VOORL1CHTINGS-RUBRIEK
Gemeente Wissenkerke
Bijstand: Speciaal voor
eigen huis-bewoners
Sportmedisch Adviescentrum
Zeeland
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. donderdag 5 april 1984 no. 4113
Nieuwe premieregeling:
Een hele zorg minder
Kwijtschelding van
afvalstoffenheffingen
en rioolafvoerrechten
Redaktie: Gemeente-secretarie Wissenkerke, Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke, Telefoon 01107 - 16 55, toestel 24.
Een eigen woning? Het Rijk helpt u
een eindje op weg. Want per 1 januari
1984 geldt een nieuwe subsidieregeling
voor premiekoopwoningen.
Het kopen van een huis kan daardoor
aantrekkelijker zijn dan u dacht.
De nieuwe regeling houdt er bijvoor
beeld rekening mee dat uw inkomen niet
meer groeit. In plaats van een steeds
lager wordende premie (zoals bij de
oude subsidieregeling) geeft het Rijk nu
elk jaar een vaste bijdrage aan de eige
naar-bewoner van premiekoopwoningen.
En dat geeft financieel meer zeker
heid.
Het Rijk verdeelt de subsidie wel op
zo'n manier dat mensen met een lager
inkomen meer subsidie krijgen dan de
genen die meer verdienen.
Voorwaarde daarbij is dat de belast
bare inkomens van de bewoners samen
niet meer dan f 42.500.voor premie A
of f 70.000.voor premie B bedragen.
De inkomens van inwonende kinderen
tellen daarbij niet mee. Verdient u meer
dan f 70.000.of betaalt u vermogens
belasting, dan komt u niet in aanmer
king voor een van de premies.
Hieronder geven we in hoofdlijnen de
nieuwe premie A- en B-regeling weer.
Premie A: naar een deel van
de hypotheek geen omkijken.
Bij premie A-koopwoningen geeft het
Rijk u elk jaar een bedrag van 5.500,
waarmee u de rente en aflossing van
een deel van de hypotheek kunt beta
len.
Het Rijk lost dus een afgezonderd
deel van uw hypotheek af. Hoe groot dit
afgezonderde deel is, hangt af van uw
(gezamenlijk) belastbaar inkomen. Wan
neer uw belastbaar inkomen bijvoor
beeld beneden de f 32.500.blijft, is
deze bijdrage van het Rijk aan uw hy
potheek f 48.000.Naar dit deel van
de hypotheek heeft u dan eigenlijk geen
omkijken meer. Het Rijk betaalt dit
bedrag niet ineens, maar door elk jaar
een remie van f 5.500.uit te keren.
Hoe lang u deze jaarlijkse bijdrage
krijgt, is niet alleen afhankelijk van de
hoogte van de subsidie, maar ook van
de rente.
Het Rijk betaalt namelijk ook de rente
over het nog niet afgeloste gedeelte van
het afgezonderde hypotheekdeel. Is de
rente bijvoorbeeld 9%, dan is een hy
potheekdeel van f 48.000.in ongeveer
19 jaar afgelost. Door de vaste jaarlijkse
bijdragen kunnen de hypotheeklasten
ongeveer gelijk blijven. Ook nadat er
geen premie meer wordt uitbetaald. U
loopt in ieder geval minder financiële
risico's bij rentestijgingen, omdat u ei
genlijk alleen rente betaalt over dat deel
van de hypotheek dat u zelf moet op
brengen. Bovendien kan het afgezon
derde deel in sommige gevallen naar
boven worden bijgesteld wanneer een
inkomen volledig wegvalt. Natuurlijk
komt niet iedere koper of ieder huis in
aanmerking voor de premie A-regeling.
Deze regeling geldt bijvoorbeeld alleen
voor nieuwe woningen waarvan de
stichtingskosten (grond- en bouwkosten)
niet hoger zijn dan f 142.000.in het
westen van het land of in groeikernen
en groeisteden, en 132.000,in de rest
van het land. Wie meer verdient dan
f 42.500.(gezamenlijk belastbaar in
komen) of een nieuew huis wil kopen
dat meer kost dan f 142.000.of die
f 132.000.(stichtingskosten) kan in
aanmerking komen voor de premie B-
regeling.
Premie B:
minimaal f 10.000.subsidie.
De subsidie van premie B-woningen is
gekoppeld aan de stichtingskosten. Af
hankelijk van de hoogte daarvan betaalt
het Rijk twee, drie, vier of vijf jaar
lang f 5.000.aan premie. De subsidie
is het hoogst wanneer de woning niet
duurder is dan f 142.000(f 132.000.
U ontvangt dan vijf jaar achtereen een
vaste premie van f 5.000.Voor elke
f 10.000.dat de woning duurder is,
krijgt u steeds een bijdrage minder. De
stichtingskosten van premie B-wonin
gen mogen niet hoger zijn dan f 172.000.-
(f 162.000.Voor de duurste premie B-
woningen krijgt u nog altijd twee maal
de premie van f 5.000.
Voorwaarde om in aanmerking te ko
men voor premie B is dat u gezamenlijk
niet meer verdient dan f 70.000.
Meer informatie.
Dit artikel behandelt het nieuwe pre
miesysteem in vogelvlucht. Lang niet
alle vragen zijn beantwoord. Wanneer u
meer informatie wilt, kunt u terecht bij
het Bureau Persoonlijke Voorlichting
van het Ministerie van Volkshuisvesting
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
telefoon 070 - 262221. Er is ook een bro
chure verschenen over de nieuwe pre
mieregeling waarin u alles nog eens op
uw gemak kunt nalezen. „Premiekoop
woningen A en B, vast en zeker", kunt
u aanvragen bij postbus 20951, 2500 EZ
Den Haag. Telefoon 070 - 264201 (toestel
2301 of 2983).
Premiekoopwoningen worden in heel
Nederland gebouwd en er zijn vast wel
projecten bij u in de buurt. Informeer
daarnaar bij de gemeente, bouwers of
makelaars.
Het is ook verstandig om u van te vo
ren zo uitgebreid mogelijk te laten in
formeren bij uw bank of hypotheekin
stelling over de samengestelde hypo-
theekvormen.
De mogelijkheden van kwijtschelding
beperken zich niet uitsluitend tot de On-
x-oerend-Goedbelastingen. Ook van an
dere gemeentelijke belastingen kan
kwijtschelding worden verkregen. Dit
laatste geldt evenwel niet voor alle ge
meentelijke belastingen, maar is be
perkt tot de afvalstoffenheffing en de
rioolafvoerrechten.
Verzoeken om kwijtschelding van de
genoemde belastingen moeten worden
gericht aan het college van Burgemees
ter en Wethouders. Na ontvangst van
een verzoek om kwijtschelding zal een
vragenformulier ter invulling worden
toegezonden, waarop alle (financiële)
gegevens moeten worden vermeld, die
nodig zijn voor een juiste beoordeling
van het verzoek.
Daarbij spelen de persoonlijke om
standigheden van verzoeker een grote
rol. Inkomen, gezinssamenstelling, be
zittingen en schulden zijn van beslissen
de betekenis.
Bij de vaststelling van het inkomen
wordt niet alleen gelet op (vaste) in
komsten, zoals salaris, pensioen, uitke
ringen, e.d., maar ook op bijverdien
sten, kinderbijslag, vakantiegeld en an
dere incidentele inkomsten. Ook het ver
mogen wordt in beschouwing genomen.
Onder inkomen wordt verstaan het
nettosalaris, pensioen of uitkering,
vermeerderd met de vakantie-uitkering
en de kinderbijslag, verminderd met de
kale huur en de premie voor een aan
vullende ziektekostenverzekering.
Verzoeken om kwijtschelding van af
valstoffenheffing en rioolafvoerrechten
zullen worden getoetst aan de richtlijnen
die door de rijksbelastingdienst worden
aangehouden. Deze richtlijnen gaan uit
van een netto besteedbaar inkomen,
dat per maand niet meer mag bedragen
dan:
f1320.voor gehuwden;
f 1165.voor een onvolledig gezin;
f 860.voor ongehuwden.
Deze bedragen kunnen nog worden
verhoogd met een bedrag per kind, af
hankelijk van de leeftijd van het kind,
van:
f 100.voor kinderen van 0- 5 jaar;
f 150.voor kinderen van 6-12 jaar;
f 200.voor kinderen van 13-15 jaar;
f 250.voor kinderen van 16 jaar
en ouder.
Bij bejaarden en bij niet-bejaarden,
die extra verzorging nodig hebben, kan
een klein bedrag aan vermogen worden
vrijgelaten. Voor andere groepen geldt
geen vermogens vrij stelling.
Tot slot ter verduidelijking nog de vol
gende punten:
iemand met een laag inkomen maar
met een (groot) vermogen zal niet
voor kwijtschelding in aanmerking
komen;
'bijzondere ziektenkosten, die niet
door de verzekering of het zieken
fonds worden gedekt, kunnen van
invloed zijn op de (on)mogelijkheid
tot betaling;
bij een ondernemer spelen de om
standigheden van het beroep of be
drijf een zo grote rol, dat de richt
lijnen vrijwel nooit gehanteerd kun
nen worden.
Bijstand wordt gegeven aan mensen
die dat nodig hebben. Volgens de wet
is dat iedereen die niet over de midde
len beschikt om in de noodzakelijke
kosten van het bestaan te voorzien.
Wie inkomsten heeft, beschikt over
middelen. Zijn de inkomsten ontoerei
kend, dan kan er met bijstand worden
aangevuld.
Wie wat achter de hand heeft, bijvoor
beeld spaargeld of een ander appeltje
voor de dorst, beschikt ook over midde
len. Toch hoeft niet al het spaargeld te
worden opgemaakt voordat er bijstand
wordt gegeven. Een bepaald bedrag
wordt vrijgelaten, wat wil zeggen dat
dit ongemoeid blijft.
Bescheiden vermogen.
Voor gezinnen bedraagt dit beschei
den vermogen (in 1984) 15.200 gulden en
voor alleenstaanden en wie thuis in
woont 7.600 gulden. Ook de rente van
deze bedragen is vrij.
Je zou het ook zó kunnen zeggen: een
gezin met een bijstandsuitkering mag
zonder bezwaar maximaal 15.200 gulden
op het spaarbankboekje laten staan; de
anderen 7.600 gulden.
Maar: deze vrijlating geldt niet al
leen voor geld op een bankrekening of
in een oude kous, maar ook als het geld
in een eigen woning zit.
Extra vrijlating.
Sinds 1 januari 1983 geldt bij bijstand
voor eigen huis-bewoners een extra vrij
lating. Deze bedraagt lö.OOOgulden van
het eigen geld in het huis, plus de helft
van het meerdere.
Het bescheiden vermogen én het extra
vrijgelaten vermogen in het eigen huis
mogen samen echter niet het bedrag
van 75.000 gulden voor gezinnen en
67.400 gulden voor alleenstaanden o-
verschrijden.
Voorwaarden voor de extra vrijlating.
U moet zelf of uw gezin in dat eigen
huis wonen. De regeling gaat niet op
als u een huis verhuurt en zelf elders
woont;
De extra vrijlating geldt alleen als u
jonger bent dan 65 jaar en bijstand
nodig heeft voor de gewone (alge
mene) noodzakelijke kosten van uw
bestaan. De regeling is dus niet van
toepassing als u alleen bijstand krijgt
voor woonkosten of bijzondere kos
ten van het bestaan.
Als de vrijlatingen worden
overschreden.
Als er niet meer in het huis zit dan
kan worden vrijgelaten, kunt u zonodig
zonder meer bijstand, krijgen. Dus bij
stand die niet hoeft te worden terugbe
taald.
Zit er wel meer geld in het huis dan
kan worden vrijgelaten, dan kunt u een
lening krijgen met uw huis als onder
pand: de krediethypotheek.
In dat geval moet niet „in redelijk
heid" van u verlangd kunnen worden
dat u uw huis verkoopt of bij een ge
wone bank of financieringsinstelling
aanklopt voor (nog) een hypotheekle
ning.
Voorbeeld 1.
Stel dat de getaxeerde waarde van de
woning bedraagt 125.000,Er is al
een hypotheeklening van 30.000,Het
vermogen in de woning is dan 95.000,
Vrijlatingen: a. bescheiden vermogen
15.200,a. extra vrijlating 15.000,
Totaal 30.200,Helft van het meer
dere: V« x (95.000 30.200) is 32.400,—
Totale vrijlating eigen huis 62.600,
Maximumbedrag krediethypotheek
32.400,—
Voorbeeld 2.
Stel dat de getaxeerde waarde van de
woning bedraagt 125.000,Er is al
een hypotheeklening van 40.000,Het
vermogen in de woning is dan ƒ85.000,
Op het spaarbankboekje staat bijvoor
beeld 10.000,Het totale vermogen is
dan 95.000,—.
Vrijlatingen: a. bescheiden vermogen:
op spaarbankboekje 10.000,in eigen
huis 5.200,b. extra vrijlating
15.000,—. Totaal 20.200,—. Helft van
het meerdere Vz x (85.000 20.200) is:
32.400,Totale vrijlating eigen huis:
52.600,—.
Totale vrijlating eigen huis en spaar
bankboekje 62.600,
Maximumbedrag krediethypotheek
32.400,—.
(Je zou het in voorbeeld 2 ook zo
kunnen zeggen: doordat er een bedrag
van 10.000 gulden op het spaarbank
boekje staat, wordt de vrijlating in het
eigen huis dienovereenkomstig lager.
Zijn er helemaal geen kontanten of
banktegoeden, zoals in voorbeeld 1, dan
wordt het bescheiden vermogen hele
maal toegerekend aan het eigen huis).
Hoe veel en hoe lang?
Laten we eens veronderstellen dat er
bijstand „onder beding van krediet
hypotheek" kan worden verstrekt voor
een bedrag van 32.400 gulden.
Dat gebeurt in maandelijkse porties
die bestaan uit een bedrag voor de ge
wone noodzakelijke kosten van het be
staan.
Tot 1 juli 1984 geldt dat als de hypo
theekrente (niet de aflossing), eige-
naarsonderhoud, belasting op onroerend
goed en dergelijke, bij elkaar minder
dan zo'n 233 gulden per maand bedra
gen, dat dan die kosten uit de uitkering
betaald moeten worden. Liggen de kos
ten tussen 232 en 735 gulden per maand,
dan worden boven de uitkering een
toeslag gegeven, peze is even groot als
de huursubsidie voor een huurhuis van
dezelfde prijsklasse.
Stel dat zo'n toeslag op 400 gulden
per maand uitkomt, dan bedraagt de
maandelijkse portie 1445 gulden plus
400 gulden 1845 gulden. Aangezien
de krediethypotheek op 32.400 gulden
uitkwam, is dit bedrag na ruim 17 mnd.
«vol». Als er daarna nog bijstand nodig
is, wordt deze «om niet» gegeven, wat
erop neerkomt dat deze niet hoeft te
worden terugbetaald. Zijn uw woonkos
ten hoger dan 735 gulden per maand,
dan woont u voor de bijstandswet te
duur. U zult dan naar goedkopere woon
ruimte moeten omzien. In die situatie
kunt u hooguit tijdelijk worden gehol
pen met een toeslag.
Schuld en rente.
Over de periode waarin u bijstand
krijgt, is geen rente verschuldigd. Af
lossing en rente worden eerst van u
verlangd als u uit de bijstand bent. Van
de betaling van rente kan gedeeltelijk
uitstel worden verleend, van de aflos
sing zo nodig geheel.
Maar bij een eventuele verkoop van
de woning moet natuurlijk de gehele
schuld worden afgerekend. Levert de
woning minder op dan wat nog aan
krediethypotheek en rente uitstaat, dan
wordt de resterende schuld kwijtge
scholden. N.B. De vrijstelling van de
rente over de leenperiode geldt niet als:
er bijstand onder verband van kre-
diethypotheek wordt gegeven voor bij
zondere bestaanskosten of louter woon
kosten of
als u bijstand onder verband van kre
diethypotheek wordt gegeven en u ou
der bent dan 65 jaar.
In deze gevallen geldt evenmin de
extra-vrijlating!
Hoe komt een krediethypotheek tot
stand?
Voor het aanvragen van bijstand moet
u zich wenden tot de afdeling sociale
zaken. Als is vastgesteld dat er alleen
maar bijstand mogelijk is onder beding
van krediethypotheek, wordt u gevraagd
daarin toe te stemmen. Het huis wordt
dan getaxeerd door een beëdigd make
laar, die in overleg met de gemeente
wordt aangewezen.
Bij de taxatie wordt uitgegaan van
oplevering in onbewoonde staat. De hy
potheekakte wordt opgesteld door de
notaris. De kosten van taxatie, de hy
potheekakte, de inschrijving van de hy
potheek en bijkomende kosten, zijn voor
rekening van de eigenaar. Zo nodig kan
hiervoor bijstand worden gegeven, die
dan wel bovenop de schuld komt.
En als er al een hypotheeklening is?
In de voorbeelden heeft u gezien hoe
de al bestaande hvpotheeklening eerst
van de getaxeerde waarde wordt afge
trokken. Bij een zogenaamde annuïtei
tenhypotheek (waarbij jaarlijks een
vaste som, bestaande uit rente en af
lossing, wordt betaald) of een lineaire
hypotheek (waarbij, het bedrag van de
aflossing jaarlijks gelijk blijft en rente
wordt berekend over het nog uitstaande
bedrag), kan het bedrag van de be
staande hypotheekschuld direkt worden
vastgesteld.
Bij een hypotheek op basis van een
levensverzekering ligt dat wat anders,
omdat daarbij niet wordt afgelost. In
dat geval wordt het bedrag aan betaalde
levensverzekeringspremies van de ge
taxeerde waarde van het huis afgetrok
ken, waarna de restschuld van de hy
potheek bekend is.
Voor de oude dag.
Ex-zelfstandigen en langdurig werk
lozen van 50 tot en met 64 jaar die
gewone bijstand krijgen, mogen boven
de eerder genoemde vrijlatingen een
extra bedrag voor de oude dag bewaren.
Dit in aanvulling op te kleine pensioen
aanspraken. De bedragen die men extra
mag houden, lopen van maximaal 20.000
gulden op 50-jarige leeftijd op tot ma
ximaal 53.000 gulden op 64-jarige leef
tijd. De waarde van een al aanwezige
pensioenvoorziening wordt daarvan af
getrokken.
Wie van deze zogenaamde Rijks-
groepregeling vrijlating oudedagsvoor-
ziennig bijzondere groepen (Rvo) wil
profiteren, moet:
onvrijwillig werkloos zijn en niet meer
in aanmerking komen voor een uitke
ring van de Werkloosheidswet of de
Wet Werkloosheidsvoorziening;
als ex-zelfstandige niet meer voor een
bedrijfsbeëindigingsregeling in aanmer
king komen en
de garantie geven dat het bedrag voor
de oude dag wordt gebruikt.
Als aan deze voorwaarden is voldaan,
wordt bij een krediethypotheek het vrij
te laten vermogen vermeerderd met het
bedrag dat dankzij de Rvo ongemoeid
blijft.
Let wel: Bijstand kan van persoon tot
persoon verschillen. Laat daarom als
dat nodig is voorrekenen hoe in uw
situatie de bijstandsverlening uitpakt.
Het spreekt vanzelf dat u aan dit
artikel dat bedoeld is om een glo
bale indruk te geven van „bijstand en
het eigen huis" geen aanspraken kunt
ontlenen.
Sportgezondheidszorg in Zeeland.
Al meer dan vier miljoen mensen in
Ned-erland doen aan sport in georgani
seerd verband. Dat is bijna 30% van de
bevolking waarbij naar schatting nog
eens honderdduizenden rekreatiespor-
ters gerekend kunnen worden.
De nog steeds toenemende groei van
sportbeoefening alsmede de ontwikke
ling van andere vormen van sportbe
oefening stellen eisen aan de gezond
heidszorg in de sport. Niet alleen kwan
titatieve eisen, zoals steeds meer voor
zieningen, maar ook kwalitatieve eisen.
Gespecialiseerde medische kennis is
noodzakelijk geworden, kennis die ook
dient afgestemd te zijn op de vorm van
sportbeoefening. In de gezondheidszorg
voor de sport is dan ook een ontwikke
ling op gang gebracht die deze sport
gezondheidszorg op een beter en breder
nivo moet brengen. Naast de van ouds
her bekende sportkeuringsburo's zijn de
laatste jaren de Sport Medische Advies
centra ontstaan.
Een stap in de goede richting om de
kwaliteit van de sportgezondheidszorg
te verbeteren is de oprichting van de
Sport Medische Regio Zeeland.
De Sport Medische Regio Zeeland is
het samenwerkingsverband tussen de
tien funktionerende sportkeuringsburo's
in Zeeland (Middelburg, Goes, Zierikzee,
Hontenisse, Axel, Sas van Gent, Oost
burg, Terneuzen. Vlissingen, Kruinin-
gen) en het Sport Medisch Advies
centrum.
Sportkeuringsburo's.
De buro's voor medische sportkeuring,
zoals deze buro's officieel genoemd wor
den, zijn er en blijven er om de keu
ringen te verrichten voor de gemiddelde
sporter. Door deze basiskeuringen weet
de sporter of zijn of haar wijze van
sportbeoefening op een verantwoorde
wijze mogelijk is.
Er zijn sporten die bijzondere eisen
stellen aan de lichamelijke konditie en
er zijn sporters die zelf andere eisen
stellen aan de wijze van sportkeuring
en advisering. Daarvoor zijn de moge
lijkheden van sportkeuringsburo's niet
toereikend en zijn de Sport Medische
Adviescentra in het leven geroepen.
Sport Medisch Adviescentrum.
Het Sport Medisch Adviescentrum is
de nieuwe voorziening op het gebied
van de sportgezondheidszorg in de pro
vincie Zeeland. Op een SMA, zoals de
juiste afkorting luidt, zijn artsen en
fysiotherapeuten werkzaam die door op
leiding en ervaring een specifieke des
kundigheid hebben verkregen op het ge
bied van keuring, advisering en bege
leiding van sportbeoefenaren. Op een
SMA kunnen uitgebreide keuringen
worden verricht met, indien nodig en
wenselijk, op de wijze van sportbeoefe
ning afgestemde inspanningstesten. De
inhoud van de sportkeuring kan naar
noodzakelijkheid en naar de wens van
de sportbeoefenaar worden samenge
steld.
Verder geeft het SMA adviezen op
het gebied van voeding, training en
blessurebehandeling; tevens kunnen
voorlichtingsbijeenkomsten op het ter
rein van de sportgezondheid georgani
seerd worden voor sportorganisaties en
verenigingen.