VOORLICHTINGS-RUBRIEK
Gemeente Wissenkerke
Fietsenmerk-aktie
Streekplannen
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. donderdag 4 oktober 1984 no. 4139
Redaktie: Gemeente-secretarie Wissenkerke, Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke, Telefoon 01107 - 16 55, toestel 24.
Ruimtelijke ordening.
De ruimte in Nederland krijgt haar
bestemming langs procedures die zijn
vastgelegd in de Wet op de Ruimtelijke
Ordening. Die. wet geeft de burgers een
aantal rechten en verplichtingen. De
manier waarop de ruimte gebruikt
wordt, is geregeld in verschillende
plannen. De rijksoverheid werkt met
struktuurschetsen, -schema's en nota's,
de provincie met streekplannen en de
gemeente met struktuur- en bestem
mingsplannen.
Streekplan.
De provincie heeft in de ruimtelijke
ordening een belangrijke taak. Ze
maakt streekplannen en kontroleert het
beleid van de gemeenten.
Een streekplan geeft in grote lijnen
de toekomstige ontwikkeling van een
gebied aan, meestal een aanzienlijk
deel van de provincie. In zo'n plan
wordt bijvoorbeeld aangegeven waar
stedelijke gebieden of bedrijfsterreinen
mogen ontstaan, in welke gebieden de
landbouw wordt beoefend en welke re
gio's voor recreatie worden gereser
veerd en waar natuurgebieden liggen.
Het streekplan wordt gezien als het
integratiepunt tussen ruimtelijke plan
nen van de gemeenten en de rijksover
heid. Een streekplan bestaat uit:
een beschrijving van de meest ge
wenste ontwikkeling in hoofdbenen en
zonodig van de fasering, waarin de
ontwikkeling zich zou moeten of kun
nen voltrekken;
een of meer kaarten met verklaring
waarin deze hoofdlijnen voor zover mo
gelijk- in beeld zijn gebracht;
een toelichting, waarin de gedachten,
waarop het plan berust en de uitkom
sten van het onderzoek en overleg zijn
neergelegd.
Een streekplan vormt het uitgangs
punt voor de gemeentelijke bestem
mingsplannen. Deze bestemmingsplan
nen worden door de provincie goed
gekeurd; wanneer de bestemmings
plannen afwijken van een streekplan
kan de provincie een aanwijzing ge
ven. In zo'n aanwijzing wordt aan
gegeven wat de inhoud van (een ge
deelte van) een bestemmingsplan moet
zijn.
Bij een streekplan wordt bepaald in
hoeverre Gedeputeerde Staten het plan
moeten uitwerken en binnen vast
gestelde grenzen van het plan mogen
afwijken.
Totstandkoming.
Hoe komt een streekplan nu tot
stand? De procedure die de wet voor
schrijft is niet zo zwaar en kan betrek
kelijk vlug. De periode waarin het
streekplan voorbereid wordt dus
voordat de wettelijke procedure begint
kan meer tijd vragen. Veel instanties
en mensen worden hierbij betrokken.
Schematisch komen hieronder de te
volgen stappen aan de orde:
a. Gedeputeerde Staten verrichten
voortdurend onderzoek op het gebied
van de bevolkingsontwikkeling, natuur
lijke gegevens, economische, sociale,
culturele en ruimtelijke zaken enz.;
b. Gedeputeerde Staten, die belast
zijn met de voorbereiding, voeren over
leg met o.a. gemeentebesturen, andere
provincies, waterschappen en rijksdien
sten. Bij Gedeputeerde Staten hoort in
ieder geval ook de Provinciale Plano
logische Commissie (PPC). In de PPC
zitten onder meer vertegenwoordigers
van de Rijksoverheid, zoals de inspek-
teur Ruimtelijke Ordening;
c. Het ontwerp-streekplan ligt twee
maanden voor iedereen ter inzage op
het provinciehuis en bij alle gemeen
ten; er kunnen in die periode schrifte
lijk bezwaren tegen het ontwerp-
streekplan worden ingediend;
d. Provinciale Staten beslissen bin
nen vier maanden over de vaststelling
van het streekplan. Zij kunnen deze
beslissing slechts één keer met twee
maanden verlengen. Daarbij wordt re
kening gehouden met de tegen het ont
werp ingediende bezwaren;
e. Het vastgestelde streekplan wordt
hierna ter inzage gelegd en krijgt
rechtskracht. De Minister van Volks
huisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer wordt hiervan op de
hoogte gesteld. De praktijk heeft zich
zo ontwikkeld dat de Minister altijd
het advies van de Rijksplanologische
Commissie vraagt over het vastgestel
de streekplan. In deze commissie zit
ten ambtenaren van. bijna alle depar
tementen; de commissie kijkt vooral
naar de ruimtelijke aspekten op natio
naal niveau. Hij kan naar aanleiding
van de inhoud van zo'n streekplan in
overleg treden met het provinciaal be
stuur.
Wanneer de inhoud van een streek
plan botst met het rijksbeleid kan de
Minister ook een aanwijzing geven. Dat
betekent dat binnen een bepaalde pe
riode het plan of een deel daarvan
moet worden veranderd. Tot nu toe
heeft de Minister van deze mogelijk
heid zelden gebruik gemaakt.
Omdat de ontwikkelingen in een
streekplangebied voortgaan, wordt zo'n
plan regelmatig geheel of gedeeltelijk
herzien. Eens in de tien jaar moet dit
in ieder geval gebeuren. Een aantal
provincies is er toe overgegaan om het
streekplan sterker up-to-date te hou
den. Daartoe wordt eenmaal in de twee
a drie jaar bekeken of het streekplan
nog modern genoeg is. Is dat niet 'het
geval, dan wordt het plan op onder
delen aangepast. Op deze manier wordt
bereikt dat het streekplan steeds aan
gepast is aan de laatste ontwikkelingen
Overleg.
Zoals eerder aangegeven, zijn bij het
opstellen van een streekplan een hele
boel mensen en instanties betrokken.
Dat moet ook wel, omdat een dergelijk
plan voor een aantal jaren het ruim
telijk beleid vastlegt. Er is sprake van
een afweging van alle belangen die in
het plangebied een rol spelen.
Is in een bepaald gebied nieuwbouw
belangrijker dan landbouw? Is de aan
leg van verkeerswegen wel verant
woord in een natuurgebied? Moet de
werkgelegenheid gestimuleerd worden
door bedrijfsvestigingen toe te staan?
Is een nieuw drinkwaterreservoir echt
wel nodig? Allemaal verschillende
vragen, die zoveel en zo duidelijk mo
gelijk in een streekplan worden be
antwoord.
Om een streekplan goed en verant
woord te kunnen opstellen wordt door
de provincie advies gevraagd aan vele
instanties. Dat zijn vooral ambtelijke
instellingen, zoals de Provinciale Pla
nologische Dienst, Provinciale Water
staat, de verschillende rijksdiensten,
een aantal adviescolleges, zoals de Pro
vinciale Planologische Commissie (PPC)
maar ook aan bijvoorbeeld het oordeel
van de Kamer van Koophandel, een
landbouworganisatie of een werkgroep
op het gebied van het milieu wordt
aandacht besteed. In veel gevallen zit
ten deze instanties in de PPC.
De provincie geeft de burger vaak de
mogelijkheid om in te spreken op het
ontwerp-streekplan. Inspraakavonden
worden georganiseerd en foldermateri
aal is beschikbaar.
Bezwaar.
Wanneer het streekplan naar de me
ning van één of meer burgers onvol
doende rekening houdt met bepaalde
wensen, dan bestaat de mogelijkheid
tegen (dit onderdeel van) het plan be
zwaar in te dienen bij Provinciale Sta
ten. Wanneer de Provinciale Staten
naar de mening van die burgers niet of
slechts gedeeltelijk tegemoet is geko
men, dan kan beroep worden ingesteld
bij de Kroon.
Het beroepschrift wordt gericht aan
H.M. de Koningin en ingediend bij de
Raad van State, Afdeling voor de Ge
schillen van Bestuur. De Kroon beslist
dan uiteindelijk.
Met de inwerkingtreding van de Wet
Administratieve Rechtspraak Over
heidsbeschikkingen (Wet AROB) heeft
de rechtsbescherming van de burgers
nog een extra dimensie gekregen. Deze
algemeen werkende wet geeft een ieder
die door een beschikking van de over
heid i-echtstree'ks in zijn belang is ge
troffen, de mogelijkheid daartegen bij
de Afdeling Rechtspraak van de Raad
van State beroep in te stellen.
Drie niveaus.
Rijksniveau: De regering bepaalt het
ruimtelijk ordeningsbeleid op nationaal
niveau. De Minister van Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
beheer speelt daarin een belangrijke
rol. De Minister wordt geadviseerd door
de Rijksplanologische Commissie, waar-
i" vrijwel alle ministeries zijn verte
genwoordigd. Daarnaast zijn allerlei
maatschappelijke organisaties verenigd
in de Raad van advies voor de ruim
telijke ordening. Deze raad geeft de
Minister advies over allerlei onder
werpen.
Om het nationale ruimtelijk orde
ningsbeleid te voeren heeft de Minister
een ambtelijk apparaat, de Rijksplano
logische Dienst.
Provinciaal niveau: Provinciale Sta
ten bepalen het ruimtelijk beleid in de
provincie (streekplannen). Gedeputeer
de Staten bereiden plannen en nota's
voor. De Provinciale Planologische
Commissie, waarin provinciale verte
genwoordigers en vertegenwoordigers
van het Rijk zitten, adviseert daarover.
De ambtelijke dienst op provinciaal ni
veau is de Provinciale Planologische
Dienst.
Gemeentelijk niveau: De Gemeente
raad stelt het lokaal ruimtelijk beleid
vast (bestemmingsplannen). Burge
meester en wethouders bereiden nota's
en plannen voor, daarbij geholpen door
adviesbur-eaus of gemeentelijke dien
sten, zoals een stedebouwkundige dienst
of een dienst stadsontwikkeling.
Adressen.
Centrale Directie Voorlichting en Ex
terne Betrekkingen van het Ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Or
dening en Milieubeheer. Van Alkema-
delaan 85, 2597 AC Den Haag (Telefoon
070-264201, toestel 2634/3002).
Rijksplanologische Dienst, Willem
Witsenplèin 6, Postbus 90618, 2509 LP
Den Haag (Telefoon 070 - 264201, toestel
2751).
Inspekteur van de Ruimtelijke Or
dening in Zuid-Holland en Zeeland,
Weena 726, Postbus 20726, 3001 JA Rot
terdam (Telefoon 010 - 142088/142241).
Raad van State, Afdeling voor de
Geschillen van Bestuur, Binnenhof 1,
Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage
(Telefoon 070 - 657947).
Bureau Adviseur ten behoeve van de
Raad van State, Willem Witsenplein 6,
2596 BK 's-Gravenhage (Telefoon 070-
264201, toestel 3060).
Bij de afdeling voorlichting van de
provincie kunt u zich informeren over
specifieke streekplannen: Bureau voor
lichting provincie Zeeland, Abdij 6,
4331 BK Middelburg (Telefoon 01180 -
31011).
Informatie.
Bij de Centrale Direktie Voorlichting
en Externe betrekkingen van het mi
nisterie van Volkshuisvesting, Ruim
telijke Ordening en Milieubeheer zijn
ondermeer gratis verkrijgbaar de
vouwbladen „Bestemmingsplannen en
struktuurplannen" en „Wegwijzer ver
gunningen in de ruimtelijke ordening".
Fietsendiefstal heeft zich de afgelo
pen jaren als een epidemie over ons
land verspreid. In 1982 werd 160.081
maal aangifte gedaan van fietsdiefstal.
Bekend is dat de gemiddelde waarde
van een verdwenen fiets ongeveer
300,bedraagt. Een eenvoudig re
kensommetje leert ons dan dat er jaar
lijks voor een bedrag van ruim 48
miljoen gulden aan fietsen wordt ont
vreemd.
Is er tegen fietsendiefstal wel iets te
doen?
Vaak hoort men de verzuchting:
„Aan fietsendiefstal is toch niets te
doen." Toegegeven, het probleem zal
nooit helemaal uit te roeien zijn. Ech
ter met het gezegde in het achterhoofd
„De gelegenheid maakt de dief", is er
natuurlijk nog heel wat tegen te doen.
Het blijkt dat een groot aantal als ver
mist opgegeven fietsen niet afgesloten
stond; of dat het aan de fiets aanwezige
slot ondeugdelijk was.
Wanneer een fiets gestolen/vermist
is, blijkt dat bij het doen van aangifte
bij de politie, men niet of over onvol
doende gegevens beschikt. In slechts
20% van de gevallen van aangifte van
diefstal/vermissing kent de eigenaar
ziin framenummer. Met de mededeling
..Het was een zwarte Batavus heren
fiets", kan de politie niet veel begin
nen. Daarom is een fietsregistratie een
belangrijke zaak. Op de politiebureaus
ziin de fietsregistratiekaarten verkrijg
baar.
Fietsenmerkaktie.
Om het aantal fietsdiefstallen te ver
minderen start de Rijkspolitie Kortge-
ne in de maand oktober 1984 een zo
genaamde fietsenmerkaktie. Alle inwo
ners van de gemeente Kortgene en
Wissenkerke kunnen gratis hun post
codenummer met daarachter het huis
nummer in het fietsframe laten grave
ren. Aan deze wijze van merken zitten
vele voordelen:
wanneer een eventuele fietsendief
weet dat een fiets op deze manier ge
merkt is, loopt hij bij het stelen ervan
een groot risico. Bij controle is immers
aan de hand van het postcode- en huis
nummer na te gaan of deze nummers
overeenkomen met die van degene in
wiens bezit de fiets wordt aangetrof
fen. Verwacht mag worden dat hiervan
een grote preventieve werking uitgaat.
Bij het te koop aanbieden van een
gemerkte fiets kan de koper vrij ge
makkelijk nagaan of het ingegraveerde
postcode- en huisnummer overeenkomt
met dit van de verkoper.
Bij diefstal of vermissing beschikt
men bij het doen van aangifte bij de
politie over meer exa'kte gegevens
(aangenomen mag worden dat iedereen
zijn eigen postcode- en huisnummer
weet). Tevens is het de bedoeling dat
naast 'het merken (graveren) van fiet
sen men ook een fietsregistratiekaart
invult.
De politie kan gevonden fietsen aan
de hand van de ingegraveerde post
code en huisnummer bij de eigenaar
terugbrengen, dan wel hem berichten
dat het zoekgeraakte eigendom is te
ruggevonden.
De fietsenmerkaktie is oen proje'kt
van de Rijkspolitie Kortgene, bureau
Voorkoming Misdrijven en de beide
gemeentebesturen van Noord-Beveland
Uitvoering aan dit projékt wordt
gegeven door een werkgroep samenge
steld uit vrijwilligers in het kader van
Projekten Mensen Zonder Baan Noord
en Zuid-Beveland.
In een later stadium wordt terugge
komen op het fietsenmerkprojekt in
de beide advertentiebladen en het
nieuwsblad van Noord-Beveland, als
mede op andere mogelijke manieren.
PROJEKTPAKKETTEN OVER
KUNST EN GESCHIEDENIS
VAN HET RIJKSMUSEUM
Voor leerlingen van het Voortgezet
Onderwijs VWO HAVO MAVO
MEAO LEAO LTS M/L/
IHNO/PA enz.
In een projektpakket zit beeld- en
tekstmateriaal om er een scriptip mee
'te maken, of een werkstuk, of om er
een spreekbeurt mee voor te bereiden.
Dit zit er in:
plaatjes in kleur en in zwart/wit;
met beschrijvingen van die afbeel
dingen op een informatieblad;
korte behandeling van het onder
werp;
leeslijsten, en opgaven waar je nog
méér kunt zien over dat onderwerp
(niet alleen in het Rijksmuseum);
overdrukken uit andere publikaties.
Op de verpakkingsenveloppe staan
allerlei handige tips:
hoe je materiaal kunt verzamelen
en verwerken;
hoe je eigenlijk een onderwerp zou
moeten bestuderen;
hoe je 't beste alles opschrijft.
Aanvragen:
Op een briefkaart. Zet daar alleen
maar het onderwei-p en het nummer.
En de afzender natuurlijk.
Adres:
Rijksmuseum, Educatieve Dienst,
Postbus 50 6 73, 1007 DD Amsterdam.
Toezending:
Gratis, maar er zit wel een accept
girokaart bij, ad 1,50, voor de porto
kosten/verzendkosten.
Wachttijd:
Omdat er per week gemiddeld 500
projekt-paketten worden aangevraagd,
zitten er drie weken tussen de aan
vraag en de verzending door het Rijks
museum. Wacht dus .niet te lang met
het aanvragen van een projektpakket.
Deze Projektpakketten zyn voorradig
bü de Edukatieve Dienst van het
Rijksmuseum.
Middeleeuwen: Byzantynse kunst;
Bouwkunst romaans/gotiek/renaissan-
ce/barok; Vlaamse primitieven; Jan van
Eijck; Hieronymus Bosch; Middeleeu
wen; Middeleeuwse stad; Kastelen.
16e eeuw en renaissance: Bouwkunst
romaans/gotiek/renaissance/barok;
Albrecht Dürer; Pieter Breughel; Re
naissance; Leonardo da Vinci; Michel
angelo; Willem van Oranje; Rijksmu
seum.
17de eeuw: Barok/Rococo; Bouw
kunst romaans/gotiek/renaissance/ba-
rok; Gouden Eeuw; Hollandse schilder
kunst 17de eeuw; Hollands landschap
17de eeuw; Hollands stilleven 17de
eeuw; Hollands portret 17de eeuw;
Rembrandt; Frans Hals; Johannes Ver
meer; Jan Steen; Rubens; Spaanse
schilderkunst (El Greco/Velazquez/
Goya); Delfts aardewerk; Tachtigjarige
Oorlog; Willem van Oranje; Nova
Zémbla; Geschiedenis van de Genees
kunde; Grafische technieken; Rem
brandt etsen; Kostuum; Kant; Kinde
ren in de 17de eeuw; Rijksmuseum.
18de eeuw; Pruikentijd; Classicisme;
Delfts aardewerk; Kostuum; Kant;
Grafische technieken; Franse tijd;
Rijksmuseum; Geschiedenis van de ge
neeskunde.
19de eeuw: Classicisme; Romantiek;
Romantiek in Nederland; Impressio
nisme; Haagse school en Amsterdamse
impressionisten; Vincent van Gogh;
Rijksmuseum gebouw; Spaanse schil
derkunst (El Greco/Velazquez/Goya);
Grafische technieken; Franse tijd;
Rijksmuseum.
20ste eeuw: Jugendstil; Jan Toorop
en tijdgenoten; Expressionisme; Cubis-
me; Surrealisme; Magisch realisme;
Cobra; Picasso; M. C. Escher; Tweede
Wereldoorlog.
R 1 J K S
MUSEUM
a m s t
e r d a m
ENST
RAADSBESLUITEN
In de raadsvergadering van 24 sep
tember j.l. is het volgende besloten:
te verklaren dat wijzigingen van
diverse bestemmingsplannen worden
voorbereid. Het betreft verandering
van de bestemming van de panden
Voorstraat 1 te Wissenkerke, Noord
straat 38 en Veerweg 158 te Kamper
land en van een perceel grond tussen
de woningen Dorpsdijk 104 en 108 te
Wissenkerke.
het inwerking stellen van een pro
cedure om te komen tot dorpsvernieu
wing in een gedeelte van de kern
Geersdij'k. In eerste instantie betreft
het de inspraak- en overlegprocedures
met de inwoners van Geersdijk.
de rechtspositieregelingen te wijzi
gen.
aan een gedeelte van de Ruiter-
plaatweg de bestemming, van openbare
weg te geven.
van de heer L. P. Leendertse zijn
aan het dorpshuis Wissenkerke gren
zende garage aan te kopen en een kre
diet beschikbaar te stellen voor bij
komende kosten.
het recht van opstal te verlenen
voor de plaatsing van het groepshuis
van de Scouting Noord-Beveland,
Zandkreekgroep, en tevens de grond
rondom het gebouw aan de scouting te
verhuren.
een krediet beschikbaar te stellen
voor een studie naar de toekomstige
afvalverwijdering in Zeeland. Deze stu
die zal voor de helft worden bekostigd
door de provincie Zeeland en voor de
andere helft door de Zeeuwse gemeen
ten.
een krediet beschikbaar te stellen
voor het plaatsen van een openbare te
lefooncel op het terrein van de jacht
haven Kamperland.
een krediet beschikbaar te stellen
voor de aanschaf van nieuwe geluids
apparatuur in de dorpshuizen Wissen
kerke en Kamperland.
een krediet beschikbaar te stellen
voor het aanbrengen van een vol
automatisch werkende chloordoseer-
installatie in het zwembad.
dat vermeerdering van het aantal
openbare scholen in de periode 1 au
gustus 1985 1 augustus 1988 niet no
dig is om te voorzien in voldoende
gelegenheid tot het volgen van open
baar onderwijs.
de begroting 1984 te wijzigen.