nweÖÉpmid Öegelgk, zoo onverbeterlijk
Op-de Hoogore Burgerscholen, zeggen wg,
waat wel verre van in eepe beoordeeling te
treden van de E B. fce Goes zelf, willen wij
om zélfs den schgn van. beoordeeling van per
sonen van onB af te werpen, kortelijka onze
zienswijze over dé tegenwoordige régeling van
hetmiddelbaar onderwjjs in hei aJgemeen uit-
eenzettep;
Is- nu die regeling in het algemeen zóó uit
stekend, zóó bjj .uitnemendheid degelijk, dat
(^Arvoóir, al^ ware, geene kosten te groot zijn
STiemand die dat met voldoende gronden kan
beweren. Zelfs niet de voorstanders. Het hier
boven. aangehaalde gezegde van dhr. Steyn Païjé
ctojBfctérbeoordeeling dezer vraag niets af. Mö^e
dhr. S. P. hierdoor te kennen hebben willen
geveq, dat de Hoogere Burgerschool te Goes,
zgns inzieoa en-~dat willen wij gaarne aan
nemen voor dergelijke inrigtingen elders niet
behoeft onder te doén^er bljjkt hoegenaamd
inet "uit dat hij het middelbaar onderwijs op
rich zelf zoo bijzonder gunstig beoordeelde.
integendeel. En om ditte staven beroepen
wfj ons. op dhr. Steyn Parvé zelf, die nog in
den loöp van' 1868 in het tgdkihrift de Econo
mist te kennen gafdat hoewel dé aanvankelijke
indruk bg hem gunstig was, de wet op het
middelbaar onderwgs nog te 'kort in werking
wu,_ om met genoegzame ondervinding over hare
werking te kannen oordeelen.
Hieruit blgkt dus, dat de groote ophef, die
ide voorstanders van de tegenwoordige reeling.
Van hefc vnnddel.baar ondurwgs^nékra, nog hoe
genaamd niet door de ondervinding gestaafd
wordt en- minstens voorbarig -is. En waar wg
dit. oordeel uitspreken; zaV voorzeker niemand
ons van pirtgdige.beöordeeKng kannen beschul
digen, nu dïis beroepen op de woorden van
den Inspecteur van het middelbaar onderwgs
zelf, die aif denaard der zaak, als'een groot
voorstander er van beschouwd, moet worden.
1 Moeten nu. de,-mok bedaarden ernst nadenkende,
voorstanders van heiNbeginsel der tegenwoor
dige regeling van het middelbaar onderwgs, zelf
erkennen, dat do óndervinding het pleit op vérre
na nog niet in hun voordeel heeft beslist, dat de
practische degelijkheid van dat onderwgs nog
.mét gebleken is, men vergete ook niet, dat
velen uit beginsel bepaald tegen die regeling
4ln*
"Velen toch zijn bevreesd en daar stemmen
wij mede in dat door den gróoten omvang
van' het middelbaar onderwgs, dat door de vele
verschillende vakken die daar onderwezen wor
den, de leerlingen aan elk vak ih het bgzon-
.dèr, niet genoeg studie zullen kunnen wijden
dat de leerlingen van elk vak slechts een
oppervlakkig overzigt zullén verkrijgen en daar
door gevaar loopen ook oppers^kkigö, onbruik
bare leden der maatschappij -te worden, ook
len openbaart
geen deswegeu
in de Tweede
Het bovenst
aan te toonen
van het inidde
J3. B. alhier d
gen zoo hemel!
niet zoo gehe<
dat zg door v
ja als Ververij
Teir-éïbttJé,!
Heeft de~h
Zgt gg, ook' J
overtuigd dat
niet drokkénd
ners heeft".mé
Personeel, 40 j
gebouwde eige
te betalen aan
wg willen dia
bittere ironie j
Zgt gg er d
geene andere il
wege te blijven
door de te'-hoe
derwijs
Wg niet;
de sjfechte"best!
in een ingtóor
dèh héér Burg*
f 40jOÖ noodig
,voor kon word'
voor 1869.
Het bovenst
ven, toen ons
de gemeenterad
llVlndie ver£
Verhagen >opi
diiüjfe; door dl
boosaardigheid
zoodanige beti
hhre tegënstan
aardigs. Het j
bijna zeggen
Waarom wer>
zullen/genaderd*
zal terug komen, als
der belastingen.
Uithoofde ran het vergevorderd uur
verdaagd tot Diugsdag 1 December c. k
wordt dc vergadering
dat tot nog toe alleen voor veel oudere jonge
lingen, in .toepassing werd gebragt, ten eene
m^e ongeschikt is voor kinderen van '12 of
13 jaren, die, óp de H. B. komen.
Maar ér worden nég andere bezwaren aan
gevoerd tegende tegenwoordige regeling van
bet ihiddelbaar onderwgs. Er zijn nok vele man
nén van studie en ondervinding wier óór
deel, al zijn ze andere beginselen toegedaan,
voorzekerbenéden dat van dhr. V-
gesteld te wérden die, gewezen
dé materialistische rigting diezïc*
"niét -te zeggen, dé meeste Hoóg
r,en 01
len in het nom
verkiezing van
én van 5' Novem
>liooging der g
Wathébben
na de /filing i
heeren, beseffen
De cijfers tod
benwg eenvouc
andere -begroot
Zijn 'die cijfc
dus de schuld
diende begroot
Zoolang die
toonen welke d(
ten onjuist zgii
voor de evenfcue
niets beters tè'l
als >grooté wo<-
woord te latenj
te laten, of zg
van onze bescho'
'oorsta
-er
Zitting;d December 1868.
Tegenwoordig al de leden,
Dc notulen tier vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
Als ingekomen stukken worden door den voorzitter medege
deeld:
lo.->/Missivc van ;dcn heer G. van der Hoek, houdende berigt
t bij aljuo
aanneemt.
dat
s benoeming tot lid van het bqrgerlijk armbestuur
De door burg, eu weth. ingevolge art. 95 der ge
meentewet opgemaakte aanbevelingslijst, ter benoeming van
cenen secretaris tier gcmecute en waarop zijn geplaatst de
heeren Hermanns Gerardus Hartman Jz., gemeente-secretaris
tc Loehem eu Jan van der Tang, candidaat notaris te Voor-
schotcu, welke lijst met de solicitation ter inzage der leden
zullen worden gelegd.
Verder brengt de Voorzitter in behandeling dc gemccnte-
bcgrooting voor 18(59 eu vraagt of een der leden nog het
woord verlaunt yver de algcmccnc strekking,
Dhr. van Bentei yhem het woord gevraagd en verkregen heb
bende zegt';
Mijnheer de Voorzitter
Met gcnocgerf» heb ik kennis genomen van. het degelijk en
zaakrijk rapport der financiële commissie. Alhoewel het geen
redmiddel bevat, was bet toch verblijdend daaruit ccuig pal-'
liatief middel te vernemen.
Het betoog, met al de bespiegelingen cn cijfers van den heer
Verhagen brengt ons gegn stap verder, onr dc kwaal te gene
zen, waaraan wij luboureren.In tegenoverstelling met boven
genoemd lid' kan het welligt nuttig zim? dc schilderij ook eens
van de keerzijde te beschouwen.
Wij verkeeren in eenen kommerlijken linanciëlcn toestand.
Wij hebben veel schuld, daarentegen weinig zekere, maar veel
onzekere baten en staan voor .een BanfcuyiMjk tc kort, om den
dienst van 1869 te verzekeren, met het vooruitzigt, oin ander
maal tot cene directe of indirecte verhoogde, hoofdelyken omslag
tc moeten overgaau. En wat nog erger is, nieuwe lecnincenle
moeten sluiten, om alzoo van kwaad tol ereer te vervallen.
Ouder den indruk van dezen hagebèlijken toestand, acht ik
het pügtmatigu te wijzen op evenemoaten die ons treffen
kunuen, waarop""^ .ons bij tijds dienen voor te bereiden.
In de eerste plaits is de subsidie van f7000,slechts af
hankelijk van cene ministeriële beschikking, welke ons door
dit of een opvolgend ministerie, naar goedvinden ontnomen kan
worden.
2o. De uitkccring door het rijk van *j6 gedeelten* van de op
brengst der rijks belasting op het personeel, is even onzeker
i-n kan ons ontvallen als de minister van finanticn zulks in
's rijks algemeen belang noodig oordeelt.
3o. Wie verzekert ons dat het burger weeshuis voortdurend
zal kunnen voorzien in de armenverpleging en dat de uitga
ven daarvoor benoödigd, welke zedelijk op het gemeentebestuur
berusten, niet andermaal ter kwader ure voor rekening van
hetzelfde gemeentebestuur zullen terugkomen.
Behalve- op deze onzekere inkomsten vermeen ik u nog te
moeten wijzen op.andere bezwaren dié ons welvaren bedreigen.
Io. Er is reeds dikwijls sprake geweest van de uitvoering
der rcgjcrJijke organisatie. Gelukkig is dit tot nog toe niet
geschieddit nadeel kan ons evenwel onverwachts treffen.
Dc gevolgen kunt gij zelf berekenen, minder wèlvaart, min
der contruabelen.
2d. De haven en kanaal werken zijn nu een ware vretende
kanker voor ons finnnticweze» geworden. De haven is slecht
en het sas voortdurend in gevaar.
3o. Ingeval van eene epidemische ziekte, waar is het zie
kenhuis' En waaruit zullen de fondsen aangewezen" worden
om in de vcrplegingskosten te voorzien?
Welligt zal men zeggen, uit dcu post voor onvoorziene be
hoeften en rampen die post bedraagt slechts ƒ1511,-
En dan vraag ik u, of het niet tc veel gevergd is van het
dagclijksch bestuur om, onder zulke onstandigheden, met zulk
eeu gtriug bedrag den dienst te aanvaarden.
4o. Wat kunnen wij doen om den algcmeenen gezoudsheids-
loestand te verbetexen
Letterlijk niets, en toch is het dringend noodzakelijk, dat
wij een goed rioolstelsel -erlangen, dat'er een abbatoir daor-
gesteld worde en dat wij op middelen bedacht zijn om voort
durend goed drinkwater te hebben.
Bij zoovele gevaren en bezwaren die ons bedreigen en de.
iotale onmogel'jkhêid om in zoovele stoffelijke behoeften te voor
zien. vraag ik, of wij ons niet schuldig maken aan groote een
zijdigheid, als wij ue stoffelijke belangen, waar alles op steunt,
in zooverre Voorbijzien, dat wij alles aan de geestelijke ont
wikkel ing besteden.
Mijns inziens getuigt dit niet van genoegzame bedachtzaam
heid en wordt het hoog tijd, dat men van die eenzijdige rig-ing
terug korne eu me» ook in deze niet de publieke opeuie te
rade ga, opdat wij niet vervallen in overdrijving, die wif-Th
andertyi vcroordecleii.
Aide takken van het bestuur zijn aan onze zorg toevertrouwd.
Zoo als nu.geschiedt, mag het geheel niet opgeofferd worden,
aan het bijzondere, en daarom zeg ik uit volle overtuiging dat
liet lager-' en middelbaar lager onderwijs, bier niet voortdurend
bloeijc» kan met afnemende welvaart en'steeds toenemende
belasting.
Ik ben wel uit volle overtuiging voor de schoolwet en acht
het tevens wenschclijk dat de hoogere burgerschool moge blijven
bestaanmaar desniettemin aarzel ik niet ronduit mijne opiuie
nittespreken, dat,; èn de voorzigtigheid, ch de noodzakelijkheid,
en bedachtzaamheid dringend gebieden
lo. om enkele posten op het lager onderwijs afteselirijven
cn 2o.. om de uitgaven voor de hoogere burgerschool aan
merkelijk intekriinpen, omdat, naar mijn bescheiden oordeel
geen andere uitkomst mogelijk is.
Daarna zegt de heer ran den Bótch
Wij worden thans geroepen ons oordeel over, dc bcerooting
nzer gemeente uittesprekennietgelijk de staten generaal,
dc rcgcrings beginselen der dieuait
of tc verheffen.
Wij alleu nemen den bestaande
is cn ieder trarht* naar vermogen, elk
welzijn der gemeente te bcvordcre
beid dit ook van mij zclven te k
Zonder zich in veel beschouw»
Ouanticelc commissie, waartoe ik i
ren, zich alleen bepaald tot de
finantiëelc het msterieele punt.
Toch is het niet tc ontkennen <1
finantieele. stelsel zijne nuttigheid
toen voor 3 jaren eene aanmerkeli
de bronnen van inkpmstcn dtzer g
Bij vergelijking van den tegenwi
toestand, loopt men echter gevaar-
Dit schijnt mij toe het geval te zij
Verhagen, die bij zijn overzigt van -
stelsel over bet hoofd zag, dat h
wijn en sterke drauken sedert lb53
en waar sprake is van belasting is
in zekeren zin onverschillig aan t
onverschillig .v?dt hij betaalt.
Bij een zelfs oppervlakkig inzien
een -yrij aanzienlijk gedeelte der
ben tot de inrigting van onderwijs
dcelte dcrzclve zijn bij wettiglijk
geregeld.
Door zoodanige uitgaven goedte
lijk dat ze wettig zijn, aïkleêft men h
ze uitvloeiselen zyu.-
Zeep verklaarbaar is het mij, d
standpunt, het aangenomen beginst
van onderwijs, als het eenigo war
ding van kennis en beschaving. A
en de vraag doe zal het ook leidei
Zoo kan ik, op mijn standpunt, -
goede trouw zijner volgeliugen, zo<
gebleken is, en al ondervind ik
partij zoo als men die gelieft U
domkoppen en scheinheiligen uitma
men standpunt, is dus naar ik aciit
- Hét staudpunt'waarop men staat
de. zaken die men van daaruit bescl
is dit oordeel subjectief, betrekkelijl
Wie zal in dezen eene onpartijdi
De waarheid is niet afhankelijk
zc bestaat, of men zou kleine 2000
wanhopend ooit de- waarheid te ver]
weg ontkennen. Zulk een reaction
Mijn standpunt heb ik vroeger o
overtuiging niet verzwakt. Iotegeud
heerscbend beginsel heeft die verstt
Het zij mij vergund op een vak
schiedehis des vaderlands, te wijze
landsche geschiedenis spreek, bedoel
maar het ontstaan van het gemeei
dérlanden als zelfstandige staat.
En wat moet er noodzakelijk ui
het onderwijs m onze geschiedenis
in dezen strijd ter zijde laat ligg
is" te vinden in dc beruchte brc
wers; de Nederlanden en de geviel
de helden van Oranje, die aan iet
baar zijn, werden tentoongesteld e
verdiend hadden.
Al komt men op onze scholen n
als de premissen dezelfde zijn zal i
verschillen. Men verliest uit het
tho'ieken evenzeer als de Protestan
hebben gevoerd, terwijl men om t
ergenis te geven zwijgt van het b
schiedenis, alle hooger beginsel oir
wekken prijs geeft; eu alle ware
derland liefhebben in booge mate
Als onderwijs inrigtimr wil'ik ni
men er aan toebrengt. De tijd za
van dezen boom der kennis zoo v
men zicb zeker voorstelt. En waarom
Ik zal bet zeggenNederland, (zc
schiedschrijver Heeren) is het eenig
voorspoed, gedurende meer dan ee
nitspattingeu' van zedeloosheid heel
Naarmate de godsdienstzin, in de
flaauwde verloor ook het volk allen
tot spreekwoord geworden holland'
energie verflaauwde en men werd
kuiperijen die aan ons volksbestaan
maakten.
Die zich aan anderen spiegelt,
Terugkeer naar de oude maar ee
deugd en regtschapenheid, Ik spre
vormen, noeme men vrij reactions
humaniteit, op dc menschelijke re
baarde godsdienst gegrond, een tei
tot de heidensch-Griekscbe bescha
niet heeft belet dat het volk tot de
Intusschen de tijden verandem
eeuw is zulk cene beschouwing een
inaar is het zoo? Het oulaugs
niet gunstig voor deze godsvcrwac
der radicale» komt o. a. voor.
Het geloof aan God, het geloof
ziel, en iu het algemeen alle -hovi
schcn grondslag gevestigde ntopiën,
voortdurende oorzaak van slavernij
Daarom willen wij afschaffing van
dom, afschaffing van het famielieri
gieuse politieke en burgerlijke insfc
De gelukkige inconsequentie der
moge al niet tot zulke gevolgti ekk
maal het eenigc ware beginsel, de
geven, dan bevindt men zich op ee
ondanks zich zelvea wordt medege