KRONIE NOORD- K VAN REVEL, AND De „natte" geschiedenis van Schiphol 1 Dat haf konsternasie voruhhe weke, beste vrienden. Ut was op Kurtjeen uutverkóöp, hlad op z'n Zééuws in de krante. Ut was best hoed leesbaer vonde ze oalemaele, op Joane nae, die oa d'r toch nog wat moeite mee. Trouwens, dien veint van die klere-wienkel hae van de weke nog heweun deu, ei tun tehen mien hezeid. Uutverkóöp. Joane oa't heleze in de krante, ut was op Kurtjeen uutverkóöp. 't Stieng in't Zééuws in de krante, bel, bel, wat was dat hoedkööp. Vanoalus kö-je d'r kriehe; afijn, zelfs un mesjesterbroek. Dat was wat vo Izak, want z'n knieën waere aest zoek. Di stieng ze in die klere-wienk'el, tjong, wat oa ze di vee. Vesten, rokken, bloezen, ut ieng vol van boven tot benee. Un mesj esterbroek oa ze hevonde, di paste Izak zeker in. Mè Joane bleef nog kieke, ze oa nog nie d'r zin. Di zag ze de baes van de wienkel, ze vloog d'r vlug op of. Un deupjes stieng d'r in de krante, was dat noe fien of hrof. Ut bleek un rok en bloes te wezen, mè Joane wist dat nie. En nie da dat vee dee heve, want d'r maete was ter nie bie. ,Waar nu degelijks jumbojets het luchtruim kiezen, voeren vroeger sche pen af en aan over het toenmalige Haarlemmermeer. Vier meter boven de startbanen van Schiphol klotste toen het water. Alleen krijsende meeuwen vlogen in die jaren in het kielzog van de veerboot tussen Amsterdam en Lei den. Angstig klapwiekten de vogels waarschijnlijk weg toen anno 1573 tien tallen Hollandse en Spaanse schepen slag leverden op het Haarlemmermeer. De wortels van Schiphol in de scheep vaartgeschiedenis reiken echter verder. Uit de geschiedenis blijken ook over eenkomsten tussen de scheepvaart en de luchtvaart die frappant zijn. Toen het grondgebied van Schiphol nog me ters ver onder water was verborgen, sprak men in de zeventiende eeuw al van „smal- en wijdschepen". Nu, eeu wen later, stijgen er breedrompvlieg- tuigen op (wide bodies) naast de smal lere vliegtuigen als de DC-9. Het Haarlemmermeer was door de eeuwen heen een waterplas die van vorm en grootte veranderde. In 1250 be sloeg het wateroppervlak 9100 hectare. Doordat de oevers afkalfden, „groeide" het wateroppervlak in 1544 naar 11.700 hectare. In de volgende jaren werden zelfs hele dorpen door „de waterwolf" verzwolgen. In 1848 werd de „waterwolf Haarlemmermeer" bedwongen. Toen was het meer 17.000 hectare groot. Een dijk werd om het meer gelegd en drie stoomgemalen pompten het meer leeg. Daarmee kwam aan de scheepvaart een einde en werd, al wist men het toen niet, de bakermat gelegd voor Schiphol als internationale luchthaven. Damloper. De scheepvaart op het Haarlemmer meer, boven het gebied dat nu Schiphol heet, begon waarschijnlijk omstreeks 1400. De scheepvaart van Amsterdam naar het zuiden moest toen „buitenom" varen tot aan Haarlem. Daar hadden de Haarlemmers bij Spaarndam eert* sluis waar ieder schip doorheen moest. Tussen Haarlem en Amsterdam ont stond een jarenlange vete toen de Am sterdammers in 1413 door de aanleg van de Kostverlorenvaart een stuk wil den „afsnijden" van de scheepvaart route en zo de Sluis bij Spaarndam omzeilen. Haarlem legde echter een dam tussen de verbinding in de vaarroute waardoor de schepen weer via de sluis moesten. In een onbewaakt ogenblik legde Am sterdam een „overtoom" op de dam. Met een overtoom konden schepen op grote houten rollen over de dam wor den heengetrokken. Dit stelde wel eisen aan de schepen die van de handelsroute gebruik wilden maken. De schepen moesten een platte bodem hebben en zo ontstond een scheepstype dat „Dam loper" werd genoemd. Een ander schip dat zich uitstekend leende voor het „overhalen" op de Overtoom was de Kaag. De afmetingen van de zeilschepen hielden in de beginjaren van de scheep vaart op het Haarlemmermeer, ook nauw verband met de breedte van de sluizen die zij moesten passeren. De smalste sluis op de route naar het zui den was de sluis van Gouda. De Goudse sluis had een breedte van viereneen- halve meter en was zo bepalend voor de breedte van de schqpen die hier voeren. Zo waren er sipalschepen en wijdschepen .(wijde luchtschepen: wide bodies). Niet alleen de handelsvaart voer over het Haarlemmermeer. Het meer is het toneel geweest van de „zeeslag" tussen de Geuzen vloot en de Spanjaarden. Op het noordelijk deel van het Haarlem mermeer, zo ongeveer waar nu Schiphol ligt, vochten op 26 mei 1573 de Spaanse vloot en de Geuzen op „leven en dood". De Geuzen stonden aan de zijde van de In 1985 waren er weer schepen op Schiphol. Deze schepen, onder meer een cut terzuiger en dravende heistellingen, werden ingezet voor de bouw van C-pier. De kaping op het Haarlemmermeer anno 1782. Een oude kaart van het Haarlemmermeer toen dit nog een druk bevaren handelsroute was. Op de plaats waar nu Schiphol ligt, is het banenstelsel van de luchthaven Schiphol getekend. „Bij wet" bepaalde Koning Willem I in 1839 dat het Haarlemmermeer droog zou worden gemalen maar het duurde tien jaar voor kon worden gestart. Eerst moest een bijna zestig kilometer lange dijk rond het meer worden opgeworpen en daarna werden de gemalen gebouwd. De reusachtige pompen die per minuut 325 kubieke meter water uit het meer pompten, waren van Britse makelij. In het Verenigd Koninkrijk waar de industriële revolutie in volle gang was, werden al volop stoommachines ge bruikt in de mijnen. In Cornwallis voerde James Watt rond 1800 een door stoom aangedreven pompsysteem in om te zorgen dat de mijnen niet onder water liepen. De En gelse ingenieurs Arthur Dean en Joseph Gibbs ontwierpen in 1841 de stoomma chines voor droogmaking van het Haar lemmermeer. Met het gemaal „de Leeghwater" werden de eerste experi menten gedaan. De pompen werden ge bouwd door Fox Co. en Harvey Co. in Cornwallis. In Nederland werden de stoomketels en balansen gebouwd door de fabriek van Paul van Vlissingen en Dudok van Heel in Amsterdam. In februari en maart 1846 begonnen de eerste experimenten met het gemaal de „Leeghwater". Het water moest tus sen de 4.12 en de 4.60 meter omhoog worden gepompt, over een dijk in de Ringvaart die rond het meer was ge graven om het water af te voeren. Tot juli 1852 stonden de stoommachines ge drieën te stampen op de dijk om het meer leeg te pompen. In totaal stroom de er door de gemalen ongeveer 7.650.000.000.000 liter water. De grootste waterplas werd dus al tussen 1849 en 1852 weggepompt maar ook nu „waken" de gemalen de Lijnden en de Leeghwater nog over de water huishouding in de polder. Als er op Schiphol een stortbui valt, slaan de ge malen aan om het water weg te pom pen. Wie op Schiphol loopt, houdt droge voeten, al is het 4,5 meter beneden de zeespiegel. Prins van Oranje en zij voeren uit met 108 zeilschepen om de stad Haarlem te ontzetten van de Spaanse overheersers. In aantal waren de Hollanders sterker maar de „Spanjolen" waren zwaarder bewapend. Althans, zo verklaren som mige geschiedschrijvers het feit dat de grote Hollandse vloot de slag verloor. Ook schilder Hendrick Cornelisz Vroom schilderde omstreeks 1610 een hero/sche maritieme zeeslag op het Haarlemmer meer. In werkelijkheid blijken de, in lie deren bezongen, krijgshaftige Geuzen meer bedreven in het zeilen dan in het hanteren van de blanke sabel. Wie het achtste boek der Nederlandse His toriën van P. C. Hooft opslaat, ziet dat de dappere Geuzen het hazepad al snel hadden gevonden en zich bij het drei gen van de vijand, spoedden naar moe ders rokken. De aanvoerders van de zeemacht: Marinus Brandt en overste Baatenburgh, wendden bij het zien van zo veel Spaanse schepen op het Haar lemmermeer de steven en lieten de an dere Geuzen hun aftocht dekken. Als zeehelden staan deze lieden dan ook niet te boek. Een zo grote Spaanse zee macht hadden de Geuzen niet verwacht maar zij wisten ook niet dat de Span jaarden een kanaal hadden gegraven tussen het IJ en het Haarlemmermeer, als toegang voor de grote Spaanse schepen. Zeemacht. Het stukje Haarlemmermeer dat ooit vier meter boven de startbaan op en neer deinde, heeft meer scheepsge- schiedenis. Naspeuringen in de archie ven van C.R.T. Baron Krayenhoff, le ren dat er zelfs een „Haarlemmer- meerse Marine" is geweest. Zo zette schout bij nacht G. Verdooren (als krijgsheld in de zeeslag van 11 oktober 1797 roemrijk bekend) een zeemacht op ,of zoals men dat in die jaren noemde „een navale magt". De vijfde afdeling van deze zeemacht was ver antwoordelijk voor „het gehele Haar lemmermeer" en bestond uit vijftien kanonneerboten. De zeemacht van het Haarlemmermeer had als taak om Am sterdam te beschermen. Samen met de afdeling die voer op de Amstelveense plassen, had de Haarlemmermeerse af deling opdracht om twintig oude „Kagen" te laten zinken in de monding van de Oude Wetering en het Leydse Meer. Zo moest worden voorkomen dat de vijand een omtrekkende beweging kon maken en zich dan bij verrassing onverhoeds van Amsterdam meeter kon maken. Het Haarlemmermeer werd bij ruw weer eeri steeds grotere bedreiging voor de dorpen en steden die het meer omringden. De golven beukten tijdens stormen op de kust en grote stukken land werden door het water verzwol gen. Zo verdween in 1591 de dorpen Vijf huizen, Nieuwerkerk en Rijk. In de volksmond werd het Haarlemmermeer een waterwolf genoemd die landhonger had. Sinds 1641 werden er vijf plannen gemaakt om de wolf „te temmen". Het meer moest worden ingepolderd. Toen de steden Amsterdam en Leiden in 1836 door zware stormen werden be dreigd, besloot men het jaar daarop om het meer droog te malen. Voor het droogmalen van de water plas van 17.000 hectare groot, werden drie gemalen ingezet .die er nu nog staan. Eerst werd er echter een Ring dijk van een kleine zestig kilometer lengte om de waterplas gelegd. Van 1848 tot 1852 maalden de gemalen de Cruquius, de Lijnden en de Leeghwater het meer droog. Nu nog zorgen de ge malen de Lijnden en de Leeghwater met moderne installaties voor de wa terhuishouding van de Haarlemmer meerpolder. De polder ligt nu nog me ters beneden zeeniveau, variëërend van 3 tot 4,65 meter. Scheepshol. Met het Wegpompen van het water verdween ook de scheepvaartgeschie denis. En hiermee verdween ook het „scheepshol" in het Haarlemmermeer. Volgens de overlevering zou er een plaats moeten zijn geweest in het Haarlemmermeer waar vele schepen met man en muis naar de kelder gingen. Dit was een „Scheepshel" of „scheepshol". Een woord dat uiteinde lijk werd verbasterd tot Schiphol. Naamkundigen zijn het niet helmaal eens met deze verklaring die in de volksmond is ontstaan voor de her komst van de naam Schiphol. Een verklaring voor de naam Schip hol die lijnrecht op de verklaring van scheepshol staat is de opvatting dat Schiphol juist „wijkplaats" voor sche pen betekent. De schepen gingen juist op deze plaats schuilen, iets dat goed aansluit bij het huidige gebruik van schiphol. Andere naamkundigen hebben de naam Schiphol als een chirurg ontleed en zo in zijn „pure vorm" blootgelegd. Het woord schip (scip) zou tak bete kenen en hol is een laagliggend stuk moerasland. Het woord schip met de verklaring tak had wél met scheep vaart te maken, want de takken wer den met leem bestreken en zo had je een schip! Ook in Zweden zijn ze het over deze verklaring eens want daar heb je het plaatsje Skipholt en daar was vroeger het bos waar scheepstim merhout werd gehaald. Schiphol komt ook voor op oude landkaarten als een sloot bij het dorp Aalsmeer, vlak bij het Haarlemmer meer. Ook zou het een stuk grond bij Amstelveen zijn, zo verklaart weer een andere kaart. De naamkundigen en andere speur ders in archieven komen er niet uit. Niemand kan het sluitend bewijs ge ven over de herkomst van de naam Schiphol. Wat Schiphol vroeger was blijft misschien besloten in het verle den maar de betekenis van Schiphol nu, is glashelder. Schiphol heeft met de luchtvaart de vervoerstaak van de scheepvaart op het Haarlemmermeer overgenomen. Vroe ger per beurtschip van Amsterdam naar Leiden. Nu in dezelfde tijd (en waar schijnlijk zelfs sneller) per „luchtschip" van Amsterdam naar Londen. De sche pen zijn weg, maar de haven is geble ven. Schiphol: dagelijks de haven voor tweehonderd komende en gaande, vlieg tuigen. Een luchthaven die volgens het Guiness book of records bekend staat als de laagst gelegen internationale luchthaven ter wereld. Schiphol onder stoom. Jan Adriaanszoon Leeghwater was al in 1643 de eerste die plannen op papier zette om het Haarlemmermeer droog te maken. De voortvarende Leeghwater berekende dat hij 160 windmolens nodig zou hebben om het toen ruim 15.000 ha metende meer, leeg te pompen. Het zou echter nog twee eeuwen duren voor daadwerkelijk werd gestart met het temmen van de „waterwolf Haarlem mermeer". Windmolens werden er toen niet meer gebruikt. De industriële re volutie was op gang, dus werden er stoommachines ingezet. Daarvoor moest wel Koning Willem I persoonlijk de knoop doorhakken. De vorst had bij Rotterdam ooit een experiment gezien met een stoommachine en deze voor uitgang sprak hem wel aan. Zo kwam het Haarlemmermeer, en dus ook Schiphol, in juni 1848 „onder stoom". Nu staan nog op drie „hoeken" van de Haarlemmermeerpolder de gemalen die van 1848 tot 1 juli 1852 het Haar lemmermeer leeg pompten. In de ge bouwen de Lijnden en de Leeghwater staan inmiddels moderne machines die ook nu nog zorgen voor de waterhuis houding in de polder. Gemaal de Cru quius heeft als enige nog de stoomma chine die, samen met de andere twee, zorgde voor de droogmaking. De stoom machine werkt niet meer maar is wel te bewonderen in het Cruquiusgebouw, nu een waterbouwkundig museum. P.v.d.A. VERKIEZINGSLIJST IN DE GEMEENTE KORTGENE Voor het eerst staat bij de a.s. ge meenteraadsverkiezingen te Kortgene een vrouw op een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst van de P.v.d.A. Deze lijst met namen van de kandi daten werd vastgesteld in het Dorps huis „De Pompweie" tijdens een leden vergadering van de afd. Noord-Beve land van die partij te Kortgene op vrijdag 17 januari. Van de huidige vier raadsleden had het raadslid, dhr. W. Huibregtse te kennen gegeven liever niet op een verkiesbare plaats te staan. Wel was deze bereid om een lagere plaats op die lijst in te nemen. Uiteindelijk ziet die lijst er als volgt uit: 1. J. van Noort, Kortgene. 2. mevr. J. ,van Twist, Kortgene. 3. J. de Looff, Kortgene. 4. P. Geelhoed, Kats. 5. C. Quinten, Colijnsplaat. 6. J. G. Welleman, Kortgene. 7. L. Wisse, Kortgene. 8. W. Huibregtse, Kortgene. 9. L. Huiszoon, Kortgene. 10. mevr. J. Pruimboom, Kortgene. 11. M. Verwey, Kortgene. REKTIFIKATIE In de aankondiging van een informa tie-avond voor jongeren over het star ten van een eigen bedrijf is een foutje geslopen. De avond zal plaatsvinden op woensdag 22 januari om 20.00 uur in Terminus te Goes. En niet zoals ver meld op 22 februari. Deze avond wordt georganiseerd door WJ-CNV, de jonge renorganisatie van het CNV. AVOND VOOR WEDUWEN EN WEDUWNAARS TE GOES Mevrouw Lucy Verbart is magneti- seuse. Daarover zal zij iets vertellen in de groep voor weduwen en weduw naars te Goes, die elke donderdagavond bij elkaar komt. Deze avond wordt ge houden op donderdag 30 januari. De bijeenkomst begint om 20.00 uur in cultureel gebouw De Villa, aan de Van der Spiegelstraat te Goes. Ieder die belangstelling heeft is van harte welkom. Mocht u meer informatie willen over de groep voor weduwen en weduw naars, neemt u dan kontakt op met Fiom-Zeeland, Telefoon 01180 - 27311, waar een folder verkrijgbaar is.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1986 | | pagina 2