KRONIEK VAN NOORD-BEVELANO r Vervolg afscheid Henk van Strien - - Ook dit jaar, geachte lezersschare, weer een jaarkroniek, verpakt in kolderpapier met een leutige strik. Wanneer u, geachte lezer, een schaar bij de hand hebt, kunt u zowel het pakje als de scherpe kantjes respectievelijk openen en er af knippen. Dit alles is opgeschreven naar een idee uit de Gijs- brecht van Aemstel, bewerkt en geschreven door uw kro niekschrijver Kees van Boven. Vaste medewerkenden: Tho- masvaer en Pieternel. Al weken liep ik rond Met mijn gedachten in 't verleden; Peinzend wat al was gebeurd, Maar 'k bleef maar in het heden. Een jaar, zo van 't begin af an Je geest te laten passeren, Wil totaal niet vlotten zo ik wil, Al blijf ik het proberen. Ik zit te wachten op mijn vrienden: Thomasvaer en Pieternel; Zouden ze komen, mij niet vergeten? Wacht! Daar klinkt de bel. Maar nee, weer geen ouwe bekenden. Ze zullen toch niet staken of protesteren, Gelijk die brandweermannen laatst deden Bij onze wijze Haagse heren? Want wijs dat zijn ze, Dat staat buiten kijf. Een vereniging hebben ze gesticht: „Blijf van m'n wijf". O. excuus, 'k wilde geen grove taal, Maar soms krijg ik toch krampen. Al die toestanden in ons land, Zijn regelrechte rampen. In den minne dus geschikt, Geen onvertogen woorden van mijn kant. Daar hoor ik gestommel voor mijn deur... Ze zijn gekomen. Hartelijk schud ik mijn vrienden de hand. Verkleumd zetten ze zich bij de kachel neer; Mijn vrouw brengt koffie en laat ons alleen. Paraat met pen en papier Zie ik genoegzaam om me heen. Ik laat mijn vrienden aan het woord; Zelf zwijg ik in alle talen; Thomasvaer en Pieternel Vertellen mij hun verhalen. Pieternel: Zo, Thomasvaer, daar zijn we weer, Precies als alle jaren, Om met een verse lading nieuws De haven uit te varen. Maar stop'es man, wat liep jij raar, Zo krom en zo gebogen. Thomasvaer: Ja vrouw, m'n zakken die zijn zwaar Van 'tgeld, da's ongelogen. Pieternel: Van 'tgeld? En daar weet ik niet van? Da's fraai, dat moet ik zeggen! Hoe kom je aan die duiten dan? En ga je die beleggen? Thomasvaer: Hoe ik aan die duiten kom? Dat zal ik je uit de doeken doen. Da's van de valse kaartjes Holland-België, vandaar die poen! Pieternel: Zo, zo, dat is een smerig zaakje. Jij hebt je zakken zó gevuld. 'kHoop dat ze je pakken. Zo, eigen schuld, dikke bult. En.... Thomasvaer: Ho, stop! Wat denk je nou, Je hebt toch wel gelezen, Da's algemeen bekend, zeg vrouw, Daar moet geen geld meer wezen. Eén kaartje is er opgepeurd En daarmee was 't bekeken. Pieternel: Maar wat is er dan wél gebeurd, Dat jij zo in het teken Van Vrouwe Fortuna bent beland En in d'r gunst mocht raken? Is er soms een zilvervloot gestrand, Die jij kreeg te bewaken? Thomasvaer: Geen zilvervloot, nee Pieternel, Maar schiet me plots te binnen. Een boot, wel ja, die is gestrand, Maar daar viel niets bij te winnen. De veerboot van Kortgene was terug; Pieternel: O ja, dat was ongepast, Al bij de eerste tocht Liep dat vaartuig reeds vast! Thomasvaer: Toch was het een waardig feest, Vol van folklore. Voor jong en die met grijze haren, Voor mensen die hier zijn geboren. Pieternel: Ja juist, na al die tijd het bootje weer terug, Na vijf en twintig jaren. Blijf daarom, Noord-Bevelanders, toch Dat beeld nog lang bewaren. Thomasvaer: Dat was prachtig, Pieternel, Zo jij dat zeggen kan. Maar in die gemeente was toch meer? Wat las ik daar nu van? O ja, ik weet het weer: De jachthaven van Colijnsplaat. Pieternel: Ja, de Hoogendijk ligt er wel, Maar er achter een flinke plaat. Thomasvaer: Stop, Pieternel, nou draaf je door, Je krijgt van mij de gele kaart; Het is gans de gemeente Die dat juist zorgen baart. Trouwens, ik dacht dat jij achter de vrouwen stond En de burgemeester van Kortgene Pieternel: Ja, Ja, ik weet het wel Is een vrouw nota bene. Allemaal hebben we haar verjaardag meegevierd, Zelfs de Belgen inkluis. In een groot spektakel Op de televisiebuis. Thomasvaer: Prachtig voor Noord-Beveland was dat, Reclame van de eerste orde. Weet jij trouwens, Pieternel, Hoe zij dat bij elkander snorde? Pieternel: Nee, Thomasvaer, m'n beste man, Maar 'kben benieuwd, dus vertel maar op. Thomavaer: Dat was zo: de burgemeester van Kortgene, Is zakelijk, dus niks voor nop. Toen ze een keer in 't Haagje was, Kwam ze daar met Joop te praten. Joop was gelijk één en al oor En de burgemeester kon het niet laten. Vol overgave vertelde ze met vuur, ze stond haast in brand, Van haar prachtige gemeente Daar op dat verre Noord-Beveland. Om hulp vroeg ze toen bij Joop, Allemaal voor de recreatie. Maar Joop zei: niet alleen voor jouw, Dan voor de hele natie. Daar stond de burgemeester, uitgeblust, Maar ze had haar plan al klaar. De televisie was in de buurt En zie: het lukte voorwaar. Ze mocht haar plannen komen vertellen Op de televisie, lang niet mis. In een programma van Gerrit, Als de burgemeester jarig is. Pieternel: Zeg, Thomasvaer, hartstochtelijk verteller, Volgens mij is je hele verhaal gelogen! Of heb je het hier ter plaatse Zo maar uit je duim gezogen? Thomasvaer: O ja? Nou, van die burgemeester kun je alles verwachten, Ze gaat ook een tunnel bouwen bij Katseveer. Pieternel: Wat zeg je me nou, Thomasvaer? Hoe verzint ze dat nu weer? Thomasvaer: Dat is voor de rijen auto's, Die daar altijd moeten wachten. En die tunnel is er dan Om dat leed wat te verzachten. Pieternel: Dat wordt dan een politieke strijd, Met slagzinnen en leuzen. Edith en Nico zij aan zij Slagvaardig als de Geuzen. Thomasvaer: Ja, de slagzinnen zijn al klaar: Een tunnel bij Katseveer of wij zetten konijnen neer! en Neem allen de spa ter hand, Een tunnel voor Noord-Beveland. Pieternel: Dat is voorwaar krachtige taal, Maar nog meer nieuws is er te verkonden. Want in Wissenkerke was het Waar ze voor een benoeming stonden. Thomasvaer: Da's waar, zeg, Pieternel, De secretaris ging daar met pensioen. Henk (van Strien) van de Bakker Gaat bij het oudstrijderslegioen! Pieternel: Oudstrijders? Dat moet je toch verklaren, Heeft die man gestreden? Thomasvaer: Zeker, Pieternel, voor een kortere Zeelandbrug; Hij heeft daar erg onder geleden. Pieternel: Domme praat. Zeg, beste man, Maar ik hoorde je over een bakker praten. In Wissenkerke was er laatst brand, Ze waren daar in alle staten. Thomasvaer: Ja, ja, in alle staten van genoegzaamheid. Die brandweerlieden hebben het geweten: Kilo's zijn ze aangekomen, Van al het gebak dat werd gegeten. En als herinnering aan dit festijn, Hebben ze in de kazerne iets van blijvende duur: Levensecht en smakelijk hangt daar Een opgezette bolus aan de muur. Pieternel: Maar met dat al. zeg Thomasvaer, Moet ik nog altijd weten Thomasvaer: Warentig ja, dat geld, da's waar, Dat zou ik haast vergeten. Nou, luister dan, die duiten Zijn van een kollekte, juist gehouwen, Waarmee ze in Kats Iets kunnen gaan bouwen. Want spoedig zal daar verrijzen, Van de centen hier in mijn hand, Een theehuis van alure, De trots van Noord-Beveland. Pieternel: Nou, nou, dat had ik nooit gedacht. Dus 'tgeld is niet van jou; Dan gauw die duiten weggebracht! Thomasvaer: Dat dacht ik ook zo vrouw, Maar eerst nog even dit, nietwaar: Tot slot, voor alle mensen Pieternel: Van Pieternel en Thomasvaer Samen: De allerbeste wensenen Dat het ons allen is gegeven Het nieuwe jaar in vrede te beleven! Tot slot krijgt de jubilerende en schei dende secretaris zelf nog het woord. Hij bedankt iedereen voor de lovende woorden die over hem gezegd zijn. Maar geen wonder, zegt hij zelf, niemand zal hier komen en staan te vertellen wat voor gebreken en fouten die man heeft die nu afscheid neemt. Natuurlijk heb ook ik fouten, maar bij mij heeft altijd voorop gestaan dat de ambtenaar er voor de burger is en niet andersom. Werken ten dienste van de gemeenschap gaat tenslotte altijd gepaard met vallen en opstaan. Als ambtenaar blikt hij nog even te rug naar de 40 jaar die achter hem liggen Het verschil met vroeger is wel de enorme berg papier vanuit Den Haag die regelmatig op je bureau terecht komt. Ook de absurde woorden die re gelmatig uitgevonden en gebruikt wor den, is een plaag voor elke ambtenaar. Maar één persoon is hier goed mee, al dus Van Strien, en dat is meneer Van Dale, want dat woordenboek is geen dag meer bij. Maar, zo vervolgt hij, gelukkig heb ik een ronde rug, wat ook nog eens door een kenner is bevestigd. Toen ik als ambtenaar van de burgerlijke stand eens een nieuwe toga door de kleerma ker moest worden aangemeten, schreef deze goede man onderaan zijn papiertje: „heeft enigszins ronde rug". Maar gelukkig zijn er ook mensen die een ambtenaar weten te waarderen. Toen ik een keer hier langs de plaatse lijke bakkerij liep, riep de bakker me binnen en vroeg hoe laat we op het ge meentehuis koffie dronken. Nadat ik hem dit had verteld, kreeg ik een zak vol mislukte kano's mee voor bij de koffie. Toen ik hem voor dat gebak had bedankt, sprak hij de volgende waar derende woorden: „Of ik ze nou aan de varkens voer of aan een ambtenaar geef, maakt weinig uit". Tot slot spreekt de heer Van Strien de hoop uit dat hij nog veel in de ge meente zal komen en zijn vriende nog veel zal zien. En bij de slotwoorden van de burge- meeste sluiten we ons graag aan: „Henk (Van Strien) het ga je goed". KIESVERENIGING GEMEENTE BELANGEN IN KORTGENE Grote opkomst bjj vergadering. In een onlangs gehouden vergadering van de nieuwe partij Gemeente Belan gen te Kortgene, sprak de voorzitter zich verheugd uit over de grote opkomst. Een groot aantal zaken betreffende het verkiezingsprogram werd uitvoerig besproken. Aan de hand van deze be spreking en de aanvullingen hierop, zal het definitieve programma worden vast gesteld in de volgende ledenvergadering Kandidatenlijst. De plaatsen 1 tot en met 4 op de kan didatenlijst werden als volgt vastge steld: 1. Drs. G. Kraaijeveld 2. Mevr. C. van Dalen 3. C. van de Kraan 4. Mevr. M. Vink. Voor alle dorpskernen werden ook contactpersonen benoemd, die het on derlinge contact tussen de bevolkings groepen in de dorpen gaan onderhou den. Dit zijn: voor Colijnsplaat mevr. M. Vink; voor Kats J. de Wild en voor Kortgene J. G. v.d. Spank. Alle aanwezigen mochten op deze vergadering hun zegje doen, waar dan ook goed gebruik van werd gemaakt, dit met het oog op de verkiezingen die op 19 maart 1986 zullen worden gehou den. De vereniging Gemeente Belangen Kortgene rekent toch zeker op één ze tel, maar het kunnen er ook best twee zijn, zo zegt men. Tijdens de vergadering komen uit de aanwezigen vragen naar voren, die alle te maken hebben met de leefbaarheid van de kernen. Men vraagt aandacht voor de regeling „Beschermd Dorpsge zicht", maatregelen om het inwoner aantal op peil te houden om te voorko men dat er scholen gesloten gaan wor den. Het milieu en de uitbreiding van de vissershaven krijgen ook de volle aandacht en het behartigen van de vis serij belangen dient in Colijnsplaat voor op te staan, zo vindt men. Op vrijdag 10 januari zal de volgende vergadering plaats vinden. Heel wat za ken die definitief beslist moeten wor den, komen dan aan de orde. Het ver kiezingsprogramma, de kandidatenlijst en het aktieprogramma zullen moeten worden vastgesteld. Buiten de vier geplaatste kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezing ziet de lijst er als volgt uit: 5. K. D. de Haas; 6. C. J. Kesteloo; 7. J. D. de Kos ter Jr.; 8. P. Belde; 9. mevr. A. Sloof; 10. P. Slimme; 11. R. Knip. DE HEER J. QUIST NIEUWE SECRETARIS GEMEENTE WISSENKERKE De nieuwe gemeentesecretaris is 38 jaar, gehuwd en heeft drie kinderen in de leeftijd van 3 tot 14 jaar. Tot aan zijn huidige benoeming was de heer Quist werkzaam bij de gemeen te Bruinisse en beheerde daar de afde ling algemene zaken en ruimtelijke or dening. Ervaring heeft de heer Quist dus zeker wel en ook in een middel grote gemeente, wat toch wel belang rijk is, vindt de heer Quist zelf. Als eerste taak ziet hij voor zichzelf de gemeente en de collega's leren ken nen, want om goed te kunnen functio neren zijn dat wel twee zaken cjie echt nodig zijn, zo stelt hij. Om te solliciteren naar de functie van secretaris bij een gemeente, zit toch nog wel meer vast dan alleen maar een sol licitatiebrief schrijven en afwachten. Voordat ik dit deed, is er uitvoerig in het gezin over gesproken, want wanneer zoals nu, zoiets doorgaat, is dat toch voor het gehele gezin een stap die de nodige problemen oproept. De kinderen hebben vrienden en vriendinnetjes, ze gaan naar school en, niet te vergeten, je gaat naar een ander huis. Dus hoe je het ook bekijkt, het hele gezin heeft hier mee van doen en verhuist uiteraard mee, aldus de heer Quist. Die huisvesting in de gemeente is trouwens nog niet rond, maar de voor uitzichten zijn zeer positief, dus we kunnen binnen niet al te lange tijd de familie Quist als inwoners van onze gemeente begroeten. KAPSALON SCHERP TE KORTGENE 85 JAAR Wanneer precies in het jaar 1900 weet kapper Daaf Scherp niet te zeggen, maar dat de zaak in 1900 is begonnen weet hij uit oude documenten van de Kamer van Koophandel. Op het papier staat „Kleermaker-Barbier". Vooral in de dorpen, weet Daaf te vertellen, was er geen kapper of, zoals dat vroeger heette, barbier, die dit be roep alleen uitoefende. Het was of si garenwinkel of net zoals mijn groot vader kleermaker met als bijbaan knip pen en scheren. Tegenwoordig komt er niemand meer die geschoren wil worden, maar in vroeger tijden was dat voor de barbier dagelijkse kost. De boeren en de burgers kwamen elke dag, weet Daaf. 's Zater dags was dan de scheerbeurt voor de gewone man. Sinds 1936 bewoont de familie Scherp het huidige pand aan de Hoofdstraat in Kortgene, waar is begonnen op een zol derkamertje. Allereerst was de „scheer winkel" een sociale ontmoetingsplaats, waar alle nieuwtjes, maar ook serieu zere besprekingen plaats vonden. Een bezigheid was er ook: het dammen en domino-spelen. Toen de vader van Daaf Scherp zeer vooruitstrevend een damessalon open de, was dit de eerste op heel Noord-Be veland, zeker voor het jaar 1935. Zelf zit Daaf ondertussen ook weer al 30 jaar in de zaak. Afgelopen zomer is de hele salon, inclusief winkel en de herenafdeling, grondig gerenoveerd en gemoderniseerd, want je moet bijblij ven en met je tijd meegaan, vindt kap per Scherp.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1986 | | pagina 6