MOLENDAG MIS BOUWMAN DOET EEN BEROEP OP U GIRO 809 GeefM V Gef&t de hollandsche molen tn ZEELAND Zeeland Muziekfestival '85 Een oud-eilandbewoner weet te vertellen (deel 1) molenzaterdagen1 juni 6 juli 3 aug 7 sept i STICHTING REDT DE KINDEREN (NEDERLAND) HELPT NEPAL Steun het Astma fonds. Postgiro 55055. Roompot Recreatie te Kamperland organiseert dit jaar in samenwerking met muziekvereniging „Apollo" uit Wis- senkerke een openluchtmuziekfestival. Het festival heeft ten doel de muziek verenigingen in Zeeland meer in de be langstelling te plaatsen en de gasten van Roompot Recreatie en Zwempara dijs Zeeland een aantal aangename uren te bezorgen. Inmiddels mogen wij konstateren dat een 40-tal muziekverenigingen zich heb ben aangemeld, voor de periode tussen mei en eind september (de optredens zijn voornamelijk op de vrijdagavonden en zaterdagmiddag en -avonden). In ie der geval kan men van publiek ver zekerd zijn, want in deze periode is er steeds bedrijvigheid op het Roompot terrein. Het geheel zal zich afspelen in de omgeving van Zwemparadijs Zeeland, een onderdeel van De Roompot, waar speciaal voor deze gelegenheid een mu ziektent is neergezet. Zowel „Apollo" als De Roompot hebben hoge verwach tingen van dit festival, en proberen op deze manier het zomerseizoen '85 mu zikaal te starten. (Wanneer er nog muziekverenigingen zijn, welke ook acte de présance willen geven, stelt u zich dan in verbinding met „Apollo" in Wissenkerke). Programma: Zaterdag 4 mei, 14.00 uur: Oosterlands fanfare uit Oosterland. Zaterdag 11 mei, 14.00 uur: Arne's Genoegen uit Arnemuiden. Zaterdag 11 mei, 19.00 uur: Veere's Genoegen uit Veere. Zaterdag 18 mei, 19.00 uur: Caecilia uit Vlissingen. Zaterdag 25 mei, 19.00 uur: Kon. Harm. Ons Genoegen - Vlissingen Zaterdag 1 juni, 15.00 uur: Mozart uit Yerseke. Zaterdag 1 juni, 19.00 uur: Con Amore uit Hoedekenskerke. Zaterdag 8 juni, 14.00 uur: Con Affezzione uit Kwadendamme. Zaterdag 8 juni, 19.00 uur: Scheldegalm uit Hansweert. Zaterdag 15 juni, 14.00 uur: ONDA uit Middelburg. Zaterdag 15 juni, 17.00 uur: Ons Genoegen uit Kapelle. Zaterdag 22 juni, 14.00 uur: Brassband Wilhelmina uit Colijnsplaat. Zaterdag 22 juni, 19.00 uur: Nu met Hope uit Bruinisse. Zondag 23 juni, 11.00 uur: Brassband Ons Genoegen - Kamperland Zaterdag 29 juni, 14.00 uur: Advendo uit Wolf aartsdijk. Zaterdag 29 juni, 19.00 uur: Blaaskapel Die Neulander Musikanten uit Nieuw- en Sint-Joosland. Dinsdag 2 juli, 19.00 uur: Oefening en Uitspanning - Kattendijke Vrijdag 5 juli, 19.00 uur: ONDA uit Middelburg. Zaterdag 6 juli, 14.00 uur: Apollo uit Wissenkerke. Zaterdag 6 juli, 19.00 uur: Vooruit uit Waarde. Zondag 7 juli, 14.00 uur: Harmonie De Vliegende Hollander uit Terneuzen. Vrijdag 12 juli, 19.30 uur: St. Caecilia uit 's-Heerenhoek. Zaterdag 13 juli, 19.00 uur: Brassband ONDA uit Ritthem. Vrijdag 16 augustus, 19.00 uur: Deltaband uit Vlissingen. Zaterdag 24 augustus, 19.00 uur: Blaaskapel Die Neulander Musikanten uit Nieuw- en Sint-Joosland. Zondag 25 augustus, 14.00 uur: Breskens Groede uit Breskens. Zaterdag 31 augustus, 14.00 uur: Apollo uit Wissenkerke. Zaterdag 31 augustus, 19.00 uur: ONDA uit Middelburg. Zaterdag 7 september, 14.00 uur: OKK uit Wemeldinge. Zaterdag 7 september, 19.00 uur: Brassband Excelsior uit Kloetinge. Zaterdag 14 september, 14.00 uur: Rillandia uit Rilland. Zaterdag 14 september, 19.00 uur: Brassband Ons Genoegen - Kamperland Zaterdag 21 september, 14.00 uur: Middelburgs Muziekkorps - Middelburg Zaterdag 21 september, 19.00 uur: Oefening en Uitspanning - Kattendijke. Zaterdag 28 september, 14.00 uur: Vosmeers Blaaskapel - Oud-Vossemeer. Zaterdag 28 september, 19.00 uur: Muziekvereniging De Echo uit Wilhel- minadorp. P.V. "DE BLAUWE DOFFER" KORTGENE Uitslag wedvlucht St. Ghislain op 20-4. 1 M. van Belzen 2 A. Hollestelle 3 J. van Belzen 4 J. van Belzen 5 P. van Belzen 6 L. de Fouw zn. 7 P. J. Verburg 8 W. C. Filius 9 M. van Belzen 10 H. P. Versluys 125.748 10. 128.955 10. 128.599 10. 2 10. 128.784 10. 123.896 10. 123.934 10. 125.343 10. 2 10. 124.960 10. 15.33 107 22.03 106 21.48 105 23.13 104 23.48 103 19.16 102 20.19 101 22.09 100 .22.38 99 .21.52 98 In het verleden vertoefden wij eens op een zéér warme zomeravond ergens op een caféterras aan een plein te Gent, België dus. Wij waren met vakantie- kursus in K.O.F.-verband op uitnodi ging van het Gentse gemeentebestuur in de hoofdstad van de provincie Oost- Vlaanderen. Onze schepen lagen nog „na te braden" door de dagwarmte in een dok. 's Morgens waren wij officieel ten gemeentehuize ontvangen, 's Mid dags werd ons schip, de „Prinses Bea trix", gepresenteerd aan burgemeester en schepenen der stad. Dit was eerst een deftige bedoening. Maar na wat „van de goeie" uit Schiedam, „awel zulle", verviel veel franje en bewezen ook deze heren maar gewone mensen te zijn. Met de normale interesses. 's Avonds was het Gravensteen be zocht. Men voerde daar een middel eeuws klank- en lichtspel op. Wetend dat de ijzeren schepen in de voornacht nog wel een poosje zouden nagloeien, verbleven wij als gezelschap, maar hier onder de bekoring van de nu verkoe lende sterrenhemel. Op dat terras kwamen wij in gesprek met een ook daar vertoevende Belg. Hij had ons al een poosje geobserveerd. Wij vielen zeker in zijn smaak. „Olland iêst goei, zulle," zei hij. „Alléén gij zulde nie en die grapkens over d'n Bels klappen Of hij dan zo goed met zijn noor derburen bekend was? Dit was het ge val. En wel in Zeeland. Hij viste regel matig langs de kust van Westkapelle tot Colijnsplaat. Soms ging de tocht over de Zeelandbrug naar Schouwen. Maar vooral Noord-Beveland was hem favoriet. Want als het voor de hengelsport aan de kust te ruig werd, dan waren daar in de buurt „binnen- woaterkens". Het Veerse Meer en de Grevelingen. Dit was wat verderop. Doch met de auto was men daar rap! Wij stelden ons voor als oud-eiland bewoner. Dat was „plezant zulle!" Wij trachtten hem te doen begrijpen dat wij in onze scherts en luim de eigen landgenoten ook niet spaarden. Zo dit uitkwam. In eer en deugd. Hiervan, ter overtuiging, wilde hij op staande voet het bewijs. Eerst stelden wij dat de woordkeus in de Vlaamse taal voor ons soms al komisch overkomt. Jullie schrijver Stijn Streuvels noemt koeien „melkmoeder- kens". Of een pad door de akkers „eerde straat". Ernest Claes noemt verbleken „verschieten". Iemand die na overlijden is afgelegd „gelijkt". Een baby is een „spartelding". Loeren is „lodderogen". Meisjes zijn „maagdekens". Nee (of ja) schudden is „schuddekoppen". Onge schoeide paters waren „tenenpaters". Pruttelen (met het koken) „kooksuizen". Verkoudheid is „een valling", enz. enz. Hij moest ons goed begrijpen: bij het lezen van hun proza of poëzie deed dit ons als Noorderlingen al glimlachen. Let wel: niet spotten, verre van dat! Voor hun woordvorming en zinsbuiging hadden wij toch grote bewondering. Al tijd blijvend is de indrukwekkende in vloed, ook voor ons, van de verzen van Guido Gezelle, Alice Nahon, e.a. Maar nu een komisch voorbeeld over een eigen landgenoot, zojuist beloofd. Een Groninger, komend uit de provin cie, vertoefde tijdelijk op Noord-Beve land. Een bijzonderheid van hem was, dat hij steeds, onder alle omstandig heden, wilde domineren. Hij dacht van zichzelf in gezelschap steeds „leuk" over te komen. Zo hij het woord nam, hoorde men hem uit beleefdheid maar aan. Eens vertelde hij het volgende. Een arrestant moest in e^i stad begeleid worden vanaf de cel naar het gerechts hof, enige straten maar ver. Agent Jan sen werd hiervoor aangewezen. Toen deze voor uitvoering van zijn opdracht bii de arrestant arriveerde, handboeien gereed voor lijf-aan-lijf koppeling, zag hij dat deze een oude schoolkameraad van hem was. „Klaas," zei hij, „dat is toch ook wat. Dat wij elkander nu zo weer ontmoeten. Gestel dat wij straks op straat een ken nis tegenkomen. Ook ik zou dit als zeer pijnlijk ervaren. Man, wij kennen el kander toch? Beloof mij op erewoord niet te zullen gaan drossen. Dan vergeet ik die handboeien!" „Akkoord", zei de ander. Samen, na aftekening van het afleve- ringsbewijs, verlieten zij de gevangenis. De arrestant had zijn hoed diep over de ogen getrokken. Daar woei een flinke bries. Om de hoek van een straat ko mend gebeurde het. De hoed werd door de wind van het hoofd gerukt. Bolderde met zeker geen slakkegangetje uit het zicht. „Mag ik hem achterna?" vroeg de gedupeerde. „Nee maat," antwoordde onze agent, „ik heb je door. Jij blijft hier staan en ik ga die hoed wel ophalen Niet één spiertje aan een toehoorders gezicht bewoog. Alom stilte. Tot een aanwezige opmerkte: „Dan was die po- litie-agent zeker óók een Groninger!" Bevrijdend gelach volgde. Die Gentenaar zei toen tot onze niet geringe verbazing: „Moar gij meniêrke, gij witte over d'n Vloam oêk nog wa te klappen zulle?!" Wij wezen hem er op dat wij dan niet gingen praten over ,,'n lappeke patat ten," die op Noord-Beveland wel eens door onbekenden, nadat de dammen wa ren gelegd, bij een boer waren uitge stoken, zo met het weekend, in de nacht. Ook gingen wij niet verhalen over het spitten van zagers, als aas voor de vis, juist aan de voet van een zeedijk. Ach ter deze dijk wilden de bewoners wel graag veilig blijven wonen! Niet over een palingfuik, die hier en daar zo wel eens gelicht werd, soms ook in z'n ge heel bleek meegenomen. Ook niet over buitenlandse sportduikers, die kreeftjes uit de Oosterschelde, nog geen 10 cm van grootte, boven water brachten om mee te nemen naar huis. Dat bij het alikruiken rapen (kreu- kelkens) de stenen van de zeedijkglooi ing niet netjes terug op hun plaats wer den gekanteld. Zeker niet over de niet geringe rommel aan blik en plastic, vooral stukgesmeten fleskens, die werd achtergelaten. Waardoor wij met te gaan zwemmen, voetverwonding oplie pen. Dit deden helaas onze eigen land genoten ook wel! Ook vond men nog wel eens een restje afval van gestroopte paling of geep. Onderaan een trap, in de luwte. „Veur d'n veugelkens proper geloaten, sie „Maor awel," werden wij in ons be toog onderbroken, „iest da sjüüst da 'n Ollander bij d'n madam in Belgen, mee d'n otto (auto) neven één in d'n file stil zijnde, vroaget welk uur 't nè iest en zijnen ijsco rap van veur in d'r de colleté zakken loat zoê zij 't roamke uitboog om d'r klok oan d'n pols um te zien loaten? Even noa trapte um rap d'n gas, allee, weg woar um! 'k Emme da moar gezien, zulle, ajoa, woar iest!" Wij vertelden toen maar, met z'n allen onder het genot van een nieuw „koud blondje" (pils), wat beleefde ge beurtenissen in en om het Antwerpse en in het verdere Belgenland. Het is toen laat geworden! Belgische douane in het verleden. In de dertiger jaren voeren wij met het tankschip „Sleipnir", steeds nieuwe lading halend te Antwerpen voor Ne derland, intens, vaak dag en nacht, over de binnenwateren. Soms passeerden wij in één week tot drie keer toe retour de grensposten Hansweert en Lillo. Ook met de radio was Philips in opmars. Deze radio kostte toen voor de arbei dende Belg een klein vermogen. Het land bleef maar arm door de nasleep van de oorlog 1914'18. Men wisselde toen aan de bank voor één gulden twintig Belgische franken. Mijn kapitein had een radio aan boord Daar dit dus voor de meeste Belgen een haast onbetaalbare luxe was, zijn daar ook schippers geweest die iedere reis in Nederland een nieuw radio toestel kochten en met winst in België van de hand deden. Wij weten het: de kruik gaat zolang te water tot die breekt. Douane maakte aan deze „handel" een einde. Terecht, vonden wij toen. Men moest voortaan als buitenlands schip aan een Belgische grenspost een borgsom per radio stor ten. En wel zo groot als de radio, om gerekend in Belgische valuta, kostte. Bij vertrek uit België werd dit bedrag, samen met andere grensformaliteiten, terugberekend. Vele schippers nu lieten aan de Ne derlandse grenspost, veelal bij de ex pediteur, hun radio achter. Daar wij zeker enkele keren per week, het gehele jaar door, in- en uitklaarden, kwam het eigenlijk hierop neer, dat mijn kapitein voor één radio het dubbele bedrag aan geld in bedrijf had. Door weer en wind, 's winters vooral langs glibberige trap pen in sluismuur en aan remmingwerk, te Hansweert geregeld met de radio onder de arm aan de wal te klimmen, had zo zijn bezwaren. Wij vonden nu deze oplossing. Voor wij met ons schip aan de Belgische grens arriveerden, ging de radio-an tenne uit de mast (daar deze draad van mast naar stuurhut liep, dus goed zicht baar was) en het toestel zelf werd onder tafel geschoven, waarover een ruim kleed werd gespreid. Welbeschouwd een eerlijke zaak. Niemand werd tekort ge daan enook in België zijnde kon naar de radio geluisterd worden. Op de rivier, aan de grenspost te Lillo, voer een douanebootje „nog met stoom". De korpulente kapitein had de beslissing over volgorde van beurt der schepen om te klaren. Hij manoe- vreerde dan altijd met sierlijke bochten om de schepen heen. En wel zo, dat bij reklamatie hij het liet voorkomen zelf niet meer goed te weten hoe de volgorde van aankomst der schepen nu was. Toevallig kwam hij dan wel éérst langs zijde van het schip waar de schipper aan boord een nooit karige fooi gaf. Wij stonden daar ook goed aange schreven. Voor het vijffrank geldstuk boog een „douanier" als een knipmes. Voor ons was dit de somma van één kwartje. Wij hoorden eens een oude schipper zeggen: door armoede hangt België van fooi aaneen, zonder dat komt men in dit land nergens Zelden kwam, behalve voor boven genoemde „formaliteit", „meniêr de dou anier" overeind van zijn krukje in de stuurhut bij de kapitein daar aan boord. Stapte dus voor visitatie niet gauw over. Was dit wel het geval, dan ver ontschuldigde hij zich met: „Awel zulle manneke, doar op d'n steiger zien „ze" mee 't glas (verrekijker) toe, doaroem is't. 'm Zal neven (bedoelt zijn chef) zijnen superieur kommen, zö is't da!" Kwam hij aan boord, dan moest je dit voor „meniêr" wel even meespelen. Tien ijzeren luikhoofden van de tanken (bij ledig schip nota bene) moesten geo pend worden. In elk luikhoofd stak „meniêr" zijn hoofd en sprak tien keer hardop, alsof zijn chef te land dit kon horen: „D'n dieën iets óek ledig zulle!" Met het schip geladen terugkomend voer de douaneboot enkel even langs. De stuurman daar aan boord stond dan „vanveur" met de „kerkezak", een zeil doeken ronde zak aan een stok die naar het passerende schip werd uitgestoken. Daarin werd het uitklaringsbewijs ge stopt, dat aan „d'n burêêl an't Zuud" in de stad was afgegeven. In de zak ging dan weer de fooi mee. Uitgeklaard was men. Op een heenreis naar Antwerpen werd vanaf de douaneboot steevast ge roepen: „Schipper, edde raddio oan boord?" Om daarna, zonder dat wij tijd kregen om te reageren, zelf ook te ant woorden: „Neinik, g'ed ginne raddio oan böórd!" (Wordt vervolgd). P. C. Noordhoek, Zierikzee. Ver van ons bed sterven dagelijks duizenden kinderen aan ziekten als kinkhoest, difterie, tuberculose en mazelen. Ver van ons bed worden ook duizenden kinderen blijvend invalide door kinderverlamming. Wie in een land woont als Nederland, waar kinderen gezond kunnen opgroeien, accepteert dat niet. Vandaar deze oproep. YVOOR F 25 PER JAAR KUNT U DONATEUR WORDEN VAN DE STICHTING REDT DE KINDEREN (NEDERLAND) Voor f 25 per jaar steunt u een levensbelangrijk projekt. Met uw bijdrage kan de Stichting het immunisatie-projekt in Boven Volta (dat sinds kort Burkina wordt genoemd) voortzetten. Een projekt met als einddoel: uit banning van alle dodelijke kinderziekten in Boven Volta en ook in andere landen in de Derde Wereld. Dat einddoel is nog ver, maar bereikbaar mits er gerekend kan worden op uw steun. Er sterven zoveel kinderen onnodig. Doe daariets aan./iNu. WORDT DONATEUR, STORT F. 25,- DEN HAAG GIRO 7475 MIDDELBURG

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1985 | | pagina 4