LD Geef,V Brandweer te Kortgene vierde 50-jarig jubileum WI Steun het Astma Fbnds. Postgiro 55055. Onder grote publieke belangstelling werden zaterdag 25 augustus op de ha ven van Kortgene demonstraties en kinderspelen gehouden door de brand weer. Al vroeg zaterdagmorgen j.l. werden de bewoners van Kortgene opgeschrikt door sirenes en tweetonige hoorns, af komstig van diverse brandweer-voer tuigen. Deze brandweerwagens namen deel aan de demonstraties, die i.v.m. het 50-jarig bestaan van collega-brand weer uit Kortgene werden gegeven op het havenplateau. Met een schuimbluswagen werd een auto, die in vlammen stond, gedoofd. Er werd met luchtdruk-materiaal een auto uit elkaar gehaald en de comman- doverbindingswagen droeg ook zijn steentje bij. Na deze demonstraties vertrokken de brandweerlieden naar de kazerne aan de Torendijk, waar een soort reünie met oud-brandweerlieden werd gehou den. Zij waren uitgenodigd om dit ju bileum mee te vieren. Abraham. Al vroeg waren die morgen de brand weermannen aanwezig. Tot hun grote verrassing lag daar al een fors kado op tafel te wachten. Een presentje van de gezamenlijke brandweervrouwen in de vorm van een Abraham. In een bij gaand schrijven stond het volgende: De brandweervrouwen doen ook hun best, ^1 ds het soms beter dan de rest. Vandaar deze Abraham van de vrouwen; wij hopen dat jullie dit niet zal berouwen. Voortaan eerder naar huis, want anders ligt Abraham in de kluis. Een smakelijk kado met een smake lijke tekst, die in de brandweerbroek zak kon worden gestoken. Vervolgens sprak korpscommandant dhr. Van der Heijde de aanwezigen toe. Hij benadrukte in zijn toespraak de goede samenwerking onderling en be dankte de medewerkers van buitenaf, die mee hadden gewerkt aan het wel slagen van de demonstraties. Ook zette hij de oud-leden nog in het zonnetje en bedankte hen voor hun komst op deze receptie. De leden van de regionale brand weer werden vervolgens voor hun vrij willige hulp een kleine attentie aan geboden. Oud-brandweerman, dhr. A. Welle man, krijgt hierna het woord. Hij blikt in zijn toespraak terug op 50 jaar brandweer te Kortgene: Hij, die zoals ondergetekende, zich kan herinneren hoe de brandweer zo'n 65 jaar geleden funktioneerde en over welk materiaal ze kon beschikken, zal niet verbaasd zijn dat een en ander op de lachspieren werkte. Iedere man lijke ingezetene, die in de kracht van zijn leven was, werd eenmaal per jaar opgeroepen om te oefenen met een ve hikel dat brandspuit heette. Natuurlijk was dat voor de jeugd een uitje. Met mankracht werd de spuit naar de pompvaete getrokken. Daar werden de slangen uitgerold en het spul kon be ginnen. Een man of tien zette zich aan het pompen en als het water tevoor schijn kwam, was het eerst *ui't de lek ken in de slangen. Als de oefening was afgelopen, werd iedereen die had meegedaan bij het brandspuithuis afgeroepen om een kwartje in ontvangst te nemen. Velen gingen daar een borreltje voor kopen. Die waren toen 15 cent. Tegenwoordig zijn ze 1,75 of meer. Toch worden er nu veel meer gedronken dan toen. Zij, die tegenwoordig altijd lopen te klagen, moeten bedenken dat er toen meer re den tot klagen was. Om nog even op de pompvaete terug te komen. Die bestaat nog en ligt voor het scholenkomplex. De vaete werd voor verschillende doeleinden gebruikt. Ten eerste als drinkplaats voor dieren. Er was toen geen waterleiding en in droge zomers haalden de mensen daar water. Het was bijzonder goed grond water en geschikt voor huishoudelijk gebruik. Verder voor oefeningen van de brandweer, vandaar de naam pomp vaete. En dan is hij ook twee maal gebruikt door mensen die er geen gat meer inzagen, om zich van het leven te beroven. Natuurlijk niet door de zelfde personen. We zouden het over de brandweer hebben, dus daar kom ik weer op te rug. In het begin van de 30-tiger jaren werd een motorspuit aangeschaft. Er was een monteur, die er verstand van had om de motor aan de praat te krij gen. En verder werden bij een brand mensen opgeroepen, die in de dorpen werkzaam waren, zoals bouwvakarbei ders. Na de grote brand in 1932, toen een tot de nok met graan gevulde landbouwschuur van Vogelaar af brandde, is daar verandering dn geko men. Men moest namelijk de enige monteur die buiten het dorp op karwei was, eerst gaan halen eer de spuit kon starten. Ondertussen brandde de volle schuur lustig door en met veel hulp van buiten is een ramp voorkomen. In 1934 is de vrijwillige brandweer opgericht. Over een en ander zou ik een boek kunnen schrijven, maar ik wil alleen opmerken, dat dhr. J. M. de Ka ter de commandant was. Onder leiding van overste Bierman, commandant van de Middelburgse brandweer, werd ons korps wegwijs gemaakt. En met voor die tijd aanvaardbare spullen werd planmatig geoefend. De bemanning van het eerste vrij willige korps zag er als volgt uit: J. M. de Kater, commandant; J. A. Schip pers, onder-commandant; M. van Sluys bode. Verder M. Plantsoen, J. Welle- man, J. de Waal. C. Bouwens, J. Engel vaart, P. Flipse, A. Welleman, A. Smal- legange, P. de Looff en C. Welleman. De monteurs waren G. en M. Augustijn Er veranderde veel. Er kwamen o.a. oliejassen. Die werden per ongeluk ge leverd door één van onze leden, die 1 schoenmaker was. Die kleefden zo van binnen en buiten, dat men ze niet dan met veel moeite aan kon krijgen. Men moest ze later ook weer uittrekken en dan waren ze zo aan de kleren geplakt, dat het zaak was om oude kleren aan te trekken als men met de brandweer op stap ging. Zo sukkelden we door tot aan de Tweede Wereldoorlog. Omdat die al lang werd verwacht, werd door enke len een cursus gevolgd om te leren ruiken met wat voor gas men te doen had. als dat werd gebruikt voor oor logsdoeleinden. In de eerste oorlog werd daar nogal op grote schaal ge bruik van gemaakt om de naasten te vermorzelen. Het gebod „>gij zult met doden" wordt tot op de dag van van daag nogal ruim geïnterpreteerd, welke godsdiens tiige of politieke overtuigin gen men er ook op nahoudt. De oorlogsjaren zijn we zonder grote kalamiteiten doorgekomen. Een enkele maal moesten we uitrukken, o.a. naar een brand 'in de hofstede van Dees te Colijnspla'at. De oorlogvoerenden had den daar een zootje brandbommen op laten vallen, met als gevolg dat de schuur in lichterlaaie kwam te staan. We waren gauw uitgesiest, omdat het bluswater uit de bijna droge sloot gauw op was. Het is voor de brandweer zeer on aangenaam als men het ziet branden en men kan niets uitrichten. Het pu bliek is dan niet kieskeurig met kritiek. Om op de oorlog terug te komen. De Duitsers pikten op het laatst uit alle dorpen inwoners om enige weken aan de kustverdediging op Walcheren te *aan werken. De brandweerlieden van Kortgene kregen door de toenmalige wethouder gedaan, dat we niet gemist konden worden i.v.m. eventuele kala miteiten in ons dorp. We hadden wel geen spuit, maar dat hinderde niet. De Duitsers hadden die gevorderd om langs de Walcherse kust de gras zoden op de aangelegde versterkingen te bespuiten. Die moesten n.l. groen blijven als camouflage. Toen de bevrij ding kwam, bleek hij in de Noordzee te zijn verdwenen. Nu brak een nieuw tijdperk aan. We kregen iedere een battle dress. Nou krijgen, we moesten een kwart van het bedrag zelf betalen. Toch wilden de meesten het graag hebben, omdat we het odk privé mochten dragen. Bij de schaarse textiel kwam dat goed te pas. Ook werden brandweerwedstrijden georganiseerd, waar we met wisselend succes aan deelnamen. Verder leerden we dat bij een brand redden voor blussen gaat. En dat we eerst te weten moesten zien te komen of er mensen in het brandende perceel waren. De nummers 1 en 2 gingen dan verkennen. Als het nacht was, wilde iedereen die nummers hebben. Vooral als het vermoeden bestond, dat er scho ne slaapsters in het gebouw zaten of lagen. De manschappen, die nog goed gezond waren, boden zich aan in de hoop een schoonheid te kunnen red den, die niet al te veel om het lijf had. Ze wilden het nuttige met het aange name verenigen. We zijn ook nog eens uitgerukt naar de Provinciale weg, waar een autola ding vlas in brand stond. We vertrok ken vol goede moed, maar juist voor de woning van de burgemeester stopte de trekker. De benzine was namelijk op. De woordkeus aan het adres van de monteur, die toen gebezigd was. was niet geschikt voor de zondagsschool. Toen we bij de brand arriveerden was de brandweer van Wissenkerke al ongeveer klaar met blussen. We kwa men nog even in aktie, maar algauw bleek dat ook de spuit te weinig brand stof had. De brandweer is gewoon om bekritiseerd te worden, maar in dit geval was er reden voor. Meermalen kregen we kritiek, omdat we niet krachtdadig genoeg optraden. Dat was veelal de schuld van de over heid, die de brandweer als een sluit post op de begroting behandelde. Van daar dat we met al te best hl het ma teriaal zaten. Wat dat betreft, is er veel veranderd. Wij moesten met ontoereikende spullen werken en als je dan ziet hoe de uit rusting er nu uitziet, dan is dit niet te vergelijken met de spullen waar wij mee moesten werken. Alleen met goed materiaal kan men goed werk leveren. Kijk ook eens naar de alarmering. Bij brand in de nacht werden 2 a 3 mensen opgetrommeld en die moesten, terwijl ze ziich naar de brandspuit be gaven, de anderen in hun trajekt wek ken. Later kwam er een sirene op het gemeentehuis, die moest ik iedere za terdag om 12 uur gaan proberen, tot genoegen van de omwonenden. De alarmering is nu prima en geluid loos voor het publiek. Was er in die tijd brand 's nachts, dan werd de si rene dn werking gesteld met als gevolg dat ook de hele bevolking op de been kwam om ons voor de voeten te lopen. Als oud-brandweerman doet het je goed om te zien dat de huidige over heden er voor zorgen, dat de brand weer goede spullen heeft. Nog eenmaal hebben we met ledige handen gestaan. Dat was op 1 februari 1953. Vanzelfsprekend was toen ons materiaal niet meer bruikbaar, nadat het onder 2,5 meter zout water had ge staan. We hebben ons toen enkele we ken verdienstelijk gemaakt om bij toer beurt 's nacht in het dorp te kontro- leren of er geen ongenode gasten in de woningen, waarvan de bewoners op andere plaatsen onderdak hadden ge? vonden, probeerden iets van hun ga ding mee te pikken. Wie een beetje mensenkennis heeft, zal weten dat er altijd lieden zijn die zich ten koste van anderen trachten te bevoordelen. Vooral in barre tijden komt hun ware aard boven. Al ging niet altijd alles op rolletjes, mijn periode bij de brandweer heb ik bijzonder als zinvol ervaren. In 1934 begonnen, om er in 1972 een streep onder te zetten. Uit die periode wil ik nog wat op halen. Ik kan me goed herinneren, dat ik met Pietje liep te wandelen aan de zgn. Goudkust. Ik kwam tot de ont dekking dat de stenen. die gebruikt moesten worden om een kapitale villa te bouwen van zwart geld of om be lasting te ontduiken, op een brand- kraan waren gestapeld. Ik naar de ei genaar, maar die wenste zich niet in te laten met de commandant van een dorpsbrandweer. Ik zal u de woordkeus besparen, maar omdat ik niet gewoon ben me te laten ondersneeuwen door zulke lieden, was het resultaat dat de stenen werden opgeruimd. Uitgepraat raak je nooit, maar ik ga er zachtjesaan mee stoppen. Voordat het zover is, wil ik toch op het grote belang wijzen dat de vrouwen van de brandweerlieden achter het werk van hun ihaninen staan. Dat was toen het geval en ik denk dat het nog zo is. Een brandweerman is gewend om op zijn strepen te staan en zodoende was er wel eens rivaliteit met korpsen uit andere dorpen. Zo herinner ik me, dat het pijn deed, dat onze nieuwe spuit, die voorzien was van een tank water om onmiddellijk te 'kunnen spuiten, in de winter op Colijnsplaat moest staan, omdat daar een verwarmde ga rage was, waar de tank water niet kon bevriezen. En die hadden we op Kort gene niet. Het was terecht, maar een beetje chauvinisme speelde daarbij een rol. We hadden op Kortgene ook een goede gewoonte om oud-collega's, die vanwege hun leeftijd uit moesten tre den en tot erelid werden benoemd, op onze jaarvergadering uit te nodigen. Ze stelden dat bijzonder op prijs en ik heb het spijtig gevonden, dat onze opvolgers daar op Kortgene mee zijn gestopt. Het valt wel op, dat er van Colijnsplaat meestal wel een uitnodi ging komt. Verder is het plezierig om nu te zien, dat de brandweren door het gemeente bestuur voor vol worden aangezien en niet als sluitpost op de begroting staan. Ik wens u geluk met het 50-jarig bestaan en ik dank u dat u ons bij de Viering hiervan hebt uitgenodigd. Bij mijn afscheid in 1972 heb ik een doofpot gekregen. Een toepasselijk ca deau omdat het vuur daarin wordt ge doofd. Ter afsluiting. Het dagprogramma van de viering van het vijftigjarig bestaan van de vrijwillige brandweer te Kortgene werd afgesloten met een diner in Restaurant „De Korenbeurs" te Kortgene. De commandant van het korps, dhr. D. van der Heijde. heette aldaar wel kom alle manschappen met hun dames. Verder namens het gemeentebestuur: burgemeester E. J. Hoogendijk - van Duijn, wethouder J. J. van Noort, ge meentesecretaris M. Meesen; voorts de centrale brandweercommandant W. van Houwelingen; de commandanten M. Geelhoed en D. Wdllebrands van Colijnsplaat en Kats; en namens de regionale brandweerkring Noord- en Midden-Zeeland Ing. P. J. Duyvesz, allen zoveel mogelijk met hun echt genoten. De burgemeester, mevr. Hoogendijk, hield een toespraak, waarin zij inging op de vele veranderingen, die in de loop van die 50 jaar plaatsvonden in de samenstelling van de korpsen, het materieel en de bezetting. Zij betoogde, daf het bestrijden van branden en het voorkomen en beperken daarvan niet een zaak is van 50 jaar. Maar wel, dat de vrijwillige korpsen er eerst na de wijziging van de Gemeentewet in 1931 kwamen, in Kortgene dus in 1934. Ook daarvoor waren er brandweer korpsen en regels. Zij gaf een overzicht daarvan. Reeds in 1414, toen Kortgene nog geen jaar oud was, brandde het hele stadje af. Het gevolg was, dat er regels kwamen over het bouwen van bakovens buiten de muren. En dat ook verder bepalingen werden gemaakt om tot brandpreventie te komen. In 1532 verdween Kortgene tot om streeks 1681 van de 'kaart als gevolg van een natuurramp. In de eerste helft van de 18è eeuw kwam een herbouw van het dorp weer op gang en in 1776 achtte de toenmalige Heer van de Stad en Hooge Heerlijkheit van Kortgene, Wigbold Adriaan van Nassau Wouden berg, behoud van de bebouwing zo be langrijk dat hij een verordening op de brandweer en beperking van brand maakte en een brandspuit liet bouwen voor Kortgene. Latere verordeningen van 1854 en 1883 van de Gemeenteraad van Kortgene waren een aanpassing op de regelingen van Wigbold. De hui dige regelingen in APV, brandweerre gelingen, bouwverordeningen en mi lieuwetten zijn eigenlijk een uitwer king van de verordening van Graaf Wigbold, aldus de burgemeester. Zij verbond aan haar toespraak a- nekdotische ervaringen in de omgang met de brandweerkorpsen gedurende een paar eeuwen. Zij prees de goede onderlinge ver houding tussen de korpsen en met het gemeentebestuur. En dankte in haar felicitatie de commandanten en leden van de brandweer voor hun inbreng. Ing. Duyvesz zei namens de Regio- 50-jarige korpsen te kunnen feliciteren in de laatste jaren. Door uniformiteit in opleiding en leiding kon binnen de Kring een bepaalde struktuur worden bereikt, die gunstig werkt. In de ko mende jaren komen er nog veel ver anderingen in deze sektor, b.v. de ver plaatsing van de BB-taak naar de brandweer. Ook om die reden is een goede samenwerking binnen de regio geboden, aldus de heer Duyvesz bij zijn felicitatie. Commandant M. Geelhoed van de brandweer te Colijnsplaat feliciteerde met erkentelijkheid voor de goede sa menwerking onder leiding van een cen traal commandant. Hij bood (echt waar) een kado aan onder couvert. Commandant D. Willebrands van de brandweer van Kats liet de gelukwen sen van zijn korps gepaard gaan met het aanbieden van een mok voor ieder ter aanvulling van het servies in de De laatste jaren pleeg ik me, tussen twee voetbalseizoenen in, nogal eens in het wilde voetbal te storten. Sommigen denken nu aan veldslagen en dood schoppen, maar niets is minder waar. De partijen, die ik speel, zijn erg ge zapig, maar ze worden „wild" genoemd omdat ze niet door de KNVB worden georganiseerd. Het is misschien niet slim van me om deze zaken wereldkundig te maken, maar aangezien ik voor dit seizoen weer in de laagste seleiktiegroep ben ge plaatst, hoop ik. dat verdere sankties van bestuurszijde achterwege zullen blijven. „Wild" voetbal is eigenlijk een strafbare zaak voor KNVB-voetballers. Ik ben namelijk leider van een elftal, dat de fraaie naam ONDO draagt. Nee, geen korfbalploeg, zoals sommigen mis schien denken, maar een kombinatie- elftal van ONderwijzers en DOminees. Bij het lezen van deze zin hebt u even uw ogen uitgewreven: onderwijzers? Hebben die mensen na zo'n zware dag taak nog energie over voor een voetbal wedstrijd En dan dominees, weten die toch wel hoe je een bal moet raken en welke geboden er op een voetbal veld heersenMijn antwoord is, zij het niet helemaal overtuigend, beves tigend. Uit de Noord-Bevelandse voorraad openbare en christelijke .onderwijzers zijn er net genoeg te vinden, om, samen met de predikanten, zichzelf en vooral het publiek te vermaken. Het zijn niet allen talenten, maar dat 'is onbelang rijk. Hoofdzaak is het lijfelijk aanwezig zijn van 11 personen en als het even kan enkele wissels. Want één yan onze regels luidt: uitrusten doe je niet bin nen de lijnen. En er zijn er echt wel enkelen, die graag een extra pauze in lassen De dominees zijn wat minder in ge tal, hoewel het geen uitstervend ras is. Ze hebben het nóg drukker dan on derwijzers, want ze moeben nogal eens afschrijven. Maar ze zijn toch een wel kome aanvulling. Het zijn natuurlijk geen „labeur-paarden" om Rick de Sae- deleer, de sportverslaggever van de BRT, eens te citeren. Maar ze hebben een goed moreel en tijdens de rust heb ben ze altijd een preek voorhanden, veelal onder het motto: „Gij zult niet ten koste van alles proberen te win nen." Bovendien vormen ze een speciale abtraktie voor het publiek, want velen willen toch wel eens kijken hoe een do minee, in korte broek, de problemen van en met de bal te lijf gaat. We heb ben van onze „vaste" 3 predikanten 3 energieke kerels gemaakt, want nadat ze vorig seizoen allen hebben gedebu teerd, zijn ze dit jaar binnen een tijds bestek van één maand alle drie vader geworden. En alle drie van een zoon en ik durf bij predikanten niet van toeval te spreken We hebben ook nog getracht een openbare juffrouw te verleiden om ver zorgster te worden. Maar dat is niet gelukt, zodat we op onszelf zijn aan gewezen in voorkomende gevallen. Om toch een beetje evenwicht te hebben tussen het pedagogisch en theo logisch gezag, speelt er één onderwijzer mee, 'die voor dominee studeert. Ik schrijft „meespelen", maar ik bedoel eigenlijk dat deze persoon ook af en toe opdraaft. Want met zo'n zware en dub bele dagtaak is het goed rusten bij de „dug-out". Dit team, dat we gevoegelijk „de macht van het kleine" kunnen noemen, speelt enkele keren per jaar tegen de zelfde tegenstander: de Noord-Beve landse politie. De geestelijke macht dus tegen het wettelijk gezag. Een haast klassieke botsing. De politie heeft zelfs wel eens ver sterking van mensen die op een ge meentehuis werken (die krijgen dan la ter prestatieverlof..). En wij moeten wel eens een beroep doen op echtge noten, c.q. levensgezellen, van juf- frouws en in noodgevallen op voorzit ters van schoolbesturen. Maar we red den het steeds om met tenminste 11 per sonen aan te treden. Wel gaat het ron- kazerne. Ook 'hij prees de saamhorig heid onder de korpsen. De centraal commandant voor de hele gemeente, W. van Houwelingen, ging uitgebreid in op de jongste ge schiedenis en vooral op de ontwikke lingen in voorzieningen en opleidingen. Een vroeger voorgenomen beperking van de bezettingen van de korpsen tot 6 man per korps, is gelukkig niet door gevoerd, aldus de heer Van Houwe lingen. De door de gemeente aangebrachte verbeteringen in het blusmaterieel zijn een stimulans voor het korps geweest. Ook de betere onderkomens brengen mee, dat de manschappen na de oefe ningen niet direkt naar huis lopen, maar nog eens even nabetrachten. Dat verhoogt de teamgeest en de saam horigheid, ook al hebben de echtge notes daar wel eens andere meningen over. Spreker zei te kunnen terugzien op een geslaagde dag mede dankzij het mooie weer waarbij de mogelijkhe den van de brandweer, maar ook het begrip voor de brandweer duidelijk tot uiting konden komen. Hij sprak nog enige wensen uit en bood als kado een tweetal bordjes met spreuken aan ter versiering van de kazerne. En een te bewaren steentje, dat diezelfde dag ervoor zorgde, dat stagnatie ontstond bij het demonstre ren met het aanbrengen vain een schuimlaag. Na het wat officiële deel bleef het gezelschap nog wat minder formeel bijeen. selen van spelers nog tot vlak vóór de wedstrijd door, want afschrijvingen komen laat, zeer laat binnen. Nu heeft ons elftal enkele toppers, naa9t enkele tobbersHet poli'bie-elftal is wat vlakker qua capaciteiten, maar we houden elkaar flink in evenwicht. Middelburg-speler Wim Dekker is voor ons een gewaardeerde kracht. En Peter Verburg, de nieuwe spits van Oostka- pelle, speelt mee zonder reiskosten vergoeding De niet-voetballers mogen, bij bena dering, zeggen waar ze willen opereren. Dominees willen graag rechtsback. Rechts heeft waarschijnlijk te maken met hun poliieke voorkeur; back waar schijnlijk met het ding waar ze hun brood mee verdienen Omdat het een politie-elftal is, krijgt men ook gelegenheid om in de man- dekking te spelen. Dit voor de mensen die in het verleden minder prettige er varingen hebben gehad met ■een politie man De week-in-week-ui't voetballers pro beren in iedere linie enige lijn te bren gen en zo kan het „wilde" voetbal een aanvang nemen. Over de voetballer en de haast-nooit voetballer in één elftal is een heel verhaal te schrijven. Maar ik wil nog wat bewaren voor een an dere keer Feit is, dat het heel anders is dan een „gewone" wedstrijd. Alles is ver rassend en zelfs vanuit de meest on mogelijke situaties wordt gescoord, even gemakkelijk schijnbaar dan men voor open doel mist. Uitslagen zijn niet het belangrijkste. Maar wat denkt u van de laatste wedstrijd: 96 voor ON DO, na een 02 achterstand. Het pu bliek is bij zo'n score de grote winnaar. Na afloop nemen we allemaal een penalty. Een restje nostalgie, omdat we eens een keertje gelijk gespeeld hebben. De poliie won toen met strafschoppen en sindsdien willen ze na elke wedstrijd strafschoppen nemen. Om maar bij de laatste wedstrijd te blijven: de aandacht bij deze straf schoppen was van dien aard, dat beide partijen na afloop de overwinning claimden. Ook de scheidsrechter' wist het niet meer In de kantine wordt dan de „derde helft" gespeeld. De verliezende politie macht wil ons nog wel eens trakteren op een alkoholische versnapering. Maar daar trappen we niet in, want hun op zet is duidelijk: onderweg staan ze met hun blaaspijpjes Dit jaar spelen we nog één keer tegen elkaar. U kunt komen kijken in Kam perland. Over datum en tijd kunt u alles te weten 'komen bij de politie op Noord-Beveland. En .misschien in het kerkblad H. P.S. Intussen is bekend geworden, dat deze slag op maandag 3 september wordt geleverd in Kamperland om 19.00 uur, als tenminste de velden niet te droog zijn. Verkeersovertreders wordt verzocht tussen 19.00 en 21.00 uur die dag geen overtreding te maken, daar men niet op enige vorm van kontrole hoeft te rekenen A

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1984 | | pagina 4