V irde Jaargang. :<i68. NWKII#. E -Toor Thqlen, Z Donderdag 3 December. I r-vM .- •it .ujv t-Ti t z M ap«r»cs p— «wSfcE I. ■WeBigt~S^f9,40 ifdte.S KrnlnïiiKn «'.««.is 2«'6.ÏS KrJbVcd. 6.39 19,5 B; o,2.7.15 10,40 2,50 7,10 Wouw 7.24 10,51 2,59 7,\9Aank.ftoo»d.7.35 11,5 3,10 7,30. 6««^RMMEdaaLiVeit-EooseDd 8,45 11,45 4,40 8,30 6,55 ll»55 4 61 8.40 BeiMfcZAW 12,10 5.8 8,55 Woeudr. 9,21 12,21 5,17 9.8 P«fSgft»a4l.f Kruin.49.64 12,65 5,51 9,40 BierrhoggP.lQ, 1.8*6,6 9.52 Aank.Goft»10,20 1.20 6,15 10,5. 2.14 8,31 Woer.tdr. 6,59 10,25-2,34 6,54 Krabbend. 9,41 Ü.42 5.38 9,27 Dt Vitftyb. de^ei"Qdcrant, die des Woensdagsavonds ran iedere j week het licht riet, geschiedt te Goes, bij A. C. DE JONGE SJz. j aan wien men alle stukken, dé redactie betreffende, franco gelieve i toeterendéfL Jlé Abdnaemcatprjjs >s per 3/m voor Gocr.J 1,00, catramco p, p?st f l, 15. Afzonderlijke Nutnmers*10 cent. Men abonneert rich bij 'alle Boekhandelaren en Postdirec teoren en bij den Uitgever te Goes. De prijs der Adrertentien is van 1—5 regels 60 cent, elke regel meer 10 cent, behalve 35 cent zegelregt toot iedere ptaat- 1 ring. Groote letters en vignetten worden naar de plaatsruimte berekend, terwijl de sbonnenten het regt hebben om elk kwartaal j eeneadvertentie van 6 regelate plaatsen, tegen betaling van het zegelregt. Elke regel daarboven wordt tegen 10 ct. berekend. {Jif Elkfn .Dingsdag morgen zijn voor de ge abonneerde n. en lezer» gratis de Marktberigten verkrijgbaar van de Rotterdarasche Graanmarkt. BE AI&IEE1E BEEAADSLAGIEGEH OYER DE STAATS-BEG800ÏÏIG YOOB 1869. Waar bg de bègrooting voor Ned. Indië, meer bijzonder de koloniale rigting van bet ministerie, zijhet dan ook vlugtig, werd be sproken, daar werd bij de algemeene beraad slagingen over de sfcaatsbegrooting voor 1869 vooral de politieke en finantiële rigting van be£ ministerie van Jïosse-Fock beoordeeld. Met de- waardigheid aan mannen als van Kuyk en J. K. van Golstein eigen, geopend, werden die beraadslagingen voortgezet door de uitste- kendste leden der constitutioneel-monarchale partij.'-' v Vooral Was het de-heer J. K. van Golstein, die. met de ondervinding van eene" veeljarige Staatsmans-loopbaan, zonder bitterheid, maar met des te meer nadruk, het oordeel uitsprak over de politieke beginselen en houding van dit mi nisterie. Dat oordeel, het was het morele dood vonnis voor het -ministefie van Bosse-Fock. Zonder bitterheid, zooals we zeiden, maar ook zonder verschooning toonde die grijze Staats- zormeklaar aan, dat het vorige Kabinet alleen als slagtoffer ran teugellooze partijhaat, was gevallen, en dat het tegenwoordige minis terie was opgetreden in strijd met alle beginselen van constitntionelen regeringsvorm, omdat het blgkbaar geene meerderheid in de Kamer had. Die grijze Staatsman, wiens houding zelf aan den felsten radicaal nog eerbied afdwingt, wees er nog eenmaal op, hoe de vorige minister van Bnitenland8che Zaken, Graaf van Zuylen, bij 'en woedenden storm van partijhaat, die tegen opstak, met opgeheven hoofd tot zijne aan- nders kon zeggen>let op mijne daden." ne andere verdediging had Graaf van Zuylen noodig.* Die daden Hadden voor Nederland ook zulke onwedersprekelrjk gelukkige gev olgen. gehad, dat zelfs de radicale oppositie in Tweede Kamer, dezen stormram tegen het abinet van Zuylen-Heemskerk niet meer durfde -voeren, 'en daarom tot een ander hulpmiddel toevlugt had moeten nemen.- Geene op feiten Tastende grieven tegen dat 1 Kabinet kunnende aanvoeren, vergenoegde- de radicale oppositie zich met een hollen klank, eene schoonklinkende nlagtspreuk, en verweet het vorig ministerie gebrek aan constitutio nelen zin." Onder deze beschuldiging, zeide de spreker, bezweek dat Kabinet; maar tevens toonde hjj aan hoe hetzelve reeds nu schitterend gewroken was, nu het bleek dat het ministerie, waarvoor het had moeten wijken, niet alleen getoond had zelf totaal gemis te hebben aan constitutionelen zin, omdat het Was opgetreden in strijd met alle beginselen van den constitutionelen regerings vorm, maar ook doordat het -ttgcawoordig- uri- nisterie ten gevolge van zijne weifelende houding •er toe had moeten komen om zelf te bekennen »dat het tot geene gewigtige maatregelen kon »overgaan, omdat de Regering op geen vasten. »steun van deze vergadering kan rekenen." "Waarlijk een schooner lofspraak op het door partijhaat miskende en gevallen Kabinet van Zuylen-Htemskerk, een harder oordeel over de 1 tegen hetzelve gevoerde oppositie kon er niet I gehouden worden. En toch hoe hard dit oor- deel ook klonk over de houding der radicalen hoe doodend dat oordeel ook was voor het ge- voel van eigenwaarde van het ministerie van Bosse-Fockniet één van de radicale leden der kamer stond op, om het ministerie hunner i idealen, te verdedigen. Met gebogen hoofd moes- ten zjj het harde vonnis over hunne daden aan- hooren, het vonnis der geschiedenis, waarop j ook wjj ons steeds ter regtvaardiging van het vorig ministerie beriepen. Was het .oordeel over de politieke rigting van het ministerie doodend, niet minder was dit het geval over deszelfe finantiële rigting. Al mogt de heer van Kerkwijk, ook op gemoe delijken toon als 't ware genade vragen voor het ministerie, door de leden der Kamer te bezwe ren om zooals dhr. v. Kerkwijk het beliefde te noemen »toch niet boekdrukkers winkels en »Bijbladen te plunderen ten einde, te trachten >den minister in tegenspraak te brengen met »hetgeen hij vroeger geschreven of gezegd had," dat rekwest oin gratie werd gewezen van de hand. De vroegere houding van den heer van Bosse werd door vele uitstekende leden der constitntioneel-m onarchale partij, als van Kuyk, Bijblad 290. 1 J. K. van Golstein en Rochussen en anderen, vergeleken met zijne tegenwoordige handelwijze. Met diepen ernstmaar ook met staving.door onwederlegbare feiten toonden zg aan, dat de minister van Bosse als minister juist hetzelfde doet, wat hij als lid der oppositie niet alleen in zijn voorganger afkeurde, maar waarom hij diens bestuur als 'tware als eene ramp voor Ne-, herland beschouwd had. i Men wees er op hoe de heer van Bosse als lid der oppositie zijn vertrouwen aan Graaf Schimmelpenninck had ontzegd, omdat deze te veel uit de koloniale geldmiddelen, noodig had, om bij .zelf nog meer noodig heeftHoe dhr. van Bosse als oppositie-lid, als zijne overtuiging had kenbaar gemaakt »dat men eene verbete*- >ring van belastingstelsel moet zoeken^' maar hoe hij zelf als minister daarvoor terug- deinst, ofschoon men die voorzeker van niemand met meer regt kon vorderen, dan van dhr. van Bosse, die er zich zelf op beroept eene zóóveel jarige ondervinding te hebben,' en die daarom geacht moet wojden, beter pp de hoogte te zjjn, dan iemand die voor het eerst als minis ter van Finantiën optreedt. Men wees .er op hoe dhr. van Bosse steeds een tegenstander was geweest van de patentbelasting, maar hoe hij. die zelf niet alleen handhaaft, maar nog ver hoogt, om de afschaffing van het zegelregt te kunnen doordrijven. Zeer te regt vroeg de heer Rochussen dan ook, of- wanneer men eene belasting wilde afschaffen het dan niet heel - wat noodzakelijker was de belasting op het ge- slagt af te schaffen. Dan zou de minder ge goede burger eerder in staat zgn ook eens vleésch te eten, en zou hg hierdoor heel wat meer gehaat worden, d$n dat hg wit goedkooper een Cou rant kan lezen! Men wees er eindelijk op hoe, nu Nederland nog meer dan vroeger behoefte heeft aan geldelijke bijdragen uit Indie, én -de^. door dit ministerie voorgedragend begrooting-' ook geheel van die bijdrage afhankelijk is, toch door dit ministerie openlijk verkondigd werd dat Nederland geen regt heeft op eene bgdrage uit Indië." Eene leer die wanneer ze in prak tijk wordt gebragt, onherroepelijk 4en ondergang- van Nederland moet ten gevolge hebben. Muntte de bestrijding^ van. het. fipantipel be> ByUad 311, z -f

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1868 | | pagina 1