U KUNT NIET ALLES WETEN Taaipraatje KRONIEK VAN NOORD-BEVELAND Rotterdam (wordt) milieuvriendelijke haven 2) SS Kamperlands alternatieve gemeentegids (deel Na heel lang wachten en diverse noodkreten is het dan eindelijk zover: de Rotterdamse haven krijgt een kom- plete ontvangst- en verwerkingsinstal latie voor olieresten en chemisch afval. Al in 1973 werd het internationale Marpol-Verdrag gesloten. Marpol is de afkorting van de Engelse woorden „ma ritime" en „pollution'' dus: zeevervui ling. Ons land trad in juni 1983 tot dit verdrag toe en verplichtte zich daarmee om voorzieningen te treffen voor de opvang en verwerking van afvalstoffen, afkomstig van schepen. Nog dit jaar moet er een haven-ontvangstinstallatie voor olieresten komen en in 1986 moet ook het chemische afval verwerkt kun nen worden. Na jarenlange onzekerheid en lange onderhandelingen is kort geleden over eenstemming bereikt tussen het Rijk, de Gemeente Rotterdam, en drie bedrij ven, waarvan één uit Amsterdam: Am sterdam Tanker Cleaning. De andere twee zijn: Verolme Tanker Cleaning en Broere Tank Terminal Rotterdam. Al in 1978 wezen de redersverenigingen van de grote en kleine handelsvaart er op dat er dringend behoefte was aan installaties om vuil water met olie- reesten erin (slops) op te vangen. Vorig jaar zomer schreven de reders hun zoveelste brief aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, om nog eens duidelijk te maken hoe hoog de nood gestegen is. Dat blijkt onder meer uit enkele voorbeelden: Vuil ballastwater. Het m.s. „Irish Gate" heeft in fe bruari van het vorige jaar, vóór aan komst in Rotterdam, gemeld dat het 900 ton vuil ballastwater had af te ge ven. Ondanks intensieve pogingen van Tinnen theepotten mag u niet op een elektrisch of waxine theelichtje plaat sen. Er bestaat namelijk kans op smel ten. Hier is de theemuts op zijn plaats. Sloten en scharnieren moet u niet sme ren met spijsolie, want die wordt hard. Naaimachine-olie is wel goed. Deeg kunt u gemakkelijk rollen, terwijl het op vetvrij papier ligt. Het plakt dan niet en kan beter opgelicht worden. Aardappelen die u frituren wilt, moet u niet van te voren schillen en in het water zetten. Deze bevatten dan veel te veel vocht en uw frituurvet gaat erg bruisen. de agent van het schip (waarbij veel vuldig kontakt met terzake bevoegde Nederlandse autoriteiten) bleek geen enkel bedrijf bereid het ballastwater in ontvangst te nemen. Uiteindelijk werd het schip geadviseerd het ver vuilde ballastwater in strijd met de voorschriften van het Marpol-verdrag zo ver mogelijk van de kust in zee te lozen! Ten aanzien van vloeibare afvalstof fen van chemicaliëntankers was de si tuatie nog ernstiger. Dure grap. Onlangs had de onder Noorse vlag varende tanker „Bow Cedar" grote pro blemen met de afgifte van 2000 ton chemicaliënslops. Tijdig was aan het Gemeentelijk Havenbedrijf in Rotter dam gemeld dat het schip, na lossing, geheel moest worden schoongemaakt, omdat het daarna bij een werf in Rot terdam zou moeten worden verbouwd. Afgifte van de 2000 ton „slops" bleek in Nederland niet mogelijk door het ontbreken van de mogelijkheid tot op vang en verwerking. De agent kontrakteerde daarop kleine schepen (lichters) van een Belgische H. Maakt u pudding met rozijnen, rol deze laatste dan eerst door het meel, dan zullen ze niet zakken. Wilt u gebakken vis bewaren zonder te laten bederven, giet er dan azijn overheen. Teneinde te voorkomen dat uw picca- lilly schimmelt, kunt u er een laagje azijn over gieten. Neem voor een ziekenhuispatiënt nooit te grote bloemstukken mee. Ze zijn zo onhandig op de „kleine" bedkastjes. Ketelsteen kunt u voorkomen door een oesterschelp in het water mee te koken. firma, voor afvoer naar een verwer kingsinstallatie in Antwerpen, maar dat plan werd door de milieu-organisatie Greenpeace verhinderd. Tenslotte moest het afval op kosten van de reder wor den opgeslagen in gehuurde waltanks. Onlangs ontving een rederij bericht dat zijn 2000 m3 opgeslagen chemica liënslops konden worden verwerkt voor een bedrag van 40.000 gulden, waarna door de verhoging tengevolge van aan- en afvoer en opslag de kosten in totaal 175.000 gulden bedroegen. Het zijn maar twee voorbeelden, maar ze laten zien welke problemen en e- norm hoge kosten het gevolg zijn van het ontbreken van deugdelijke ont vangstmogelijkheden. Die situatie kon niet langer duren en zou zeker nadelige gevolgen hebben voor de bereidheid van de internationale zeescheepvaart om de Nederlandse havens te blijven gebruiken. Het is te hopen, dat met de inge bruikneming van de nieuwe verwer kingsinstallaties Rotterdam spoedig een milieu-vriendelijke haven wordt. Heer. De oorspronkelijke betekenis van heer was de naam en titel door onder danen aan een gebieder, een regeerder, aan adellijke en vorstelijke personen gegeven. Heer werd meestal gebezigd voor lagere vorsten, soms als titel voor de leenman, nog bekend in ambachts heer. De openbare weg noemde men 's heeren wegen of straten. Vandaar de uitdrukking „Langs heeren wegen wan delen", aanvankelijk met de betekenis nog in het land der levenden zijn. De landstreken van zo'n heer of leen man noemde men heerlijkheid. Daar van is de streek in Zuid-Holland af geleid, bekend onder de naam „De Vijfheeren-landen", een dijkdistrikt ge vormd door de voormalige heerlijkhe den Arkel, Vianen, Hagestein, Everdin- gen en Leerdam. Een oude zegswijze luidde „Men treft er zoo geen aan in Vijf-Heerenlanden", gebezigd voor een vreemde, rare schut ter. In de Republiek der Nederlanden kende men de titel „sterfelijk heer", ook wel sterfheer. Dat was een, meestal adellijk persoon, die door de vroed schap van een stad tot ambachtsheer was aangesteld over de gezamenlijke, onder het beheer van een stad gekomen heerlijkheden. Deze titel ging niet auto matisch over op de kinderen. Ook ken de men de titel predikheer bij de gees telijkheid. Zo noemde men de Domi nicanen de „witte heren". De zegswijze „God is een Heer, de abt is een monnik" duidde erop, dat de erenaam Heer God toekwam en niet zijn dienaar. Daarom werd met „de grote Heer" het Opperwezen bedoeld. Om onderscheid aan te duiden tussen mannen en vrouwen gebruikt men vaak de uitdrukking „de heren der schep ping". In latere tijd zo veelvuldig ge bruikt dat men van een clichévorm kan spreken. De term „Zich heer maken van iets" werd vroeger gebezigd in de letterlijke betekenis. Vandaar „Die een plakke niet acht, wordt geen stuiver heer". Een plakke was een muntstuk van weinig waarde. Vergelijk „Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd." Later ook vaak in de figuurlijke zin: zich zelf meester zijn. Om onderscheid aan te geven sprak men van hooge, machtige, groote, klei ne en smalle heeren en heertjes. Een heel oud rijm was: „Alwaer op kost van kleine heeren, De Koningen hun staet vermeeren." En bij Huygens: „Soo ghy wilt wijs zijn, deelt geen peeren. In jock noch ernst met groote heeren." Bij Harrebomee komt het spreek woord met dezelfde strekking voor: „Met groote heeren kleine kennis". De betekenis is: bij meerderen is geringe kennis geraden. Vergelijk: met grote heren is het kwaad kersen eten. Zo kenden de Friezen het alleszeg gende spreekwoord „Grote heren zitten aan die kant van de schotel waar de dikste baars ligt." In vroeger dagen was heer boven dien de titel van met macht of gezag beklede personen in stads- of staats bestuur. de titel van de schout, de schepenen, de burgemeesters of andere bekleders van rechterlijk of plaatselijk gezag. Vandaar: „De Heeren van de Wet of van den Gerechte, de Heeren van de stad." Soms „de heer van de buurt." Dat was een lager ambtenaar, belast met toezicht in zijn wijk, later alleen met de zorg voor het bevolkingsregister. Van deze betekenis is de zegswijze afkomstig „Voor de Heeren geroepen worden". Men moest zich dan verant woorden voor zijn daden, vaak om een vermaning te ontvangen. Vandaar ook ,,'t Zal wat zijn als 't voor de Heeren komt". Dat werd gezegd van onbedui dende zaken, waarvan tevoren hoog werd opgegeven. Van alle bovengenoemde titels zijn veel zegswijzen afgeleid. „Soldij aan den Heer hebben" betekende geld van de overheid te goed hebben. Van onverschilligheid getuigde „Hij weet van geen Heer als van den Kei zer". Betekenis: hij stoort zich aan niets of niemand. „Heeren hebben lange armen", of: „heeren hebben lange halzen" hield een waarschuwing in. De overheid bezit de macht booswichten overal, ook al duurt het lang, te grijpen. (Nadruk verboden). Vele hae elk jaer nae de wintersport, beste vrienden. Van 't jaer is Curnelus ók hewist, vo d' ééste keer. 't Is tun prima bevalle en ie ei van oalus meehemaekt. Eén van die bele venissen oa mee veuhels te maeken. De veufael hevlohe. Ut mos'ter mè us van komme, Curnelus hieng mee verkansie. Nae de wintersport mö-je behriepe, wat un toestand was me dat mè nie. Oalus wier hepakt en klaerhezet en ut vertrek was anhebroke. Deur éél de buurte uuthezwoait, in z'n beste pak hestoke. Bel, bel, wat lag di vee snééuw, mè dat was niks vo Kurnelus. Ski-je dee'tun nie, dan mè wat anders, dus. Schaetse ko-je d'r ök, dus Curnelus die hieng rie-je. Tot s' aevens laete was tun weg; ie ree zö schééf, dat oa ze di nog nie hezie-je. In 't hotel was oalus prachtug, mee in de hank oal béésten. Ophezette veuhels waere dat, mè vo Curnelus waere ut héésten. Ie kwam tuus van't schééve rie-jen, nae die béésten wier um toehetrokke. Oalus liep um van de muren, dat was un zootje hosternokke. Deur éél de hank laehe de veuhels, hin één ieng d'r mi op. Curnelus wist van niks, mè di oa ze wè un strop. Eél ut hotel stieng op z'n kop, oe kom dat, wier d'r hevrohe. Oale veuhels waere d'r nog, mè dien énen was hevlohe. D'n oaren ochend an't ontbijt, riep iederéén: ach en wee. En Curnelus mee un strek hezicht, dee ut artste mee. Oe Rotterdamse haven krijgt een komplete ontvangst- en verwerkingsinstallatie voor olieresten en chemisch afval. Lozen in zee is dan verleden tüd! "MET EEN KNIPOOG". N is Nieuwsgierig, dat zijn de grote mensen vaak; ze vragen, vooral aan kindTen, vaak maar raak. De één zegt: 'Waar kom je vandaan of waar moet je heen' De ander: „Van wie ben jij er één?" O is de omgeving, die verandert toch snel, maar het wordt er niet mooier op, vindt u wel? Er komen rond ons dorp heel nieuwe wijken; meest tweede huizen van allerlei rijken. P dat is Plat, onze Zeeuwse taal; toch is die taal de mooiste van allemaal. „Muste" en „tuumpels" kunnen wij wel verstaan, maar kom met die woorden niet bij een vreemdeling aan. Q is Quotiënt, we moeten vaak delen lief en leed van soms heel velen, want zo is het in ons dorpje hier; samen leed, maar ook samen plezier. R dat is Roddelen, ook dat kunnen we goed; het zit ons als het ware, in het bloed. Maar al is het praatje nog zo groot, binnen zes weken is het helemaal dood. S is de Sporthal waar door velen op wordt gewacht, het heeft al veel tongen in beweging gebracht. Voor de een is 't een lust, voor de ander een last, maar komen zal die, dat staat (slag)vast. T staat voor Tram en ook voor de Trein, voor die vervoermiddelen is Kamperland te klein. Het reizen is hier vaak een hele klus. O, mensen, mis hier toch nooit een 'bus. U dat is Uitgaan, dat kun je hier niet, geen bios of schouwburg die je in Kamperland ziet. Maar het schoolfeest trekt steeds een volle zaal, daarom doen ze het jaarlijks ook altijd twee maal. V is het Veerse Meer, een prachtige plek; surfers en vissers, ze vinden hun stek. Alleen staan de oevers soms boordevol, eerlijk is eerlijk, soms wordt het te dol. W dat is Werken, daarin zijn we een kei. Ja, ja, een heel nijver volkje zijn wij. Samen houden we Kamperland schoon en rein. 'k Hoop, dat het nog jaren zo zal zijn. X is Xantippe, die kennen we hier niet. 't Zijn allemaal lieve meisjes zoals ieder ziet. Ik zeg daarom tegen iedere jongeman: „Trouw een Kamperlands meisje, als het effe kan." Y is de IJsbaan, een wintervertier; alleen met het weer is het hier vaak een geklier. Want 't regent, 't hagelt, 't ijzelt, 't ier altijd en dan zijn we onze baan weer heel snel kwijt. Z is de Zee, die hoort 'bij dit land, Zeeland aan wie we ons hart hebben verpand. Kamperland is een parel aan die kroon, vandaar dat ik er zo gaarne woon. Dat vooral de laatste zinnen de mensen naar hier zullen halen, zodat de huurhuizen niet meer leeg zullen staan, de koophuizen snel een nieuwe eigenaar zullen krijgen en zelfs het Heerjanszdorp geheel volgebouwd zal worden. En velen hopen er een graantje van mee te mogen pikken!

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1985 | | pagina 2