Raadsvergadering Kortgene Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. donderdag 15 november1984 no. 4115 Een voltallige raad van de gemeente Kortgene kwam op maandag 5 nov. j.l. in openbare vergadering bijeen. Zij stond onder voorzitterschap van bur gemeester mevr. E. J. Hoogendijk - van Duijn. Een overvolle publieke tribune gaf al aan dat er toch iets belangrijks op de agenda stond. De ingekomen stukken en enkele me- delingen gaven weinig stof tot discussie. Een wijziging in de rechtspositierege lingen voor ambtenaren, ontlokte dhr. Van Damme de vraag, waarom wel de verhuiskosten worden vergoed. Hetgeen volgens de voorzitter te wijten was aan het landelijke beleid. Een verordening die het beheer van het nieuwe dorpshuis te Kats moest gaan regelen was een volgehd punt ter bespreking. Dhr. Van Damme waarschuwde voor een para-commerciële instelling. Ook wat de tarieven betrof mocht er geen konkurrentie-vervalsing optreden. Vol gens hem moest de beheerder vakbe kwaam zijn. En was het misschien mo gelijk dat iemand vanuit de horeca lid van de beheerscommissie kon worden? Mevr. De Looff vroeg het beheer en de exploitatie in kosten zo laag moge lijk te houden. Dhr. Blankenstijn had zo zijn twijfels over een horecalid in de commissie. Wel moest in de regeling worden op genomen dat als iemand verhuisd naar een andere gemeente hij ook zijn lid maatschap moet opzeggen van de be heerscommissie. Als laatste adviseerde hij een voorzichtig beleid met betrek king tot het aantrekken van personeel. Waardering kwam er van dhr. Geel hoed voor de openbaarheid waarin deze commissie vergadert. Hij vond verder 7 mensen voldoende en voelde dan ook niet veel voor toevoeging van een. lid uit de horeca. Wethouder Van Noort wees op de advertentie, waarin gevraagd werd om een vakbekwame beheerder, die wel licht niet full-time zou werken. De kosten zouden zo laag mogelijk gehou den worden en ook hij voelde niet veel voor een horeca-lid, want dat zou dan toch uit een andere kern komen. De bejaarden hebben vrijwillig gekozen om geen zitting te nemen en over het te voeren personeelsbeleid valt nog weinig te zeggen. Wel nam hij de sug gestie over, dat bij verhuizing ook het lidmaatschap vervalt. Mevr. Van Oeveren vroeg nog of er geen plafond (maximum) aan de kosten voor de gemeente gesteld kon worden. Verder was zij nieuwsgierig hoe lang de leden nu zitting hebben in zo'n beheerscommissie. De voorzitter zei dat de kwaliteit zou uitmaken hoe lang men zitting had in deze beheerscommissie. Verder vond zij een plafond aan de financiën op dit moment nog niet zinvol. Zoiets moest men eens na een jaar bekijken. Het college stelde voor om het nieuwe dorpshuis te Kats de naam te geven van ,,'t Ka'sje". Mevr. De Looff vroeg toch respekt voor de dorpsgemeenschap, die als eerste keuze had de naam „De Vriend schap". Dit herinnerde ook nog aan het vroegere gelijknamige café. De he ren Van Damme en Blankenstijn waren het helemaal eens met mevr. De Looff. Daartegenover vond dhr. Geelhoed, dat een dorpshuis iets heel anders was dan een café. En vond ,,'t Ka'sje" een originele naam. Zijn fraktiegenoot, dhr. De Looff, ging nu toch ook twijfelen welke naam nu de juiste zou zijn, als twee Katsenaren zo tegenovergesteld waren. Volgens wethouder Van Noort was er gekozen voor de naam ,,'t Ka'sje", omdat dit de keuze was van de beheers commissie. Hij vond ook dat men het niet met het vroegere café kon verge lijken. Maar aangezien de voorzitter moest konkluderen, dat de meerderheid voor de naam „De Vriendschap" koos, werd zonder tegenstemmen deze naam aan het nieuwe dorpshuis gegeven. Voor de ingebruikname en de exploi tatie over 1984 van het nieuwe dorps huis te Kats, werd een krediet gevraagd van 8.500,En daar bleek een ieder vrede mee te kunnen hebben. Ter dekking van de onkosten aan de officiële opening van de speeltuin te kortgene stelde het college voor om daar een bedrag van 100,voor uit te trekken. De heer Huibregtse vond dat het er eindelijk van gekomen is, dat er een speeltuin staat. Het bleek hem een enorm succes te zijn. Ze hadden er bij de opening veel werk van gemaakt en wat kon je dan voor zo'n bedrag van 100,doen. Hij wou graag 250, even en hoopte op steun bij zijn an dere raadsleden. Mevr. De Looff vond daarentegen dat de vereniging al genoeg kreeg. Ook zij vond wel dat er veel gebruik van ge maakt werd, maar 100,was toch wel voldoende. Dhr. Van Damme sprak niet namens de gehele WD-fraktie, maar steunde dhr. Huibregtse om toch veel meer dan die 100,te geven. Wethouder Van Noort vond ook dat er al veel aan die vereniging is gege ven en achtte 250,niet haalbaar. De voorzitter viel hem bij door te zeg gen dat men die 100,als waardering moest zien. Dhr. Huibregtse bleef aandringen op rheer dan die 100,En toen Blan kenstijn met een bedrag van 200, op de proppen kwam, nam dhr. Hui bregtse gaarne dit bedrag als voorstel over. Mevr. Van Oeveren moest nog even kwijt, dat ze 100,— toch genoeg vond. Thuis kregen de kinderen limonade ge noeg en met een mandarijntje had men ook kunnen trakteren op de opening. En na al dit heen-en-weer gepraat kwam men toch zonder tegenstemmen op een bedrag van 200,voor de speeltuinvereniging. Volgens het college-voorstel kreeg de peuterspeelzaal te Kortgene 50,ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan. Mevr. De Looff vroeg hierbij om de subsidie-verordening eens nader te be zien, omdat men daar pas begint te tellen bij een 25-jarig jubileum. Weer kwam dhr. Huibregtse met een hoger bedrag 150,naar voren. Dat ook wel de steun kreeg van dhr. Blan kenstijn. Deze laatste vroeg daarbij om dit soort kleine bedragen voortaan aan het college te delegeren. Wethouder Van Noort drong er toch met klem op aan, om niet meer dan 50,te geven, daar dit later bij an dere verenigingen scheve gezichten zou geven. Ook de voorzitter verzocht met klem niet de suggestie van dhr. Hui bregtse over te nemen. Voor deze argumenten bleek de raad toch gevoelig. Hoewel dhr. Huibregtse het betreurde, kon hij niet anders doen dan akkoord gaan met de 50, Voor een bedrag van 10.000,per jaar kreeg de firma Heijploeg b.v. uit Zoutkamp een bedrijfsterrein op het havenplateau te Colijnsplaat in onder erfpacht. De aankoop van een nieuwe hout- versnipperaar vergde een investering van 15.641,66. Behoudens enkele kleine opmerkingen kon dit de goedkeuring van de raad verkrijgen. Hét belangrijkste agendapunt van de avond kwam nu aan de orde. Een twee- en-half uur durend debat, waarin twee schorsingen, gaven aan, dat het publiek niet voor niets in zo grote getale was opgekomen. Om de lezers niet te ver moeien met allerlei ingewikkelde bere keningen, juridische zaken, e.d. geeft de verslaggever in het kort weer waar het in grote lijnen om te doen was. De baggerkosten, die de afgelopen ja ren meer dan 50.000,per jaar be droegen, zijn door de Watersportvere niging nooit helemaal betaald. Volgens het kontrakt was men dit verplicht. De meerderheid van het college vond dat de achterstallige huurschuld door de gemeente betaald moest worden, met daarbij een nieuwe financiële regeling. Deskundigen moesten daarnaast de hele zaak nog maar eens uitzoeken (een zgn. bindend advies). Wethouder Van Noort daarentegen vond dat men het kontrakt moest opzeggen en een rechts zaak daarvan maken. De voorzitter opende dit agendapunt met de woorden: „Er moet nu duide lijkheid komen". En gaf toen het woord aan dhr. De Smit die hierover het volgende zei. (Tekst letterlijk overge nomen, behalve de financiële uitwer king van zijn voorstel). Toelichting. De gemeenteraad van Kortgene be sloot op 30 november 1978 op een meer- derheidsvoorstel van het college tot het aanleggen van een jachthaven te Co lijnsplaat. Daarop aansluitend werd het zoge naamde kale water verhuurd aan de Watersportvereniging Noord-Beveland. Dit werd vastgelegd in een raadsbesluit en als zodanig overeengekomen. In ar tikel 7 van genoemd raadsbesluit staat: Het onderhoud gebeurt volledig door de watersportvereniging. De kwaliteit van dit onderhoud is verzekerd door de eis, dat het ten genoegen van ons col lege moet gebeuren. Het op diepte hou den van de haven wordt mede onder het onderhoud begrepen. Dat is het besluit en verwijzende naar genoemd artikel 7 zouden wij als bestuurders, als raad van Kortgene, ons terug kunnen trekken, ogen sluitende voor de problematiek van de verzan ding. Wij menen dat wij als ontwerper en aanlegger van die haven en tevens verhuurder er op toe moeten zien, dat deze haven bij de voortduur op een verantwoorde wijze blijvend kan wor den geëxploiteerd. In dit stadium zijn wij echter van mening, dat de extreme baggerkosten in de vorm van een bijdrage dienen te worden gereduceerd tot een naar ons inzicht redelijk niveau. Vandaar dit voorstel door de CDA-fraktie door mid del van amandement aan u voorgelegd. Wij zijn ervan overtuigd, dat naar het zich nu al laat aanzien een keer zal komen in de geldverslindende bagger- methode, zodat deze haven, weliswaar niet direkt een goedkope haven, maar wel een haven met een hoog voorzie- ningspeil, zijn plaats weet te behouden in het watersportgebeuren. Wat de cijfers betreft, een nacontrole door financieel deskundigen stellen wij uiteraard op prijs. Persoonlijk. Collega-raadsleden, Het is niet onze bedoeling u voor te schrijven hoe u moet handelen en denken in bestuur lijke aangelegenheden. Toch hebben wij gemeend veel aan dacht te moeten schenken aan dit ge beuren rondom de jachthaven. Wij zijn met u van mening, dat heel veel on verkwikkelijke zaken naar ons toe ko men. Een stuk onbehagen ten aanzien van de persoon, die toendertijd onze zaken diende af te handelen. En nega tieve, niet mis te verstane, toespelingen naar de raad van Kortgene door de watersportvereniging. Wij hopen dat u zich daarboven ver heft, dat u ons voorstel serieus zult bestuderen en met name wat voor bete kenis het kan hebben bij het verdere verloop. Een handreiking in de vorm van een stukje financiële bijdrage zou in de toekomst wel eens van zeer grote betekenis kunnen zijn. Wij zijn van me ning en blijven daarvoor strijden: de jachthaven moet zichzelf bedruipen. Welnu, op langere termijn bezien ge loven wij nog steeds dat wij dat waar kunnen maken. Met dank voor uw bereidheid kennis te willen nemen van wat ons beweegt. M. de Smit, voorzitter CDA-fraktie. (Mede ondertekend door SGP-fraktie). PvdA-fraktie-voorzitter De Looff be gon met zijn ongenoegen uit te spreken over het meerderheidsvoorstel van het college. Hoe kan men nu met zo'n voor stel komen, als in het kontrakt staat, dat de baggerkosten voor rekening van de watersportvereniging komen. Door dat de watersportvereniging in gebreke is gebleven bij de aanvulling van het reservefonds. Hij wenst niet aan chan tage mee te werken. Het CDA- en SGP- voorstel is een steun voor het beruchte aanhangsel, dat zegt niet meer dan 50.000,baggerkosten per jaar. Het is wat zijn fraktie betreft duidelijk 5 voor twaalf en dat betekent dat er moet worden overgegaan tot ontbinding van het kontrakt. Een rechtszaak zal dan wel duidelijkheid verschaffen. On langs wilden CDA en SGP geen belas tingverlaging voor de inwoners en nu wil men wel enkele tonnen aan de watersportvereniging geven. Mevr. Van Oeveren zei ook niet veel te voelen voor steun aan het CDA/SGP- amandement. Zo zou men 110.000, kwijtschelden en dat kon niet, omdat er in het kontrakt staat dat er geen gemeenschapsgelden aan mogen wor den uitgegeven. Rechtsgeldig was dat aanhangsel natuurlijk helemaal niet als dit enkel door een burgemeester was ondertekend. Zij kon maar één kon- klusie stellen, nl. de watersportvereni ging heeft een huurachterstand. Wel kon men volgens haar de huurschuld innen via een langlopende lening. Toe geven aan CDA/SGP-voorstel of het collegevoorstel betekende voor haar, dat andere voorzieningen op de tocht kwamen te staan, wegens gebrek aan financiële middelen. Ontbinding van de overeenkomst was de enige mogelijk heid. De heer Blankenstijn had wel het ODA-amandement gesteund, maar hij kwam toch nog met een iets andere toelichting, die hieronder letterlijk is weergegeven (zonder de financiën). Mevrouw de voorzitter, Jachthaven, verzanding, het zijn de woorden die de gemeente al enkele ja ren beroeren, en ook nog lang zullen naklinken in onze oren. Inzonderheid de laatste tijd spitst zich de discussie toe om te komen tot een definitieve op lossing. Dit wordt meer dan hoog tijd. Reeds veel te lang is gewacht met kon- krete stappen te doen en te stellen. Het wachten op het rapport van prof. Bijker en andere omstandigheden heb ben hieraan meegewerkt om een op lossing te zoeken. Gezien de perspubli- katies en de houding van betrokkenen is er echter nog weinig uitzicht te ver wachten. Als men zijn ivoren torens niet verlaat, dan vrees ik, dat er hard handige besluiten genomen zullen moe ten worden. Helaas moet ik konstateren, dat de redenen waarom ik in 1980 heb tegen gestemd, werkelijkheid zijn geworden. Niet alleen principieel, maar ook eco nomisch vond ik, dat de risico's en on zekerheden over bepaalde kostenposten voor onze kleine gemeente veel te groot waren. Zeker als we met een huurder te doen zouden krijgen, die om welke reden dan ook, hetzij door te lage kos tenramingen het dan niet aankon, het zij door dismanagement of het tegen zitten i.v.m. de dalende economie, enz. enz., de exploitatie niet meer rond kan krijgen. Daardoor failliet gaat en dan zit de gemeente met een jachthaven, die onverhuurbaar wordt of de gemeen te een enorme verliespost oplevert. Steeds is gesteld, dat het de gemeente c.q. gemeenschap geen geld mag kosten. Als zodanig is ook op 14-5-'81 de huur overeenkomst met de WSV aangeno men. Al een paar jaar daarvoor is eveneens op deze wijze gesproken en zaken gedaan in de raad. Ook het be stuur van de WSV heeft dit met haar volle verstand aanvaard. Ook de konsekwenties van art. 7, nl. het op diepte houden van de haven. Nergens staat in één of ander stuk of raadsbesluit, dat de WSV op dit punt maar 50.000,per jaar behoeven te betalen. Bovenvermeld raadsbesluit, be kend aan beide partijen, is eveneens door G.S. goedgekeurd. Hoe men ongeveer een jaar later komt met een notariële aktie met aan hangsel, is ons een raadsel, dus niet konform het raadsbesluit en derhalve nietig. Trouwens dit was de raad tot voor kort totaal onbekend. Ik vind het derhalve een kwalijke zaak, dat het be stuur van WSV zich hier achter ver- schuild en eenvoudigweg de overeen gekomen huurpenningen niet betaald. Ze spelen hier eigen rechtertje, onde mocratisch. Verder hoor of lees je zo hier en daar, dat WSV failliet zou gaan, als zij haar aangegane verplichtingen moet nako men. Het rapport van de registerac countant (echt geen kleine jongen, maar bevoegd tot oordelen) geeft echter nog wel wat lichtpuntjes aan. En als WSV de prijzen wat verhoogd, elk jaar b.v. met 1,per m2, een 100,kontri- butie per lid meer per jaar laat beta len, de afschrijvingstermijnen wat lan ger stelt, renteloos lenen van eigen le den, dan komen er best geldmiddelen vrij om de verzandingsproblemen ge deeltelijk op te lossen. Gezien de ontvangen brieven, roept men bij voorbaat al dit kan niet. Hier ben ik het niet mee eens. Men gaat zo maar niet weg uit de haven. Men heeft er voor gekozen en dan blijft men er. Mevrouw de voorzitter, zoals de za ken er nu voorstaan lijdt de gemeente middels het havenfonds een verlies van een kleine half miljoen. Komt er geen oplossing, dan is dit over enkele jaren aangegroeid tot een kleine miljoen. Er moeten dus zaken gedaan worden om dit in te perken. Dit alles overziende en om de ge meenschap verder te behoeden voor nog grotere verliezen en ook in het belang van al de bedrijven en de werkgelegen heid rondom de jachthaven en vismijn en een faillissement van de WSV te voorkomen, heb ik overwogen om een oplossing te zoeken en een handreiking te doen. De verzanding is wel geen ka- tastrofe, maar toch wel een boven de normale proporties uitgaand gebeuren. Ik heb een regeling vanaf het begin opgesteld. (De financiële uitwerking volgt dan. Deze is dus niet afgedrukt). Voordeel van deze opstelling is, dat de zaak t'm 1984 rond is en dat het havenfonds weer op 800.000,is ge bracht. Dit laatste moet weer, daar dan de rente hierover gebruikt kan worden. Boekhoudkundig moet dit op een of an dere manier herrekend worden. Voorop stel ik echter erkenning door WSV van het raadsbesluit en betaling van de huurpenningen zoals hierboven is berekend. Verder verwijdering van het aanhangsel inzake die 50.000, aan de notariële akte en nimmer meer hierop terugkomen. Het zakelijk ver stand laten prevaleren boven gemoeds toestanden. Het begraven van de strijd bijl en zich onthouden van allerlei uit oefening van druk via perspublikaties. U zult begrijpen, mevrouw de voor zitter, dat mijn standpunt niet overeen komt met uw voorstel. Ik meen, dat alle raadsleden hetzelfde doel voor ogen hebben, n.l. de gemeenschap behoeden voor zware verliezen. Alleen over de weg, die we moeten bewandelen om tot dit doel te komen, kan verschillend gedacht worden. Aangezien ik in diverse besprekingen gekonstateerd heb, dat het standpunt van het CDA praktisch de mijne is. Alleen de opstelling van cijfers ligt bij mij iets eenvoudiger, daar ik uitga van het begin en het CDA van schuld per 31-12-'83, kan ik mede het amande ment van het CDA ondersteunen. En hoop ik, dat wij gezamenlijk tot een goed eindresultaat komen. Ik dank u. SGP, G. Blankenstijn. Wethouder Van Noort gaf hierna nog een toelichting op zijn minderheids- voorstel vanuit het college. Hij zei: Mevrouw de voorzitter, Toen in het kader van de partiële dijkversterkingen de mogelijkheid ge boden werd voor Colijnsplaat een jacht haven aan te leggen, is daarvan, zij het niet zonder slag of stoot, door de raad gebruik van gemaakt. Een uitdrukkelij ke voorwaarde was, dat het de gemeen schap geen geld mocht kosten. Dit bleek mogelijk en uit de afkoopsom voor de rijks vissershaven werd bovendien één miljoen gulden gereserveerd als fonds waaruit eventuele kalamiteiten gefi nancierd kunnen worden. De 10,5 rente-opbrengst werd gelijk verdeeld tussen verhuurder en huurder. De kosten, die uit de exploitatie van de haven voortvloeien, zouden in de vorm van huur voor rekening van de W atersportvereniging Noord-Beveland als huurder van de haven komen. Eén van die kostenposten is het in het be treffende kontrakt met name genoemde op diepte houden van de haven. Om te voorkomen dat de schepen van de be roepsvissers geregeld langs de plezier jachten naar hun ligplaatsen achterin de haven moesten varen, met alle risi co's van dien, werd besloten deze lig plaatsen naar voor in de haven te ver plaatsen. In samenhang daarmee werd het zinvol geacht de vismijn ook te verplaatsen daar het niet handig leek dat aanvoer van de vangst en afvoer van de handel geregeld over de hele lengte van de haven getransporteerd moesten worden. Voor de bouw van de nieuwe mijn werd door de raad 200.000,„geleend" uit het kalamiteitenfonds. Daarbij werd de bepaling gemaakt, dat volgens een bepaalde verdeelsleutel dit fonds uit het rente-aandeel van de vereniging weer tot één miljoen terug gebracht zou worden. Volgens mij is dit laatste een verstandig besluit geweest, omdat een kalamiteit misschien nooit plaats vindt, maar het ook niet uitgesloten is, dat kort na elkaar enige kalamiteiten plaatsvinden. We weten hoe het gegaan is. Het op diepte houden van de haven komt kon- traktueel voor rekening van de Water sportvereniging, maar het bestuur van deze vereniging stelt zich op het stand punt dat de vereniging hier niet meer dan 50.000,per jaar aan hoeft te betalen en trekt de meerkosten van de huursom af. Om boekhoudkundig 'rond' te komen, heeft de raad nog meer uit het fonds „geleend", zij het dat de vor dering op de Watersportvereniging daar tegenover staat. Maar inplaats dat het fonds weer aardig het miljoen nadert, is nu het tegendeel het geval. Waar berust het bestuur van de vere niging zijn standpunt op! In het kon trakt wordt immers geen bedrag ge noemd? Wel, op een briefje waarin zij dat stelt en dat op haar verzoek door de toenmalige burgemeester gepara feerd is en door de notaris aan het kontrakt is gehangen. Natuurlijk wil ik best aannemen dat het verenigingsbestuur gemachtigd is kontrakten te sluiten of te wijzigen. Een burgemeester is dat, afgezien van het gestelde in de artikelen 77 en 78 van de gemeente, niet. Zeker niet in het onderhavige geval. Aan het kon trakt ligt een raadsbesluit ten grond slag en alleen een raadsbesluit kan een wijziging, in casu een limitering van de baggerkosten voor de vereniging, lega liseren. Ergo is hier hooguit sprake van een eenzijdige wijziging, welke naar mijn overtuiging alle rechtsgrond mist. Nu heeft de laatste maanden de me ning bij alle betrokkenen post gevat, dat eindelijk een definitieve oplossing in dit geschil gevonden moet worden. Verschillende varianten van een finan cieel kompromis zijn voorgelegd en nu wordt de raad zijn oordeel gevraagd over ons meerderheids-voorstel. Dit voorstel houdt in, dat het fonds niet meer op één miljoen gebracht wordt, maar slechts op 550.000,Om dit be drag te bereiken wordt voorgesteld de gemeente 105.000,te laten bijdragen. Over de resterende 450.000,niet meer te praten. Jaarlijks af te zien van het rente-aandeel uit het fonds en daarnaast jaarlijks een bijdrage van 16.125,— te betalen. Voorzitter, ik kon en kan hier wer kelijk niet in meegaan. Nog afgezien van het feit, dat ik het riskant vindt, om voor het opvangen van kalamiteiten over een fonds te beschikken dat slechts 55% van de oorspronkelijk nodig ge achte omvang is, heb ik nog andere be denkingen. Wat als uw voorstel een raadsmeer- derheid krijgt, door de Watersportvere niging geaccepteerd wordt en volgend jaar wordt, wellicht op andere gronden, gesteld dat men zich niet verplicht voelt zich aan de nieuw gesloten over eenkomst te houden? Bovendien, het is niet het enige geschil, zij het financieel gezien, het grootste. Maar ook deze ge-r schillen belopen toch tienduizenden gul dens, wat struktureel zo oploopt tot tonnen. Ik noem slechts het geschil over de kosten van de havenmeester. Voorzitter, collega raadsleden, ik vrees dat de weg van het kompromis een dure, lange weg zal zijn, waarvan het einde nog lang niet in zicht is, laat staan bereikt. Daarom, mevrouw de voorzitter, met alle respekt voor u en kollega Van der Weele, wil ik met na druk de raad adviseren uw voorstel te verwerpen en als de Watersportvereni ging niet bereid is het kontrakt zoals het door ons met hen is afgesloten na te komen, de meest snelle weg te zoe ken om tot een rechterlijke uitspraak over alle geschilpunten te komen. Na de eerste schorsing opende de voorzitter de vergadering opnieuw. Ze vond dat allen nu toch wel een op lossing wensten. Het raadsbesluit van toen is steeds het uitgangspunt van het college geweest. Ze had zoveel mogelijk alle informatie verstrekt. Dit college voorstel kon alleen maar met een ja of nee door de Watersportvereniging worden aanvaard. Het is dan ook geen steun voor het aanhangsel bij het kon trakt. Toch was haar wel duidelijk ge worden, dat het financiële kompromis van het college geen meerderheid zou krijgen. Zij pleitte daarom om dan ten minste het bindend advies over te ne men voor de juridische aspekten van het kontrakt. Ook wethouder Van der Weele kwam tot de konklusie dat het college-voor stel verworpen zou worden. Hij sloot zich toen aan bij het CDA-SGP voor stel. En wou de baggerkosten op basis van 5050% gelijkelijk verdelen. Wethouder Van Noort wilde nog even kwijt, dat niet alleen de baggerkosten het geschilpunt was. Men moest eens voor alle problemen een oplossing zien te vinden. Na de tweede schorsing begon dhr. De Smit te proberen zijn CDA-SGP voorstel een meerderheid te laten be halen. Hij was met dit voorstel geko men, omdat het collegevoorstel iets an ders was dan in de financiële commissie besproken was. Het kwijtschelden van de achterstallige schuld was fout. De verzanding is een probleem waar béi den verantwoordelijk voor zijn. Met een kleine handreiking van 40 tot 50.000 gulden per jaar was men uit de pro blemen. Het inschakelen van de rech terlijke macht kost meer. Volgens hem was het aanhangsel ook niet rechtsgel dig. Maar wat te doen als de rechter zegt: gemeente je had er iets aan moe ten doen? Het PvdA-plan was een politiek op korte termijn. Hij vond wel dat als de VVD zo doorgaat, zij de PvdA links gaat inhalen. De WD-verkiezingsleus over de instandhouding van de recrea tie kwam zodoende wel in het gedrang. Hij deed nogmaals een dringend be roep op de WD voor zijn plan. In deze noodsituatie moest er iets gebeuren. Dhr. De Looff wou niet van zijn standpunt afwijken. Wel was er te pra ten over aflossing op langere termijn, maar alles moest betaald worden. Het CDA-SGP voorstel kost de gemeen schap wel geld. Ook het collegevoorstel is anders dan hetwelk is besproken in de financiële commissie. De Watersportvereniging is al in 1982 bewust bezig geweest dit aanhangsel aan het kontrakt te krijgen. Men was toen al bang voor de meerkosten. En in 1983 heeft de gemeente ook al bijge dragen in de baggerkosten. Men moest de andere zaken er wel bij betrekken, want dat werden straks ook financiële zaken. De SGP had al aangegeven waar men het geld vandaan kon halen. Hij vond het te gek, dat men in 1983 40,per lid betaalde aan kontributie. Dat be taalden volgens hem de peuters aan hun speelzaal ook al. Bij een redelijke kontributie van b.v. 150,had de Watersportvereniging 50.000,meer aan inkomsten. Zijn voorstel bleef dan ook: ontbinding van het kontrakt via artikel 11a. Mevr. Van Oeveren wou nu ook graag de knoop doorhakken. En zij wou het laten afhangen van het oordeel van de rechter. Maar niet via de weg die het CDA aangaf, want die argumenten klopten niet. Ze was het eens met wet houder Van Noort voor wat betreft de

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1984 | | pagina 3