door ze eerst in erfpacht en later in eigendom {zooals- de Minister wil) aan particulieren óf té staan, 'het is nog onstaatkundig bovendien. Dit hopen wij in het volgend nommer nit een te zetten. BINNENLAND. Goes 1 Julij 1869. De Tweede Kamer heeft sedert de uitgifte van ons vorig nommer een tal van wetten aangenomen, doch daaronder bekleedt die tot onteigening van gronden voor den spoorweg tusschen Rotterdam en Dordrechi_flene voorname plaats. Na verwer ping van een amendement van den heer Fransen, van de Putte,-dat, ondanks de groote kosten, die bereids ter uitvoering der wet van 1861 beneden Dordrecht voor de overbrugging der rivier gemaakt ejjn, de rigting door den Alblasserwaard beoogde en yan eep amendement Viruly-BIpm, dat den' spQPr-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1869 | | pagina 1