LD
Geef,V
Brandweer te Kortgene
vierde 50-jarig jubileum
WI
Steun het Astma Fbnds.
Postgiro 55055.
Onder grote publieke belangstelling
werden zaterdag 25 augustus op de ha
ven van Kortgene demonstraties en
kinderspelen gehouden door de brand
weer.
Al vroeg zaterdagmorgen j.l. werden
de bewoners van Kortgene opgeschrikt
door sirenes en tweetonige hoorns, af
komstig van diverse brandweer-voer
tuigen. Deze brandweerwagens namen
deel aan de demonstraties, die i.v.m.
het 50-jarig bestaan van collega-brand
weer uit Kortgene werden gegeven op
het havenplateau.
Met een schuimbluswagen werd een
auto, die in vlammen stond, gedoofd.
Er werd met luchtdruk-materiaal een
auto uit elkaar gehaald en de comman-
doverbindingswagen droeg ook zijn
steentje bij.
Na deze demonstraties vertrokken de
brandweerlieden naar de kazerne aan
de Torendijk, waar een soort reünie
met oud-brandweerlieden werd gehou
den. Zij waren uitgenodigd om dit ju
bileum mee te vieren.
Abraham.
Al vroeg waren die morgen de brand
weermannen aanwezig. Tot hun grote
verrassing lag daar al een fors kado
op tafel te wachten. Een presentje van
de gezamenlijke brandweervrouwen in
de vorm van een Abraham. In een bij
gaand schrijven stond het volgende:
De brandweervrouwen doen ook hun
best,
^1 ds het soms beter dan de rest.
Vandaar deze Abraham van de
vrouwen;
wij hopen dat jullie dit niet zal
berouwen.
Voortaan eerder naar huis,
want anders ligt Abraham in de kluis.
Een smakelijk kado met een smake
lijke tekst, die in de brandweerbroek
zak kon worden gestoken.
Vervolgens sprak korpscommandant
dhr. Van der Heijde de aanwezigen toe.
Hij benadrukte in zijn toespraak de
goede samenwerking onderling en be
dankte de medewerkers van buitenaf,
die mee hadden gewerkt aan het wel
slagen van de demonstraties. Ook zette
hij de oud-leden nog in het zonnetje en
bedankte hen voor hun komst op deze
receptie.
De leden van de regionale brand
weer werden vervolgens voor hun vrij
willige hulp een kleine attentie aan
geboden.
Oud-brandweerman, dhr. A. Welle
man, krijgt hierna het woord. Hij blikt
in zijn toespraak terug op 50 jaar
brandweer te Kortgene:
Hij, die zoals ondergetekende, zich
kan herinneren hoe de brandweer zo'n
65 jaar geleden funktioneerde en over
welk materiaal ze kon beschikken, zal
niet verbaasd zijn dat een en ander
op de lachspieren werkte. Iedere man
lijke ingezetene, die in de kracht van
zijn leven was, werd eenmaal per jaar
opgeroepen om te oefenen met een ve
hikel dat brandspuit heette. Natuurlijk
was dat voor de jeugd een uitje. Met
mankracht werd de spuit naar de
pompvaete getrokken. Daar werden de
slangen uitgerold en het spul kon be
ginnen. Een man of tien zette zich aan
het pompen en als het water tevoor
schijn kwam, was het eerst *ui't de lek
ken in de slangen.
Als de oefening was afgelopen, werd
iedereen die had meegedaan bij het
brandspuithuis afgeroepen om een
kwartje in ontvangst te nemen. Velen
gingen daar een borreltje voor kopen.
Die waren toen 15 cent. Tegenwoordig
zijn ze 1,75 of meer. Toch worden er
nu veel meer gedronken dan toen. Zij,
die tegenwoordig altijd lopen te klagen,
moeten bedenken dat er toen meer re
den tot klagen was.
Om nog even op de pompvaete terug
te komen. Die bestaat nog en ligt voor
het scholenkomplex. De vaete werd
voor verschillende doeleinden gebruikt.
Ten eerste als drinkplaats voor dieren.
Er was toen geen waterleiding en in
droge zomers haalden de mensen daar
water. Het was bijzonder goed grond
water en geschikt voor huishoudelijk
gebruik. Verder voor oefeningen van
de brandweer, vandaar de naam pomp
vaete. En dan is hij ook twee maal
gebruikt door mensen die er geen gat
meer inzagen, om zich van het leven
te beroven. Natuurlijk niet door de
zelfde personen.
We zouden het over de brandweer
hebben, dus daar kom ik weer op te
rug. In het begin van de 30-tiger jaren
werd een motorspuit aangeschaft. Er
was een monteur, die er verstand van
had om de motor aan de praat te krij
gen. En verder werden bij een brand
mensen opgeroepen, die in de dorpen
werkzaam waren, zoals bouwvakarbei
ders. Na de grote brand in 1932, toen
een tot de nok met graan gevulde
landbouwschuur van Vogelaar af
brandde, is daar verandering dn geko
men. Men moest namelijk de enige
monteur die buiten het dorp op karwei
was, eerst gaan halen eer de spuit kon
starten. Ondertussen brandde de volle
schuur lustig door en met veel hulp van
buiten is een ramp voorkomen.
In 1934 is de vrijwillige brandweer
opgericht. Over een en ander zou ik
een boek kunnen schrijven, maar ik wil
alleen opmerken, dat dhr. J. M. de Ka
ter de commandant was. Onder leiding
van overste Bierman, commandant van
de Middelburgse brandweer, werd ons
korps wegwijs gemaakt. En met voor
die tijd aanvaardbare spullen werd
planmatig geoefend.
De bemanning van het eerste vrij
willige korps zag er als volgt uit: J.
M. de Kater, commandant; J. A. Schip
pers, onder-commandant; M. van Sluys
bode. Verder M. Plantsoen, J. Welle-
man, J. de Waal. C. Bouwens, J. Engel
vaart, P. Flipse, A. Welleman, A. Smal-
legange, P. de Looff en C. Welleman.
De monteurs waren G. en M. Augustijn
Er veranderde veel. Er kwamen o.a.
oliejassen. Die werden per ongeluk ge
leverd door één van onze leden, die
1 schoenmaker was. Die kleefden zo van
binnen en buiten, dat men ze niet dan
met veel moeite aan kon krijgen. Men
moest ze later ook weer uittrekken en
dan waren ze zo aan de kleren geplakt,
dat het zaak was om oude kleren aan
te trekken als men met de brandweer
op stap ging.
Zo sukkelden we door tot aan de
Tweede Wereldoorlog. Omdat die al
lang werd verwacht, werd door enke
len een cursus gevolgd om te leren
ruiken met wat voor gas men te doen
had. als dat werd gebruikt voor oor
logsdoeleinden. In de eerste oorlog
werd daar nogal op grote schaal ge
bruik van gemaakt om de naasten te
vermorzelen. Het gebod „>gij zult met
doden" wordt tot op de dag van van
daag nogal ruim geïnterpreteerd, welke
godsdiens tiige of politieke overtuigin
gen men er ook op nahoudt.
De oorlogsjaren zijn we zonder grote
kalamiteiten doorgekomen. Een enkele
maal moesten we uitrukken, o.a. naar
een brand 'in de hofstede van Dees te
Colijnspla'at. De oorlogvoerenden had
den daar een zootje brandbommen op
laten vallen, met als gevolg dat de
schuur in lichterlaaie kwam te staan.
We waren gauw uitgesiest, omdat het
bluswater uit de bijna droge sloot gauw
op was.
Het is voor de brandweer zeer on
aangenaam als men het ziet branden
en men kan niets uitrichten. Het pu
bliek is dan niet kieskeurig met kritiek.
Om op de oorlog terug te komen. De
Duitsers pikten op het laatst uit alle
dorpen inwoners om enige weken aan
de kustverdediging op Walcheren te
*aan werken. De brandweerlieden van
Kortgene kregen door de toenmalige
wethouder gedaan, dat we niet gemist
konden worden i.v.m. eventuele kala
miteiten in ons dorp. We hadden wel
geen spuit, maar dat hinderde niet.
De Duitsers hadden die gevorderd
om langs de Walcherse kust de gras
zoden op de aangelegde versterkingen
te bespuiten. Die moesten n.l. groen
blijven als camouflage. Toen de bevrij
ding kwam, bleek hij in de Noordzee
te zijn verdwenen.
Nu brak een nieuw tijdperk aan. We
kregen iedere een battle dress. Nou
krijgen, we moesten een kwart van het
bedrag zelf betalen. Toch wilden de
meesten het graag hebben, omdat we
het odk privé mochten dragen. Bij de
schaarse textiel kwam dat goed te pas.
Ook werden brandweerwedstrijden
georganiseerd, waar we met wisselend
succes aan deelnamen.
Verder leerden we dat bij een brand
redden voor blussen gaat. En dat we
eerst te weten moesten zien te komen
of er mensen in het brandende perceel
waren. De nummers 1 en 2 gingen dan
verkennen. Als het nacht was, wilde
iedereen die nummers hebben. Vooral
als het vermoeden bestond, dat er scho
ne slaapsters in het gebouw zaten of
lagen. De manschappen, die nog goed
gezond waren, boden zich aan in de
hoop een schoonheid te kunnen red
den, die niet al te veel om het lijf had.
Ze wilden het nuttige met het aange
name verenigen.
We zijn ook nog eens uitgerukt naar
de Provinciale weg, waar een autola
ding vlas in brand stond. We vertrok
ken vol goede moed, maar juist voor de
woning van de burgemeester stopte de
trekker. De benzine was namelijk op.
De woordkeus aan het adres van de
monteur, die toen gebezigd was. was
niet geschikt voor de zondagsschool.
Toen we bij de brand arriveerden
was de brandweer van Wissenkerke al
ongeveer klaar met blussen. We kwa
men nog even in aktie, maar algauw
bleek dat ook de spuit te weinig brand
stof had. De brandweer is gewoon om
bekritiseerd te worden, maar in dit
geval was er reden voor.
Meermalen kregen we kritiek, omdat
we niet krachtdadig genoeg optraden.
Dat was veelal de schuld van de over
heid, die de brandweer als een sluit
post op de begroting behandelde. Van
daar dat we met al te best hl het ma
teriaal zaten.
Wat dat betreft, is er veel veranderd.
Wij moesten met ontoereikende spullen
werken en als je dan ziet hoe de uit
rusting er nu uitziet, dan is dit niet
te vergelijken met de spullen waar wij
mee moesten werken. Alleen met goed
materiaal kan men goed werk leveren.
Kijk ook eens naar de alarmering.
Bij brand in de nacht werden 2 a 3
mensen opgetrommeld en die moesten,
terwijl ze ziich naar de brandspuit be
gaven, de anderen in hun trajekt wek
ken. Later kwam er een sirene op het
gemeentehuis, die moest ik iedere za
terdag om 12 uur gaan proberen, tot
genoegen van de omwonenden.
De alarmering is nu prima en geluid
loos voor het publiek. Was er in die
tijd brand 's nachts, dan werd de si
rene dn werking gesteld met als gevolg
dat ook de hele bevolking op de been
kwam om ons voor de voeten te lopen.
Als oud-brandweerman doet het je
goed om te zien dat de huidige over
heden er voor zorgen, dat de brand
weer goede spullen heeft.
Nog eenmaal hebben we met ledige
handen gestaan. Dat was op 1 februari
1953. Vanzelfsprekend was toen ons
materiaal niet meer bruikbaar, nadat
het onder 2,5 meter zout water had ge
staan. We hebben ons toen enkele we
ken verdienstelijk gemaakt om bij toer
beurt 's nacht in het dorp te kontro-
leren of er geen ongenode gasten in
de woningen, waarvan de bewoners op
andere plaatsen onderdak hadden ge?
vonden, probeerden iets van hun ga
ding mee te pikken.
Wie een beetje mensenkennis heeft,
zal weten dat er altijd lieden zijn die
zich ten koste van anderen trachten
te bevoordelen. Vooral in barre tijden
komt hun ware aard boven.
Al ging niet altijd alles op rolletjes,
mijn periode bij de brandweer heb ik
bijzonder als zinvol ervaren. In 1934
begonnen, om er in 1972 een streep
onder te zetten.
Uit die periode wil ik nog wat op
halen. Ik kan me goed herinneren, dat
ik met Pietje liep te wandelen aan de
zgn. Goudkust. Ik kwam tot de ont
dekking dat de stenen. die gebruikt
moesten worden om een kapitale villa
te bouwen van zwart geld of om be
lasting te ontduiken, op een brand-
kraan waren gestapeld. Ik naar de ei
genaar, maar die wenste zich niet in
te laten met de commandant van een
dorpsbrandweer. Ik zal u de woordkeus
besparen, maar omdat ik niet gewoon
ben me te laten ondersneeuwen door
zulke lieden, was het resultaat dat de
stenen werden opgeruimd.
Uitgepraat raak je nooit, maar ik ga
er zachtjesaan mee stoppen. Voordat
het zover is, wil ik toch op het grote
belang wijzen dat de vrouwen van de
brandweerlieden achter het werk van
hun ihaninen staan. Dat was toen het
geval en ik denk dat het nog zo is.
Een brandweerman is gewend om op
zijn strepen te staan en zodoende was
er wel eens rivaliteit met korpsen uit
andere dorpen. Zo herinner ik me, dat
het pijn deed, dat onze nieuwe spuit,
die voorzien was van een tank water
om onmiddellijk te 'kunnen spuiten,
in de winter op Colijnsplaat moest
staan, omdat daar een verwarmde ga
rage was, waar de tank water niet kon
bevriezen. En die hadden we op Kort
gene niet. Het was terecht, maar een
beetje chauvinisme speelde daarbij een
rol.
We hadden op Kortgene ook een
goede gewoonte om oud-collega's, die
vanwege hun leeftijd uit moesten tre
den en tot erelid werden benoemd, op
onze jaarvergadering uit te nodigen.
Ze stelden dat bijzonder op prijs en
ik heb het spijtig gevonden, dat onze
opvolgers daar op Kortgene mee zijn
gestopt. Het valt wel op, dat er van
Colijnsplaat meestal wel een uitnodi
ging komt.
Verder is het plezierig om nu te zien,
dat de brandweren door het gemeente
bestuur voor vol worden aangezien en
niet als sluitpost op de begroting staan.
Ik wens u geluk met het 50-jarig
bestaan en ik dank u dat u ons bij
de Viering hiervan hebt uitgenodigd.
Bij mijn afscheid in 1972 heb ik een
doofpot gekregen. Een toepasselijk ca
deau omdat het vuur daarin wordt ge
doofd.
Ter afsluiting.
Het dagprogramma van de viering
van het vijftigjarig bestaan van de
vrijwillige brandweer te Kortgene werd
afgesloten met een diner in Restaurant
„De Korenbeurs" te Kortgene.
De commandant van het korps, dhr.
D. van der Heijde. heette aldaar wel
kom alle manschappen met hun dames.
Verder namens het gemeentebestuur:
burgemeester E. J. Hoogendijk - van
Duijn, wethouder J. J. van Noort, ge
meentesecretaris M. Meesen; voorts de
centrale brandweercommandant W.
van Houwelingen; de commandanten
M. Geelhoed en D. Wdllebrands van
Colijnsplaat en Kats; en namens de
regionale brandweerkring Noord- en
Midden-Zeeland Ing. P. J. Duyvesz,
allen zoveel mogelijk met hun echt
genoten.
De burgemeester, mevr. Hoogendijk,
hield een toespraak, waarin zij inging
op de vele veranderingen, die in de
loop van die 50 jaar plaatsvonden in
de samenstelling van de korpsen, het
materieel en de bezetting. Zij betoogde,
daf het bestrijden van branden en het
voorkomen en beperken daarvan niet
een zaak is van 50 jaar. Maar wel, dat
de vrijwillige korpsen er eerst na de
wijziging van de Gemeentewet in 1931
kwamen, in Kortgene dus in 1934.
Ook daarvoor waren er brandweer
korpsen en regels. Zij gaf een overzicht
daarvan. Reeds in 1414, toen Kortgene
nog geen jaar oud was, brandde het
hele stadje af. Het gevolg was, dat er
regels kwamen over het bouwen van
bakovens buiten de muren. En dat ook
verder bepalingen werden gemaakt om
tot brandpreventie te komen.
In 1532 verdween Kortgene tot om
streeks 1681 van de 'kaart als gevolg
van een natuurramp. In de eerste helft
van de 18è eeuw kwam een herbouw
van het dorp weer op gang en in 1776
achtte de toenmalige Heer van de Stad
en Hooge Heerlijkheit van Kortgene,
Wigbold Adriaan van Nassau Wouden
berg, behoud van de bebouwing zo be
langrijk dat hij een verordening op de
brandweer en beperking van brand
maakte en een brandspuit liet bouwen
voor Kortgene. Latere verordeningen
van 1854 en 1883 van de Gemeenteraad
van Kortgene waren een aanpassing
op de regelingen van Wigbold. De hui
dige regelingen in APV, brandweerre
gelingen, bouwverordeningen en mi
lieuwetten zijn eigenlijk een uitwer
king van de verordening van Graaf
Wigbold, aldus de burgemeester.
Zij verbond aan haar toespraak a-
nekdotische ervaringen in de omgang
met de brandweerkorpsen gedurende
een paar eeuwen.
Zij prees de goede onderlinge ver
houding tussen de korpsen en met het
gemeentebestuur. En dankte in haar
felicitatie de commandanten en leden
van de brandweer voor hun inbreng.
Ing. Duyvesz zei namens de Regio-
50-jarige korpsen te kunnen feliciteren
in de laatste jaren. Door uniformiteit
in opleiding en leiding kon binnen de
Kring een bepaalde struktuur worden
bereikt, die gunstig werkt. In de ko
mende jaren komen er nog veel ver
anderingen in deze sektor, b.v. de ver
plaatsing van de BB-taak naar de
brandweer. Ook om die reden is een
goede samenwerking binnen de regio
geboden, aldus de heer Duyvesz bij
zijn felicitatie.
Commandant M. Geelhoed van de
brandweer te Colijnsplaat feliciteerde
met erkentelijkheid voor de goede sa
menwerking onder leiding van een cen
traal commandant. Hij bood (echt
waar) een kado aan onder couvert.
Commandant D. Willebrands van de
brandweer van Kats liet de gelukwen
sen van zijn korps gepaard gaan met
het aanbieden van een mok voor ieder
ter aanvulling van het servies in de
De laatste jaren pleeg ik me, tussen
twee voetbalseizoenen in, nogal eens in
het wilde voetbal te storten. Sommigen
denken nu aan veldslagen en dood
schoppen, maar niets is minder waar.
De partijen, die ik speel, zijn erg ge
zapig, maar ze worden „wild" genoemd
omdat ze niet door de KNVB worden
georganiseerd.
Het is misschien niet slim van me
om deze zaken wereldkundig te maken,
maar aangezien ik voor dit seizoen weer
in de laagste seleiktiegroep ben ge
plaatst, hoop ik. dat verdere sankties
van bestuurszijde achterwege zullen
blijven. „Wild" voetbal is eigenlijk een
strafbare zaak voor KNVB-voetballers.
Ik ben namelijk leider van een elftal,
dat de fraaie naam ONDO draagt. Nee,
geen korfbalploeg, zoals sommigen mis
schien denken, maar een kombinatie-
elftal van ONderwijzers en DOminees.
Bij het lezen van deze zin hebt u even
uw ogen uitgewreven: onderwijzers?
Hebben die mensen na zo'n zware dag
taak nog energie over voor een voetbal
wedstrijd En dan dominees, weten
die toch wel hoe je een bal moet raken
en welke geboden er op een voetbal
veld heersenMijn antwoord is, zij
het niet helemaal overtuigend, beves
tigend.
Uit de Noord-Bevelandse voorraad
openbare en christelijke .onderwijzers
zijn er net genoeg te vinden, om, samen
met de predikanten, zichzelf en vooral
het publiek te vermaken. Het zijn niet
allen talenten, maar dat 'is onbelang
rijk. Hoofdzaak is het lijfelijk aanwezig
zijn van 11 personen en als het even
kan enkele wissels. Want één yan onze
regels luidt: uitrusten doe je niet bin
nen de lijnen. En er zijn er echt wel
enkelen, die graag een extra pauze in
lassen
De dominees zijn wat minder in ge
tal, hoewel het geen uitstervend ras is.
Ze hebben het nóg drukker dan on
derwijzers, want ze moeben nogal eens
afschrijven. Maar ze zijn toch een wel
kome aanvulling. Het zijn natuurlijk
geen „labeur-paarden" om Rick de Sae-
deleer, de sportverslaggever van de
BRT, eens te citeren. Maar ze hebben
een goed moreel en tijdens de rust heb
ben ze altijd een preek voorhanden,
veelal onder het motto: „Gij zult niet
ten koste van alles proberen te win
nen."
Bovendien vormen ze een speciale
abtraktie voor het publiek, want velen
willen toch wel eens kijken hoe een do
minee, in korte broek, de problemen
van en met de bal te lijf gaat. We heb
ben van onze „vaste" 3 predikanten
3 energieke kerels gemaakt, want nadat
ze vorig seizoen allen hebben gedebu
teerd, zijn ze dit jaar binnen een tijds
bestek van één maand alle drie vader
geworden. En alle drie van een zoon
en ik durf bij predikanten niet van
toeval te spreken
We hebben ook nog getracht een
openbare juffrouw te verleiden om ver
zorgster te worden. Maar dat is niet
gelukt, zodat we op onszelf zijn aan
gewezen in voorkomende gevallen.
Om toch een beetje evenwicht te
hebben tussen het pedagogisch en theo
logisch gezag, speelt er één onderwijzer
mee, 'die voor dominee studeert. Ik
schrijft „meespelen", maar ik bedoel
eigenlijk dat deze persoon ook af en toe
opdraaft. Want met zo'n zware en dub
bele dagtaak is het goed rusten bij de
„dug-out".
Dit team, dat we gevoegelijk „de
macht van het kleine" kunnen noemen,
speelt enkele keren per jaar tegen de
zelfde tegenstander: de Noord-Beve
landse politie. De geestelijke macht dus
tegen het wettelijk gezag. Een haast
klassieke botsing.
De politie heeft zelfs wel eens ver
sterking van mensen die op een ge
meentehuis werken (die krijgen dan la
ter prestatieverlof..). En wij moeten
wel eens een beroep doen op echtge
noten, c.q. levensgezellen, van juf-
frouws en in noodgevallen op voorzit
ters van schoolbesturen. Maar we red
den het steeds om met tenminste 11 per
sonen aan te treden. Wel gaat het ron-
kazerne. Ook 'hij prees de saamhorig
heid onder de korpsen.
De centraal commandant voor de
hele gemeente, W. van Houwelingen,
ging uitgebreid in op de jongste ge
schiedenis en vooral op de ontwikke
lingen in voorzieningen en opleidingen.
Een vroeger voorgenomen beperking
van de bezettingen van de korpsen tot
6 man per korps, is gelukkig niet door
gevoerd, aldus de heer Van Houwe
lingen.
De door de gemeente aangebrachte
verbeteringen in het blusmaterieel zijn
een stimulans voor het korps geweest.
Ook de betere onderkomens brengen
mee, dat de manschappen na de oefe
ningen niet direkt naar huis lopen,
maar nog eens even nabetrachten. Dat
verhoogt de teamgeest en de saam
horigheid, ook al hebben de echtge
notes daar wel eens andere meningen
over.
Spreker zei te kunnen terugzien op
een geslaagde dag mede dankzij het
mooie weer waarbij de mogelijkhe
den van de brandweer, maar ook het
begrip voor de brandweer duidelijk tot
uiting konden komen.
Hij sprak nog enige wensen uit en
bood als kado een tweetal bordjes met
spreuken aan ter versiering van de
kazerne. En een te bewaren steentje,
dat diezelfde dag ervoor zorgde, dat
stagnatie ontstond bij het demonstre
ren met het aanbrengen vain een
schuimlaag.
Na het wat officiële deel bleef het
gezelschap nog wat minder formeel
bijeen.
selen van spelers nog tot vlak vóór
de wedstrijd door, want afschrijvingen
komen laat, zeer laat binnen.
Nu heeft ons elftal enkele toppers,
naa9t enkele tobbersHet poli'bie-elftal
is wat vlakker qua capaciteiten, maar
we houden elkaar flink in evenwicht.
Middelburg-speler Wim Dekker is voor
ons een gewaardeerde kracht. En Peter
Verburg, de nieuwe spits van Oostka-
pelle, speelt mee zonder reiskosten
vergoeding
De niet-voetballers mogen, bij bena
dering, zeggen waar ze willen opereren.
Dominees willen graag rechtsback.
Rechts heeft waarschijnlijk te maken
met hun poliieke voorkeur; back waar
schijnlijk met het ding waar ze hun
brood mee verdienen
Omdat het een politie-elftal is, krijgt
men ook gelegenheid om in de man-
dekking te spelen. Dit voor de mensen
die in het verleden minder prettige er
varingen hebben gehad met ■een politie
man
De week-in-week-ui't voetballers pro
beren in iedere linie enige lijn te bren
gen en zo kan het „wilde" voetbal een
aanvang nemen. Over de voetballer en
de haast-nooit voetballer in één elftal
is een heel verhaal te schrijven. Maar
ik wil nog wat bewaren voor een an
dere keer
Feit is, dat het heel anders is dan
een „gewone" wedstrijd. Alles is ver
rassend en zelfs vanuit de meest on
mogelijke situaties wordt gescoord,
even gemakkelijk schijnbaar dan men
voor open doel mist. Uitslagen zijn niet
het belangrijkste. Maar wat denkt u
van de laatste wedstrijd: 96 voor ON
DO, na een 02 achterstand. Het pu
bliek is bij zo'n score de grote winnaar.
Na afloop nemen we allemaal een
penalty. Een restje nostalgie, omdat we
eens een keertje gelijk gespeeld hebben.
De poliie won toen met strafschoppen
en sindsdien willen ze na elke wedstrijd
strafschoppen nemen.
Om maar bij de laatste wedstrijd te
blijven: de aandacht bij deze straf
schoppen was van dien aard, dat beide
partijen na afloop de overwinning
claimden. Ook de scheidsrechter' wist
het niet meer
In de kantine wordt dan de „derde
helft" gespeeld. De verliezende politie
macht wil ons nog wel eens trakteren
op een alkoholische versnapering. Maar
daar trappen we niet in, want hun op
zet is duidelijk: onderweg staan ze met
hun blaaspijpjes
Dit jaar spelen we nog één keer tegen
elkaar. U kunt komen kijken in Kam
perland. Over datum en tijd kunt u
alles te weten 'komen bij de politie op
Noord-Beveland. En .misschien in het
kerkblad
H.
P.S. Intussen is bekend geworden,
dat deze slag op maandag 3 september
wordt geleverd in Kamperland om 19.00
uur, als tenminste de velden niet te
droog zijn. Verkeersovertreders wordt
verzocht tussen 19.00 en 21.00 uur die
dag geen overtreding te maken, daar
men niet op enige vorm van kontrole
hoeft te rekenen
A