VOORLICHTINGS-RUBRIEK Gemeente Wissenkerke ALGEMENE BIJSTANDSWET Redaktie: Gemeente-secretarie Wissenkerke, Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke, Telefoon 01107 - 16 55, toestel 24. Hoofdlijnen en bedragen. Halfjaarlijks overzicht 1 januari 1986 Bijstandsnormen voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten. Vanaf 1 januari 1986 zijn de netto bedragen als volgt vastgesteld: Gezinnen (en samenwonende partners). Normbedrag: Echtpaar zonder en met kinderen: per week f 344,50: per maand 1492,85. Één oudergezin per week 310,05; per mnd. 1343,55. Bij gezinnen die met anderen een woning bewonen, vindt een vaste aftrek plaats van 157,35 per maand. Plus: De premie voor een vrijwillige ver zekering of een bejaardenverzekering bij een ziekenfonds. Maar niet de aan vullende premie. Plus: Vakantiegeld, echtpaar zonder en met kinderen per week 18,62; per maand 80,69. Eén-oudergezin per week 16,76 en per maand 72,62. Het vakantiegeld wordt in juni uitbetaald. Alleenstaande woningdelers. Normbedrag: 23 jaar of ouder per week 204,85 en per maand 887,65. 22 jaar per week 175,50 en per maand 760,60. 21 jaar per week 168,45 en per maand 730,05. 18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis inwonend) per week 168,45 en per maand 730,05. Plus: De premie die u betaalt voor een vrijwillige verzekering bij een zieken fonds. Maar niet de aanvullende premie. Plus: Vakantiegeld: 23 jaar of ouder per week 13,03 en per maand 56,48; 22 jaar per week 12,77 en per maand 55,35; 21 jaar per week 12,20 en per maand 52,88. 18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis inwonend) 20 jaar per week 10,47 en per maand 45,36; 19 jaar per week ƒ8,83 en per maand 38,24; 18 jaar per week 7,59 en per maand 32,90. Het vakantiegeld wordt eens per jaar in juni uitbetaald. Voor alleenstaanden die met een of meer anderen op een niet-commerciële* basis een woning bewonen (zgn. wo ningdelers) gelden de bovenstaande be dragen. Deze gelden ook voor meerder jarigen die bij hun ouders wonen. Hun woonkosten en de aan het wonen ver bonden vaste lasten zijn namelijk lager dan van alleenstaanden die alleen en volledig voor eigen rekening een wo ning bewonen. Voor jongeren van 18, 19 en 20 jaar leidt het woningdelen niet tot een lagere norm. Voor wie op 31 december 1984 al bijstand ontving kan nog een over gangsregeling gelden. Zie hiervoor ver derop in dit artikel. Niet-commerciële basis: dat wil zeggen niet als onderhuurder of als kostganger. dit loon worden loonbelasting en pre mies voor sociale verzekeringen afge trokken. Dan blijft het netto-minimum- loon over. De uitkering voor een echtpaar is gelijk aan het netto-minimumloon. Één oudergezinnen krijgen 90%, alleenstaan den 70% en alleenstaande woningdelers 60% daarvan, omdat de noodzakelijke kosten van het bestaan voor hen lager zijn. Voor alleenstaanden beneden 23 jaar gelden lagere bedragen, afgeleid van de minimumjeugdlonen. Let wel: Net als iemand die het minimumloon verdient, moet de bijstandsontvanger uit zijn of haar uitkering de normale kosten van het bestaan betalen. Dit zijn de kosten voor bijvoorbeeld eten, drinken, wonen, licht en verwarming, kleding, meubilair en ontspanning. Woonkosten. Woont u in een huurhuis met een kale huur tussen 246,60 en 670, per maand (voor alleenstaanden jonger dan 23 jaar is dat resp. 184,60 en 530,dan komt u als bijstands ontvanger in het algemeen voor huur subsidie in aanmerking. De gemeente kan hierover inlichtingen geven. Als u op bijstand aangewezen raakt en nog niet voor huursubsidie in aanmerking komt, past de bijstand op dezelfde ma nier in de huur bij als de huursubsidie zou doen. Woont u in een eigen woning, dan komt u natuurlijk niet in aanmerking voor huursubsidie. Bedragen hypo theekrente, eigenaarsonderhoud, belas ting op onroerend goed, e.d. bij elkaar minder dan 246,60 per maand, dan moet u die kosten uit het uitkerings bedrag betalen. Liggen de kosten tussen 246,60 en 670,per maand, dan krijgt u boven het gewone bijstandsbedrag nog een toeslag. Deze toeslag is even groot als de huursubsidie voor een huurhuis van die prijs. Let wel: Als u in een eigen huis woont, waar van de waarde na aftrek van de hypo theek hoger is dan het vrij te laten vermogen (zie „Vrij te laten vermogen") dan kunt u eventueel bijstand te leen krijgen op onderpand van uw huis (krediet-hypotheek). Woonkosten boven 670,per maand. Voor huren boven 670,per maand wordt niet in alle gevallen huursubsidie gegeven. Als u in zo'n huis woont, kan het zijn, dat u in aanmerking komt voor een toeslag, maar die is altijd tijdelijk. Aan de toekenning van een toeslag is de voorwaarde verbonden, dat u moet omzien naar een goedkoper huis. De gemeente kan hierover inlich tingen geven. Woont u in een eigen huis met hogere kosten dan 670, per maand, dan geldt hetzelfde. U zult ook naar een goedkoper huis moeten uitkijken. Inwonende kinderen. Van inwonende kinderen met een eigen inkomen wordt aangenomen dat ze bijdragen in de kosten van wonen en de aan het wonen verbonden vaste lasten. Daarom wordt 157,35 per mnd. van de uitkering van de ouder(s) af getrokken. Dit blijft achterwege als er uitsluitend minderjarige kinderen zijn, die een RWW-uitkering voor een thuis inwonende ontvangen. Voor wie op 31 december 1984 bij stand had en een andere korting, kan nog een overgangsregeling gelden. Zie hierover later in dit artikel. Vrü te laten vermogen. Hebt u vermogen bijvoorbeeld geld op een spaarrekening of in een eigen huis dan hoeft dat niet eerst hele maal te worden opgemaakt, voordat u voor bijstand in aanmerking komt. Een zogenaamd bescheiden vermogen wordt vrijgelaten. Dit bescheiden vermogen bedraagt: 15.900,voor gezinnen; 7.950,voor alleenstaanden en thuis- inwonenden. De rente van dit vermogen is ook vrij. Er is een extra vrijlating voor het vermogen in een eigen huis. Deze geldt voor wie in een eigen huis woont, jon ger is dan 65 jaar en bijstand krijgt tot de normbedragen voor de algemene bestaanskosten. Deze extra vrijlating is 15.000,de helft van het meerdere vermogen. De vrijlating van het bescheiden ver mogen en de extra vrijlating van het vermogen in een eigen huis kunnen te- samen niet meer zijn dan 75.700, voor gezinnen en 67,750,voor alleen staanden. Let wel. Er is ook nog een extra vrijlating van vermogen mogelijk voor oudere ex- zelfstandigen en oudere langdurig werk loze werknemers (50 t64 jaar). Zie hierover later in dit artikel. Bijzondere uitgaven. Hiertoe behoren niet: de grotere aan kopen die iedereen wel eens moet doen, bijvoorbeeld kleding, meubels of een kachel. Deze moeten uit het normbedrag worden betaald. Dat geldt ook voor ver huiskosten en kosten van woningin richting. Maar het kan zijn dat u nood zakelijke extra kosten hebt, die ont staan zijn door bijzondere omstandig heden zoals bijvoorbeeld ziekte en ge breken. Hiervoor kan bijstand worden gegeven, waarbij rekening wordt ge houden met de draagkracht die u hebt. Voor dergelijke uitgaven, die niet boven 171,05 per kalenderjaar uitko men, wordt geen bijstand verleend. Voor het meerdere boven deze 171,05 echter wel. Bent u jonger dan 65 jaar, dan dient u voor uitgaven in verband met inva liditeit een voorziening te vragen op grond van de Algemene Arbeidsonge schiktheidswet (AAW). Overgangsregeling woningdelers. Toen de woningdelersnorm en de ge wijzigde kortingsbepalingen werden in gevoerd, werd een overgangsregeling getroffen. De overbruggingstoeslag geldt tot april 1986 alleen nog, als het gaat om twee of meer bijstandsontvangers in één woning. Het individuele karakter van de bijstand De bijstand wordt afgestemd op om standigheden en mogelijkheden van per soon en gezin. Dit kan tot gevolg heb ben, dat van bovenstaande normen en regels wordt afgeweken. Bijvoorbeeld wanneer iemand naast de noodzakelijke kosten van het gewone levensonderhoud bijzondere kosten heeft, die hij niet kan betalen, maar die voor hem wel nood zakelijk zijn. De bijstand is op deze manier een duidelijk individuele uitkering en kan van persoon tot persoon verschillen. RIJKSGROEPSREGELINGEN. Voor werkloze werknemers. Deze regeling is van toepassing op personen van 18 tot 65 jaar die werk loos zijn en niet of niet meer in aan merking komen voor een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) of de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV). Hiertoe behoren ook: ex-zelfstandigen die nog geen 65 jaar zijn en hun bedrijf hebben moeten op geven; schoolverlaters vanaf 18 jaar, die nog geen werk hebben kunnen vinden. Voor minderjarige werkloze school verlaters vanaf 18 jaar gaat de eigen uitkering niet direkt in nadat de studie is geëindigd. Zij gaat eerst in, nadat twee volle kalenderkwartalen zijn ver streken. Dit is in de meeste gevallen 1 januari na het jaar, waarin de studie is geëindigd. Wel hebben de ouders in deze periode in beginsel recht op kin derbijslag. Bij een laag inkomen kun nen ouders van schoolverlaters, die zelf standig wonen, dan bovendien een aan vulling met bijstand krijgen. Dit kan echter alleen, als de schoolverlater tij dens de studie al zelfstandig woonde en een rijksstudietoelage ontving. Voor meerderjarige werkloze school verlaters kan de uitkering ingaan, als er geen aanspraak meer is op studie financiering. Dat geldt ook, als de ou ders de studie zelf hebben betaald. Let wel: Zorg voor tijdige inschrijving bij het (gewestelijk) arbeidsbureau liefst vóór het eindigen van de studie. Bijstand voor de algemene bestaans kosten kan aan werkloze werknemers worden verleend onder bepaalde voor waarden. Zo moet men in elk geval: als werkzoekende ingeschreven staan bij het arbeidsbureau en dat ook blijven het mogelijke doen om werk te krij gen en passende arbeid die wordt aan geboden aanvaarden; meewerken aan een eventueel me disch onderzoek, scholing, her- of om scholing of opleiding. Als men zonder geldige redenen deze voorwaarden niet nakomt, volgt verla ging of stopzetting van de bijstand. De bijstand wordt berekend volgens de op de voorgaande bladzijden vermelde bij standsnormen en regels. Voor zelfstandigen. Zelfstandigen die een levensvatbaar bedrijf hebben maar met financiële pro blemen zitten, b.v. omdat de inkomsten tijdelijk wegvallen of noodzakelijke in vesteringen niet gedaan kunnen worden, kunnen een beroep op deze regeling doen, als men bij de bank of anderszins niet afdoende kan worden geholpen. Er wordt dan nagegaan, of het nodig en verantwoord is de zelfstandige dat be drijfskapitaal van gemeentewege te verstrekken. Als dit wordt toegekend, gebeurt dat meestal in de vorm van een lening. Het is de bedoeling dat zo het bedrijf weer op peil wordt gebracht, waardoor men weer in z'n bestaan kan voorzien. Aan de hulpverlening kunnen voorwaarden worden verbonden, zoals b.v. de bege leiding op bepaalde punten. Zonodig kan ook een periodieke uitkering voor de normale bestaanskosten worden toe gekend. Starters. Degenen, die een werkloosheidsuitke ring hebben of bijstand, alsmede AAW- ers en WAO-ers met een uitkering tot bijstandsniveau, kunnen sinds 1 mei 1985 ook een beroep doen op de Rijks groepsregeling zelfstandigen om een zelfstandig bedrijf of beroep te begin nen. Een deskundig onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf of beroep is een vereiste. Er zijn dan twee mogelijkheden: een lening van maximaal 25.000, als startkapitaal en voor maximaal 1,5 jaar een aan vulling op het inkomen tot bijstands niveau. Voor oudere zelfstandigen. Deze regeling is van toepassing op zelfstandigen van 58 tot 65 jaar, die uit hun bedrijf wel inkomsten hebben, maar niet voldoende om in de nood zakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Ze kan een aanvul ling geven tot de bijstandsnorm, als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zo moet men: minstens 58 jaar zijn, maar de leef tijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt; in staat zijn om ook in de toe komst uit het bedrijf of beroep een inkomen te halen van tenminste de helft van het voor dat jaar berekende minimum-inkomen voor zelfstandigen. Per 1 januari 1986 is dat tenminste 15.200,Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast; er rekening mee houden dat indien het eigen vermogen (zakelijk en privé) voor 1986 meer bedraagt dan 174.100, de aanvulling in de vorm van een ren tedragende lening wordt verstrekt. Be neden deze grens wordt de aanvulling meestal gratis gegeven; de arbeidstijd geheel of vrijwel geheel gebruiken om het beroep of be drijf uit te oefenen; voldoen aan de wettelijke vereisten voor het beroep of bedrijf, dat men bovendien al minstens vijf jaar moet uitoefenen; over een goede boekhouding be schikken. Vrijlating oudedagsvoorziening bijzondere groepen. Deze regeling is van toepassing op ex-zelfstandigen en langdurig werklo zen van 50 tot en met 64 jaar, die voor de noodzakelijke kosten van het bestaan op bijstand zijn aangewezen. Zij mogen boven het „vrij te laten vermogen" (zie eerder in dit artikel) een extra bedrag voor de oude dag bewaren. Voorwaarden voor deelname aan de regeling zijn o.a.: men moet onvrijwillig werkloos zijn; ex-zelfstandigen mogen niet of niet meer voor een bedrijfsbeëindigingsrege ling in aanmerking komen; langdurig werklozen mogen niet meer voor een uitkering krachtens de Werk loosheidswet (WW) of de Wet Werk loosheidsvoorziening (WWV) in aanmer king komen; men moet de garantie geven, dat het geld voor de oude dag zal worden gebruikt; indien men naast de AOW reeds pensioenrechten heeft opgebouwd, dient de waarde daarvan op de extra vrij lating in mindering te worden gebracht. De bedragen, die men extra mag hou den, lopen van ongeveer 20.800,op 50-jarige tot 55.500,op 64-jarige leeftijd. BEZWAAR EN BEROEP. Burgemeester en wethouders. Tegen de behandeling van de aan vraag kan bezwaar worden gemaakt door een bezwaarschrift te sturen naar burgemeester en wethouders dat wil zeggen: een eenvoudige brief waarin de bezwaren worden opgesomd. Dat kan: als u na één maand nog geen be slissing hebt ontvangen, binnen de 2de maand na de aanvraag en binnen één maand: als u een beslissing op de aanvraag hebt ontvangen, waarmee u het niet eens bent; als een beslissing niet, of niet zoals het behoort, wordt uitgevoerd, of de uitkering is verminderd of stopgezet. Gedeputeerde Staten en de Kroon. Bij gedeputeerde staten kan in beroep worden gegaan: als u het niet eens bent met het antwoord van de gemeente op dat be zwaarschrift (maar dan wel binnen één maand na verzending van dat antwoord) als u in de tweede maand na het sturen van een bezwaarschrift nog geen antwoord hebt ontvangen. Iemand die in beroep gaat, stuurt een brief naar gedeputeerde staten van zijn provincie, waarin de bezwaren nog eens worden genoemd. Na verloop van enige tijd doen gedeputeerde staten uit spraak. Bent u het daar nog steeds niet mee eens, dan is het mogelijk om in hoger beroep te gaan bij de Kroon. In dat geval moet binnen één maand na verzending van de uitspraak van gedeputeerde staten een brief worden gestuurd aan de Koningin. Adres: Aan de Raad van State, Afdeling voor de Geschillen van Bestuur, 's-Gravenhage. Let wel: er dient binnen de genoemde termijn te worden gereageerd, wilt u uw rechten niet verspelen. Aan de inhoud van dit artikel kunt u geen rechten ontlenen. Er bestaan speciale folders over bij stand en: gescheiden vrouwen schoolverlaters zelfstandigen oudere zelfstandigen bezwaar en beroep draagkracht bij bijzondere bestaans kosten werkloze werknemers (Rww) het eigen huis Inlichtingen. De Algemene Bijstandswet wordt uit gevoerd door de gemeenten. Voor in lichtingen dient men zich te wenden tot de afdeling sociale zaken of de so ciale dienst in de eigen gemeente. Ook kan voor inlichtingen kontakt worden opgenomen met het rijksconsulentschap in de provincie Zeeland: Koepoortstraat 8, 4331 SL Middelburg, Telefoon 01180 - 35255. INDIENING SUBSIDIE AANVRAGEN 1987 Verenigingen en instellingen binnen onze gemeente kunnen elk jaar hun verzoek om subsidie indienen. Deze subsidieverzoeken worden jaarlijks op genomen in het Jaarprogramma Speci fiek Welzijn, onderdeel van de gemeen tebegroting. Om voor het jaar 1987 in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, dienen de besturen van verenigingen en instel lingen hun aanvraag in te dienen voor 1 april 1986. Deze aanvraag dient vergezeld te gaan van een begroting voor het jaar 1987 met een toelichting, een jaarrekening over het jaar 1985, een opgave van de kas-, bank- en giro-saldi per 31 dec. 1985, een jaarverslag over het jaar 1985, statuten of een huishoudelijk reglement voorzover deze niet eerder is ingediend, een opgaaf van de samenstelling van het bestuur en een ledenlijst met ver melding van de naam, adres en de woonplaats. De meeste instellingen en verenigin gen hebben reeds een aanvraagformu lier toegezonden gekregen. Mocht u als nog over een aanvraagformulier willen beschikken, kunt u deze afhalen op de afdeling sociale zaken en welzijn, of even bellen: 01107 - 1655, tst. 26. BURGERLIJKE STAND WISSENKERKE Geboren: Geen. Ondertrouwd: Luc Wuyts en Annette A. Tange; Marinus de Bruine en Wil- lemina M. Lous. Gehuwd: Geen. Overleden: Pieter Geelhoed, 86 jaar; Hendrik A. Schrier, 84 jaar; Adriana Verton, e.v. Van der Maas, 78 jaar; Leendert van der Weele, 82 jaar. WIJZIGING ALARMNUMMER Op 12 februari 1986 wordt het alge meen alarmnummer voor Noord- en Zuid-Beveland (vroeger het Hulpcen trum bij de BB te Goes) veranderd van 01100- 14444 in: 01184 - 14444. Dit nummer moet u bellen bij brand, ongevallen en in gevallen waarin een ambulance nodig is. Alleenstaanden (niet-woningdelers). Normbedrag. 23 jaar of ouder per week 241,15 en per maand 1045,22 jaar per week 206,90 en per maand 896,60; 21 jaar per week 180,20 en per maand 780,85. 18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis inwonend) per week 168,45 en per maand 730,05. Plus: De premie voor een vrijwillige ver zekering of een bejaarden verzekering bij een ziekenfonds. Maar niet de aan vullende premie. Plus: Vakantiegeld, 23 jaar of ouder per week 13,03 en per maand 56,48; 22 jaar per week 12,77 en per maand 55.35; 21 jaar per week 12,20 en per maand 52,88. 18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis inwonend): 20 jaar per week ƒ10,47 en per maand 45,36; 19 jaar per week 8,83 en per maand 38,24; 18 jaar per week 7,59 en per maand 32,90. Het vakantiegeld wordt in juni uit betaald. In zeer bijzondere gevallen komt het voor, dat jongeren beneden 18 jaar niet meer thuis kunnen wonen. De gemeente beslist of, en voor hoelang, hiervoor bijstand wordt gegeven. Thuis-inwonende kinderen (werkloos). Normbedrag. 20 jaar per week 99,65 en per maand 431,80; 19 jaar per week 79,60 en per maand 344,90; 18 jaar per week 79,10 en per maand 342,80. Plus: Vakantiegeld, 20 jaar per week 10,47 en per maand 45,36; 19 jaar per week 8,83 en per maand 38,24; 18 jaar per week 7,59 en per maand 32,90. Het vakantiegeld wordt in juni uit betaald. ALGEMENE BEPALINGEN. Normbedragen. De bijstandsuitkering is afgeleid van het minimumloon. Dat is het loon, waarop elke werknemer van 23 jaar en ouder tenminste recht heeft. Van Regels voor bijstand en andere inkomsten. Bijstand wordt gegeven als er geen of te weinig inkomsten zijn. Zijn er helemaal geen inkomsten, dan krijgt u de normbedragen, die hiervoor staan vermeld. Zijn er wel inkomsten, zoals alimen tatie of een sociale uitkering, dan wor den deze van het normbedrag afge trokken. Gaat het om inkomsten uit (deeltijd)- arbeid, dan ligt de zaak anders. De regel hiervoor is: Inkomsten uit (deeltijd)-arbeid. Van wat wordt verdient, mag 25% worden behouden. Dit geldt voor een periode van twee jaar, die in sommige gevallen kan worden verlengd. Bij één oudergezinnen wordt de eerste 74,65 van wat de ouder per maand verdient, vrijgelaten. Van deze inkomsten uit arbeid mag per maand niet meer worden behouden dan: echtpaar/één-oudergezin: 223,95 in clusief de eerder genoemde 74,65 voor één-oudergezinnen; alleenstaande 23 jr. of ouder 156,75; alleenstaande 22 jaar 134,50; alleenstaande 21 jaar 117,15; alleenstaande 20 jaar 109,50; alleenstaande 19 jaar 69,10; thuis-inwonende 20 jaar 64,75; thuis-inwonende 19 jaar ƒ51,75; thuis-inwonende 18 jaar 51,40. Korting by onderverhuur, kostgangers en inwonenden. Sinds 1 juni 1985 gelden de volgende regels. Onderverhuur en kostgangers. Bij aanwezigheid van een onderhuur der of een kostganger wordt 157,35 per maand respektievelijk 238,75 per maand op de uitkering in mindering gebracht. Zijn er meer onderhuurders of kost gangers, dan beslist de gemeente hoe met de inkomsten daarvan rekening wordt gehouden.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1986 | | pagina 2