waarheid des Evangelies komen. Hij heeft in die
dagen ook aan ons volk' zijne goedertierenheid
- en bannhartigheden, willen groot maken. ,Fïij heeft
het doen zien, dat bij 'Hem „een welbehagen
was om zich ook uit ons volk eene gemeente te
vergaderen, zich eenen wijngaard fé planten, waarin
Zijn Kaam xou 'worden bgledeo,' als die genadig
is ea barmhartig, groot van góedeartjéipeaheid en
waarheid. In'1566 weiden hiet mat hier en daar
liagepreêken gehoudeb, en toch ièede in 1571
werd de unie van Utrecht gesloten, waarbij reedis
twee H-olliud en Z^and, opwlyk ie
0È*vorming voorstonden «o de anderen rich damm
schikten. Bij dat verbond werd bedongen dat
in het punt van Religie,zijnde de Evangelisch
Gexèfotmeerde, die van Holland en Zeeland zich
«^/gedragen naar buri goeddunken, de. overige
|è|êh' konden zich reguleren naar' den ïn-
pn^den Religie vrede." Wel waren er toen
te^e. dagen, een tijd van druk en vervolging die
Vreésselijk was, als de Spaaosche inquisitie woedde
en eeö Alva -zich beroemde in zes weken tijds
18Ó0Ö ketters te hebben doen ombrengen. God
•heeft het bloed.dier martelaren een z^ad voor de
kerk doen zija.' Bij de herziening van de artikelen
der. unie werd besloten, dat de Gereformeerde
Sejigie alleen in. 't openhaar zonde- geoefend en'
btecberjnd; worden. .Sedert -dien tijd is de Ne-
derlandséhe confessie en de FJeidelbergsche Cate
chismus alleen in het openb^ar-geleérd"gewórden.
By de aanstelling der magistraten moéster op
-worden gelet, of zij van die Religie waren, ofschoon
erVoverigens vrijheid was van consciëntie, In
1591 trachten eenigen te vergeefs daarop inbreuk
te makenin 1608 en 1604 begon Arminius
zijne nieuwigheden te leeren. De Arminianen lafer
Remonstranten, verhieyén zich ïrfet magt en vonden
bijval bij QldenJjatneVeld en andere leden> van
de; platen van Holland' en Utrecht. De strijd werd'
hevig: de Remonstranten begonnen zich al meer
en, méér te verheffen en'deden zich gelden, als die
do magt in handen hadden. Prins Willem de
eerste, was in Gods hand het middel geweest tot
vpatigwgder unie en der vrijheid van godsdienst,
Ün; wederom was het 'een Prins van Oranje door
wiên redding werd aangebragt. Dbor het töqdoen
Van Prins Maürits werd den Conlra-Rémonstran"-.
tsn eene kerk te 'sGravenhagy ingeruimd;, en
op der zijne voorspraak werd eindelijk'- tot -hyt bij
eenroepen der Sypode van 1618 eh .1619 beslo-'
teh\ Op den 6dyn Mei d 61$ wérden de Dordsohe
'leerregels openlijk in de groote kerk voor eene
giföote menigte,békend gemaakt* Prjns VI illem
dé eerste had gezegd, zonder- de. Gereformeerde
lppr kan de Nederlandsehé Staat niet bestaan
met die, leer is dë 'staat groot én. ihagtig "gewor-
dep. Dat/" is van God geschied, die zijne ,waar;
held op den kandelaar heeft gesteld,, en ons volk
lieil bescbikt. De eerste .liefde evenwel is- ver-
fcbud, eene slaap heeft de kerk bevangen, zoodat
ook het laatst der .vorige.eeuw,, niét alleen
de dwalingen. van eigengeregtigheid, maar ook
het ongeloof eh de vrijzinnigheid in de kerk werden
gedoogd. De Eratische overheersching wPa de
harde en pijuigende'roede die het volk zich had
■waardig gemaakt. JSn ïoch heeft d^ ■Heere-üii-
komst gsgevepi weder "redding óongebragt^en het
bese'f wem' levendig tlal met, he£ hérstel .vah'het-
bui* van Huis van Ornuje'ook dêvNedetlandscbe
Qereformeferdo kerk in jjere'Aioest wórden :pfs-
bragV Go^ heeft zijpo donderen (jargons groot'
gemaakt. Wary'het niet dooi* zijne, zorg, omdat
L_
Men do hierover, 'lacht u\t^ Dniatcnus, Gt^oliicdohis «lor
SMMmtrimli» Joh- v- d.'Sumle. Utrocbt. J. J-
Xepuner, l6QtK
Hij er een welbehagen in heeft rich steeds in
Nederland een overblijfsel téRehouc^en, dat Hem
dientw(j waren, reeds lang vergaan. Hij heeft"
regt' te; vragen Wat is er iöeer te .doen aan
mijnen wijngaard hetwelk-ik aan hém niet gedaan
heb
En zal de Heere -ook niet raoeten zeggen:
.waarom heb ik yerwacht dat hö goede druiven
zoude Voorbrengen en hij heeft stinkende druiven
vóortgebragt. f' 'V- w
Het zouden/ goede, druiven kijn, indien hej
Woord Godsyvan God onw gegjbvén en bewaard,*
i /wmrd geacht en geëerbiedigd, indien de kenttié
der waarheid nog leefde iu de harten, indien de
Gereformeerde Keyk riqg zich onderscheidde door
het kenmerkende harijr leer en eerie o.mtuining
was tegen ongeloof eüjbijgeloof, tegen de'vrij
zinnigheid en geesteloosheid onzer dagen indien,
er bijbal dejjeweging die er is, het meer ging
om Gods eer «n zijne genade dan om eigene eer
en eigen voordeek
Maar wat Wordt er yoórtgebragt Het Woord
Gods wordt van de openbare scholen geweerd, en
:.véle protestanten zien, dit niet alleen aan, maar
peggen en leeren dat dit in onzen tijdszoo zijn
moet en niet anders wezen kan. In de Kerk,
in de Hervormde Kerk, die'zich niet meer de
Gereformeerde wil noemen, noch zijn, wordt het
geduld, dot dat woord wordt verminkt,'dat de
wonderen Gods worden geloochend, de belijdenis
der waarheid bespot,de leer der Gereformeerde
Kerk niet meer wordt gehandhaafd, en de sa
cramenten «orden ontheiligd. Het wórdt tot een
smaad gerekend als "men zich ée"n voorstander
betoont' .i. 'de waarheid die in' de Dordsche
leerregels- i, uitgedrukt. Iö 1831 werd een'
voorstander dier leer dqoé'de Synodale regle
menten buitw» gesloten. Er .zijp-ja, die zich
nóemen Confessionelen/ maarr ónder hen -zoo
velen,"die al|as- de beschuldiging doen liöóren
»giy ziji-eyn aiitijipjhiaaay of weHffgij^prstaal
niets van* uvyèrf tijd». hébben'vele wérken,
en toch misken.nen 'Zij "het regt ."Góds, die zegt
;nijfc*-vplfhaakU gelijk uw' Vader die in den He-
mel.'is; volmaakt* is.. Dé wet wórdt "niét -gekend,
de waarheid-geloochepd en daftraan is bandeloos-
Réid imx allerlei óngeregtigheid vjyrbonden. De
•zedeloóshéid-wordt algëïneen'er. Het is.belaas, als
onder JsraëL.en Juda *de Heëre heeft gewacht
ynaar regt,* maar het. is schurftigheid, naar
Ageregtigheid maar ziet" het is geschreeuw;" Het
»wyè-u* moei worden uitgeroepen tegen zoo ve-r
l.eii die*" akkers aan akkers zóekën té brengen,
en die zich vroeg opmakende in d'eji*morgenstond
sterken drank'.najagen ..en vertoeven tot ip del.
Schemering tót* dat de wijn hen heeft .verhit.
Zij "aairschouH'en^liet .Wjerk des ITeéren niét-; zij.
-zien niet op het maaksel z'ijrfer hanBpn.
Wnnneer_ wij zpo zien op hétgeen roindpm ons
is,/wanneer ".wjj vla^étt" hoé is het nu met den
wijngaard? dati moet,het oris- doep vreezen
de-Ileere heeft van ons aireede gezegd (Jes< V :,4)
irNu dhn, ik" zal olieden -bekend maken'wat'ik
mijnep wijngaard doen zal':- v Ik zal zijnferr tuiir;
wegnemen, öpdnt hij zij tot. afweiding, zijnen
muur zal ik vèrscheuren/ opclaf hij rij 'tot ver'tre-
dingi" Ziot dit wbord'des Heeren komt alredé^tpV
-zyne vervulling. Do tuin :is weggenomen, dempa-,
heining die* er was tegen ongeloof en bijgeloof
bestaat niét re éér.' „In dë kerk kan Vrijelijk allerlei
vreemde, leering worjdöir itigeyourd,'-kunnpiV dfc
diorbaarsto woafhedeü wordep' .gpldöchénd. Niet
alleen1'is ér een beeld van /VondfeL-opgéfigt,,maar
myn ziet van roómsplie htdfigèn vóór
aan dé opéhbaro wegep
verrijzen. In de dagen der Hervorming "werd
den -inwoners des lands door den aflaathandel
geld afgeperst, nu geschiedt het onder eene an
dere benaming op dezelfde wijze. -De paus heet
in grooten nood te zijn, en dè geloovigen moe^
ten bem beipéif, met geld en goed en wie dat
niet httft moet tij& Ifjf en bloed daarvoor veil
hebben, dan maakt men zich verdienstelijk» dan
woniei^ eèhe menigte «ouden bedekt, dïn Voldt
men .vtm deiv Paus. geregend, ab iUWi hoopt
plaats in don Hemel. Hoe groot i* do nt-
.blibding i en ware dit' alleen onder da Roömsö*-
gcainden, ook de protestaotwi bobbon daaraïo bo>i
deel. Deze toch moesten als die voorregten
hebben boven de Roomschen, omdat hun de wóór
den Gods zijn toeyertrouwd, als.eeii dam zijn
tègerr dé'overstrdomeude wateren des 'ongeloofs
en des bijgeloöfs. Maar ach! döat isgeebéOm-
tuining meer en wij zijn op den weg om tot*
afweiding en tot vertreding" te zijn. De Heere
zal de zonde bezoeken, dat zijn woord wordt ver
acht, en men de leugen lief heeft boven zijne
waarheid. -.
*„0m den arbeid zijner ziel zal hij zaai) zien en
nemdigd wordendoor Zijne kennis zal mijn knecht
de BëgtTaardige reien regtraardig maken, vraat Hij
zal hunne ongeregtighedén dragen."
Je». 53.
.0 wat is Gods Woord toch eene onuitputte
lijke goudmijn, waarin duizenden te vergeefs
graven om, zoo zij meenen, het edelste, het fijnste
goud te vinden, hoewel hét vlak voor de voeten
ligt. Maar helaas datloopen wij voorbij, en hoe
dieper wij graven hoe meer grawelen wij yiu-
den? maar het.-fijnste goud,-o, dat vinden
niet I En waarom vinden wij dat niet Om
dat wij op onze wijze zoeken, en dan naar iets,
Trat --wij ons ziele-leven noemen. Den arbeid
onzer ziel, daaraan'.hechten wij het meeste ge-,
•wigt, ei$ hef Is ons rusteloos streven om ons
zielê-leven, dat is" den arbeid onzer ziel voor
echt te kuiihen' lioutlen'! Eii van wkar dat ja_geti,
zonder het fijnste goud het .geloove Jezu.Christi
té/vinden Omdat wij nog niet uit alle ge
wéld des 'duivels vérfpstzijn. Onze eenige troost
iiTievenen in sterven bestaat jiog daarin, dat wij
ons 'zj'ele-Riyên handhaven,-en *geen oog.noCh hart
hebben yoor het; Zieiê 4evên ChristiEn toch,
Hi et orft den arbeid ofi'zer ziel, "niet om onze
werkzaamheden, oni. ónzen strijd maar om den
arbeid zijner ?iëV zal. H-ij het ziei» en verzadigd
wordpu Wanneer'yijiden wij dat fijne goud in
tleu'Mijn, die zijne goudaderen wijd en zijd ver
spreid AI? Vij dat wat onzen eenigen troost is,
verloren hebben:; Als wij van bekeerd verkeerd
geworden zijn,;.-— van /uitverkoren verloren
ge'raakt/ van gèloovig o.ngeloovig, en de sleun-^
seis en troostgronden ziin als kaf voer den winid
"weggestoven, dan verschijnt Hij, als de trouwe
dierder en grijpt* bét verloren schaap in zijne
armen Zoo wordt Hij als hét fjjn^teJ goud ge-
/vondyn, bti het schaap is'uit' alle geweid des^dui-
véls verlost 1 Heeft dat plaats gphad in onze
levens 'ervaring, -in .de ervaring dat het verlies
j(an ons'gewaande gefesteliike leveh, eene veflos-
sing wa|<;uit bet geweld des duivels, dan ver
schijnt het zaad dat Hij, Christus door den arbeid
zijrtcr 'ziel, toevoegt bij dat. zaad ónder de moor
denaars, Tioerèu Ven 'tollenaren dié reeds ingeza
meld zijn, als1 vruchten wnar. aan Hij rich ver
zadigt iil het Koningrijk zijns Vaders; ja ver
zadigt, reads hiyr; ale er verlorene schapch yan