KRONIEK VAN NOORQBEVELAND Raadsvergadering Kortgene Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. donderdag 3 april 1986 no. 4215 Een oud-eilandbewoner weet te vertellen (5) Zeeland Magazine? 't Is nie niks, beste vrienden, a-je zevenentachtug bin he- worre; as hebore Walcherse vuuftug jaer helee heëmihreerd nae Peeland en ut nog aoltied hoed nae je zin eit. Z'is nog hoed hezond, best ter béén en op Colijn kenne ze d'r aolemaele. Oma wor zevenuntachtug. Vuuftug jaer helee kwam ze nae Peeland toe, Achter op de stdómfiets bie d'r man. Ze tuften deur de polders, Recht op Kursplaete an. Die Peelanders d'r ööhen uuthekeke, Want wat kwam di noe langs heree? Een stel in Walcherse dracht, Dat zaehe ze netuurlijk nie vee. En dan nog op een stöömfiets mo-je behriepe, Bel, bel, wie zouë dat noe weze? Op Kursplaete wiste ze dat a vlug, wat of di langs kwam sjeeze. Een Walchers paer op Noord-Beveland, Van aoles wier d'r hezeid en beweerd. Mè 'twas de fermielje De Buck, die uut Walchere nae Peeland waere heëmihreerd. Moeder De Buck hieng in zaeken, Ze miek echte boere butter voo d'r klanten. Ok klompen wiere d'r verkocht, Ze wist best van wanten. Un wienkel is 't er ok nog hekomme, Eén van meneer Jamin. Dat was midden in 't durp, Vroeher was't posketoor d'r in. D'r kinders hienge trouwe, En waoiden nae aole streken uut. Mè oma bleef op Kursplaete, Die ouwt ut di best uut. Noe doet ze nog d'r tuuntje, Want dat is toch d'r lust en vree. En sokken breije, die a je nie kan köópe, Want maet zevenunveertug bin d'r nie zo vee. Bie d'r kleinkinders komt ze hraeg, Ze ei ze nog aol onder d'r vleuhels. Behalve die van overzeeë, dat doet oma nie, Want, vindt ze, de lucht is voo de veuhels. Eerdaegs is ze jaerug, En di wor ze mee hefileceteerd, da's hewis. Mè ok omda ze noe vuuftug jaer Un Walcherse emihrante op Peeland is. Om ut éne nie onder te laete doeën voo 't andere, beste vrien den, nog even wat rechte zette. Walchere? Ut is t'er prachtug, Mè Peeland bluuf Peeland, wis en werachtug. CeeBee. In de vergadering van de gemeente raad van Kortgene op donderdag 27 maart, zei de wnd. burgemeester, wet houder L. M. van der Weele, geen aan leiding te zien om de motie van de ge meenteraad van Vlissingen, tot verla gen van de aardgasprijs, te steunen. Het raadslid Huibregtse had om ondersteu ning gevraagd. De mededeling dat er huis aan huis enige plastic zakken be zorgd zullen worden voor het verzame len van chemisch afval, was voor mevr. Heijers, dhr. Van Damme en dhr. De Looff aanleiding aanvullende initiatie ven te verwachten. Nadat de voorzitter gezegd had dat een en ander zal wor den bekeken en dat gemeentewerken de zakken zullen ophalen, werd nog meegedeeld dat voor de functie van ge meentewerkman 43 sollicitanten waren afgekomen. Uit de gemeente Kortgene waren 26 sollicitanten, te weten 8 uit Kortgene, 14 uit Colijnsplaat en 4 uit Kats. Na sollicitatiegesprekken is dhr. A. M. van Goudswaard uit Colijnsplaat benoemd. Een voorstel tot vervanging stencil machine en inbrander, waar een bedrag van f 11.181.30 mee is gemoeid, was voor dhr. De Looff aanleiding om te vragen of er voor de oude machines gegadig den zijn die over te nemen. Dhr. Blan- kenstijn wil een goede machine aan schaffen en de oude maar gauw weg doen. We moeten anderen niet opscho- telen met een versleten machine. De voorzitter wil liever niet met particu lieren onderhandelen. De oude machine wordt voor een ruilbedrag van f 1000. ingeleverd. Wie interesse heeft kan bij de leverancier terecht. Na jarenlange discussies ligt er nu een voorstel op tafel tot restaureren van de lindebomen in de Voorstraat van Colijnsplaat. Mevr. Heijers vindt het een goed overwogen besluit. Er is nu al genoeg over geschreven en gepraat. Ze is wel van mening dat in de Voorstraat een 30 km per uur snelheid moet ko men. Dhr. Van Damme vindt dat de tra ditionele beplanting behouden moet blij ven. Het is wel duur, maar verant woord. Hij vroeg of er met de kermis exploitanten gepraat is om de kermis te verplaatsen uit de kern. Ook dhr. Blan- kenstijn vindt het aantrekkelijk dat het aanzien van de straat behouden blijft. Hij vraagt of er een kans is dat we on der de raming van f 156.000kunnen blijven. Dhr. De Looff heeft ook wat moeite met het grote bedrag, maar vindt het een goede zaak. Dat de bevolking heeft mee kunnen praten vindt hij een goede zaak. De voorzitter was blij dat het in zijn periode tot stand is geko men. Er was nog altijd het gevaar dat er gerooid moest worden. Dat is nu voorkomen. Met kermisexploitanten zal overleg gepleegd worden. Wellicht kun nen kleine spullen in de Voorstraat ge plaatst worden. Nadat aan mevr. Heijers was gezegd dat nog in 1986 kan worden begonnen, wordt het voorstel aangenomen. Bij een voorstel tot wijzigingen van de begroting 1985 en 1986 was er nog al wat kritiek over de drastische ver hoging van de kosten bij de viering van 25 jaar vaste oeververbinding. Mevr. De Looff wil dat er bij een volgend eve nement een betere kostenraming komt en dhr. De Looff wil een betere bewa king aangaande representatiekosten. Het zeer grote verschil met de raming is onaanvaardbaar. De voorzitter zegt dat er wel over een fors bedrag is ge sproken, maar er zijn geen konkrete kosten genoemd. Een en ander gaat niet zonder kosten. Mevr. Van Oeveren in formeert naar overschrijdingen op an dere posten. De voorzitter zegt dat die ook een verhoging te zien geven. Nadat dhr. Blankenstijn om meer duidelijk heid heeft gevraagd op enkele punten, zegt de voorzitter niet precies te weten hoe een en ander tot stand is gekomen. Verder was men algemeen tevreden over de post van f 300.000.onvoor zien. Op een vraag over de bestemming van f 250.000.naar de algemene re serve, werd meegedeeld dat die kan dienen als dekking in de kosten die ge moeid zijn met mogelijke uitbreiding van de vissershaven en vismijn. Bij de rondvraag informeerde dhr. De Looff of de gemeente al is benaderd voor eventuele aanschaf van een com- putertomograaf. Mevr. De Looff vroeg om wat haast te maken met het herstellen van het wachthuisje bij de bushalte bij de Zand- kreeksluis. Verder wees ze er op dat de klok in 'Kats zodanig van slag is dat velen daar last van ondervinden. Dhr. De Smit vindt het jammer dat een tentoonstelling van klederdrachten niet op Colijnsplaat kan worden gehou den. Ook vindt hij dat op gebouwen van de gemeente meer reclame moet worden gemaakt voor de mogelijkheden die er op Colijnsplaat zijn. Dhr. Van Damme wil dat er één of meer schilderijen gekocht worden van oude wijken in Kortgene. Deze zijn ge schilderd door mevr. L. Klop - Steen- dijk. Dhr. Blankenstijn informeert wat er met de oude mavo-school moet gebeu ren. Wat de computertomograaf betreft, daarover is niets bekend, aldus de voor zitter. Wel staat hij er positief tegen over. Aan het defecte bushokje zal aan dacht worden besteed en wat de klok op Kats betreft: die slaat tenminste. Die op Colijnsplaat slaat helemaal niet. Met een klokkenmaker zal deze zaak besproken worden. Aanschaffen van een schilderij zal eerst in het college van b. en w. bespro ken worden eer er een beslissing wordt genomen. Wat er met de oude school gaat gebeuren is nog niet bekend, aldus de voorzitter. Tenslotte vraagt dhr. Blankenstijn om ook in andere kernen bomen te planten op plaatsen waar de vorige zijn dood gegaan. De vergadering wordt hierna geslo ten, waarbij de voorzitter dankt voor de medewerking. „U hebt het mij als waarr nemend niet al te moeilijk gemaakt". TAFELTENNIS: Reserve-team kampioen. Het tweede senioren-team van Slag- vast heeft via een sterke eindsprint beslag weten te leggen op de bovenste plaats. Een plaats, die inhoudt dat dit team promoveert naar de vierde klas. Het zag er echter halverwege de kom petitie lang niet naar uit dat Slagvast de titel zou gaan pakken. Met vier ver- liespunten uit even zoveel wedstrijden was de slag eigenlijk al verloren, maar de tweede kompetitie-helft bracht ook de ommekeer. Via vier overwinningen op rij bleek Slagvast één punt meer over te houden dan de konkurrentie. Terecht dat de secretaresse, Maddy Schrier, na afloop van de laatste wed strijd tegen medekandidaat Big Smash, welke met 73 werd gewonnen, dit team in de bloemmetjes zette en hen succes wenste in de vierde klas. Het eerste senioren-team heeft het echter veel moeilijker. De 73 neder laag tegen Kerkwerve noopt hen de laatste wedstrijd te moeten winnen om degradatie te voorkomen. Erg gemak kelijk zal dat niet gaan, want tegen stander Kapelle heeft nog een kleine kans om kampioen te worden en zal dus alles in het werk stellen om deze wedstrijd winnend af te sluiten. Evenals bij de senioren staat ook het eerste jeugdteam voor de moeilijke op gave om uit de laatste wedstrijd ten minste één punt te halen, om ook de volgende kompetitie nog in de tweede klas uit te mogen komen. En ook bij de jeugd staat het tweede team er nog altijd fraai voor. Ook hier zal de laatste wedstrijd de beslissing moeten brengen. Slagvast zal alleen bij winst op 't Zand uit Middelburg met de eer gaan strijken. Bij elk ander re sultaat zijn de Middelburgers kampioen. Het derde en het pup./welp. team be haalden in hun voorlaatste wedstrijd elk een gelijk spel. Gezien de sterkte van beide teams mag toch van een goed resultaat gesproken worden. PROGRAMMA Dinsdag 8 april: Kapelle 2 Slagvast 1. Zaterdag 12 april: Effect 2 Slagvast 1. Zand 5 Slagvast 2. Scaldina 4 Slagvast 3. Scaldina 5 Slagvast 4. Bent u reeds geabonneerd op een 2-maandelijks tijdschrift met aktualiteiten, kuituur, evene menten, historie en rekreatie. Het geheel in 4-kleuren omslag en alle artikelen voorzien van nog nimmer gepubliceerde foto's. Slechts 30,per jaar. Vraag gratis proefnummer: POSTBUS 1 - 4490 AA WISSENKERKE Het nieuwe sluizenkomplex te Maas- bracht zou in bedrijf gesteld worden. Door koningin Juliana. Het K.O.F. werd door Rijkswaterstaat uitgenodigd met een binnenvaart-instruktievaartuig, als eerste schip door schuttend, bij dit ge beuren het nieuwe sluizenkomplex te passeren (14-9-1966). Dit schip werd de „Prinses Beatrix". Wij waren al eerder i.v.m. vernieu wing van de sluizensituatie te Maas- bracht aanwezig. Dit wegens een t.v.- reportage. Weten zodoende het volgende te verhalen. Ook de Limburgers hebben van die ingebruikstelling een feest gemaakt. De heren van de feestkommissie, waarbij de hoofdingenieur-direkteur van R.W.S. te Maastricht en te Roermond beiden betrokken waren, hadden verteld. Voor de ingebruikstelling zal H.M. hooguit viif minuten uit de auto stappen en op het nieuwe sluizenkomplex aanwezig zijn. Zij moet dan nog door naar Maas tricht voor de opening van een bejaar dencentrum aldaar. Op de bewuste dag lagen wij, gepa- voiseerd en de naamvlag in de voor mast, voor de sluiskolk gereed. Maas- bracht, een groot zuidelijk schippers centrum, torste een zee van vlaggen. Vele mensen waren naar deze plaats gekomen. Voor ons was er een klein probleem. Het bordesje, juist voor ons schip boven de schutkolk, waar de knop voor de openingsdruk tijdelijk was aan gebracht, had men op de vaste brug boven de sluiskolk, rivierzijde, gemon teerd. Bij aankomst van Hare Majesteit moesten voor de vlaggen de masten overeind staan. Doch bij de sluisinvaart, voor passage van die vaste brug, even gestreken worden. Om daarna weer di- rekt in verticale stand terug te bren gen. Zou men dit met al die vlaggen en lijnen een beetje korrekt klaren? Want het vaste dekpersoneel was nodig om af te meren in de schutkolk. Die mastengeschiedenis lag dus even in handen van enkel leerlingen. Doch die hielden zich, toen het zover was, kra nig. Geen malheur. De koningin arriveerde bij het bordes. Als eerste, achter haar, de in marine uniform begeleidende adjudant. Door de druk op de knop openden zich de sluiskolkdeuren. Wat nu loeien kon aan scheepssignaal hoorn liet lawaai los. Wij ontmeerden, voeren de sluis binnen, meerden over stuurboord af. Toen had den wij even tijd om eens langs de stijle betonnen sluiskolkmuren omhoog te kijken. Endaar stond nog altijd koningin Juliana ons bedrijf aan te zien. De adjudant hield haar zijn pols horloge aan arm voor. Zij knikte maar eens, doch bleef wel staan. Tot wij aan de kanaalzijde de sluiskolk weer uit voeren. Zij had op 13 juni 1931, met een bijltjeshak, het naar haar genoemde opleidingsschip „Prinses Juliana", een coaster, in Groningen op de scheeps werf „Gideon", al te water gelaten. Is niet ieder mens soms speelbal, al is dit even maar, der herinneringDeze hernieuwde koninklijke belangstelling deed ons deugd. Wij waren de voorgaande dagen om Maasbracht te bereiken, het schip tot een juweeltje te soppen en bij te schil deren, erg in touw geweest. Hiertoe waren wij het afgelopen weekend al te Roermond gemeerd gebleven, dus niet thuis. Maar een sprekender belo ning hadden wij niet mogen wensen. Doch wij waren er nog niet. Op het Julianakanaal gingen wij met het schip rond en schutten terug. Zo afgesproken was. Wij hadden bij de hoofden van R.W.S. bedongen voor de terugreis op de Maas aan de sluizen voorschutting te krijgen, anders zouden wij een 2de weekend van huis zijn. Vandaar bleven wij, tot verwondering van velen, niet te Maasbracht feestvieren en voeren die dag nog een eind de Maas af. Dit na een scheepsraad met de bemanning. Toen wij de andere morgen de sluis te Belfeld naderden om met voorrang te schutten, vlogen v.an boze grind- schippers, uit nijd hierover, de keien om onze oren. Zo heeft elke medaille eenmaal een keerzijde. Daar was ergens in den lande een groot banket en prins Hendrik zou tafel-president zijn. Ook de pers was aanwezig. Op uitdrukkelijke wens van koningin Wilhelmina zouden er bij dit banket geen tafelwijnen geserveerd worden. Prins Hendrik stond op voor de ope ningstoespraak. Men had zich al ver wonderd over de afwezigheid van de wijnen en dat de prins dit zo lakoniek opnam. Doch nu overzag hij op waar dige wijze de feestelijke dis, keek daar na de gerant even doordringend aan en zei: „Mijnheer, waar blijven de wij nen? Zonder dat wordt met het banket niet aangevangen En de wijnen kwamen. Want zie, zo besloot de verteller, dan had de prins gemaal door dat zijn vrouw hierin de hand had. Ging daar dan dwars tegen in Dit stoute verhaal mochten wij later toetsen aan het volgende. „Hotel Spaan der" te Volendam genoot internationale bekendheid. Temeer door de verzame ling olieverfschilderijen aan de wand. Geschilderd door mensen van allure, bij Spaander logerend tijdens een Vo lendamse werkperiode. Bij hun afscheid hadden zij dan een schilderij achter gelaten. Uit erkentelijkheid, of.... om gedeeltelijke betaling van hun niet- voldane logieskosten. Dit etablissement had ook de belang stelling van ons Koninklijk Huis. Zo een lid hiervan, als gastheer of -vrouw, even te Volendam vertoefde, dan begaf men zich naar „Hotel Spaander". Het was bekend dat prinses Juliana een bijzondere belangstelling had voor een haast levensgroot geschilderd portret van een Volendamse visser. Dit hing ook, in de gelagkamer van dit huis, aan de wand. Mevrouw Spaander die, toen nog in leven, dit familiehotel beheerde, was een beminnelijk mens. Er bestond ook tussen haar en het K.O.F., evenals met Sijtje Boes te Marken en het K.O.F., een sympathie-relatie. Daterend uit de tijd dat mijnheer De Jong nog een poosje had gevaren aan boord van het Markerbootje (toeristenvaart tussen Amsterdam, Volendam en Marken). Zo hadden in de Tweede Wereldoorlog de twee zonen van Gerben de Jong, samen met de toen nog vrijgezel zijnde machinist van het opleidingsschip „Prinses Juliana" (na de vordering van de K.O.F.-schepen door de Duitsers), bij Spaander ondergedoken gezeten. Ter wijl op een keer Seyss-Inquart met gas ten boven hun hoofden aan de Ersatz- koffie zaten, waren hen in een kel dertje, onder de Duitse laarzen, uit spanningsbravour en tijdverdrijf, aan het kaarten, gezeten om een waxine lichtje. Met de „Prins Hendrik" waren wij nu in de haven van Volendam, voor overnachting, afgemeerd. Moesten in de avond dringend telefoneren. Het was vroeg in het voorjaar en de toeristentijd nog verre. Mij aan de wal naar „Hotel Spaander" begevend, waar uit traditie de K.O.F.-mensen nog altijd kwamen, bleek daar de gelagkamer schaars ver licht en door mens verlaten. In deze schemer keken enkel de ogen van de geschilderde markante koppen aan de wand de bezoeker aan. Verscheen de oude mevrouw Spaan der, met als begroeting: „Ha, weer eens een K.O.F.-man. Ik heb het schip de haven binnen zien lopen. Kom maar in de huiskamer, daar is het behaag lijker dan hier!" En verder verontschuldigend: „Als commensaal heb ik heden een voor hier tijdelijk gestationeerde politie-agent in huis. Die nu dienst heeft. Wat zal ik dan „de grote zaal" volledig verwarmen en verlichten? Men moet op de kleintjes passen. Gaat u zitten. Hoe maakt uw voorganger, de oude kapitein Kolk, het nu? Zo, zo, beloodst die nu schepen over het IJsselmeer en het Wad. Dus de „Prins Hendrik" is weer eens in de haven. Daar is de telefoon!" En, wat altijd de dame verraadt, zij trok zich terug en liet mij, alleen ge laten in haar huiskamer, rustig tele foneren. Later, onder de koffie, want dit had zij in die tijd gereed gemaakt: „Ja, Prins Hendrik," en hierop volgde pein zend: „was niet zo'n gelukkig mens in het harnas van „prins-gemaal", want dit werd toen zo genoemd. Een lieve man!" Kon ik haar vertellen, dat wij eens, bijna een week lang, met een keur van Nederlandse journalisten hadden geva ren. Wat mij toen opviel, was het feit dat haast allen nog met waardering over wijlen Z.K.H. hadden gesproken. Voor de aanvang van een thüisreis, waar ook ter wereld, zou hij steeds zijn adjudant vragen: „Is het cadeau voor mijn dochter wel goed ingepakt?" Uit de mond van wijlen mevrouw Spaander hoorden wij toen het volgen de verhaal. Op een zekere dag werd zij aan de telefoon geroepen door koningin Wilhelmina. Deze stelde dat prins Hen drik de andere dag, vergezeld van een buitenlandse hoge gast, in „Hotel Spaander" zou arriveren en om 12.00 uur voor haar gemaal en zijn gast gaarne de lunch gereed zag. En, sprak de koningin verder, dan wens ik dat u Aaltje een vrije dag geeft. Aaltje was jaren als dienstbode, later als oud Volendams vrouwtje, aan huize Spaander verbonden. Inwonend voor dag en nacht. Voor gezelschap met haar meesteres altijd aan één tafel mee- etend. Prins Hendrik, van inborst ei genlijk een eenvoudig mens, praatte graag met Aaltje. Hoorde dan van haar het laatste Volendamse nieuws. Dit nu vond koningin Wilhelmina schijnbaar niet juist. Vandaar haar wens. Die ge realiseerd werd, met volle medewerking van ook Aaltje. Zij ging die dag naar haar ter plaatse wonende familie. Prins Hendrik had zich aan de voor hem gereserveerde tafel al een tijdje met zijn gast onderhouden, toen hij vroeg: „Mevrouw Spaander, ik heb Aaltje nog niet gezien, zij is toch niet ziek?" Dit werd ontkend. Aaltje had al zo lang weer eens een dagje bij haar fa milie willen doorbrengen. Toevallig viel deze afspraak nu op deze datum. Toen stond de prins op en vroeg mevrouw Spaander haar even te mogen volgen naar de huiskamer. Daar ging hij op de bank zitten. Nog hoor ik hem zeggen: „Mevrouw Spaander, ik sta van deze plaats niet eerder op voor Aaltje is teruggeroepen" En hij liet zijn gast alleen zitten. Wij hebben toen Aaltje vlug terug gehaald. Toen zij verscheen was het goed. „Want", besloot mevrouw Spaander haar verhaal, „de prins begreep dan dat de koningin hier weer regelend was opgetreden. Een dergelijke behandeling nam hij niet!" P. C. Noordhoek, Zierikzee. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1986 | | pagina 3