k 1869. klA* iïM.sa r.JcOsr;' -> l- u.^Ti' -j";ri mis <y£^bb^,0,!Sy% J*.** $?Z. W^s^r,^ lQ^JSfi4 §,^,iV «sta-w«>kitf w kbowm. «je«i%a -&é «w ï)e tJrtgivc clézer Gobixfrtf, 3ié dei Woensdagsavonds VHafeflere. week he£lidfct'ziej,<.gescliiddt Ye Goes, by -A. &I)È JOïïl&EiSJz. ana wien fl»en;alle stukjoefi,\da redactie iiep»^ende,{/rp«co geliete toe te zenden. ï)e Afwnnementpnjs.is per.3/tii _voor Goej,/l,00,- en franco p. post ƒ1,15. Afzonderlijke ifnm triers 10 ceüt. - DeJpry»'d'^r Acfrferténtien js'v&n'i ^en7r15£*~' regel meer i0 èe»t,i'bèlïalTe"85 ■eefat.xegérre^t1 'roii1 'Jédé&i 'pliif- tin?. Groate.; letter* co- jrignetten ^w4^:BB«yfl«v/plBiitsniiiBte gerekend, >erwjjl do pbcranenten het he^en^nvelk k^fxunl eenè advertentie van 6 regels k plaatsen, tiénen "Beuling Vvaa 'het' zegelregt.-Zifke' regel daarboren fró&t' iéf&hhG d''bereketid.'--• iBE PBÖEF OP DE SOI. -- - V, M-en zal" zibh'hétinké.réh hóe ofagéveéi"-'drlé maanden geiteden, dooi 'hét Dagblad van ^sGrd- venhage t een brief werd bekend gemaakt, og 8 Febtriarij 1§06: geschreven doör den tvél beken den, heer Kéucheni'us.$Ieri weet, hoé dje brief iieiqntwoord wa? opj 4® Vjaaèv welke zijne bégiöSéléU waren ép/keloniaal gebied, daar men van dit antwoord -wildelaten afhangen, of de 'tttWeiitütionele 'róonarohale partij deri 'heer K. al 'jlctii niet eandidaat zóu stéllen bij dé toén aanstaande verkiezingen voor de Tweede "Kamér. Wjj .hébbeg éeriige der meest karakteristieke fragmenten -pit dien brief overgeqomenj waar uit bleek dat de beginselen van' den heer K., in diep brief als <le zijne, .erkend, juist de tegenover gestelde warén van die welke hij weinige maan den latei1 als de zijne in de Kamer verkondigde, ön die, hij .thans ook voorstaat in het^Nieuw Ba- taviaanseh Handelsblad. Verschillende der-radicale bladen namen dien brief niet in' h'nnne kolommen op. maar hieven eerst juichtoonen aan, toen mr. Groen v. Prins- terer dehop.elooze taak aanvaard had zijn vriend Keuchenius in..de oogen der weidenkenden te verdedigen. jNiat alleen verwierf mr. Groen zich hierdoor de vereerende sympathie der radicale pers, maar het was die pers een waar genot de constitutionele monarchale bladen, die natuurlijk eene houding als van^ dhr. K. onverdedigbaar -achtten, toe te roepen Welnu.wat zegt gij nu van dien brief, na mr. Groen, wien gij hoogacht, zelf dat schrijven verdedigt? Wij voor ons hebben toen in herinnering ge.bragt, het korte maar. juiste oordeel van het UtrechHche Dagblad oyer die verdediging van mr. Groen dat daaruit bleek wat vriendschap vermogi, doch dat het betwijfelde of die verdediging wel één onpartijdige zou overtuigen. Wij voeg den er alleen bij, dat het natuurlijk was, dat de verdediging door mr. Groen óp hare beurt verdedigd werd door de Goessche Courant en dergelijke, In hoever het voor mr. Groen stre- riend moet zijn zich de sympathie te verwerven juist der per3 van die "kleur, zullen wij nu daar "latèn. Met den mail is echter het antwoord van 'den heer Keuchenius zelfop het- bekend ma ken van dien brief, ontvangen.- Plaatsgebrek verhinderde ons tot nog toe, den aandacht hierop te yestrgeü, hoéWél ieder zal "beseffen van welk' b.elahgjbefc aritvtoQrdis, als bij daarin ,q; iw zegtt,-.n..Hj ii-W-w xBij1 het - lézen - van ons oordeel op' '8 Febrdarij 1866 over den nrinistei Fronsen vrin'de-Phttri óifgésproken (mén zaï zich herinneren dat dkt oordeel niet yleijend was voor déff. minister) zyn wy zelve vërb'ijasd .geweest v 0é|. schijnt „dat wij, tij het schrijven daarvan gedeeld.•hpbbe$.,JV<te: ter. van'de 0 staan,*toen het vóór hét 'éérst iri' Nederland Ja onx'eneèn roüdxóadcQ vrij zeggeri, {det-wiriridei* 5et waar 1^, wat dhr. n«r «'gt, dat dhr. td-,Pptte Joen de algqmeene verontwaardiging van 4.LLC partijen heeft gaande gemaakt, daar dan toch wel «enigen grofad' voortai,, bestaan' hebhen.' maar hoe dit rypiea «etjde;zo^to jwyorfljps die. fk ;heer K. nn voor den heer vd. Putte over heeft.Zonderlinge aoort Van consequentie! :V *1 -b^end werd, dat der kapiteim döor'denfstuurman was over boord geworpen en,., allerlei geruchten omtrent de oorzaken'der verwijderingtusscben de ministers Thorbécke en 'Fransëh van de Putte iri omloo.p' waVèn: J Wij dragen' liever hét verwijt van voorbarig of inconséquent; te zijn geweest' In' ons oordeel, dan dat wg de qriregtvaardigheid zouden'plegen van niet te erkenrièn, dat onze përsóonlgke kennis making met den heer Frahsen van de, .Putte onze hfischonwing omtrent hem zeer. gewijzigd hééft;'dat wij ;'grootè talentén in dieri' tegen- woordigen afgevaardigde hèbbén leéren Óiufér- scheiden én dat de foii'têhof'niis^e^eii wélke hem'als. minister zouden krihrien worden -tén_ laste gélegd, riiinmèr mogen dóen' vergèfen, dat de heer Fransen van de. Putte Java. Hét, gehad éh zijne welvaart en ontwikkeling meer dan vele zijner voorgangers en- 'opvolgers aan het Departement .van Koloniën? begeerd Keeft.» Dat klinkt anders dan toen dezelfde heer Ken- chenius, die nu zulke groote talenten en. liefde voor Java in den heer Fransen van -de Pntte ontdekt heeft, hem in Febrnarij 1866 beschreef; >als een man die niets gedaan heeft dan ter zee gevaren en suiker te bereiden", die door hét uitspreken, van eenige libeiale redevoerin gen, zonder- anderen waarborg van politiek door? zigt en beleid'' het vertrouwen der onbedre- vene ligtgeloorige mannen in .eene gedemorali seerde Kamer^dhr. Kénchenius sprak toen, zooals wij yreeds vroeger opmerkten, van de Ka mer. die laterzgne "beruchte motie aannam, dus voor dat zg onder het Kabinet van Zuylen- Heemskerk ontbonden .werd), won; die in zgn ontwerp-eul tuur wet eene nieuwe vinding had gedaan van het zoo ménschliëvetedé en wel- ttl cu J iny HV jju 'r <i:i »dadigeliberalisme; maftt,; inelk .^evaleene-i >domheid of eene :(mbeschBanfail3ierd" l v.-.u r vno ""Wg lateif dé waarheid^ vahdie-2 'beidé1 öör^' deelvellingen van dhr. Keuchenius, zöbVel'-diri .van, X8.66^ alsf: <h(e vanT^ej) iijb^t ipiddenj m^ar Wfl Tiagea, w.elS geydgt betoordeel -van üemand die üulke te'^aiétrgdigê- oordeelvellingen^ over-een ^n1 deHZélfderipersbon' durft'uiten Wat'-lèerii nièri -Mèir éèhtér itit?'". lo. paf je' heet Keucheriids' zóó hij :zelf' erkenteen roo"1"""'*"""—lyj gelang.pter, oiMtandigKgdpn.,.gevjrgzïgd);, opr^^- heeft uitgesproken,, pn danmet midere^oorden: uit de hoogte' -heeft:.gesproken,)zonder!np! de lLooy~ té ie zgn.' '::l r-m *,i t.' K-- ,v 2o, Dat de kennismaking mei113éh' jiefyóoti yan; dhr. Fran^n ,yan 4.e Potte, Jie^oorbel van' dhr. -;K.. over. diens..béginsplenbeeft ggwg-i zigd.Want ppk, vooral, dp beginzelen dopr dhjr. - van de Putte, voorgestaan, -werdén. door,4hr. K. in dien brief, sc^rp. gelaat. ,Qï zoo men dit niettoestemt ^pu mèn daardoor; na^uurlgk moe? ten beweren dat di# brief aljeenjiersegnlijke jia- i^lgkheden.beyattft!.; Wóriip, heeft dhr. Kencbenins nu hierdoor zelf niet erkend den ,zelfden. gedragslijn te .hebbgn gevolgd, .diep wg reeds .herhaaldelgk .aantoonden als hethoofdkenmerk, der .xadicalfinYan daar dap ook .waarschijnlijk die groo.te sympathie tus- achen beijden. Zalmr. Gnoen nu nog in zgne hopelooze taak volharden ,om <le handelingem. van zgn vriend Keuchenius, in de oogen der weidenkenden, te verdedigen? - - Of 2al welligt dhr. Keuchenius, later na per soonlijke kenni§making: 5 ipet de ledep der eon- stïtutïoneei-monarchale partg,. die 'Hg rin" ver guist, .weder van oordeel vèranderén Niet onmo gelijk; in hem toch vinden wg bewaarheid niets is veranderigker'dan een meiisch. Wg gunnen den radicalen dien bondgenoot! - - Binnenland. Goes deri 6 Mei 1866.' Even als in het buitenland, ishpt in de ppjjjjek van het binnenland uiterst stil.,De"Tweede'iCanier heeft na eene vermoeijende en weinig vrürilt'eü'af-. werpende discussie over hét wetsontwerp 'nopens de Tnrkscbe.paspoorten.en zeebriev.en,' .zich ierug-. getrokken iri de afdedÜngen tot onderzoek vq&veej - -,v.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1869 | | pagina 1