I kas'ijéiöldigd worden om de Pauselijke gruwe len te' helpen handhaven l Aan dat ongeloof heeft de Paus het te danken, dat zijne kerk zulke overwinningen in Nederland gemaakt heeft en zeker nog meer maken zalr als God door de Regering des Lands op den duur verworpen blijft. Ds. fVos zegt wel, dat het toeneraetf der Roomsche kerk toe te schrijven is, aan het koopen in Roomsche winkels door geloovtge\ protestanten en hunne werkeloosheid op bet gebied der in wendigs evangelisatie'! De Roomscheh zullen wel gejföelen hoe het'terete argument van Ds. Vos gëheelTSddrulscht tegen de liefdé tot de «aasteh,: en het laatste juist omgekeerd is; want ook toot de evangelisatie treedt Rome niet terug;.' omdat het evangelie toch in die .inwendigeevan- gdMtii© geheel f out breekt» 'i.-S# zegt Verder: »Er mogen nog pro testanten ^iin,: die moedig tegen het ongeloof strijden,, maar op. den duur moeten zij bezwij ken, op den onder'hunne voeten wegziukenden bo^em der, vrijheid van onderzoek. Om het vrije onderzoek der schrift, beho'udens hairGoddelijk gezag, kan de Gereformeerde Kerk-, otttóógeiijk bezwijken. Dat deed zij niet in het. iitddöh" van 'dé pauselijke vervolging, door inqui* galg en rad, want uit het midden der brah'd- iküpéls' beleed zij Jeeus Christus is de -Kohitig der Kerft en, ioij hebben de verlossing door Zijn lïtóë'd, namèHjk de vergeving onzer misdaden. - weet iedereen Rat. de Roomsche kerk de vergeving der misdaden toeschrijft aan 'den af- HÖ* "Voor geld, en daar zij nu ziet dat de Pïótéstanten dat voorbeeld navolgen; kan zij des té^'-ZekêriW" Van bare overwinningen gewagen.. 'Zij 1 weet evenwel waarom" zij zoo zeer tegen het onderzoek, der H. Schrift is, omdat, ieder mehsch daarin lezen'kan, dat Paulns aan- 'Ti-, tóoth"eu8 schryft dat de Geest duidelijk zegt, dst lii!"1 dén Jaatsten tijd soipmigen zullen afvallen het gelood, .aiöh fcragevende tot verleidende géésten, eii-keringen der duivelen, doer geveihsd- hmd der - leugensprekers; hebbende hunne eige- tië'-'consciëntie, als niét 'een brandijzer toège- s&ihltaeid J verbiedende le'.huwelijken, gebiedende Vfin 'spijze onthouden,' flip Gödjgpschapén-heeft (Öff rmttigingmet dankzegging,"vcör de geloovigen ék:'^ié dé waarheid héhbéh bekend. Want alle iéhepsèl "Gods is goed,,:eti daar *ts niets verwer ft/ met dankzegging ogenomen zijnde. Want het "-nfardtgehéjligd doof hét Woord Gods, en d<>6r 'hWgebéi."' Ab gijdéze-dingen- den broe- dlèTen - 'voorstelt, zöo' zult gij eun góed dienaar "JétU Ghrlstï Zijn, öpgevbed!I'in dè wóórden des 'fétoofe eri dóf^góede }èéf/ wfelïce" -gij achtervolgd fcébt.! Maar verwérpt ;d© dngoddelijké en öudwijf- •Labélert,'en uefetóéröélvén lót Godzaligheid.* lmoei tóch wel willens blind zijn, om niet #8' éervullibg vaii deze verman nig" van Paul us te -e»B in de opkóöwt "véü het pausdom. Eu deze pauselijke, ongoddelijke, oadwijfsche fabelen zijh'doOr Luther 'én zijne medehervor- -fflfótt voor bet publiek--ötildêkt, en de gezonde leer, dat de taensch óni filet geregtvaardigd wordt, - tonder de werken der wet,--met 'kracht verkon digd. Die verkondiging Jieeft de Gereformeerde "Kerk nog iot baren.troost behoudenj maar het "dödde geraamte, dat ook door een paus, onder -4feü' naam van Synode, geregeerd wordt, beeft dié'leer verworpen - ja zelfs daar, waar mén nog ito et die woorden speelt^ kent men er de-kracht -met? meer van* In fat j .doode* geraamtewaar -* *hen zich,ónder allerlèirvleeschèlijke 'instellingen v ^jvan1 confessionelen oïdterftfttdp ra et Bijbel vróu- .^l^^taande/lÉbétt ^bö^fep/daar-fs de flaattwsèe «qhèméring irsnwaarheid yteqds"Vervl ogenDét - héwee3'onléngS eén"iücli'noemend orthodox, fn den Heraut, tegen Ds. A. Kuiper, die in zijne intrée-predicatië eenp reglskundige waarheid heeft gezegd,, «dat de tegenstanders een even deugde lijk regt jiebbén als wij op dén - bouwval van dé eens zóo prachtige kerk onzer-vaderen, omdat men duizenden en tien duizenden onbevoegden in haren schoot heeft toegelaten, zonder beding of voorbehoud, zonder eenige beperking eh daaï^ door ook aan hen regt op" medebezit geschon ken. Zij hebben de meerderheid, de magfc lang zamerhand verkregen, en nu baat ons geen be rouw meer. Wij mogen hun regt niet 'aantasten, ftïj moeten geduldig toezien, dat of die kerk, gansch in hnnue handen vervalle, of welligt ons uit' minachting wt>rdé. prijs gelatpo, wanneer het éindelijk eens tot eene scheiding moet komen.* •Hiertegen ,iiu verzet zich Ken orthodox en-meent uit een/gezegde yap Ds. Felix, bij gelegenheid der „bévesliging: van. De» ffjjeVJfcot reizend pre dikant der confessionele .vereeniging^ dat *zui-_ vêrino der kerft door-verstong dér rust der ft erft,*- eene goede uitwerking zal'Jiebbèn. 'f_ De Roomsche kerK zal voor de hulpmiddelen van? Ds. Felix niet /terug dèinzèn. Want de zuivering-der kerft door verstoring der nest heeft de'Róömséhe ker.k -altijd meesterlijk toegepast. Zij 'hóéft ^vervolgd, gemarteld /en met brandsta pels de kerk in gestadige onrpst gehouden, tot dat zij eindelijk binnen;de grenzeh van haar eigen gebied moest terug trekken. Nn vindt zij in het werk der confessionelen de ijverigst^ bond genoot en eh- kan dok fier tegenover hét doode geraamte zeggenWij staan ihj het volle licht onzer zegepraal 1* Wij willen voor' dat doode 'geraamte waarin de confessionelen, met hiwne fterfthü7p en zaak des Heerennog de laatste stuiptrekken geveöi. geen partij trekken; .want wat niet'Staat op den on veranderlijken ~Rots, Jezus Christus, die gezegd heeft,--zij hebben Mozes en de Profeten, dat zij die hdóren,' .daarvoo^ hebben wij even zoo veel aantrekkelijkheid als voer den Paus en zijne kerkwant hoewel beide partijen een schijn van overwinning en den bijval der groote menigte aan hunne zijde .hebben,., wanneer de stormen en plasregens, komen, dan vergaan zij te zamen en stortei» voor eenWig in 'den afgrond, terwijl alleen de. Kerk van Christus .blijft in. der eeuwigheid l .j Wij looven nu, stellig dat de Tijd, uit de geschiedenisVan dé laatste'dagen wel overtuigd^ is dat; de fterft vin den Kans met de kérk van' Christus is, daar beV te duidelijk gebleken is dat- de Paus uit alle oordénj.der wereld^ soldaten krijgt, die voor hcra strijden, en; Christus gezegd heeft Mijn .kpningryk -is niet .van déze wereld; anders zouden mijne dienaars voor mij gestreden hébben." Hierbij kómt nu nog dat de colonel Allet den 9 Dec. jl." in eene. dagorde tot de pauselijke zoaaven zeide, dat alles 'nog niet afgeloope n was, want dót de kerk door'groote gevaren bedreigd wordt en dat de xpuav.eai.daarom moesten begrij pen dat zij in de wereld 'een beginsel verdedigen, namelijk den Pauselijkéh "stoel, en dat' zij daarom de kern uitmaken, cm welke zich, in de ure des gevaars, de gebeden, dë'yerwachtingen en de krach ten der katholieke wereld yer'eenigen zullen. Deze getuigenissen zijn zoo liiidsprekende, dat de een- voudigJte begrijpen moest dat eene kerk die door de magt der bajonetten, slaande gehouden moet worden, geene kerk is, maar een genootschap dat zich op duivelachtige; wijze verbonden heeft, deTnenigtó te verblinden én de Kerk van Jezüs Christus, te vpur en te zwaard te vervolgen, en des^ noods koningen vant:hönne troohen te stoten. Zié jjescliiédeiiis vaü Roomsche landen, Italië en Frank rijk/in i789 en 1791. jÉDffiricrk OfrigtriT. OrUWndinj van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Staats-Courant van 4 Januarij bevat het volgende Koninklijke besluit: 3 Jan. 1368, Wij WILLEM III, bij j>h gha- no. BI. tik Gods, Koning oer Nedbk- Staatsblad no. 3) landen, Prins tan Oba.n/r- Nassau, Groothertog van ■ff - Luxemburg, enz., enz.» ïnz. Op het rapport vaa delj Raad dd. 2 Jan. Ï8fiS'. - Gezien, ,arri 70 der Grondwet Etebben besjoten en'besluiten Art. 1. De Tweede Kamer der Staten-Gene raal wordt 'ontbonden met de dagteekening -van Ons tegenwoordig besluit. Art„ 2, De verkiezingen van leden voor eede* nieuwe Tweede Katner zullen plaats hebben"op Woensdag 2,2 Januarij, en de herstemming "inde kiesdistricten, waar die noodig mogt zijn, op Dings- dag 4 Febrnartj^ 1868. Art- 3. De eerste, zamenkpmst der nieuw ver kozen. Kamer Wordr-'bepaaldóp-Dingsdag 25 Fe bruary, tegen welkeD dag de Stqten-Gerje^aal zullen worden opgeroepen tot eene VuitePgew9P? zitting. Onze Minister van Binnenlandsche Zdkën rs belast met de "uitvoering van dit bésluil','Waar van "afschriften zullen worden gezondpn aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan den Raad van Slate, aan de Departementen vanJ^lgemeen Bestuür/ aan de Al?etneene Rekenkamer, en het welk in 'het Staatsblad zal worden geplaatst. 's Gravenhage, den Sden Januarij 1868. WILLEM. Be/Minister van^Bbmenlandsche Zaken,. Heemskerk. Bovenstaand besluit wordt vergezelaSdqorhét navolgende rapport t Aan den Honing. In Mei van het nu afgeloopÖ jaar vergader den te Londen, op uitnoodiging van Uwe .Ma jesteit, als Groothertog van Luxemburg, de y'gjj- tegenwoordtgers van België, Frankrijk, Grootbrit- tannië, Nederland, Oostenrijk, Pruissétr en Rue^d «om zicb te verstaan omtrent nieuwe 'schikkifegeh in hel algemeen belang van den vréde.* Koningrijk Italië, hoewel door geene antecèdjÊfttóu daartoe geroepen; begeerde deel te nemep.'Va^u eene beraadslaging;die bestemd was om een nieuw onderpand van-- zekerheid voor de handhayjng.d^r aigimeene rust^ te geven*. De uitkomst van de conferentie te Lopjleb wa* het tractaat van II Mei 11.," waarover vreugde in geheel Europa werd vernomen. -Algemeen1 was men van gevoelen* dat daardoor een dreigend Oor logsgevaar was; afgewend. - - Bij die gélégenheid werd eene volkpmene-be krachtiging door al de Mogendhedengegevenaan Je bevrijding van Limburg vat) die verpligtjn- «en jesens fiuitschland, waarover zijne bevolking sedert lang luide en niet zonder reden had ge klaagd, en. die voor het geheele1. Vaderland altijd éene bron van groote moeijelijkheden konden wor den. Wel was door den oorlog van 1866 het Duïtsche Verbond ontbonden, maar dergelijke gebeurtenis had. in 1848 en 1849 noj^eens plaats geba'd,\en daarna was Limburg toch\op nieuw aan Duitschland gehecht" geworden. Het Londeosche Iractaat werd, ingevolge do Grondwet, aan de Staten-Generaal medegedeeld. Nadat de beide Kamers bij de beantayoording- van Uwer MajesteitsTroohredé hare ingenomen heid wet de uitkomst hadden betuigd, mogt fiien verwachten dat de Regering, die het geluk'b&d gehad haar te verkrijgen, daarover geene afkeu ring zou ondervinden. Nedcrland's belang scheen ook een nieuwen strijd té verbieden over.géscfiïl- leri, die tot een rampzaligen oorlog hadden kunnen .leiden,- ware eene andere staatkunde^dóor-'Uwe

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Goessche Courant | 1868 | | pagina 2