mi
Groep
Noord-Beveland
Hertaxaties
onroerend goed-
belastingen
Diefstal watersportartilcelen:
Gezamenlijke voorlichting van de
gemeenten Kortgene - Wissenkerke
Bijstandsnormen voor de algemeen
noodzakelijke bestaanskosten
In de maanden juni, juli en augustus
van 1985 zullen in onze gemeente op
nieuw alle onroerende goederen wor
den getaxeerd. Hiertoe zullen taxateurs
van woningen en bedrijven de waarde
per peildatum 1 januari 1985 vaststel
len.
Bij betreding van objecten zullen de
taxateurs zich namens Burgemeester
en Wethouders kunnen legitimeren.
Ingevolge de wettelijke bepalingen
inzake de gemeentelijke onroerend-
goedbelastingen dient de grondslag
hiervoor tenminste éénmaal per 5 jaar
opnieuw te worden vastgesteld.
De grondslag voor de heffing van de
belastingen op onroerend goed is in deze
gemeente de waarde in het economisch
verkeer.
De waarde in het economisch verkeer
wordt vastgesteld op de waarde die het
onroerend goed zou hebben indien het
vrii te aanvaarden zou worden verkocht
en het direct door de koper in gebruik
zou kunnen worden genomen.
Wij verzoeken u aan de taxateurs vol
ledige medewerking bij hun werkzaam
heden te verlenen.
SLUITING
GEMEENTESEKRETARIE
Het college van Burgemeester en wet
houders van de gemeente Kortgene
maakt bekend dat op vrijdag 17 mei
a.s. de gemeentesecretarie de gehele
dag gesloten is.
Burgerlijke stand
Geboorten:
3 maart: Lorenzo Theodore, z.v. H.
Klootwijk en A. de Vries. 17 maart:
Jessica, d.v. C. A. Heijstek en N. Young-
siri. 18 maart: Pieternella Johanna, d.v.
J. J. Kooman en M. J. M. Brouwer. 22
maart: Robert Jacob Cornelis, z.v. J.
G. Gast en J. H. M. de Jonge. 24 maart:
Nanne, d.v. J. C. van der Weele en W.
E. Janse.
Huwelijksaangifte:
11 maart: W. J. Roggeveen en A. W.
van der Weele.
Huwelijken:
1 maart: C. A. van der Pijl en H. P. M.
van der Putten.
Overleden:
28 maart: Jacomina Dina de Lange, w.v.
Van Maldegem, oud 93 jaar.
Nu de zomer weer voor de deur staat
en de waterrecreatie weer toe gaat
nemen, willen wij u erop wijzen dat
daarmee ongetwijfeld de diefstallen van
watersportartikelen ook toe zal nemen.
Het is in de loop der jaren gebleken
dat met name de surfartikelen zich
mogen verheugen op een levendige be
langstelling van het dievengilde. Wij
willen u er dan ook Qpmerkzaam op
maken dat het raadzaam is om extra
zuinig te zijn op uw spullen als u gaat
surfen. Laat uw spullen, dit geldt trou
wens niet alleen voor uw surfspullen,
niet onbeheerd achter. Berg ze goed op.
Surfspullen kunt u bijvoorbeeld met
een kabel of een ketting op een afsluit
bare surfimperial opbergen.
Op het politiebureau te Kortgene is
een folder verkrijgbaar waarin diverse
waardevolle tips op dit gebied vermeld
staan.
Ook is het een goede zaak om uw
eigendom te registreren. Schrijf het
serie- en/of typenummer zo dat in uw
plank of zeil mocht zijn aangebracht, op.
Hiervoor zijn ook speciale registratie-
kaarten op het politiebureau te Kort
gene verkrijgbaar.
Mocht er ondanks alle voorzorgs
maatregelen toch iets van u gestolen
worden, doe dan altijd aangifte bij de
politie. Zo verschaft u de politie de
benodigde informatie om eventueel ge
vonden spullen, of spullen die gestolen
zijn, terug te kunnen bezorgen bij de
rechtmatige eigenaar. Vaak heeft u
trouwens toch een afschrift van het
aangifte-procesverbaal nodig voor uw
verzekeringsmaatschappij
De rijkspolitie te Kortgene.
Vanaf 1 januari 1985 zijn de netto
bedragen als volgt vastgesteld:
GEZINNEN.
Normbedrag.
Echtpaar zonder en met kinderen: per
week 339,55; per maand 1471,30.
Eén-oudergezin: per week 305,60; per
maand 1324,20.
Bij gezinnen die met anderen een
woning bewonen, vindt met ingang van
1 juni 1985 een vaste aftrek plaats van
154,95 per maand.
Plus:
De premie voor een vrijwillige verze
kering of een bejaardenverzekering bij
een ziekenfonds. Maar niet de aan
vullende premie.
Plus: vakantiegeld.
Echtpaar zonder en met kinderen: per
week 18,09; per maand 78,37. Eén-
oudergezin: per week 16,28; per mnd.
70,53.
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
ALLEENSTAANDE WONINGDELERS
(vanaf 1 juni 1985)
Normbedrag.
23 jaar of ouder: per week 201,90;
per maand 874,95.
22 jaar: per week 173,20; per maand
750,50.
21 jaar: per week 166,05; per maand
719,50.
18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend): per week 166,05; per mnd.
719,50.
Plus:
De premie die u betaalt voor een
vrijwillige verzekering bij een zieken
fonds. Maar niet de aanvullende premie.
Plus: vakantiegeld
23 jaar of ouder: per week 12,66; per
maand 54,86.
22 jaar: per week ƒ12,21; per maand
52,89.
21 jaar: per week 11,96; per maand
51,82.
18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend)
20 jaar: per week 10,09; per maand
43,73.
19 jaar: per week 8,62; per maand
37,37.
18 jaar: per week ƒ7,46; per maand
32,33.
Het vakantiegeld wordt eens per jaar
in juni uitbetaald.
Voor alleenstaanden die met één of
meer anderen op een niet-commerciële
(dat wil zeggen: niet als onderhuurder
of als kostganger) basis een woning
bewonen (zgn. woningdelers) gelden de
bovenstaande bedragen. Deze gelden ook
voor meerderjarigen die bij hun ouders
wonen. Hun woonkosten en de aan het
wonen verbonden vaste lasten zijn na
melijk lager, dan van alleenstaanden
die alleen en volledig voor eigen reke
ning een woning bewonen. Voor jonge
ren van 18, 19 en 20 jaar leidt het wo-
ningdelen niet tot een lagere norm.
Voor wie op 31 december 1984 al
bijstand ontving, geldt een overgangs
regeling. Zie verder in dit artikel.
ALLEENSTAANDEN
(niet-woningdelers).
Normbedrag:
23 jaar of ouder: per week 237,65;
per maand 1029,90.
22 jaar: per week 204,10; per maand
884,40.
21 jaar: per week 177,80; per maand
770,40.
18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend):
per week 166,05; per maand 719,50.
Plus:
De premie voor een vrijwillige ver
zekering of een bejaardenverzekering
bij een ziekenfonds. Maar niet de aan
vullende premie.
Plus: vakantiegeld
23 jaar of ouder: per week 12,66; per
maand 54,86.
22 jaar: per week 12,21; per maand
52,89.
21 jaar: per week 11,96; per maand
51,82.
18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend):
20 jaar: per week 10,09; per maand
43,73.
19 jaar: per week 8,62; per maand
37,37.
18 jaar: per week 7,46; per maand
32,33.
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
In zeer bijzondere gevallen komt het
voor, dat jongeren beneden 18 jaar niet
meer thuis kunnen wonen. De gemeente
beslist of, en voor hoelang, hiervoor
bijstand wordt gegeven.
THUIS-INWONENDE KINDEREN
(werkloos)
Normbedrag:
20 jaar: per week 98,45; per maand
426,65.
19 jaar: per week 78,60; per maand
340,50.
18 jaar: per week 77,95; per maand
337,85.
Plus: vakantiegeld
20 jaar: per week 10,09; per maand
43,73.
19 jaar: per week 8,62; per maand
37,37.
18 jaar: per week 7,46; per maand
32,33.
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
BEWONERS VAN BEJAARDEN
TEHUIZEN.
Vanaf 1 januari 1985 wordt voor de
verzorging van bejaarden in bejaarden
oorden geen bijstand meer gegeven. De
bejaardenoorden worden voortaan na
melijk betaald door de provincies (die
daarvoor geld krijgen van het Minis
terie van WVC). Ook dan wordt reke
ning gehouden met de eigen bijdragen
van de bewoners van die oorden.
Net als tot nu toe in de bijstand
wordt altijd een bedrag voor persoon
lijke uitgaven vrijgelaten.
Voor bijzondere kosten blijft bijstand
mogelijk (zie verder bij: Bijzondere
uitgaven).
ALGEMENE BEPALINGEN.
Normbedragen.
De bijstandsuitkering is afgeleid van
het minimumloon. Dat is het loon, waar
op elke werknemer van 23 jaar en
ouder ten minste recht heeft. Van dit
loon worden loonbelasting en premies
voor sociale verzekeringen afgetrokken.
Dan blijft het netto-minimumloon over.
De uitkering voor een echtpaar is
gelijk aan het netto-minimumloon. Één
oudergezinnen krijgen 90%, alleenstaan
den 70% en woningdelers 60% daarvan,
omdat de noodzakelijke kosten van het
bestaan voor hen lager zijn. Voor al
leenstaanden beneden 23 jaar gelden
lagere bedragen, afgeleid van de mini
mum- j eugdlonen.
Let wel:
Net als iemand die het minimumloon
verdient, moet de bijstandsontvanger
uit zijn of haar uitkering de normale
kosten van het bestaan betalen. Dit zijn
de kosten voor bijvoorbeeld eten, drin
ken, wonen, licht en verwarming, kle
ding, meubilair en ontspanning.
Woonkosten.
Woont u in een huurhuis met een
kale huur tussen 239,60 en 650,per
maand (voor alleenstaanden jonger dan
23 jaar is dat resp. 179,60 en 510,
dan komt u als bijstandsontvanger in
het algemeen voor huursubsidie in aan
merking. De gemeente kan hierover
inlichtingen geven. Als u op bijstand
aangewezen raakt en nog niet voor
huursubsidie in aanmerking komt, past
de bijstand op dezelfde manier in de
huur bij als de huursubsidie zou doen.
Woont u in een eigen woning dan
komt u natuurlijk niet in aanmerking
voor huursubsidie.
Bedragen hypotheekrente, eigenaars-
onderhoud, belasting op onroerend goed,
e.d. bij elkaar minder dan 239,60 per
maand, dan moet u die kosten uit het
uitkeringsbedrag betalen.
Liggen de kosten tussen 239,60 en
650,per maand, dan krijgt u boven
het gewone bijstandsbedrag nog een
toeslag. Deze toeslag is even groot als
de huursubsidie voor een huurhuis van
die prijs.
Let wel:
Als u in een eigen huis woont, waar
van de waarde na aftrek van de hypo
theek hoger is dan het vrij te laten
vermogen (zie,, Vrij te laten vermogen")
dan kunt u eventueel bijstand te leen
krijgen op onderpand van uw huis
(krediet-hypotheek).
Woonkosten boven 650,per maand.
Voor huren boven 650,per maand
wordt niet in alle gevallen huursubsidie
gegeven. Als u in zo'n huis woont, kan
het zijn, dat u in aanmerking komt voor
een toeslag, maar die is altijd tijdelijk.
Aan de toekenning van een toeslag is
de voorwaarde verbonden, dat u moet
omzien naar een goedkoper huis. De
gemeente kan hierover inlichtingen ge
ven. Woont u in een eigen huis met
hogere kosten dan 650,per maand,
dan geldt hetzelfde. U zult ook naar
een goedkoper huis moeten uitkijken.
Regels voor bijstand en andere
inkomsten.
Bijstand wordt gegeven als er geen
of te weinig inkomsten zijn. Zijn er
helemaal geen inkomsten, dan krijgt u
de normbedragen, die hiervoor staan
vermeld.
Zijn er wel inkomsten, zoals alimen
tatie of een sociale uitkering, dan wor
den deze van het normbedrag afge
trokken.
Gaat het om inkomsten uit (deeltijd)-
arbeid, dan ligt de zaak anders. De
regel hiervoor is:
Inkomsten uit (deeltüd)-arbeid.
Van wat wordt verdiend, mag 25%
worden behouden. Dit geldt voor een
periode van twee jaar, die in sommige
gevallen kan worden verlengd. Bij één
oudergezinnen wordt de eerste 73,55
van wat de ouder per maand verdient,
vrijgelaten.
Van deze inkomsten uit arbeid mag niet
meer worden behouden dan:
echtpaar/één-oudergezin: 220,70 in
clusief de eerder genoemde 73,55
voor één-oudergezinnen
alleenstaande, 23 jaar of ouder:
154,50
alleenstaande 22 jaar: 132,65
alleenstaande 21 jaar: 115,55
alleenstaande 20 jaar: 107,95
alleenstaande 19 jaar: 68,95
thuis-inwonende 20 jaar: 64,
thuis-inwonende 19 jaar: 51,15
thuis-inwonende 18 jaar: 50,70
Korting bjj onderhuur, kostgangers en
inwonenden.
Vanaf 1 juni 1985 gelden de volgende
regels.
Onderverhuur en kostgangers.
Bij aanwezigheid van een onderhuur
der of een kostganger wordt 154,95
per maand respectievelijk 235,15 per
maand op de uitkering in mindering
gebracht.
Zijn er meer onderhuurders of kost
gangers, dan beslist de gemeente hoe
met de inkomsten daarvan rekening
wordt gehouden.
Inwonende kinderen.
Van inwonende kinderen met een
eigen inkomen wordt aangenomen dat
ze bijdragen in de kosten van wonen
en de aan het wonen verbonden vaste
lasten. Daarom wordt 154,95 per mnd
van de uitkering van de ouder(s) afge
trokken. Dit blijft achterwege als er
uitsluitend minderjarige kinderen zijn,
die een RW W-uitkering voor een thuis
inwonende ontvangen.
Voor wie op 31 december 1984 bijstand
had en een andere korting, geldt een
overgangsregeling. Zie verder.
Vrü te laten vermogen.
Hebt u vermogen bijvoorbeeld geld
op een spaarrekening of in een eigen
huis dan hoeft dat niet eerst hele
maal te worden opgemaakt, voordat u
voor bijstand in aanmerking komt. Een
zogenaamd bescheiden vermogen wordt
vrijgelaten. Dit bescheiden vermogen
bedraagt:
15.600,voor gezinnen;
7.800,voor alleenstaanden en thuis-
inwonenden.
De rente van dit vermogen is ook vrij.
Er is een extra vrijlating voor het
vermogen in een eigen huis. Deze geldt
voor wie in een eigen huis woont, jon
ger is dan 65 jaar en bijstand krijgt
tot de normbedragen voor de algemene
bestaanskosten. Deze extra vrijlating is
15.000,de helft van het meerdere
vermogen.
De vrijlating van het bescheiden ver
mogen en de extra vrijlating van het
vermogen in een eigen huis kunnen
tezamen niet meer zijn dan 75.400,
voor gezinnen en 67.600,voor al
leenstaanden.
Let wel.
Er is ook nog een extra vrijlating van
vermogen mogelijk voor oudere ex-
zelfstandigen en oudere langdurig werk
loze werknemers (50 t/m 64 jaar), zie
verder in dit artikel.
Biizondere uitgaven.
Hiertoe behoren niet: de grotere aan
kopen die iedereen wel eens moet doen,
bijvoorbeeld kleding, meubels of een
kachel. Deze moeten uit het normbedrag
worden betaald. Dat geldt ook voor
verhuiskosten en kosten van woning
inrichting. Maar het kan zijn dat u
noodzakelijke extra kosten hebt, die
ontstaan zijn door bijzondere omstan
digheden zoals bijvoorbeeld ziekte en
gebreken. Hiervoor kan bijstand worden
gegeven, waarbij rekening wordt ge
houden met de draagkracht die u hebt.
Voor dergelijke uitgaven, die niet bo
ven 171,05 per kalenderjaar uitkomen,
wordt geen bijstand verleend. Voor het
meerdere boven deze 171,05 echter wel.
Bent u jonger dan 65 jaar, dan dient
u voor uitgaven inverband met inva
liditeit een voorziening te vragen op
grond van de Algemene Arbeidsonge
schiktheidswet (AAW).
Overgangsregeling.
Voor wie op 31 december 1984 bijstand
ontving en door de invoering van de
woningdelersnorm of de gewijzigde kor
tingsbepalingen per 1 juni 1985 er op
achteruit gaat, geldt een overbruggings
toeslag. Deze toeslag bedraagt tot 1 juli
1985 twee-derde van het verschil en
wordt na 1 oktober 1985 verminderd
tot de helft. De toeslag vervalt na 1
januari 1986.
Gaat het om twee of meer bijstands
ontvangers, dan is de overgangstermijn
langer, namelijk tot 1 oktober 1985 en
1 april 1986.
Het individuele karakter van de bestand
De bijstand wordt afgestemd op om
standigheden en mogelijkheden van
persoon en gezin. Dit kan tot gevolg
hebben, dat van bovenstaande normen
en regels wordt afgeweken. Bijvoor
beeld wanneer iemand naast de nood
zakelijke kosten van het gewone le
vensonderhoud bijzondere kosten heeft,
die hij niet kan betalen, maar die voor
hem wel noodzakelijk zijn.
De bijstand is op deze manier een
duidelijk individuele uitkering en kan
van persoon tot persoon verschillen.
RIJKSGROEPSREGELINGEN.
Voor werkloze werknemers.
Deze regeling is van toepassing op
personen van 18 tot 65 jaar die werkloos
zijn en niet of niet meer in aanmerking
komen voor een uitkering krachtens de
Werkloosheidswet (WW) of de Wet
Werkloosheidsvoorziening (WWV). Hier
toe behoren ook:
ex-zelfstandigen die nog geen 65 jaar
zijn en hun bedrijf hebben moeten
opgeven;
schoolverlaters vanaf 18 jaar, die
nog geen werk hebben kunnen vin
den.
Voor minderjarige werkloze school
verlaters vanaf 18 jaar gaat de eigen
uitkering niet direkt in nadat de stüdie
is geëindigd. Zij gaat eerst in, nadat
twee volle kalenderkwartalen zijn ver
streken. Dit is in de meeste gevallen
1 januari na het jaar, waarin de studie
is geëindigd. Wel hebben de ouders in
deze periode in beginsel recht op kin
derbijslag. Bij een laag inkomen kun
nen ouders van schoolverlaters, die
zelfstandig wonen, dan bovendien een
aanvulling met bijstand krijgen. Dit kan
echter alleen, als de schoolverlater tij
dens de studie al zelfstandig woonde
en een rijksstudietoelage ontving.
Voor meerderjarige werkloze school
verlaters kan de uitkering ingaan, als
er geen sprake meer is op studiefinan
ciering. Dat geldt ook, als de ouders
de studie zelf hebben betaald.
Let wel:
Zorg voor tijdige inschrijving bij het
(gewestelijk) arbeidsbureau liefst
vóór het eindigen van de studie.
Bijstand voor de algemene bestaans
kosten kan in deze gevallen worden
verleend onder bepaalde voorwaarden.
Zo moet men in elk geval:
als werkzoekende ingeschreven
staan bij het arbeidsbureau en dat
ook blijven;
het mogelijke doen om werk te krij
gen en passende arbeid die wordt
aangeboden aanvaarden;
meewerken aan een eventueel me
disch onderzoek, scholing, her- of
omscholing of opleiding.
Als men zonder geldige redenen deze
voorwaarden niet nakomt, volgt ver
laging of stopzetting van de bijstand.
De bijstand wordt berekend volgens de
hiervoor vermelde bijstandsnormen en
regels.
VOOR ZELFSTANDIGEN.
Zelfstandigen die een levensvatbaar
bedrijf hebben maar met financiële
problemen zitten, b.v. omdat de inkom
sten tijdelijk wegvallen of noodzakelijke
investeringen niet gedaan kunnen wor
den, kunnen een beroep op deze rege
ling doen, als men bij de bank of an
derszins niet afdoende kan worden ge
holpen. Er wordt dan nagegaan, of het
nodig en verantwoord is de zelfstandige
dat bedrijfskapitaal van gemeentewege
te verstrekken. Als dit wordt toegekend
gebeurt dat meestal in de vorm van een
lening. Het is de bedoeling, dat zo het
bedrijf weer op peil wordt gebracht,
waardoor men weer in z'n bestaan kan
voorzien. Aan de hulpverlening kunnen
voorwaarden worden verbonden zoals
b.v. de begeleiding op bepaalde punten.
Zo nodig kan ook een periodieke uitke
ring voor de normale bestaanskosten
worden toegekend.
STARTERS.
Degenen die een werkloosheidsuitke
ring hebben of bijstand, alsmede AAW-
ers en WAO-ers met een uitkering tot
bijstandsniveau, kunnen met ingang
van 1 mei 1985 ook een beroep doen op
de Rijksgroepsregeling zelfstandigen
om een zelfstandig bedrijf of beroep te
beginnen.
Een deskundig onderzoek naar de le
vensvatbaarheid van het bedrijf of be
roep is een vereiste. Er zijn dan twee
mogelijkheden:
een lening van maximaal f 25.000.
als startkapitaal
en
voor maximaal 1 Va jaar een aanvul
ling op het inkomen tot bijstands
niveau.
VOOR OUDERE ZELFSTANDIGEN.
Deze regeling is van toepassing op
zelfstandigen van 58 tot 65 jaar, die uit
hun bedrijf wel inkomsten hebben, maar
niet voldoende om in de noodzakelijke
kosten van het bestaan te kunnen voor
zien.
Ze kan een aanvulling geven tot de
bijstandsnorm, als aan een aantal voor
waarden is voldaan. Zo moet men:
minstens 58 jaar zijn, maar de leef
tijd van 65 jaar nog niet hebben be
reikt;
in staat zijn om ook in de toekomst
uit het bedrijf of beroep een inko
men te halen van tenminste de helft
van het voor dat jaar berekende
minimum-inkomen voor zelfstan
digen. Per 1 januari 1985 is dat ten
minste f 15.100.Dit bedrag wordt
jaarlijks aangepast;
,er rekening mee te houden dat in
dien het eigen vermogen (zakelijk
en privé) voor 1985 meer bedraagt
dan f 170.200.de aanvulling in de
vorm van een rentedragende lening
wordt verstrekt. Beneden deze grens
wordt de aanvulling meestal gratis
gegeven;
de arbeidstijd geheel of vrijwel ge
heel gebruiken om het beroep of
bedrijf uit te oefenen;
voldoen aan de wettelijke vereisten
voor het beroep of bedrijf, dat men
bovendien al minstens vijf jaar
moet uitoefenen;
over een goede boekhouding be
schikken.
VRIJLATING OUDEDAGSVOORZIE
NING BIJZONDERE GROEPEN.
Deze regeling is van toepassing op ex-
zelfstandigen en langdurig werklozen
van 50 tot en met 64 jaar, die voor de
noodzakelijke kosten van het bestaan
op bijstand zijn aangewezen.
Zij mogen boven het „vrij te laten
vermogen" (zie eerder in dit artikel)
een extra bedrag voor de oude dag be
waren.
Voorwaarde voor deelname aan de
regeling zijn o.a.:
men moet onvrijwillig werkldos
zijn;
ex-zelfstandigen mogen niet of niet
meer voor een bedrijfsbeëindigings
regeling in aanmerking komen;
A