U KUNT NIET
ALLES WETEN
MIES BOUWMAN
DOETEEN BEROEPOPU
GIRO 809
KRONIEK VAN
NOORQ-REVELANQ
Kok en kombuis
vroeger en nn
STICHTING REDT DE KINDEREN
(NEDERLAND)
Criminaliteit moet teruggedrongen worden
Julder zulle dat ok wè us hehoa'n beste vrienden. Je was
wat van plan, mè toch wier je van hedachten verandert.
De reden van die veranderienge is netuurluk bie iederéén
verschillend. De reden van Merie was wè erg in 't öög
lööpend. Mè 't was wè iets om van hedachten te veranderen.
Je za't zelf zehhe.
P.S.
't Was hoed fout helóöpe,
de verkerieng die was uuthehae.
Ut oa twi jaer heduurd,
mè noe was't hedae.
Merie kwam toch op oare hedachten,
ze docht ik schrieve un brief.
Ut wiere wè vuuf vellen;
van mag uk trugkomme, asjeblief.
Onderan schreef ze un P.S.:
hefilleseteerd en 'k bin éél blie-je,
da-je d'ééste pries hewonnen eit
in de staetsloterie-je.
Geverniste meubelen hoeft u niet te
boenen met boenwas, doch gewoon af
nemen met een vochtige doek en op
wrijven met een wollen doek.
Last van kopergroen? De plekken boven
een spiritusvlam verwarmen en daarna
goed afwrijven.
Een lichte schroeivlek van het strijken
kunt u verwijderen door haar te be
vochtigen met een lapje gedoopt in wa
ter, waarin een beetje zout is opgelost.
Doe een theelepeltje op een kopje water
Een luierwas doet u nooit met chloor.
Wel is het goed in de hoofdwas een
zakje blauwsel te doen. Het resultaat is
namelijk een hagelwitte luierwas, zon
der enig nadelig gevolg.
Gebak, dat nog vers is, snijdt u gemak
kelijker met een warm mes.
Een vetvlek in een smyrnatapijt kunt
u verwijderen door te betten met tetra
of vlekkenwater.
Onechte paarlen kunt u weer mooi
glanzend en blank krijgen door ze enige
tijd in melk met lauwwarm zeepsop te
laten liggen.
De bladbegonia mag u niet in het volle
zonlicht zetten. Plaats haar wel in het
volle licht en verplaats haar niet. Het
natmaken van de bladeren mag u alleen
op warme dagen in de zomer doen.
Wentel visgehakt voor het braden even
door paneermeel. Hierdoor voorkomt u
het onaangename vastkleven aan de pan
Matrassen met binnenvering mogen
niet geklopt worden. Deze moeten of
geborsteld, of met de stofzuiger behan
deld worden.
Met de jaren is de kombuis veran
derd en daarmee de scheepskok. Uit de
ruimte aan boord waar het eten voor
de bemanning moest worden klaarge
maakt aanvankelijk een eng, naar
geestig hok is allengs een moderne
scheepskeuken ontstaan waarin een,
van „toevalskok" tot volwaardige vak
man uitgegroeide scheepskok zorgt voor
gerechten die dagelijks een bijdrage zijn
tot een gezellige en „gezonde" sfeer
aan boord.
Vroeger.
De geschiedenis van de kombuis is
zo oud als de geschiedenis van de
scheepvaart. In het verleden was op
oorlogsschepen de scheepskeuken ook de
plek waar de chirurgijns hun werk
deden. Vandaar, dat de kombuis de
enige plaats aan boord was waar vuur
mocht branden, om voor de verzorging
van wonden olie warm te houden en
ijzers voor amputatie te verhitten.
In de tijd van de zeilvaart, met lang
durende reizen, was de voedselvoor
ziening een moeilijke zaak. De voor
naamste soorten mondvoorraad voor
een windjammer waren: zout vlees, ge
droogde vis, erwten en bonen; één of
twee levende varkens (die werden ge
voed met afval uit de kombuis), vis
gevangen uit zee en aardappelen (waar
ze te krijgen waren). Voor de rest was
het in moderner dagen vlees in
blik. Het was een droeve tijd en gezegd
werd dat iemand die eenmaal gewend
was aan een dieet van zout vlees en
erwtensoep, zijn smaak voor altijd had
verloren.
De kok had het niet makkelijk, noch
tegenover de reder, noch tegenover zijn
makkers aan boord.
Een voorbeeld van het eerste is ver
vat in een anekdote over de Finse reder
Gustaf Erikson, die tussen beide wereld
oorlogen in een imposante vloot van
zeilschepen onder zijn vlag wist te vere
nigen. Hij placht de opvarenden vóór
een lange reis te laten wegen en na
afloop. Waren ze te veel aangekomen,
dan kreeg de scheepskok instrukties
matiging te betrachten met de voedsel-
verstrekking.
In het verleden werd nogal eens
bij gebrek aan beter iemand uit de
bemanning aangewezen als kok voor het
werk in de kombuis. Zo iemand was
lang niet altijd vakkundig en de be
manning hield dan ook het hart vast
met wie ze gedurende de reis als kok
opgescheept zouden zitten.
Vroeger kon aan boord niet veel wor
den meegenomen. De proviand moest
worden opgeslagen ergens in een hoekje
dat er eigenlijk niet voor geschikt was:
in de „vetloods". Veel blikken gingen
in de dubbele bodem van het schip,
waar vaak water in stond en daardoor
raakten de etiketten los en kon men
niet meer zien wat er in die blikken zat.
Pas in een veel later stadium ging
men invriezen, waardoor verse groente
kon worden meegenomen. Bij een be
trekkelijk korte reis kwam men daar
mee een heel eind.
De këukenruimte werd steeds mo
derner ingericht met diepvries- en koel-
ruimen, snijmachines, afwasapparatuur
en air-conditioning.
In de jaren vijftig bestond er een
„lijst van minimumrantsoenen, te ver
strekken aan zeelieden, dienstdoende
Toenemende misdadigheid ondermijnt
kwaliteit bestaan.
Opvallend is dat niet de georgani
seerde misdaad en de zware criminali
teit de meeste onrust veroorzaken on
der de bevolking, maar de kleine cri
minaliteit. Het aantal slachtoffers van
zware criminaliteit is vrij beperkt, het
aantal slachtoffers van kleine crimina
liteit is daarentegen zeer groot en is
de laatste jaren sterk toegenoujen.
In 1975 kwamen nog geen 400.000
misdrijven (Wetboek van Strafrecht) ter
kennis van de Nederlandse politie. In
1983 werden bijna 890.000 misdrijven
bij de politie aangegeven, dat is meer
dan een verdubbeling in acht jaar tijd.
De kans voor iedere inwoner om slacht
offer van een misdrijf te worden, is dus
aanzienlijk toegenomen.
Welke misdrijven namen steeds in
aantal toe? Uit de criminele statistieken
blijkt, dat vooral de vermogenscrimi
naliteit angstwekkend is toegenomen.
Het gaat hier om misdrijven als dief
stal, inbraak, e.d. In 1975 kwamen circa
345.000 vermogensmisdrijven ter kennis
van de Nederlandse politie tegen 758.000
in 1983. De kans dat er iets van je ge
stolen wordt is dus sterk toegenomen
en tezelfdertijd is de kans dat de dader
gevonden wordt sterk afgenomen. Voor
al tegen bepaalde vermogensmisdrijven
staat de politie vrij machteloos. De fiet
sendiefstal is daar een voorbeeld van.
In 1983 werd 6,4 procent van de bevol
king (boven de 15 jaar) slachtoffer van
een fietsdiefstal.
Vermogensmisdrijven mogen dan ge
rekend worden tot dat soort strafrech
telijke vergrijpen dat valt onder de
noemer „kleine criminaliteit", de mees
te mensen zijn nochtans zozeer gehecht
aan boord van Nederlandse koopvaar
dijschepen". Daaruit blijkt bijv. dat er
per week o.a. aan vlees en vleeswaren
(zonder been) 2100 gram per persoon
moest worden verstrekt, aan boter 800
gr., aan bloem (w.o. brood) voor 2800 gr.
en 7000 gr. aardappelen, 350 gr. kaas,
200 gr. koffie, 60 gr. thee, twee eieren,
300 gr. rijst en 75 gr. meelspijzen per
keer. Verder: azijn, zuur, zout en spe
cerijen naar behoefte.
Nu.
Inmiddels is het koksberoep zelf ook
sterk veranderd.
Uit een „strafbaantje", waarvoor geen
vakkennis nodig werd geoordeeld, is
een volwaardig vak ontstaan met ge
renommeerde opleidingen. Er zijn nu
opleidingen tot scheepskok aan de Vijfde
Technische School in Amsterdam en aan
de Vakschool voor Bakkerij en Hotel
personeel in Rotterdam. Daarnaast is
er een kokscursus aan de Bakker's Cu
linaire Vakschool in Groningen (sinds
1969), terwijl er ook de mogelijkheid is
voor hen die een jaar als scheeDskok
aan hun bezittingen, dat het kwijt
raken van die bezittingen voor hen
grote betekenis heeft. Leg het slacht
offer van een inbraak maar eens uit
dat het hier slechts om „kleine crimi
naliteit" gaat. De vloedgolf van ver
mogensmisdrijven ondermijnt ook de
algemene kwaliteit van het menselijk
bestaan. Misschien is dat nog veel erger.
Iedereen loopt tegenwoordig met grote
sloten rond. De mensen worden achter
dochtig jegens elkaar en vertrouwen
elkaar niet meer. Een triest geheel.
Meer gevangenissen.
Een andere spektakulaire stijging
doet zich voor bij de zogenaamde ruw
heidsdelicten. In 1975 kwamen 26.000
van dit soort delicten ter kennis van
de politie tegen maar liefst 90.000 in
1983! Een beter bewijs dat de agressie
jegens mensen en goederen toeneemt,
valt niet te geven.
Hoe moet nu de wassende criminali
teit teruggedrongen worden? Een com
missie onder leiding van oud-Kamerlid
Roethof heeft daarover een rapport
uitgebracht, waarin onder meer een
grotere sociale controle werd bepleit,
bijvoorbeeld door het aanstellen van
meer conducteurs, conciërges, e.d. meer
politiesurveillance, meer cellen, maar
ook meer alternatieve straffen, enz.
Opvallend is dat van de aanbeve
lingen die in het rapport zijn gedaan
tot dusver maar één in concrete plan
nen is vertaald, namelijk méér gevan
genisplaatsen. Nu zijn er 4800 gevan
genisplaatsen beschikbaar, in 1988 moe
ten dat er 5.500 zijn, in 1990 7.100.
Blijkbaar ziet men een uitbreiding
van het aantal gevangenisplaatsen als
hebben gevaren om via een bijscho
lingscursus, het diploma scheepskok
als bedoeld in art. 37a van Het Sche
pelingen-Besluit te behalen.
Door de automatisering aan boord,
kan allengs met een kleinere bemanning
worden volstaan en het werk aan boord
van een groot zeeschip, waarvoor vroe
ger 40 man nodig was, kan nu door
21 22 mensen gedaan worden. Daar
mee is ook het aantal bemanningsleden
voor de huishoudelijke verzorging aan
boord omlaag gegaan.
Met de modernisering aan boord is
ook het werken in de scheepskeuken
prettiger geworden. Vroeger was het
schip bij wijze van spreken klaar en
dan ontdekte men dat er nog een keu
ken in moest. Nu zegt een scheepskok,
die hoog opgeklommen is in de huis
houdelijke dienst: „Er is inspraak ge
komen en je kunt meepraten over de
inrichting, de uitrusting en de effi
ciency in de werkruimte, die de kom
buis is."
Eén ding is gebleven: de kombuis is
voor de bemanning nog steeds hét tref
punt aan boord. Daar komen ook veel
zegswijzen vandaan, onder andere: „het
nieuws komt uit de kombuis". En dat
is zo gebleven; de kombuis is dé plek
aan boord, waar manschappen en offi
cieren elkaar op basis van gelijkheid
ontmoetten.
de beste mogelijkheid om de groeiende
criminaliteit een halt toe te roepen. Of
die veronderstelling juist is, valt echter
zeer te bezien. In landen waar naar
verhouding vaker gevangenisstraf
wordt opgelegd dan in Nederland neemt
de criminaliteit ook sterk toe. De Ver.
Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië en
West-Duitsland zijn er voorbeelden van.
Het is op zich juist dat er in ons land
een onaanvaardbaar cellentekort is, zo
dat men zelfs „zware jongens" vroeg
tijdig heeft moeten laten gaan. Ander
zijds bestaat de indruk dat de over
heid door de bouw van vijf nieuwe ge
vangenissen aan te kondigen, de bevol
king wil geruststellen. Zo van: „Wacht
u nog even, dan sluiten we alle boos
aardige mensen op, en vermindert de
criminaliteit vanzelf." Zo simpel ligt het
helaas niet.
Politiesurveillance.
Om de wassende criminaliteit naar
redelijke proporties terug te dringen is
er heel wat meer nodig dan het bouwen
van gevangenissen. De commissie Roet
hof heeft gelijk, wanneer ze stelt dat
door betere sociale controle ook een
fors stuk criminaliteit kan worden te
ruggedrongen. Voorkomen is beter dan
genezen.
De gelegenheid maakt de dief en als
je die gelegenheid minder aantrekkelijk
maakt, zal dat zeker effekt sorteren.
Meer politiesurveillance is een vereiste,
maar de politie kan in zijn eentje het
crimineel getij niet keren. Ook de niet-
politiële controle dient te worden ver
groot. Meer conducteurs op tram, bus
sen en treinen bijvoorbeeld.
Maar zo duidelijk de plannen van de
overheid voor de bouw van meer cellen
zjjn, zo vaag zijn de plannen met be
trekking tot de uitbreiding van dit
soort controle. Alle aanbevelingen ter
voorkoming van de misdaad om con
trole door burgers en civiele funktio-
narissen ten spjjt, tenderen de plannen
voor beteugeling van criminaliteit toch
Natuurlijk is het strafrecht onmisbaar
weer eenzijdig naar een versterking van
het strafrechterlijk optreden,
in het kader van de criminaliteitsbe
strijding, maar er zal een veel bredere
aanpak (als door de commissie Roethof
bepleit) nodig zijn om de criminaliteits
cijfers niet nog verder te laten door
schieten.
Mr. A. Bronsbergen.
(Nadruk verboden).
Ver van ons bed sterven dagelijks duizenden kinderen aan ziekten
als kinkhoest, difterie, tuberculose en mazelen. Ver van ons bed worden
ook duizenden kinderen blijvend invalide door kinderverlamming.
Wie in een land woont als Nederland, waar kinderen gezond kunnen
opgroeien, accepteert dat niet Vandaar deze oproep.
sv VOOR F 25 PER JAAR KUNT U DONATEUR WORDEN VAN DE
I STICHTING REDT DE KINDEREN (NEDERLAND)
Voor f 25 per jaar steunt u een levensbelangrijk projekt. Met uw bijdrage
kan de Stichting het immunisatie-projekt in Boven Volta (dat sinds kort
Burkina wordt genoemd) voortzetten. Een projekt met als einddoel: uit
banning van alle dodelijke kinderziekten in Boven Volta en ook in andere
landen in de Derde Wereld. Dat einddoel is nog ver, maar bereikbaar
mits er gerekend kan worden op uw steun.
Er sterven zoveel kinderen onnodig. Doe daarietsaan.jNu.'S
WORDT DONATEUR, STORT F. 25,-
DEN HAAG
Wat schaft de pot vandaag? Moderne scheepskeukens en vakmanschap van de
scheepskok zorgen voor uitstekende maaltijden aan boord.
MET MEER CELLEN ALLEEN KOM JE ER NIET
De criminaliteit in Nederland is de laatste jaren dusdanig toegeno
men, dat dit onderwerp zowaar een rol kan gaan spelen in de verkiezings
strijd. Alle politieke partijen beijveren zich om de kiezers uit te leggen
hoe de bestrijding van de criminaliteit het beste kan worden aange
pakt. Er wordt geschermd met strengere straffen en meer gevangenis
cellen, met grotere aandacht voor slachtoffers van misdrijven, en met
meer preventieve maatregelen als grotere sociale controle door het
aanstellen van meer kondukteurs, meer conciërges, e.d. De aandacht die
in politiek Den Haag aan de bestrijding van criminaliteit wordt ge
schonken, toont duidelijk aan, hoezeer dit onderwerp leeft onder de be
volking.