V00RL1CHTINGS-RUBRIEK
Gemeente Wissenkerke
Hoofdlijnen gewijzigd stelsel
sociale zekerheid
Verkiezing gemeenteraad
Raadsvergadering
Uitbreiding dienstverlening
Ziekenfonds Midden-Zeeland
Stand van zaken februari 1986
Redaktie: Gemeente-secretarie Wissenkerke, Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke, Telefoon 01107 -18 55, toestel 24.
In oktober 1985 zijn de voorstellen
van het kabinet tot verandering van i
ons stelsel van sociale zekerheid bij het
parlement ingediend. Deze voorstellen
zijn nu bij de Tweede Kamer in be
handeling. Pas als de Tweede Kamer
en vervolgens de Eerste Kamer zich
erover hebben uitgesproken, kan het
gewijzigde stelsel van kracht worden.
Het kabinet streeft ernaar de behan
deling in het parlement nog in deze
kabinetsperiode af te ronden. De feite
lijke invoering kan enkele maanden la
ter zijn; dat is afhankelijk van de tijd
die de uitvoeringsorganen nodig hebben
om een zorgvuldige uitvoering voor te
bereiden.
Wat houden de ingediende wetsvoor
stellen in? In het kort: in plaats van
de bestaande Werkloosheidswet (WW)
en de Wet Werkloosheidsvoorziening
(WWV) komt er een nieuwe Werkloos
heidswet. Op grond daarvan krijgen
werklozen een uitkering waarvan de
duur vooralsnog afhankelijk is van hun
leeftijd en later van het aantal jaren
dat men in zijn leven heeft gewerkt,
het zogenaamde „arbeidsverleden".
De uitkering bedraagt 70% van het
laatstverdiende loon en wordt geduren
de de looptijd in gelijke halfjaarlijkse
stappen verlaagd tot 70% van het mi
nimumloon. Daarna hebben zij nog ge
durende een jaar recht op een vervolg
uitkering op minimumniveau, onafhan
kelijk van het eventuele inkomen van
de partner. Voor mensen, die de finan
ciële zorg voor een partner of voor kin
deren hebben, komt er een afzonder
lijke Toeslagenwet.
Mensen die op het moment dat ze
werkloos worden 50 jaar of ouder zijn,
komen niet langer in de Bijstandswet,
maar krijgen een uitkering op grond
van een nieuwe Inkomensvoorziening
voor Oudere Werklozen.
Voor werklozen die op het moment
dat het nieuwe stelsel in werking treedt
al een WW- of WWV-uitkering ontvan
gen, komen er overgangsregelingen. De
duur en de hoogte van hun uitkering
verandert niet. De duur en de hoogte
van de arbeidsongeschiktheidsuitkerin
gen veranderen evenmin. Wel stelt het
kabinet voor het werkloosheidsdeel in
deze uitkeringen af te schaffen, zij het
dat dit uitsluitend voor „nieuwe ge
vallen" en voor bestaande uitkerings
gerechtigden onder de 35 jaar gaat
gelden.
Hieronder volgende de hoofdlijnen
van de nieuwe voorgestelde wetten.
Nieuwe werkloosheidswet.
Om voor een werkloosheidsuitkering
van een half jaar in aanmerking te
komen, moet men in het jaar vooraf
gaande aan de werkloosheid in tenmin
ste 26 weken (ongeacht het aantal ge
werkte uren) hebben gewerkt. De eis
in de bestaande WW dat men minstens
65 dagen gewerkt moet hebben, komt te
vervallen. Door het vervallen van deze
eis worden deeltijdwerkers niet langer
in hun recht op een werkloosheidsuit
kering beperkt.
Voor het recht op een werkloosheids
uitkering van langer dan een half jaar
en de daarop aansluitende vervolguit
kering gaat naast de leeftijd ook het
arbeidsverleden een rol spelen. Naast
de al genoemde 26 weken-eis, moet men
in de laatste vijf jaar voorafgaande aan
de werkloosheid tenminste drie jaar een
dienstbetrekking (van tenminste 8 uur
per week) hebben gehad. Perioden
waarin men niet heeft gewerkt in ver
band met de verzorging van kleine
kinderen tellen voor de helft mee.
Bij zogenaamde „verwijtbare" werk
loosheid (d.w.z. dat de werkloosheid te
wijten is aan het gedrag van de werk
nemer) is de hoogte van de uitkering
maximaal 70% van het minimumloon.
Aan de bedrijfsvereniging wordt over
gelaten of in verband met meer of
mindere verwijtbaarheid verder op de
duur of de hoogte van de uitkering
moet worden gekort.
De maximale duur van de nieuwe
werkloosheidsuitkering is voorlopig af
hankelijk van de leeftijd en varieert
van een half jaar tot vijf jaar. De leef-
tijdsgrenzëen zijn als volgt:
tot 23 jaar1/z jaar
23 29 jaar 1 jaar
30 34 jaar IV2 jaar
35 39 jaar 2 jaar
40 44 jaar 2V2 jaar
45 49 jaar 3 jaar
50 54 jaar 3V2 jaar
55 59 jaar 4 jaar
60 jaar en ouder 5 jaar
De hoogte van de uitkering bedraagt
het eerste half jaar 70% van het laatst
verdiende loon. Daarna wordt de uit
kering gedurende de looptijd in gelijke
halfjaarlijkse stappen verlaagd tot 70%
van het minimumloon. Dat is tevens de
hoogte van de vervolguitkering waarop
men vervolgens gedurende een tussen
fase van één jaar recht heeft. De hoogte
van de uitkering is niet afhankelijk
van het inkomen van de partner.
Dit is wel het geval in de Bijstands
wet, waarop iemand na afloop van de
werkloosheidsuitkering en de vervolg
uitkering is aangewezen, als hij of zij
bij de aanvang van de werkloosheid
jonger is dan 50 jaar. Is men bij aan
vang van de werkloosheid ouder dan
50 jaar, dan komt men na afloop van
de werkloosheidsuitkering en de ver
volguitkering in aanmerking voor de
Inkomensvoorziening voor Oudere
Werklozen (IOW).
De nieuwe Werkloosheidswet maakt
geen onderscheid tussen mannen en
vrouwen of kostwinners en niet-kost-
winners, waardoor meer de gelijkbe
rechtiging van mannen en vrouwen
wordt bereikt.
Van verschillende zijden is kritiek
geuit op de voorgestelde verlaging van
de uitkering in gelijke halfjaarlijkse
stappen van 70% van het laatstverdien
de loon naar 70% van het minimum
loon. Daarom heeft het kabinet de mo
gelijkheid aangegeven daarvan af te
zien. Wel acht het kabinet het dan on
vermijdelijk dit tenminste gedeeltelijk
te compenseren door de uitkeringsduur
van de werklozen tussen 23 en 57V2 jaar
met een half jaar te bekorten. Dit zou
dan in vergelijking met het kabinets
voorstel nog 545 miljoen meer kosten,
waardoor er geen financiële ruimte o-
verblijft voor eventuele andere wense
lijk geachte wijzigingen. Hierover vindt
nog overleg plaats met Tweede Kamer.
De nieuwe Werkloosheidswet zal ook
van toepassing zijn op ambtenaren en
dienstplichtigen; voor de ambtenaren
geldt dit echter nog niet in 1986. Na o-
verleg met de centrales van overheids
personeel zal het.tijdstip van inwerking
treding worden vastgesteld. Zelfstandi
gen vallen niet onder de nieuwe Werk
loosheidswet.
Voor mensen die op het moment dat
de nieuwe Werkloosheidswet in werking
treedt al een WW- of WWV-uitkering
ontvangen worden overgangsregelingen
getroffen. Werklozen met een WW- of
WWV-uitkering die 57V2 jaar of ouder
zijn, krijgen na de inwerkingtreding van
de nieuwe Werkloosheidswet hun uitke
ring (weer) van de bedrijfsvereniging.
Dit heeft geen gevolgen voor de duur
of de hoogte van hun uitkering.
Werklozen jonger dan 57'/2 jaar die
op het moment dat de nieuwe Werk
loosheidswet in werking treedt een
WW-uitkering ontvangen, krijgen daar
na hun WWV-uitkering van de bedrijfs
vereniging. Tot dusver verstrekte de ge
meentelijke sociale dienst deze uitke
ring. Ook voor hen heeft dat geen ge
volgen voor de duur of de hoogte van
de uitkering.
Voor mensen die op het moment dat
de nieuwe Werkloosheidswet van kracht
wordt een WWV-uitkering ontvangen
en jonger zijn dan 51l/z jaar verandert
er niets. Zij blijven hun uitkering van
de gemeentelijke sociale dienst ontvan
gen. Wel komen degenen die ouder zijn
dan 50 jaar en nu gebruik maken van
de zogenaamde „interimregeling voor
oudere werklozen in de WWV", onder
de Wet Inkomensvoorziening Oudere
Werklozen (IOW) te vallen. Ook deze
wet wordt uitgevoerd door de gemeen
telijke sociale dienst.
Inkomensvoorziening voor oudere
werklozen.
Om de positie van langdurig werklo
zen te verbeteren wil het kabinet een
Wet Inkomensvoorziening voor Oudere
Werklozen invoeren. De wet moet gel
den voor werknemers die op het mo
ment dat zij werkloos werden 50 jaar
of ouder waren en die de maximale
uitkeringsduur van de nieuwe Werk
loosheidswet hebben doorlopen. Zij krij
gen recht op een uitkering op het soci
aal minimumniveau, dat wil zeggen
70% van het minimumloon voor alleen
staanden, 90% voor éénoudergezinnen
en 100% voor twee partners tezamen.
De (aanvullende) uitkering wordt ver
strekt als de inkomsten uit arbeid van
de uitkeringsgerechtigde en de partner
samen lager zijn dan deze uitkering. In
tegenstelling tot de Bijstandswet wordt
echter geen rekening gehouden met ver
mogen (bijvoorbeeld in de vorm van
een eigen huis) en met andere gezinsin
komsten. Oudere werklozen die nu al
een bijstandsuitkering ontvangen, ko
men niet voor de Inkomensvoorziening
voor Oudere Werklozen in aanmerking.
Toeslagenwet.
Bij een uitkering van 70% van het
laatstverdiende loon kan de uitkering
van mensen die de financiële zorg voor
een partner of voor kinderen hebben
onder het voor hen geldende minimum
niveau komen. Op dit moment zorgen
de minimumdagloonregelingen in de
werkloosheidswetten en in de Ziekte
wet en de toeslagen in de AAW in die
gevallen voor aanvulling van de uitke
ring tot het minimumloon. Het kabinet
stelt voor deze regelingen af te schaf
fen en daarvoor in de plaats een afzon
derlijke Toeslagenwet van kracht te la
ten worden. De Toeslagenwet geeft een
aanvulling op de uitkering op grond van
de Werkloosheidswet, WAO, AAW en
Ziektewet tot aan het mnimumniveau
voor de leefeenheid. Voor éénouderge
zinnen betekent dit, dat niet langer
wordt aangevuld tot het niveau van
het minimumloon, maar tot 90% van het
minimumloon, het uitkeringsniveau
voor alleenstaande ouders dat nu al in
de Bijstandswet geldt. Éénoudergezin
nen die op het moment dat de Toesla
genwet in werking treedt al een WW-,
WWV- of AAW-uitkering ontvangen
worden voor de duur dat zij op deze uit
kering aanspraak kunnen maken in be
ginsel als echtparen aangemerkt. Om
dat dit voor de AAW een zeer langlo
pende overgangsregeling zou betekenen,
zal nog een herbezinning plaatsvinden
over de positie van alleenstaande ou
ders in de AAW.
Bij het bepalen van het recht op een
toeslag wordt rekening gehouden met
het inkomen uit arbeid van de partner.
Gehuwden en ongehuwd samenwonen
den worden gelijk behandeld. Het ver
mogen van de uitkeringsgerechtigde en
zijn of haar partner blijft buiten be
schouwing.
Wiiziging Arbeidsongeschiktheids
wetten.
Het kabinet is niet van plan om de
duur en de hoogte van de arbeidsonge
schiktheidsuitkeringen voor volledig ar
beidsongeschikten te veranderen. Bij
een arbeidsongeschiktheid van 80% of
meer blijft de uitkering 70% van het
laatstverdiende loon tot het 65ste jaar.
Wel stelt het kabinet voor het werk
loosheidsdeel in de arbeidsongeschikt
heidsuitkeringen af te schaffen. Op dit
moment kunnen mensen die gedeeltelijk
arbeidsongeschikt zijn en gedeeltelijk
werkloos een volledige arbeidsonge
schiktheidsuitkering ontvangen. Bij de
bepaling van de mate van arbeidson
geschiktheid wordt nu niet alleen reke
ning gehouden met de medische en
arbeidskundige arbeidsongeschiktheid,
maar ook met de mogelijkheid voor
betrokkenen om werk te krijgen.
Het kabinet wil de mogelijkheid die
de WAO en AAW bieden om rekening
te houden met de situatie op de ar
beidsmarkt laten vervallen. Voor „nieu
we gevallen" moet deze werkwijze vol
gens de voorstellen direkt na invoering
van de wet ingaan. Voor het deel dat
de uitkeringsgerechtigde niet arbeids
ongeschikt maar werkloos is, komt hij
of zij in aanmerking voor een werk
loosheidsuitkering.
Voor mensen die bij inwerkingtreding
van de wetswijziging al een arbeids
ongeschiktheidsuitkering ontvangen,
stelt het kabinet de volgende regeling
voor. Arbeidsongeschikten van 35 jaar
of ouder die al een uitkering ontvangen
op het moment dat de wijziging van
de arbeidsongeschiktheidswetten van
kracht wordt, zullen niet opnieuw wor
den gekeurd. De afschaffing van het
werkloosheidsdeel in de arbeidsonge
schiktheidsuitkeringen zal alleen gaan
gelden voor arbeidsongeschikten onder
de 35 jaar en voor mensen die na in
voering van de gewijzigde wetten voor
een arbeidsongeschiktheidsuitkering in
aanmerking gaan komen.
Arbeidsongeschikten onder de 35 jaar
zullen in fasen worden herbeoordeeld.
Bij deze herbeoordeling zal voor het
bepalen van het arbeidsongeschikt
heidspercentage geen rekening meer
worden gehouden met de kansen op
de arbeidsmarkt van de arbeidsonge
schikten. Voor het deel dat zij niet
arbeidsongeschikt maar werkloos zijn,
kunnen zij in aanmerking komen voor
een aanvullende, naar het laatste loon
berekende werkloosheidsuitkering. De
duur van deze aanvullende werkloos
heidsuitkering is voor hen bij wijze
van overgangsmaatregel langer dan in
de nieuwe werkloosheidswet is aan
gegeven.
Arbeidsongeschikten tot 23 jaar krij
gen in principe gedurende een jaar een
aanvullende werkloosheidsuitkering, ar
beidsongeschikten van 23 tot en met 29
jaar gedurende 2 jaar en arbeidsonge
schikten van 30 tot en met 34 jaar
gedurende 3 jaar. Voor arbeidsonge
schikten die op het moment dat de
wijziging van kracht wordt al 5 jaar
of langer een uitkering ontvangen, geldt
voor de aanvullende werkloosheidsuit
kering een termijn van 5 jaar. Als men
voldoet aan de zogenaamde arbeids-
verledeneis van de nieuwe Werkloos
heidswet 3 jaar een dienstbetrekking
hebben gehad in de 5 jaar voorafgaand
aan de werkloosheid/arbeidsongeschikt
heid heeft men daarna nog recht op
een aanvullende vervolguitkering van
een jaar.
Geiyke behandeling van gehuwden en
ongehuwd samenwonenden.
Volgens de voorstellen moet eveneens
een wetswijziging van kracht worden
die de gelijke behandeling van gehuw
den en ongehuwd samenwonenden in
de Algemene Bijstandswet (ABW), de
AOW, de Toeslagenwet en de IOW
vastlegt. Op grond hiervan moet voor
ongehuwd samenwonenden die in een
situatie verkeren die in alle opzichten
niet wezenlijk verschilt van die van
gehuwden de uitkering op dezelfde wij
ze worden vastgesteld.
Nu vindt deze gelijke behandeling in
de Algemene Bijstandswet (ABW) al
wel plaats bij man/vrouw relaties, maar
niet bij partners van hetzelfde geslacht
(twee samenwonende mannen of twee
samenwonende vrouwen). Voor het me
rendeel van de ongehuwd samenwo
nenden in de ABW betekent deze for
malisering van de gelijke behandeling
van gehuwden en ongehuwden echter
geen verandering in de bestaande prak
tijk.
Voor ongehuwd samenwonende AOW-
ers, die op het moment dat deze wijzi
ging in werking treedt al ieder een
AOW-pensioen ontvangen, geldt een
overgangsregeling; zij behouden hun
AOW-pensioen voor een ongehuwde.
Uitvoering.
Het kabinet wil de uitvoering van de
nieuwe Werkloosheidswet (inklusief de
vervolguitkering van één jaar) en de
Toeslagenwet opdragen aan de bedrijfs
verenigingen. Op dit moment verstrek
ken de bedrijfsverenigingen de WW-
De uitslagen per dorp zien er als
volgt uit:
Wissenkerke:
CDA 253
PvdA 236
VVD 89
SGP 19
Vrije Gem. Belangen 80
677
Opkomstpercentage: 78,9.
Kamperland:
CDA 484
PvdA 218
WD 145
SGP 115
Vrije Gem. Belangen 110
1072
Opkomstpercentage: 82,0.
Geersdijk:
CDA 76
PvdA 35
WD 41
SGP 44
Vrije Gem. Belangen22
218
Opkomstpercentage: 81,6.
Totalen Wissenkerke:
CDA 813 41,3%
PvdA 489 24,9%
WD 275 14,0%
SGP 178 9,0%
Vrije Gem. Belangen 212 10,8%
De gemeenteraad vergadert weer en
wel op maandag 7 april a.s. om 19.30
uur in het gemeentehuis. De onder
staande punten komen aan de orde:
1. Opening.
2. Notulen van de vergadering van 24
februari 1986.
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
4. Voorbereidingsbesluit bestemmings
plan „Kampeerterrein Roompot II" t.b.v.
verbouwplan toiletgebouwen camping
„De Roompot".
5. Ongegrondverklaring bezwaarschrift
K. J. P. Dinger tegen ontwerp 2e her
ziening bestemmingsplan „Bebouwde
kom Geersdijk II".
6. Vaststelling ontwerpen 2e herziening
„Bebouwde kom Wissenkerke II", 2e
herziening „Bebouwde kom Kamper
land II" en 3e herziening „Bebouwde
kom Geersdijk II".
7. Krediet uitbreiding/wijziging open
bare verlichting Nieuwstraat te Kam
perland.
8. Meerjarenprogramma dorpsvernieu
wing 1987—1991.
9. Voorlopige vaststelling vergoeding
exploitatiekosten bijzondere kleuter-
Ter intensivering van de service
verlening aan de aangesloten verze
kerden heeft het bestuur van het Zie
kenfonds Midden - Zeeland voorberei
dingen getroffen om gebruik te kunnen
maken van een rijdende kantoorwa
gen. Deze serviceverlening zal per 1
april 1986 worden ingesteld. De rijdende
kantoorwagen zal periodiek de verschil
lende woonkernen gaan bezoeken.
Voor uw kontakten met uw zieken
fonds kunt u terecht op de volgende
tijdstippen en plaatsen:
uitkering en de gemeenten de WWV-
uitkering. De Inkomensvoorziening voor
Oudere Werklozen moet volgens de
voorstelen worden uitgevoerd door de
gemeenten. Zij blijven ook belast met
de uitvoering van de Algemene Bij
standswet.
Financiering.
De nieuwe Werkloosheidswet moet
volgens het concept-wetsvoorstel in be
ginsel worden gefinancierd door pre
mies van werkgevers en werknemers.
De Toeslagenwet en de Inkomensvoor
ziening voor Oudere Werklozen komen
voor rekening van de overheid. In de
huidige situatie betalen werkgevers en
werknemers de WW (inklusief de uit
keringen op grond van de minimum
dagloonregelingen) en de overheid de
WWV. Om schokeffekten in de premie
lastverdeling te voorkomen, stelt het
kabinet voor om de gedeeltelijke werk
loosheidsuitkering van arbeidsonge
schikten die opnieuw zijn gekeurd, nog
te financieren uit de arbeidsongeschikt
heidsfondsen.
Het aantal geldige stemmen bedroeg
1967. Het aantal oproepen dat werd
verzonden was 2432. Het opkomstper
centage in Wissenkerke was dan ook
80,9. In 1982 was dat 79,9.
De verdeling van de zetels.
Er werden 1967 geldige stemmen uit
gebracht. Er zijn 11 zetels in de raad
te verdelen. Voor één raadszetel zijn er
dan ook 178 9/11 stemmen nodig.
Het CDA krijgt in eerste instantie
4 zetels, overschot: 97 8/11.
De PvdA krijgt in eerste instantie
2 zetels, overschot 1314/11.
De VVD krijgt in eerste instantie
1 zetel, overschot: 96 2/11.
De SGP krijgt in eerste instantie geen
zetel, overschot: 178.
Vrije Gemeente Belangen 'krijgt in eer
ste instantie 1 zetel, overschot: 33 2/11.
Dan zijn er 8 zetels verdeeld. De
overige drie zetels de zgn. restzetels
worden verdeeld over die partijen,
die de meeste stemmen over hebben.
De SGP krijgt de eerste restzetel; de
PvdA de tweede en het CDA de derde.
De samenstelling van de raad komt
er dan als volgt uit te zien:
CDA 5 zetels
PvdA 3 zetels
WD 1 zetel
SGP 1 zetel
Vrije Gemeente Belangen1 zetel
scholen 1984 en 1985 (1 januari
31 juli).
10. Vaststelling vergoeding exploitatie
kosten bijzondere lagere scholen 1985
(1 januari 31 juli).
11. Verzoek ex artikel 74 van de Wet
op het Basisonderwijs van de Vereni
ging voor Christelijk Nationaal School
onderwijs voor vervanging zonwering
Nieuwstraat 34 te Kamperland.
12. Uitbreiding erfpachtsrecht jacht
haven.
13. Aankoop perceel grond aan de Kerk
straat en bijdrage-ineens in het kader
van de bedrijfsverplaatsing Bakkerij
Geijs.
14. Standpunt bepaling exploitatie
jachthaven Kamperland.
15. Verkoop grond aan de Rabobank
„Noord-Beveland" BA te Kamperland.
16. Ongegrondverklaring van het be
zwaarschrift van Kampeerdersvereni-
ging „De Molenvrienden" te Breda.
17. Krediet elektriciteitsvoorzieningen
dorpshuis Wissenkerke.
18. Wijziging gemeentebegroting 1986.
19. Rondvraag.
20. Sluiting.
U 'bent van harte welkom.
Wissenkerke: Aan de Voorstraat, te
genover de kerk, elke derde week van
de maand, van 14.00 uur tot 15.30 uur,
op donderdagmiddag;
Kamperland: Aan de Nieuwstraat bij
het Dorpshuis, elke eerste week van de
maand, van 14.00 uur tot 15.30 uur op
dinsdagmiddag;
Geersdjjk: Aan de Hoofdstraat tegen
over nr. 4, elke eerste week van de
maand, van 11.30 uur tot 13.30 uur op
dinsdag.