N 1 E li
No. 22.
Vierde Jaargang.
Spwrtttg -
Gtp-EooseaM.
•De yrjja .der. Adyertentieni®:ywf,l.r-r'|> pegel» BQ WHav
regel meer 10 cent, behalve 35 'cent zêgelrpgt. voor iedere plAat-
eipg. Groötó letters ón' .Vigiefctén woraen Dflar-^e plaaferniKfe'
berekend, terwijl de-abqnnenten hot regt hebben* om elk^kwart^l
eenê adverfeiitie van 6 regels té pbuffpqn, regen ^betaling'yain het
zegelregt; Elke regel daarbbvéa wotdt tegeft^lO ct. berekend.'
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Poatcfirec-,
lenrcn en blj détf Uitgever te-Goea. -
HET JUBETERIE VAB BOSSE-FOCK OP KOLOM-
AAI GEBIED.
wg in ons vórig nommer aangetoond,
boe <ïe fruantiëfe toestand van Nederland onder
bet tegenwoordig ministerie meer en meer is
achteruitgegaan, zonder dat bet ééne enkele
maatregel beeft genomen, waardoor die toe
stand verbeteren zal, en-hebben wij ons daartoe
alléén op algemeen bekende handelingen van
dat ministerie behoeven te beroepen, ook thans
willen wg ons bepalen tot de berinnering aan
feitennu wg» de bonding van bet ministerie
van Bosse-Fock pp koloniaal gebied willen
nagaan. Niet alleen *on tgd en ruimte ons
ontbreken, om thans in bet breede uittewei-
den over de Koloniale vraagstukken, maar bo
vendien is de herinnering aan de houding van
dit ministerie, ten opzigte der rüeest ingrijpende
aangelegenheden op Koloniaal gebied, meer dan
voldoende, om aaSHe toonen, wat Nederland ook
Op dat gebied van bet tegenwoordig ministerie
te wachten, of naar onze overtuiging te vreezen
beeft.
De hoofdzaak toch, waar alles op neêr komt,
bepaalt zich vooral tot de vraag: Is het al of
niet wenschelgk dat de tegenwoordige instel
lingen, waaróp ons Koloniaal beheer gegrond
vest 'is, en dat de band, die Nederland en Indië
tegenwoordig verbindt, in beginsel behouden
worde
En op dezÉj vraag aarzelen wg niet uit volle
overtuiging te, antwoorden, dat de ondervinding
geleerd heeft, dat het behoud dier tegenwoordige
instellingen en van dien band tusschen Moe
derland en Koloniën wenschelijk, ja onmisbaar
■is, zoo in het belang van Nederland en Indië,
als van den particulieren handel en de scheepvaart.
En ten bewgze van déze onze stelling zullen
wg alleen wijzen pp de gevolgen die de vef-
scliillende regelingen', gehad hebben en onver
mijdelijk zullen hebben,'daar een ieder ons zal.
toestemmen dat het juist aan de vruchten is,
dat men het best den'boom leert kennen.
Bet behoud. der tegenwoordige instellingen,
waarop pus ;kolpniaal beheergegrondvest is,
is wensehélglq r ja onmisbaar in het waarachtig
belang der Goöfclhdische bevolking. Want hun
belang behoort in dé eerste plaats betracht te
Worden. Wie, die zich niét door sohoonklin-
Jjepde, c|ach holle theoriën en
laat medeslepen, kdri dit óütkeïuieri, wanneer hg
bedenkt, hoe'het óhlangë nóg1 gebleken is, dat
de Javanen, die vóór de iifvoériiig 'van het cul
tuurstelsel, d. i. onder (ïën door Sir Rafies inge-,
voerden vrijen arbeid,"' richiVaak xut gebrék
mek boomwortelen moesten voeden, dóór die in
voering op èene ongekende wjjze in aantal en
welvaart toenamen. -
Ofschoon wij nog kort geleden ons op dit
feit beriepen, herinneren wij er nn weder aan,
omdat dit feit door den tegenstanders van het
cultuurstelsel met groote Onbeschaamdheid steeds
ongemerkt wordt voorbg gegaan, zpodat 4e
algemeen© aandacht er niet" te- dikwgte~ep-kan
gevestigd worden. Moegelijk toch kan men een
onomstootelgkei" bewijs vinden voor de hoogst
heilzame werking van hét cultuurstelsel. Ging
men nu dat cultuurstelsel opheffen, zou dat niet
gelijk staan met Willens en wetens weer al den
rampspoed over de Javanen te brengen, die
dat stelsel vröéger reeds over hen beeft uitge
stort?. En dat die door .ons gevreesde toe
komst bij het onverhoopt in toepassing brengen
dér beginselen van het tegenwoordig ministerie
geene overdreven voorstelling zou zijn, blijkt nu
reeds. Naar ona toch ih particuliere berigten
uit zeer vertrouwbare bron verzekerd is, ia het
oproer te Bekassie, dat een maand gèledén,
Nederland mét schrik vervulde, alleen veropr-
zaakt door de knevelarijen van een Chinees,
particulier grondbezitter.
Welnu, de zoogenaamde Agrarische wet"
onlangs door den heer de Waal ingediend, heeft
juist de strekking oin dat particulier grondbezit"
bevorderen. Zoo spoedig mogeljjk bopen wg
ons oordeel^ver die Agrarische wet" uit een
te zetten. Yoor het ogenblik bepalen wg ons
tot de vraag Wanneer bij het stelsel dat bg
die Agrarische wet" op ruime schaal'zou wor
den toegepast nu "reeds, nu het nog sléchts op
kleine schaal bestaat, mogelgk is, dat de inlan
ders te Bekagsie, d. i. als 't ware onder het oog
van den Gouverneur-Generaal, zóó gekneveld
kunnen worden, als nu blijkt dat geschied is,
wat heeft men dan Van dat stelsel, toegepast
op ruimer schaól, dn'het binnenland, d. i. meer
buiten direct toezigt der autoriteiten voor den
inlander, te .wachten
En bg al het gewigt der sohoolquestie, die
ook wg reeds getoond hebben in al zjjne be
langrijkheid te. beseffen, vérgéfë" mén. niet da^
ook de kólóni^e qöe^e;" ebne ievePSSakk Voor
Nederland is. r
Ook over de gelden, die Indip tot riqg top
bijbragt tot hét dékben der uitgaven in Neder
land, heeft zijne bevolking geen billgken
grónd, zich té beklagen.
Vroeger toch was het Nederland dat bgdróeg
om aan dé behoeften in ïndië te Voldóèü.ïn
plaats dat het Moederland toen voordeel trók',
moest het jaar op jaar bijpassen e'vea als het
nu nog doet voor onze West-IndischeKoloidënl
Welkè ónbillgkheid is er im ih,' dat ïtedéjrJAp^.
dat vroeger, toen Ooat-Indië :iïr'
hiélp, thans, nu ïndië - door deinvoérin^Vah
het cnltuurstelsél milliöenén én toi&óedeii
opbrengt, óók zgn deel fa^gt van''dié. w^Vhkft?
Waaróm zou Nederland, dat in rótnpspoedigö
tijden in de lasten van Indië droég, thans in
gunstige tijden niet' in de baten mógen deéieh
Het is waar, de ivrjjè arbeid" zóu, bg het
doen ophouden der. baten voor het Moederland* -
zeker veel vobrdeèliger zgff voor de Earopésche
industriëlen en de fortuinzoekers in Oost-Indië;
en van hen isjan pok het; geschreeuw tegen
het cultuurstelsel oorspronkelijk uitgegaan, inaar
mag voor deze betrekkélgk'weinige ^articulierén f
de Javanpn en ÏTëderland worden opgeófferd
Is dat egoistiie niet5 wat öl te Ver gedreven
Het behoud der tegehwoofdige instellingen is
wenschelijk, ja onmisbaar voor Nederland. Ieder
een'toch weet, dat Nederland, zonder de gel
delijke bijdrage uit Oost-lndië jaar op jaar
"leeningen zou moeten sluiten of jaar óp jaar
hóogeré belastingen zon moeten Opbrengen.
Ieder weet'hetNederland is afhankelijk van
het batig slot uit Oost-lndië, vooral, onder
het ministerie van Bosse-Fock. Want wij
Hebhen het reeds vroeger aangetoond
Schimmelpenninck een batig slot vdn 'ftSfc
lioen noodig om in de uitgaven té vóórzien,
mr. van Bossé vroeg 15J millioeri, hoewel hij
vroeger niet geaarzeld had te verklaren, dat
hij uit beginsel tegen, de begroeting Vatf Graaf'
Schimmelpenninck zou stemmen, omdat dèze'
eène zoo groote bgdrage 'hit Indië noodig had."
Hg zelf hééft echter ;nog meer noodig.
Het behoud def tegenwoordige instellingen
eindelijk is- wenschelgk, ja ohmiabaar, -vó
partioulieren handel en de scbeepv^rt in Nëdóts
'i